Wikibooks nlwikibooks https://nl.wikibooks.org/wiki/Hoofdpagina MediaWiki 1.43.0-wmf.2 first-letter Media Speciaal Overleg Gebruiker Overleg gebruiker Wikibooks Overleg Wikibooks Bestand Overleg bestand MediaWiki Overleg MediaWiki Sjabloon Overleg sjabloon Help Overleg help Categorie Overleg categorie Transwiki Overleg transwiki Wikijunior Overleg Wikijunior TimedText TimedText talk Module Overleg module Computersystemen/Geheugen 0 33488 387938 378550 2024-04-26T04:02:24Z Mattias.Campe 572 /* Doelstellingen */ wikitext text/x-wiki == Doelstellingen == Onderstaande doelstellingen komen in meer of mindere mate aan bod. De <span style="color:lightgrey;">grijze</span> doelstellingen komen hier niet aan bod. Dat zijn bv. praktijkoefeningen die aansluiten bij deze theorie, maar die in dit Wikibook niet behandeld worden. Of bv. theorie die in een ander hoofdstuk wordt behandeld. Uit het leerplan van '''Applicatie- en Databeheer'''<ref>[https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/iii-apda-da Leerplan Informatica- en communicatiewetenschappen B + S - 3de graad - D-finaliteit]</ref>, een deel van leerplandoel 23: * LPD 23: De leerlingen lichten de opbouw en werking van een computersysteem met zijn basiscomponenten en optionele componenten toe. ** <span style="color:lightgrey;">Aansluitingen en connectoren</span> ** <span style="color:lightgrey;">Functie van controller en driver</span> * Lexicon. De basiscomponenten van een computersysteem zijn: <span style="color:lightgrey;">moederbord, processor,</span>intern geheugen (werkgeheugen, cache geheugen, systeemgeheugen, CMOS)<span style="color:lightgrey;">, koeling, voeding, grafische kaart, klok</span>. * <span style="color:lightgrey;">Lexicon. De optionele componenten van een computersysteem zijn hardwarecomponenten die dienen voor invoer, uitvoer of opslag</span> * <span style="color:lightgrey;">Wenk. Enkel de gangbare actuele basiscomponenten en optionele componenten van een computersysteem worden besproken. Je kan ook sensoren als mogelijk invoerapparaat voor een smartphone behandelen.</span> Uit het leerplan Toegepaste Informatica van de richting '''Informaticabeheer'''<ref>Meer informatie op [https://ond.vvkso-ict.com/vvksomainnieuw/leerplanpubliek.asp?NR=2015/003 leerplan D/2015/7841/003]</ref>: * 1.2.5 De soorten intern geheugen toelichten, onder meer cachegeheugen, werkgeheugen. * 1.2.6 De basiswerking van het intern geheugen en de geheugenadressering toelichten. * 1.2.7 Het onderscheid tussen (intern) geheugen en permanente gegevensopslag (storage) toelichten. * 1.4.3 Actuele types intern geheugen toelichten in functie van hun gebruik. * ''1.4.6 Aan de hand van technische specificaties diverse uitvoeringen van optionele componenten vergelijken.'' == Soorten == Het interne geheugen is een aanduiding voor computergeheugen dat zich op het moederbord bevindt. Traditioneel wordt er voor het interne geheugen een onderscheid gemaakt tussen: * '''ROM'''-geheugen, bv. BIOS-ROM (voor het bewaren van de startprocedures). * '''RAM'''-geheugen, toegepast bij bv.: ** het hoofd- of werkgeheugen; ** cachegeheugen van een processor; ** cachegeheugen van een opslagmedium; ** de CMOS-RAM (voor het bewaren van de BIOS-instellingen). Het (intern) geheugen (''memory'') mag niet verward worden met de permanente gegevensopslag (''storage''). Deze laatste wordt gebruikt voor de opslag van (veel) data (gegevens of programma's) die vaak voor lange tijd bewaard moet kunnen worden. Denk bv. aan een HDD, SSD of SD-kaartje. Dit wordt besproken bij [[Computersystemen/Opslagmedia|opslagmedia]]. Soms blijkt het werkgeheugen te klein te zijn en dan is er nood aan virtueel geheugen. Dit wordt besproken bij de [[Besturingssystemen#De_geheugenbeheerder|geheugenbeheerder]] als onderdeel van de functie van een besturingssysteem. === ROM === ROM is een type van een niet-vluchtig (''non-volatile'') geheugen. Strikt gezien staat ROM voor ''read-only memory'', maar zoals je merkt aan onderstaande evolutie van ROM is het ‘alleen lezen’ niet altijd meer van toepassing. * '''MROM''' (Mask ROM) wordt in de chipfabriek van de nodige gegevens voorzien en kan daarna niet meer gewijzigd worden. Dus héél moeilijk te hacken, maar kan dus ook geen updates krijgen (bv. omwille van stabiliteit of veiligheid). * '''EPROM''' (Erasable Programmable ROM) kan gewist worden met ultraviolet licht, om daarna nieuwe inhoud te voorzien. In de begindagen van BIOS werd deze manier gebruikt voor de BIOS-ROM. * '''EEPROM''' (Electrically Erasable PROM) kan (delen van) dit geheugen via een elektrische spanning wissen en opnieuw van inhoud voorzien. Dit gaat dus al een stuk gemakkelijker in vgl. met EPROM (zowel voor updates ed., maar helaas ook voor eventuele hackers). Als toepassingen heb je de BIOS EEPROM of het EEPROM geheugen van de Arduino. Het flashgeheugen werkt ook op basis van deze EEPROM-techniek. <gallery> 16Mbit EPROM ST Microelectronics M27C160 (1).jpg|EPROM EEPROM 93C46 DSC00570 wp.jpg|EEPROM Elitegroup 761GX-M754 - AMIBIOS (American Megatrends) in a Winbond W39V040APZ-5491.jpg|AMIBIOS 68HC05J.jpg|ROM </gallery> === RAM === RAM-geheugen (ook bekend als ''het geheugen'', ''hoofdgeheugen'' of ''werkgeheugen'') is ''random-access memory''. Dit wijst op het feit dat de data, zowel lezen als schrijven, in ongeveer dezelfde tijd kan gebeuren, onafhankelijk van de fysieke plaats waar de data staat.<ref>Een veel uitgebreidere uitleg staat in het artikel '[http://computer.howstuffworks.com/ram.htm How RAM Works]'.</ref> Het gaat hier om vluchtig (''volatile'') geheugen: als de spanning wegvalt, wordt de data “vergeten”. Dat is een duidelijk nadeel, maar het voordeel is dat het een heel snelle geheugenvorm is. Het kan dat het RAM-geheugen te vervangen is of uit te breiden valt (bv. met RAM-latjes of RAM-modules bij desktops, laptops en servers) of dat het vast geïntegreerd is met het systeem (smartphones, videokaart, Raspberry Pi, Arduino, cachegeheugen CPU,...). <gallery> RAM n.jpg|Verschillende RAM NanoAmp Solutions N5SV16M16BS-6K on mainboard of Surf@home II-8339.jpg|RAM-chip DRAM.svg|Logische organisatie van een DRAM-chip Square_array_of_mosfet_cells_read.png|Fysische organisatie van een DRAM-chip </gallery> Bij sommige systemen zijn er enkele gigabytes ter beschikking (bij de meeste dekstops, laptops en smartphones) en hoef je je geen zorgen te maken om apps te sluiten. Het RAM-geheugen verbruikt vaak sowieso energie en als een applicatie die niet gesloten is terug wordt geopend, dan moet deze vaak van een trager opslagmedium komen (wat energie en tijd kost). Slimme besturingssystemen zullen de software in de achtergrond laten draaien, zelfs als de eindgebruiker deze heeft gesloten. Bij andere toepassingen heeft een afweging in kostprijs, grootte en/of verbruik ervoor gezorgd dat er een stuk minder RAM-geheugen aanwezig is (bv. Raspberry Pi, Arduino). De keuze van besturingssysteem en software wordt dan belangrijk. Ook in gebruik moet men rekening houden om ongebruikte programma's sneller te sluiten.<ref>Zie bv. het uitgebreide artikel '[https://learn.adafruit.com/memories-of-an-arduino/you-know-you-have-a-memory-problem-when-dot-dot-dot Memories of an Arduino]' die de verschillende geheugenvormen van Arduino bespreekt.</ref> Er zijn verschillende types van RAM-geheugen, zoals T-RAM, Z-RAM, MRAM<ref>Zie bv. het Tweakers.net-artikel '[https://tweakers.net/nieuws/92797/meer-dan-20-techbedrijven-richten-zich-gezamenlijk-op-mram-ontwikkeling.html Meer dan 20 techbedrijven richten zich gezamenlijk op mram-ontwikkeling]' uit 2013 dat het heeft over meer dan 20 techbedrijven die zich richten op MRAM-ontwikkeling.</ref>, NVRAM,… Wij beperken ons tot de twee bekendste: DRAM en SRAM: * '''Dynamic RAM''' is de eenvoudigste constructie: ze vereist een veel kleinere oppervlakte dan SRAM en is dus goedkoper in productie. DRAM kan slechts enkele milliseconden zijn informatie behouden. Het gevolg hiervan is dat vele malen per seconde een refresh moet gebeuren. DRAM wordt gebruikt voor het werkgeheugen. Verder wordt SDRAM besproken. * '''Static RAM''' is complexer in opbouw t.o.v. DRAM: ze vereist een grotere oppervlakte en is duurder in productie. SRAM hoeft geen refresh en is bovendien sneller dan DRAM. SRAM wordt gebruikt voor het (duurdere) cachegeheugen. Dit cachegeheugen bevindt zich (fysisch) zeer dicht bij de CPU. Daar het vaak op dezelfde chip als de CPU zit, is het al besproken bij het hoofdstuk van de processor. Ook de GPU heeft nood aan (video)geheugen: * Bij '''shared graphics memory''' heeft de grafische chip geen eigen geheugen, maar wordt het hoofdgeheugen gebruikt, dat dan moet gedeeld worden met de CPU en andere componenten. * Bij '''dedicated memory''' heeft de GPU eigen grafisch geheugen op de chip kan dit uitgevoerd zijn met DDR, VRAM, WRAM, MDRAM, gDDR2-gDDR5,… Merk op dat DDR en gDDR twee verschillende technieken zijn! Dit geheugen is bijna altijd vast geïntegreerd op de videokaart. == SDRAM == SDRAM (''Synchronous DRAM'') gaat van DDR SDRAM tot DDR4 SDRAM. In opeenvolgende versies zorgt men niet alleen voor geheugenmodules met grotere capaciteit en hogere snelheid, maar ook het energieverbruik krijgt meer aandacht. === Werking === [[Bestand:DRAM.svg|miniatuur|Logische organisatie van een DRAM-chip]] Uit het hoofdstuk van computerbussen weten we al hoe het gegevenstransport tussen het geheugen en de CPU gebeurt. Maar hoe werkt dit binnenin het RAM-geheugen? Hardwarematig bestaan de geheugencellen van de DRAM-chip uit miniscule transistoren die door een bepaalde lading vast te houden informatie kunnen bewaren. Bekijken we het op een logische manier, dan kunnen we dit geheugen bekijken als een geordende tabel met rijen en kolommen. In ieder knooppunt van een rij en een kolom kan 1 informatiebit bewaard worden (0 of 1). Als meerdere bits worden uitgelezen spreekt met over 'woorden'. Het lezen van een bit gaat ongeveer als volgt te werk. # Via de RW-lijn wordt aangegeven dat er zal worden gelezen (''read'') i.p.v. geschreven (''write''). # De helft van het adres wordt op de adresingangen (A) gezet. De RAS-lijn (Row Address Strobe) wordt geactiveerd. De rijadresdecoder (groen, verticaal) decodeert het adres en selecteert een rij uit de matrix (blauw) van geheugenelementen. Deze rij wordt gekopieerd naar de buffer (rood). # De andere helft van het adres op de adresingangen gezet en de CAS-lijn (Column Address Strobe) geactiveerd. De kolomadresdecoder (groen) decodeert het adres. De juiste bit wordt geplaatst op de datalijn. === Specificaties === Specificaties zoals de capaciteit, de spanning waarop de RAM-module werkt (bv. 1,2 volt) of het aantal aansluitpunten hoeft geen verdere uitleg. ==== Snelheid ==== Er zijn heel wat [[w:en:DDR_SDRAM#Generations|DDR-generaties]], waarvan we van enkele hun kenmerken bekijken: {| class="wikitable" |- ! Standaardnaam !! I/O bus clock<br/>(MHz) !! Data rate<br/>(MT/s)!! Modulenaam !! Peak transfer rate<br/>(MB/s) |- | DDR2-667C<br/>DDR2-667D|| 333,33 || 666,67 || PC2-5300 || 5333,33 |- | DDR3-800 || 400 || 800 || PC3-6400 || 6400 |- | DDR3-2133 || 1066,67 || 2133,33 || PC3-17000 || 17066,67 |- | DDR4-2400 || 1200|| 2400|| PC4-19200 || 19200 |} De cijfers zijn niet toevallig. Zo is de ''data rate'' dubbel zo groot als de ''I/O bus clock'', omdat het hier gaat over DDR (zie [[Basiskennis informatica/Snelheid#Transfers|basiskennis informatica > snelheid > transfers]]). Als je de data rate vermenigvuldigt met 64 bit (want de bus is zo breed) en deelt door 8 (8 bits is 1 byte), dan bekom je de ''peak transfer rate''. Je merkt dat in de standaardnaam de data rate vermeld is en de peak transfer rate in de modulenaam. data rate = 2 * (IO bus clock) peak transfer rate = data rate * (64/8) ==== Multi-channel memory architecture<ref>Bron: Hardware Secrets, met [http://www.hardwaresecrets.com/everything-you-need-to-know-about-the-dual-triple-and-quad-channel-memory-architectures Everything You Need to Know About the Dual-, Triple-, and Quad-Channel Memory Architectures]. Het Tweakers.net-artikel [https://tweakers.net/reviews/7054/laptopgeheugen-het-verschil-tussen-single-en-dualchannel.html Laptopgeheugen: Het verschil tussen single- en dualchannel] is ook interessant </ref> ==== [[Bestand:Dual-channel DDR memory use 6026.JPG|miniatuur]] Wat betekent precies ''dual'', ''triple'' of ''quadchannel'' geheugen? We weten al dat de communicatie tussen geheugen en processor gebeurt via de databus. Standaard is die bus 64 bit breed, wat betekent dat er 64 “draden” zijn. In de geschiedenis van de computer bleef de processorsnelheid maar toenemen, waarbij de geheugentechnologie dit niet kon bijbenen. Vandaar heeft men ''dual channel'' bedacht: de technologie van de geheugenmodules bleef quasi hetzelfde, maar het aantal “draden” werd verdubbeld. Hierdoor verdubbelt ook de beschikbare bandbreedte. De bus wordt dan 128 bits breed. Het verhaal stopt hier niet, daar de geheugenmodules nog steeds 64 bit hardware blijft. Willen we dus kunnen gebruikmaken van deze dubbele bandbreedte, dan moeten we twee identieke geheugenmodules gebruiken. Hoe kan je deze techniek beschikbaar maken, bv. bij een moederbord met dual channel en 4 RAM slots: * Het moederbord moet dual channel ondersteunen (meer specifiek de geheugencontroller van het moederbord). * Je moet twee of vier geheugenmodules hebben. Per paar moeten ze identiek (type en capaciteit) zijn aan elkaar. * Het paar kan je niet willekeurig installeren: je moet de handleiding nalezen hoe je ze moet installeren. Heel vaak wordt dit met kleuren aangegeven. Bij het voorbeeld uit de afbeelding: * Vier identieke RAM-modules van elk 2 GB kan je om het even waar installeren. * Bij twee identieke RAM-modules van 2 GB en twee identieke van 1 GB, zullen deze van 2 GB in het eerste en derde slot moeten en de andere in de overige slots. * Eén module van 8 GB zal een even grote capaciteit hebben als in het eerste voorbeeld, maar deze setup zal zonder dual channel werken. Dit betekent dat er 64 bits per klokcyclus verwerkt zullen worden. * Als je twee identieke RAM-modules van 4 GB in de eerste twee slots stop, zal je een totale capaciteit hebben van 8 GB, maar zonder dual channel. Drie belangrijke opmerkingen: * Dual channel is geen synoniem voor DDR=''double data rate'' (zie [[Basiskennis informatica/Snelheid#Transfers|basiskennis informatica > snelheid > transfers]])! DDR ed. heeft te maken met hoe men het kloksignaal gebruikt. * De verdubbeling bij bv. dual channel is enkel een theoretische verdubbeling op het geheugendeelsysteem. Het gebruik van dual channel betekent dus zeker geen verdubbeling van de snelheid van het volledige systeem! Als een bakker een machine aanschaft die dubbel zo snel kan kneden, zal het brood niet dubbel zo snel klaar zijn, omdat o.a. de oven nog dezelfde is. * Dit is een technologie die geïmplementeerd wordt op het moederbord, waarbij dus de techniek van geheugenmodules hetzelfde blijft, of ze nu werken in single channel of in multi channel modus. Bij triple en quad-channel archituren is het verhaal gelijklopend. In de handleiding van het moederbord vind je vaak de aangeraden (''recommended'') manier terug om de modules te installeren, zodat je de best mogelijke prestaties haalt. ==== Bouwvorm ==== De geheugenmodules zijn DIMM-modules (''dual in-line memory modules''): de naam verwijst naar het feit dat er aan beide zijden aansluitpunten zijn. Voor laptops is er SO-DIMM, een kleiner alternatief (''small outline''). ==== Timings ==== Bij de specificaties vind je vaak timings terug, bv. CL15 15-15-29. Ter info geven we mee wat deze concreet betekenen: * CAS Latency (CL) 15 * RAS-to-CAS-Delay (tRCD) 15 * RAS-Precharge-Time (tRP) 15 * Row-Active-Time (tRAS) 29 Het belangrijkste is dat je weet deze deze het aantal kloktikken illustreren i.v.m. vertragingen (latencies) die de snelheid van het RAM-geheugen bepalen. Hoe lager deze waarden, hoe beter de prestatie. Zo zit er een zekere tijd tussen het zenden van het kolomadres en het ontvangen van de data (bepaald door de CAS latency). Precharge heeft dan weer te maken met het refresh-circuit. Bij sommige geheugenmodules kan je deze timings lager zetten en daarmee het geheugen overklokken. Daardoor kan het wel zijn dat je systeem minder stabiel wordt! ==== ECC ==== ECC-geheugen (Error-correcting code memory) is een type RAM die de meeste bitfouten kan ontdekken en corrigeren om zo ''internal data corruption'' tegen te gaan. ECC-geheugenchips worden speciaal gemaakt voor wetenschappelijke of financiële computers: daar wil je zeker niet dat je iets opslaat in het RAM-geheugen, om dan iets anders terug te lezen. Bij consumentencomputers vind je ze meestal niet terug. === Aansluiten en testen === [[Bestand:F4-21.jpg|miniatuur]] [[File:Memtest+ fallure.jpg|miniatuur|Memtest]] Het RAM-geheugen kan rechtstreeks geïntegreerd zijn op het moederbord of in een chip, waardoor je deze niet kan vervangen. In het geval van een desktop, server of laptop kan je dit bijna altijd wél doen. Het vraagt wel wat voorbereiding: * De handleiding is een belangrijke bron van informatie. ** Zoek welke types jouw moederbord ondersteunt. Vaak zijn de hoofdversies compatibel met elkaar, maar als je ze samen gebruikt, kan het zijn dat er teruggeklokt wordt naar de traagste. Zo kan je bv. een setup hebben met een DDR3-1600 geheugenmodule en een vrij RAM-slot. Als je het systeem uitbreidt met een DDR3-800 geheugenmodule heb je wel een toegenomen capaciteit, maar kan de snelheid (drastisch) afnemen als je moederbord terugklokt naar de traagste geheugenmodule. DDR2 en DDR3 geheugenmodules zijn onderling niet compatibel. ** Zoek de totale maximumcapaciteit dat het moederbord ondersteunt. Er kan ook een beperking zijn van maximumcapaciteit per RAM-module. ** Controleer in de handleiding waar je welke RAM-modules moet plaatsen op optimaal gebruik te maken van een eventuele multi-channel memory architecture. Vaak kan je afgaan op het kleur, maar lees toch best de handleiding na. Heb je bv. 4 RAM-slots en 4 identieke RAM-modules, dan maakt het uiteraard niet uit. * Onderzoek wat jouw concrete mogelijkheden zijn. ** Als er geen vrije RAM-slots zijn zal je één of meerdere bestaande RAM-modules moet opofferen om extra capaciteit te hebben. Hopelijk kan je deze ergens anders gebruiken of vind je er een tweedehands markt voor. ** Het kan te overwegen zijn om bestaande RAM-modules te vervangen door een compatibele, maar snellere module. Verwacht hier echter geen wonderen van, want de vermelde snelheden zijn altijd theoretisch en bovendien wordt de snelheid ook door andere componenten van het systeem bepaald. ** Compatibele modules kan je in principe door elkaar gebruiken, maar als je de keuze hebt is het beter om hetzelfde type, capaciteit en van dezelfde fabrikant te nemen. * Let goed op bij het aansluiten ** Zorg ervoor dat de (vaak witte of zwarte) vastzetpunten naar buiten gekanteld zijn. ** Bekijk de inkepingen in de RAM-modules en stem dit overeen met de RAM-slots. Lijkt het niet te passen? Dan heb je een RAM-module vast dat zeker niet compatibel is ** Voor het vaszetten van de RAM-module moet je enige druk uitoefenen. Vaak zullen de aansluitpunten vanzelf de RAM-module vaszetten, maar eventueel moet je ze extra vastklikken, om zeker te zijn. Problemen met de pc kunnen soms te wijten zijn aan het RAM-geheugen. Het kan dat dit duidelijk wordt gemaakt door beep-geluiden (verkeerde RAM, slechte RAM,...). Het kan ook subtieler zijn dan dat. Als je pc willekeurig lijkt te crashen, dan kan dat zijn dat een programma in een slecht werkende RAM-chip wordt geladen. Wil je RAM-geheugen testen, dan kan dat met Memtest86+. Doorheen de jaren kan stof of trillingen zorgen dat het contact niet meer zo goed is. Het verwijderen van stof en de modules opnieuw vastzetten kan een probleem oplossen. {{Appendix}} {{Sub}} jti1sdusezoo0cl0q98er3vz3gbn7sg 387940 387938 2024-04-26T04:20:08Z Mattias.Campe 572 /* Soorten */ wikitext text/x-wiki == Doelstellingen == Onderstaande doelstellingen komen in meer of mindere mate aan bod. De <span style="color:lightgrey;">grijze</span> doelstellingen komen hier niet aan bod. Dat zijn bv. praktijkoefeningen die aansluiten bij deze theorie, maar die in dit Wikibook niet behandeld worden. Of bv. theorie die in een ander hoofdstuk wordt behandeld. Uit het leerplan van '''Applicatie- en Databeheer'''<ref>[https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/iii-apda-da Leerplan Informatica- en communicatiewetenschappen B + S - 3de graad - D-finaliteit]</ref>, een deel van leerplandoel 23: * LPD 23: De leerlingen lichten de opbouw en werking van een computersysteem met zijn basiscomponenten en optionele componenten toe. ** <span style="color:lightgrey;">Aansluitingen en connectoren</span> ** <span style="color:lightgrey;">Functie van controller en driver</span> * Lexicon. De basiscomponenten van een computersysteem zijn: <span style="color:lightgrey;">moederbord, processor,</span>intern geheugen (werkgeheugen, cache geheugen, systeemgeheugen, CMOS)<span style="color:lightgrey;">, koeling, voeding, grafische kaart, klok</span>. * <span style="color:lightgrey;">Lexicon. De optionele componenten van een computersysteem zijn hardwarecomponenten die dienen voor invoer, uitvoer of opslag</span> * <span style="color:lightgrey;">Wenk. Enkel de gangbare actuele basiscomponenten en optionele componenten van een computersysteem worden besproken. Je kan ook sensoren als mogelijk invoerapparaat voor een smartphone behandelen.</span> Uit het leerplan Toegepaste Informatica van de richting '''Informaticabeheer'''<ref>Meer informatie op [https://ond.vvkso-ict.com/vvksomainnieuw/leerplanpubliek.asp?NR=2015/003 leerplan D/2015/7841/003]</ref>: * 1.2.5 De soorten intern geheugen toelichten, onder meer cachegeheugen, werkgeheugen. * 1.2.6 De basiswerking van het intern geheugen en de geheugenadressering toelichten. * 1.2.7 Het onderscheid tussen (intern) geheugen en permanente gegevensopslag (storage) toelichten. * 1.4.3 Actuele types intern geheugen toelichten in functie van hun gebruik. * ''1.4.6 Aan de hand van technische specificaties diverse uitvoeringen van optionele componenten vergelijken.'' == Soorten == Het interne geheugen is een aanduiding voor computergeheugen dat zich op het moederbord bevindt. Traditioneel wordt er voor het interne geheugen een onderscheid gemaakt tussen: * '''ROM'''-geheugen, bv. BIOS-ROM (voor het bewaren van de startprocedures). * '''RAM'''-geheugen, toegepast bij bv.: ** het hoofd-, of werkgeheugen; ** cachegeheugen van een processor; ** cachegeheugen van een opslagmedium; ** de CMOS-RAM (voor het bewaren van de BIOS-instellingen). Het '''systeemgeheugen''' is het geheugen dat het besturingssysteem ter beschikking heeft en fungeert op verschillende niveaus in de geheugenhiërarchie. === ROM === ROM is een type van een niet-vluchtig (''non-volatile'') geheugen. Strikt gezien staat ROM voor ''read-only memory'', maar zoals je merkt aan onderstaande evolutie van ROM is het ‘alleen lezen’ niet altijd meer van toepassing. * '''MROM''' (Mask ROM) wordt in de chipfabriek van de nodige gegevens voorzien en kan daarna niet meer gewijzigd worden. Dus héél moeilijk te hacken, maar kan dus ook geen updates krijgen (bv. omwille van stabiliteit of veiligheid). * '''EPROM''' (Erasable Programmable ROM) kan gewist worden met ultraviolet licht, om daarna nieuwe inhoud te voorzien. In de begindagen van BIOS werd deze manier gebruikt voor de BIOS-ROM. * '''EEPROM''' (Electrically Erasable PROM) kan (delen van) dit geheugen via een elektrische spanning wissen en opnieuw van inhoud voorzien. Dit gaat dus al een stuk gemakkelijker in vgl. met EPROM (zowel voor updates ed., maar helaas ook voor eventuele hackers). Als toepassingen heb je de BIOS EEPROM of het EEPROM geheugen van de Arduino. Het flashgeheugen werkt ook op basis van deze EEPROM-techniek. <gallery> 16Mbit EPROM ST Microelectronics M27C160 (1).jpg|EPROM EEPROM 93C46 DSC00570 wp.jpg|EEPROM Elitegroup 761GX-M754 - AMIBIOS (American Megatrends) in a Winbond W39V040APZ-5491.jpg|AMIBIOS 68HC05J.jpg|ROM </gallery> === RAM === RAM-geheugen (ook bekend als ''het geheugen'', ''hoofdgeheugen'' of ''werkgeheugen'') is ''random-access memory''. Dit wijst op het feit dat de data, zowel lezen als schrijven, in ongeveer dezelfde tijd kan gebeuren, onafhankelijk van de fysieke plaats waar de data staat.<ref>Een veel uitgebreidere uitleg staat in het artikel '[http://computer.howstuffworks.com/ram.htm How RAM Works]'.</ref> Het gaat hier om vluchtig (''volatile'') geheugen: als de spanning wegvalt, wordt de data “vergeten”. Dat is een duidelijk nadeel, maar het voordeel is dat het een heel snelle geheugenvorm is. Het kan dat het RAM-geheugen te vervangen is of uit te breiden valt (bv. met RAM-latjes of RAM-modules bij desktops, laptops en servers) of dat het vast geïntegreerd is met het systeem (smartphones, videokaart, Raspberry Pi, Arduino, cachegeheugen CPU,...). <gallery> RAM n.jpg|Verschillende RAM NanoAmp Solutions N5SV16M16BS-6K on mainboard of Surf@home II-8339.jpg|RAM-chip DRAM.svg|Logische organisatie van een DRAM-chip Square_array_of_mosfet_cells_read.png|Fysische organisatie van een DRAM-chip </gallery> Bij sommige systemen zijn er enkele gigabytes ter beschikking (bij de meeste dekstops, laptops en smartphones) en hoef je je geen zorgen te maken om apps te sluiten. Het RAM-geheugen verbruikt vaak sowieso energie en als een applicatie die niet gesloten is terug wordt geopend, dan moet deze vaak van een trager opslagmedium komen (wat energie en tijd kost). Slimme besturingssystemen zullen de software in de achtergrond laten draaien, zelfs als de eindgebruiker deze heeft gesloten. Bij andere toepassingen heeft een afweging in kostprijs, grootte en/of verbruik ervoor gezorgd dat er een stuk minder RAM-geheugen aanwezig is (bv. Raspberry Pi, Arduino). De keuze van besturingssysteem en software wordt dan belangrijk. Ook in gebruik moet men rekening houden om ongebruikte programma's sneller te sluiten.<ref>Zie bv. het uitgebreide artikel '[https://learn.adafruit.com/memories-of-an-arduino/you-know-you-have-a-memory-problem-when-dot-dot-dot Memories of an Arduino]' die de verschillende geheugenvormen van Arduino bespreekt.</ref> Er zijn verschillende types van RAM-geheugen, zoals T-RAM, Z-RAM, MRAM<ref>Zie bv. het Tweakers.net-artikel '[https://tweakers.net/nieuws/92797/meer-dan-20-techbedrijven-richten-zich-gezamenlijk-op-mram-ontwikkeling.html Meer dan 20 techbedrijven richten zich gezamenlijk op mram-ontwikkeling]' uit 2013 dat het heeft over meer dan 20 techbedrijven die zich richten op MRAM-ontwikkeling.</ref>, NVRAM,… Wij beperken ons tot de twee bekendste: DRAM en SRAM: * '''Dynamic RAM''' is de eenvoudigste constructie: ze vereist een veel kleinere oppervlakte dan SRAM en is dus goedkoper in productie. DRAM kan slechts enkele milliseconden zijn informatie behouden. Het gevolg hiervan is dat vele malen per seconde een refresh moet gebeuren. DRAM wordt gebruikt voor het werkgeheugen. Verder wordt SDRAM besproken. * '''Static RAM''' is complexer in opbouw t.o.v. DRAM: ze vereist een grotere oppervlakte en is duurder in productie. SRAM hoeft geen refresh en is bovendien sneller dan DRAM. SRAM wordt gebruikt voor het (duurdere) cachegeheugen. Dit cachegeheugen bevindt zich (fysisch) zeer dicht bij de CPU. Daar het vaak op dezelfde chip als de CPU zit, is het al besproken bij het hoofdstuk van de processor. Ook de GPU heeft nood aan (video)geheugen: * Bij '''shared graphics memory''' heeft de grafische chip geen eigen geheugen, maar wordt het hoofdgeheugen gebruikt, dat dan moet gedeeld worden met de CPU en andere componenten. * Bij '''dedicated memory''' heeft de GPU eigen grafisch geheugen op de chip kan dit uitgevoerd zijn met DDR, VRAM, WRAM, MDRAM, gDDR2-gDDR5,… Merk op dat DDR en gDDR twee verschillende technieken zijn! Dit geheugen is bijna altijd vast geïntegreerd op de videokaart. === Systeemgeheugen === Als je een rekenbladprogramma opent, dan staat dit op je opslagmedium (bv. SSD of HDD). Dit bewaart het programma blijvend (''permanent''): ook als je computer uit staat, staat dat programma op jouw opslagmedium. Om er ook iets mee te kunnen doen, moet het programma geladen worden, zodat het kan uitgevoerd worden door de processor. Het probleem is dat een opslagmedium véél trager is dan de processor, waardoor de processor vooral zou moeten wachten. Vandaar wordt een programma niet rechtstreeks uitgevoerd vanaf het opslagmedium, maar eerst gekopieerd naar het '''werkgeheugen'''. Deze wordt vaak ook aangegeven als ''intern geheugen'' of ''RAM''. Het voordeel is dat deze een pak sneller is dan de gewone opslag. Nadelen zijn dat deze duurder is en de inhoud verliezen van zodra de spanning wegvalt. Dat werkgeheugen is sneller dan de gewone opslag, maar helaas nog steeds trager dan de processor. Vaak wordt tussen het werkgeheugen en de processor nóg sneller geheugen gebruikt: het '''cachegeheugen'''. Dit is vaak nog duurder en daardoor vaak relatief klein, maar kan wel een snelheidsvoordeel opleveren. Dit is al besproken als component bij de processor. Het rekenbladprogramma zelf zal dus geheugen innemen: het '''programmageheugen'''. Maar ook het rekenbladbestand wordt geladen vanaf het opslagmedium naar hetzelfde werkgeheugen. Om het verschil duidelijk te maken wordt hier gesproken over het '''datageheugen'''. Als je wijzigingen aanbrengt aan het rekenbladbestand, dan wordt dit onmiddellijk aangepast in het werkgeheugen (meer specifiek het datageheugen), maar niet noodzakelijk in het opslagmedium. Als automatisch opslaan uitstaat zal je jouw aanpassingen verliezen bij een crash of bij energieverlies. Soms blijkt het werkgeheugen te klein te zijn en dan is er nood aan virtueel geheugen. Dit wordt besproken bij de [[Besturingssystemen#De_geheugenbeheerder|geheugenbeheerder]] als onderdeel van de functie van een besturingssysteem. === Verwarring === Mogelijke verwarring: * ROM staat strikt gezien voor ''Read Only Memory'', maar zoals je eerder kon lezen zijn sommige vormen van ROM tóch te herschrijven. Bv. BIOS EEPROM of het EEPROM geheugen van de Arduino. * Geheugen (''memory'') en opslag (''storage'') worden soms onterecht door elkaar gebruikt. Het eerste bewaart de data echter vaak tijdelijk, terwijl de tweede dat permanent doet. Denk bij het tweede bv. aan een HDD, SSD of SD-kaartje (meer info bij [[Computersystemen/Opslagmedia|opslagmedia]]). * De term ''intern geheugen'' wordt vaak gebruikt, maar het is niet altijd duidelijk wat er precies wordt bedoeld. Meestal slaat het op 'intern in de computerbehuizing', waardoor het of werkgeheugen (RAM) of cachegeheugen kan zijn. Meestal bedoelt men echter met ''intern geheugen'' het RAM-geheugen. * In het voorbeeld wordt een geladen rekenbladbestand als voorbeeld van datageheugen. Merk op dat het niet altijd afkomstig moet zijn van een bestand. Bv. een programma dat als invoer de straal van een cirkel aan de eindgebruiker vraagt en als uitvoer de oppervlakte berekent. De effectieve straal en de oppervlakte zijn dan onderdeel van het datageheugen. == SDRAM == SDRAM (''Synchronous DRAM'') gaat van DDR SDRAM tot DDR4 SDRAM. In opeenvolgende versies zorgt men niet alleen voor geheugenmodules met grotere capaciteit en hogere snelheid, maar ook het energieverbruik krijgt meer aandacht. === Werking === [[Bestand:DRAM.svg|miniatuur|Logische organisatie van een DRAM-chip]] Uit het hoofdstuk van computerbussen weten we al hoe het gegevenstransport tussen het geheugen en de CPU gebeurt. Maar hoe werkt dit binnenin het RAM-geheugen? Hardwarematig bestaan de geheugencellen van de DRAM-chip uit miniscule transistoren die door een bepaalde lading vast te houden informatie kunnen bewaren. Bekijken we het op een logische manier, dan kunnen we dit geheugen bekijken als een geordende tabel met rijen en kolommen. In ieder knooppunt van een rij en een kolom kan 1 informatiebit bewaard worden (0 of 1). Als meerdere bits worden uitgelezen spreekt met over 'woorden'. Het lezen van een bit gaat ongeveer als volgt te werk. # Via de RW-lijn wordt aangegeven dat er zal worden gelezen (''read'') i.p.v. geschreven (''write''). # De helft van het adres wordt op de adresingangen (A) gezet. De RAS-lijn (Row Address Strobe) wordt geactiveerd. De rijadresdecoder (groen, verticaal) decodeert het adres en selecteert een rij uit de matrix (blauw) van geheugenelementen. Deze rij wordt gekopieerd naar de buffer (rood). # De andere helft van het adres op de adresingangen gezet en de CAS-lijn (Column Address Strobe) geactiveerd. De kolomadresdecoder (groen) decodeert het adres. De juiste bit wordt geplaatst op de datalijn. === Specificaties === Specificaties zoals de capaciteit, de spanning waarop de RAM-module werkt (bv. 1,2 volt) of het aantal aansluitpunten hoeft geen verdere uitleg. ==== Snelheid ==== Er zijn heel wat [[w:en:DDR_SDRAM#Generations|DDR-generaties]], waarvan we van enkele hun kenmerken bekijken: {| class="wikitable" |- ! Standaardnaam !! I/O bus clock<br/>(MHz) !! Data rate<br/>(MT/s)!! Modulenaam !! Peak transfer rate<br/>(MB/s) |- | DDR2-667C<br/>DDR2-667D|| 333,33 || 666,67 || PC2-5300 || 5333,33 |- | DDR3-800 || 400 || 800 || PC3-6400 || 6400 |- | DDR3-2133 || 1066,67 || 2133,33 || PC3-17000 || 17066,67 |- | DDR4-2400 || 1200|| 2400|| PC4-19200 || 19200 |} De cijfers zijn niet toevallig. Zo is de ''data rate'' dubbel zo groot als de ''I/O bus clock'', omdat het hier gaat over DDR (zie [[Basiskennis informatica/Snelheid#Transfers|basiskennis informatica > snelheid > transfers]]). Als je de data rate vermenigvuldigt met 64 bit (want de bus is zo breed) en deelt door 8 (8 bits is 1 byte), dan bekom je de ''peak transfer rate''. Je merkt dat in de standaardnaam de data rate vermeld is en de peak transfer rate in de modulenaam. data rate = 2 * (IO bus clock) peak transfer rate = data rate * (64/8) ==== Multi-channel memory architecture<ref>Bron: Hardware Secrets, met [http://www.hardwaresecrets.com/everything-you-need-to-know-about-the-dual-triple-and-quad-channel-memory-architectures Everything You Need to Know About the Dual-, Triple-, and Quad-Channel Memory Architectures]. Het Tweakers.net-artikel [https://tweakers.net/reviews/7054/laptopgeheugen-het-verschil-tussen-single-en-dualchannel.html Laptopgeheugen: Het verschil tussen single- en dualchannel] is ook interessant </ref> ==== [[Bestand:Dual-channel DDR memory use 6026.JPG|miniatuur]] Wat betekent precies ''dual'', ''triple'' of ''quadchannel'' geheugen? We weten al dat de communicatie tussen geheugen en processor gebeurt via de databus. Standaard is die bus 64 bit breed, wat betekent dat er 64 “draden” zijn. In de geschiedenis van de computer bleef de processorsnelheid maar toenemen, waarbij de geheugentechnologie dit niet kon bijbenen. Vandaar heeft men ''dual channel'' bedacht: de technologie van de geheugenmodules bleef quasi hetzelfde, maar het aantal “draden” werd verdubbeld. Hierdoor verdubbelt ook de beschikbare bandbreedte. De bus wordt dan 128 bits breed. Het verhaal stopt hier niet, daar de geheugenmodules nog steeds 64 bit hardware blijft. Willen we dus kunnen gebruikmaken van deze dubbele bandbreedte, dan moeten we twee identieke geheugenmodules gebruiken. Hoe kan je deze techniek beschikbaar maken, bv. bij een moederbord met dual channel en 4 RAM slots: * Het moederbord moet dual channel ondersteunen (meer specifiek de geheugencontroller van het moederbord). * Je moet twee of vier geheugenmodules hebben. Per paar moeten ze identiek (type en capaciteit) zijn aan elkaar. * Het paar kan je niet willekeurig installeren: je moet de handleiding nalezen hoe je ze moet installeren. Heel vaak wordt dit met kleuren aangegeven. Bij het voorbeeld uit de afbeelding: * Vier identieke RAM-modules van elk 2 GB kan je om het even waar installeren. * Bij twee identieke RAM-modules van 2 GB en twee identieke van 1 GB, zullen deze van 2 GB in het eerste en derde slot moeten en de andere in de overige slots. * Eén module van 8 GB zal een even grote capaciteit hebben als in het eerste voorbeeld, maar deze setup zal zonder dual channel werken. Dit betekent dat er 64 bits per klokcyclus verwerkt zullen worden. * Als je twee identieke RAM-modules van 4 GB in de eerste twee slots stop, zal je een totale capaciteit hebben van 8 GB, maar zonder dual channel. Drie belangrijke opmerkingen: * Dual channel is geen synoniem voor DDR=''double data rate'' (zie [[Basiskennis informatica/Snelheid#Transfers|basiskennis informatica > snelheid > transfers]])! DDR ed. heeft te maken met hoe men het kloksignaal gebruikt. * De verdubbeling bij bv. dual channel is enkel een theoretische verdubbeling op het geheugendeelsysteem. Het gebruik van dual channel betekent dus zeker geen verdubbeling van de snelheid van het volledige systeem! Als een bakker een machine aanschaft die dubbel zo snel kan kneden, zal het brood niet dubbel zo snel klaar zijn, omdat o.a. de oven nog dezelfde is. * Dit is een technologie die geïmplementeerd wordt op het moederbord, waarbij dus de techniek van geheugenmodules hetzelfde blijft, of ze nu werken in single channel of in multi channel modus. Bij triple en quad-channel archituren is het verhaal gelijklopend. In de handleiding van het moederbord vind je vaak de aangeraden (''recommended'') manier terug om de modules te installeren, zodat je de best mogelijke prestaties haalt. ==== Bouwvorm ==== De geheugenmodules zijn DIMM-modules (''dual in-line memory modules''): de naam verwijst naar het feit dat er aan beide zijden aansluitpunten zijn. Voor laptops is er SO-DIMM, een kleiner alternatief (''small outline''). ==== Timings ==== Bij de specificaties vind je vaak timings terug, bv. CL15 15-15-29. Ter info geven we mee wat deze concreet betekenen: * CAS Latency (CL) 15 * RAS-to-CAS-Delay (tRCD) 15 * RAS-Precharge-Time (tRP) 15 * Row-Active-Time (tRAS) 29 Het belangrijkste is dat je weet deze deze het aantal kloktikken illustreren i.v.m. vertragingen (latencies) die de snelheid van het RAM-geheugen bepalen. Hoe lager deze waarden, hoe beter de prestatie. Zo zit er een zekere tijd tussen het zenden van het kolomadres en het ontvangen van de data (bepaald door de CAS latency). Precharge heeft dan weer te maken met het refresh-circuit. Bij sommige geheugenmodules kan je deze timings lager zetten en daarmee het geheugen overklokken. Daardoor kan het wel zijn dat je systeem minder stabiel wordt! ==== ECC ==== ECC-geheugen (Error-correcting code memory) is een type RAM die de meeste bitfouten kan ontdekken en corrigeren om zo ''internal data corruption'' tegen te gaan. ECC-geheugenchips worden speciaal gemaakt voor wetenschappelijke of financiële computers: daar wil je zeker niet dat je iets opslaat in het RAM-geheugen, om dan iets anders terug te lezen. Bij consumentencomputers vind je ze meestal niet terug. === Aansluiten en testen === [[Bestand:F4-21.jpg|miniatuur]] [[File:Memtest+ fallure.jpg|miniatuur|Memtest]] Het RAM-geheugen kan rechtstreeks geïntegreerd zijn op het moederbord of in een chip, waardoor je deze niet kan vervangen. In het geval van een desktop, server of laptop kan je dit bijna altijd wél doen. Het vraagt wel wat voorbereiding: * De handleiding is een belangrijke bron van informatie. ** Zoek welke types jouw moederbord ondersteunt. Vaak zijn de hoofdversies compatibel met elkaar, maar als je ze samen gebruikt, kan het zijn dat er teruggeklokt wordt naar de traagste. Zo kan je bv. een setup hebben met een DDR3-1600 geheugenmodule en een vrij RAM-slot. Als je het systeem uitbreidt met een DDR3-800 geheugenmodule heb je wel een toegenomen capaciteit, maar kan de snelheid (drastisch) afnemen als je moederbord terugklokt naar de traagste geheugenmodule. DDR2 en DDR3 geheugenmodules zijn onderling niet compatibel. ** Zoek de totale maximumcapaciteit dat het moederbord ondersteunt. Er kan ook een beperking zijn van maximumcapaciteit per RAM-module. ** Controleer in de handleiding waar je welke RAM-modules moet plaatsen op optimaal gebruik te maken van een eventuele multi-channel memory architecture. Vaak kan je afgaan op het kleur, maar lees toch best de handleiding na. Heb je bv. 4 RAM-slots en 4 identieke RAM-modules, dan maakt het uiteraard niet uit. * Onderzoek wat jouw concrete mogelijkheden zijn. ** Als er geen vrije RAM-slots zijn zal je één of meerdere bestaande RAM-modules moet opofferen om extra capaciteit te hebben. Hopelijk kan je deze ergens anders gebruiken of vind je er een tweedehands markt voor. ** Het kan te overwegen zijn om bestaande RAM-modules te vervangen door een compatibele, maar snellere module. Verwacht hier echter geen wonderen van, want de vermelde snelheden zijn altijd theoretisch en bovendien wordt de snelheid ook door andere componenten van het systeem bepaald. ** Compatibele modules kan je in principe door elkaar gebruiken, maar als je de keuze hebt is het beter om hetzelfde type, capaciteit en van dezelfde fabrikant te nemen. * Let goed op bij het aansluiten ** Zorg ervoor dat de (vaak witte of zwarte) vastzetpunten naar buiten gekanteld zijn. ** Bekijk de inkepingen in de RAM-modules en stem dit overeen met de RAM-slots. Lijkt het niet te passen? Dan heb je een RAM-module vast dat zeker niet compatibel is ** Voor het vaszetten van de RAM-module moet je enige druk uitoefenen. Vaak zullen de aansluitpunten vanzelf de RAM-module vaszetten, maar eventueel moet je ze extra vastklikken, om zeker te zijn. Problemen met de pc kunnen soms te wijten zijn aan het RAM-geheugen. Het kan dat dit duidelijk wordt gemaakt door beep-geluiden (verkeerde RAM, slechte RAM,...). Het kan ook subtieler zijn dan dat. Als je pc willekeurig lijkt te crashen, dan kan dat zijn dat een programma in een slecht werkende RAM-chip wordt geladen. Wil je RAM-geheugen testen, dan kan dat met Memtest86+. Doorheen de jaren kan stof of trillingen zorgen dat het contact niet meer zo goed is. Het verwijderen van stof en de modules opnieuw vastzetten kan een probleem oplossen. {{Appendix}} {{Sub}} dmyo759vz2o9465we7pqsvdai3xybl5 Kemzieks Woordenboek 0 41385 387941 387935 2024-04-26T08:42:04Z 2A02:1810:1C13:D600:C5CA:BA3:6565:81B9 /* KIND */ wikitext text/x-wiki {{Bi}} == Inleiding == ===Ontstaan en opbouw=== Het Kemzieks woordenboek: een nostalgische verzameling woorden, commentaren, reacties en uitdrukkingen die ik hoorde in mijn jeugd, zeg maar de jaren 60 en 70 (tussen haakjes een periode waarin woke niet bestond). Het is in opbouw. Dat betekent dat correcties, nieuwe lemma's en uitzonderingen op de uitspraakregels van harte welkom zijn (via mail: kemzieks.dialect@gmail.com of op de overlegpagina van dit woordenboek). In het woordenboek zijn de lemma's verdeeld over drie groepen: woordenschat, reacties en uitdrukkingen: a) De ‘woordenschat’ is verdeeld in woordsoorten (Werkwoord, Adjectief, Voornaamwoord, Bijwoord) en in een veertigtal arbitraire en niet-exclusieve thema’s (bv. Dier, Groenten en fruit, Snoep, Spel, Vleeswaren). b) In ‘reacties’ staan zinnen die men gebruikt om in het sociale verkeer (de pragmatiek) gevoelens, meningen en gedachten te uiten, om anderen te bevelen, om te reageren op wat anderen zeggen of doen,… c) In ‘uitdrukkingen’ wordt minstens één taalelement figuurlijk gebruikt. Samen met de zoekfunctie 'Doorzoek Wikibooks' moet die verdeling het opzoeken vergemakkelijken en de lezer aansporen om zelf naar woorden te zoeken die nog niet in dit woordenboek zijn opgenomen. De lemma's zijn alfabetisch geordend (apart binnen een groep, woordsoort of thema). ===Situering=== ==== Dialect van het Waasland==== Kemzieks heeft unieke woorden, maar veel meer deelt het de woordenschat met andere dialecten uit het Waasland (zoals het dialect van Sinaai, https://www.sinaaileeft.be/heemkring-den-dissel/#2018, of van Sint-Niklaas, https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Sint-Niklaas) en zelfs daarbuiten (zoals over de grens met Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen, https://oostzeeuwsvlaamsdialect.com). ==== Belgisch-Nederlands==== Het lexicon van het Kemzieks behoort vaak tot het "algemeen Vlaams", door Van Dale "Belgisch-Nederlands" of "gewestelijk" genoemd (zie ook: https://www.vlaamswoordenboek.be), bv. vuilblik, draperie, kozijn en muit, in het Kemzieks respectievelijk 'vul.blik, dra.pə.'rie, 'koz.zən en muit. ====Tussentaal==== Kemzieks (zoals ik het leerde kennen en gebruiken) heeft alle kenmerken van wat “de tussentaal” wordt genoemd. We beseffen dat de term "tussentaal" een negatieve connotatie heeft, maar de term is nu eenmaal ingeburgerd om de transitie van dialect naar AN te benoemen. Voor een overzicht van de kenmerken van de tussentaal in Vlaanderen, zie: https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/508/354/RUG01-002508354_2018_0001_AC.pdf (Vergeet niet dat ook Nederlanders een tussentaal hanteren, met kenmerken die soms afwijken van de tussentaal in Vlaanderen, zoals het gebruik van 'hun' als subject, bv. hun hebben dat niet geweten.) =====I. Fonologie===== * 1. Procope van de h-. De h aan het begin van een woord wordt niet aangeblazen en valt weg, bv. das eel goe (dat is heel goed), ond (hond), em (hemd), uiln (huilen). * 2. Procope van de eerste klinker of de eerste lettergreep, bv. kmag nor uis (ik mag naar huis), tuur.lək kom.mək! (natuurlijk kom ik!). * 3. Apocope. De eindmedeklinker of de eindlettergreep in korte woorden valt weg, bv. kem da nie gə.doun (ik heb dat niet gedaan). * 4. Syncope. De medeklinker of lettergreep in het midden van een woord valt weg, bv. das am.məl gə.loo.gən (dat is allemaal gelogen). * 5. Apocope van toonloze e op het einde van een woord. De toonloze e valt weg als het volgende woord met een klinker begint of met een h-procope, bv. zis (ze is), zee.'don.gər (ze heeft honger). * 6. Progressieve assimilatie. Als een woord begint met een d- én volgt op een woord dat eindigt op een -t, dan wordt die d- ook als t- uitgesproken, bv. i zit mit tə poe.pərs (hij heeft schrik – “hij zit met de poepers”), da.'doe.nə.kik nie (dat doe ik niet). * 7. Apocope van de eind-d. Werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, verliezen de eind-d, bv. kvin da nie (ik vind dat niet), win da nie op! (wind je niet op!). * 8. De svarabhaktivocaal. Toevoeging van een klinker, meestal de doffe e, in lettergrepen die eindigen op twee medeklinkers waarvan de eerste de l of de r is én de tweede geen t- of s-klank is, bv. mel.lək, wɛ̃.rək (werk), vol.lək. * 9. De auslaut van de eind-t. Als een woord begint met een klinker én volgt op een woord dat eindigt met een -t, dan wordt die -t als -d uitgesproken, bv. wa.dist? (wat is er?). * 10. Onomasiologie, met name de vervanging van ‘er’ en ‘daar’ door ‘dər’ of ‘dər-', bv. der is wa gə.beurd, kem em dər.straks nog gə.zien (ik heb hem daarstraks nog gezien), dər.veur zin.nək nie gə.kom.mən (daarvoor ben ik niet gekomen). * 11. De intervocale d wordt vervangen. Als een d tussen twee klinkers staat, dan wordt die -d- vervangen door een j of een w, bv. das ou.wən brol (dat zijn oude spullen), rij.jə wi nor uis? (rijden we naar huis?). =====II. Morfologie===== * 12. Verbuiging van de onbepaalde lidwoorden. Voor wie Kemzieks praat is het in principe een koud kunstje om te weten of een nomen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is: als je voor het nomen ‘nə’ of ‘nən’ kan plaatsen, dan is het mannelijk, in het geval van ‘ən’ is het vrouwelijk en in het geval van ‘ə’ is het onzijdig. * a) Als een mannelijk nomen begint met een klinker, een t, d, h of b, dan zegt men ‘nən’, in de andere gevallen zegt men ‘nə’, bv. nən ap.pəl, nən braar (een brouwer), nə man (een man). * b) Een onzijdig nomen krijgt als onbepaald lidwoord enkel een ə als het niet begint met een h of een klinker, bv. ə keend (een kind), maar ən uis (een huis). * 13. De verbuiging van functiewoorden (bv. voornaamwoorden en telwoorden) gebeurt zoals de verbuiging van onbepaalde lidwoorden, bv. min.nən ot.too (mijn au.to, want auto is mannelijk en begint met een klinker), min.nə koz.zən (mijn neef, want neef is mannelijk en begint met een n), min vraa (mijn vrouw, want vrouw is vrouwelijk), mi keend (mijn kind, want kind is onzijdig), dən twjie.dən elft (de tweede helft). Ook adjectieven worden vaak op dezelfde manier verbogen, bv. nə schjuu.nən ot.too (een mooie auto, want auto is mannelijk en begint met een klinker). * 14. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘jij’ of ‘je’ door ‘gij’ of ‘ge’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘gi’). Vervanging van het bezittelijk voornaamwoord ‘je’ of ‘jouw’ door ‘uw’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘aa’, ‘aa.nə’ of ‘aa.nən’). * 15. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ door ‘i’, maar enkel in bevestigende of vragende zinnen, niet in uitroepende zinnen waarin de nadruk op het onderwerp ligt, bv. i komt (hij komt), kom.ti? (komt hij?), maar: ij ee.ta gə.doun! (hij heeft dat gedaan!). * 16. De verkleinvorm -kə(n) (of: -skə; -əkə) in plaats van -jə, bv. to.fəl.kə, koek.skə, bal.lə.kə. * 17. Cliticum. Persoonlijke voornaamwoorden vormen vaak een geheel met het voorgaande woord, meestal een werkwoord, en worden samen uitgesproken. Je hoort dan een -de of een -te na het werkwoord, bv. moog.də.gi da wel? (mag je dat wel?), wa heb.də zo.al? (wat heb je zoal?), wa moet.tə kom.mən doen? (wat moet je komen doen?). * 18. Wijziging van de meervoudsvorm van -s naar -n, en omgekeerd, bv. eieren wordt 'ɛ̃.rən maar ook 'ei.jərs, zonen wordt zeuns, draperieën wordt dra.pə.'ries. * 19. Wijziging van de werkwoordsvorm. * a) In de eerste persoon enkelvoud wordt vaak een -n toegevoegd, bv. wa ston.nək ier nog tə doen? (wat sta ik hier nog te doen?), wa.toen.nək naa!? (wat doe ik nu!?). * b) In de gebiedende wijs wordt vaak een -t toegevoegd, bv. zegt ət na mor! (zeg het nu maar!). * c) De persoonsvorm van het werkwoord ‘zijn’ wordt gewijzigd, zowel deze van de eerste als van de tweede persoon enkelvoud, bv. gə zit.tər (je bent er), gə zi schou (jij bent bang), kzin in dən hof ount spetn (ik ben in de tuin aan het spitten). =====III. Lexicon===== * 20. Woorden maar vooral uitdrukkingen uit het AN krijgen in tussentaal een alternatief, bv. kzin al veel gə.’bee.tərd (ik ben aan de beterhand), nən ‘et.tə.kop (een koppig persoon), tis om.mo kas op tə fretn (ik erger me daar erg aan maar ik kan er niets aan veranderen). * 21. Wijziging van het aanwijzend voornaamwoord ‘zulke’ in ‘zo’n’ (in het Kemzieks is dat zjuun) wanneer men het meervoud hanteert, bv. zjuun schjuu.nə ‘kaa.sən (zulke mooie kousen). * 22. Tussenwerpsels. Die hebben in principe geen betekenis in de zin, maar drukken vaak een emotionele appreciatie van de spreker uit, bv. al.li, wa stod.də dər na te doen!? (wat sta je daar te doen… dat verbaast me of dat ergert me), der was wijn, bier, kur.tən drank en.al (er was wijn, bier, sterkedrank… er was van alles, maar vraag me niet in detail wat precies). * 23. Archaïsmen. Plechtig klinkende, maar ouderwetse woorden, bv. desalniettemin (toch), gjɛ̃.rə (“gaarne”) (graag), vər.niet (gratis), mi ət spoor (per trein), in.dien (als), bee.zən (“bezigen”) (gebruiken), kriek ət nie (ik ruik het niet). * 24. Purismen. Een poging om schijnbaar vreemde woorden te vernederlandsen, bv. duimspijkər (punaise), droog.zwier.dər (centrifuge). =====IV. Syntaxis===== * 25. Redundantie. Men voegt aan het begin van een bijzin ‘dat’ toe, na een vraagwoord of een voornaamwoordelijk bijwoord, bv. kwil wel is zien of dat i vər.mou.gərd is (ik wil wel eens zien of hij vermagerd is), tjie.nəg.stə waar dak min.nə kop oo.vər breek (het enige waar ik me zorgen over maak…). * 26. Subjectduplicatie. Zowel de zwakke als de sterke vorm van het onderwerp komt voor in een zin, waarbij de sterke vorm soms wordt weggelaten, bv. da dur.vək ik nie (dat durf ik niet), pɛ̃s.də gi da? (denk je dat?). * 27. Toevoeging van het hulpwerkwoord gaan in de toekomende tijd, bv. kzal straks gon kookn (ik zal straks koken), kzal da mɛ̃.rən wel gon mwjaan (ik zal dat morgen wel maaien). * 28. Inkorting van het voegwoord zodat tot ‘dat’, bv. gə.brukt mor ə kom.pas, da gə nie vər.loo.rən ljuupt (gebruik maar een kompas zodat je niet verdwaalt). * 29. Voornamen van mannen worden vaak voorafgegaan door ‘de’, bv. de Guust komt. Vrouwelijke voornamen krijgen geen ‘de’, wel vaak ‘oonz’ (ons), bv. der is zə zi, oonz Mar.ja! (daar zie, daar heb je Maria!) * 30. De vervanging van hoeven door ‘moeten’ in negatieve zinnen, bv. gə moet.ta nie doen (je hoeft dat niet te doen). * 31. De vervanging van mochten door ‘moeten’ in hypothetische zinnen, bv. moest.ək rijk zin, kging nie.mjier wɛ̃.rə.kən (Mocht ik rijk zijn, ik ging niet meer werken, of, als ik rijk was, ging ik niet meer werken). * 32. Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep. In AN is de regel: alle niet-vervoegde werkwoorden op het einde van de zin mogen niet worden doorbroken door een deelwoord of een ander woord dan een werkwoord. In tussentaal geldt die regel niet, bv. zə zou.dən moe.tən gə.pro.beerd heb.bən hem te helpen (ze zouden moeten hebben geprobeerd hem te helpen), i zal nie kun.nən met də kɛ̃r vər.trekn (hij zal niet met de kar kunnen vertrekken). * 33. Adjectieven verliezen de eind-s na het gebruik van iets, veel of niets, bv. das iet spee.sjaal (dat is iets speciaals), gi et veel goed gə.doun (je hebt veel goeds gedaan). * 34. Redundant gebruik van ‘geworden’ en ‘geweest’ in passieve zinnen, bv. i is deur zin.nə koz.zən gə.roe.pən gə.wist (hij is door zijn neef geroepen), i is deur de mjies.tər vər.plotst gə.wor.rə (hij is door de leraar verplaatst). * 35. Het gebruik van 'als' als bijwoord van tijd in plaats van ‘toen’, bv. "Als ik hem nog eens bekeek, ..." * 36. De betrekkelijke voornaamwoorden ‘die’ en ‘dat’ stemmen niet overeen met het grammaticale geslacht van hun naamwoorden (De regel is: 'die' heeft betrekking op de-woorden en het meervoud, 'dat' heeft enkel betrekking op het-woorden), bv. die gast da goe kan shotn (die kerel die goed kan voetballen). ====Frans==== De invloed van het Frans is bovendien overduidelijk: tal van woorden zijn letterlijk uit het Frans overgenomen, bv. ən boe.'jot (een warmwaterkruik) of zijn aangepast aan de Kemziekse uitspraakregels, bv. nə koun.trə.’fjuur (een contrefort), nə soe.’tjen (een beha), nə paz.zə.’viet (een roerzeef), nə kas.’trol (een kookpot). == Uitspraakregels == Los van de regels uit de tussentaal heeft het Kemzieks enkele opvallende klankwisselingen. Die verschillen zelfs van deze van naburige dialecten, zoals het Stekens. Daarom eerst een introductie op de uitspraakregels. === De fonetische notatie in dit woordenboek === Dialect is niet bedoeld om geschreven te worden. Toch proberen we de uitspraak in het schrift te vatten, zonder exact fonetisch schrift omdat de lezing dan wordt bemoeilijkt voor wie niet vertrouwd is met fonetisch schrift. (Een voorbeeld van Kemzieks dialect in exact fonetisch schrift: https://www.dialectzinnen.ugent.be/wp-content/uploads/2016/05/I172_Kemzeke.pdf.) We zoeken een compromis tussen de spelling in het AN en de uitspraak van de woorden en zinnen. Daarbij worden de transscriptieregels beperkt gehouden. - c: als k geschreven als die als een /k/ klinkt; als een s als die als een /s/ klinkt - sch resp. ch blijven sch (een enkele keer sk, bv. ska.pu:.’lier) resp. ch; in woorden van het Frans afgeleid schrijven we ch als sj - d of t aan het einde van een woord: we volgen de spelling in het AN - '''de doffe e''' (of: onbeklemtoonde e; sjwa): we noteren '''een ə''' wanneer in het AN een klinker wordt geschreven die niet klinkt zoals het klinkerteken e, ee, i of ij, maar als de doffe e, bv. in de eerste en de laatste lettergreep van vervelend (vər.’vee.lənd), maar ook in heilig (‘ei.ləg), en in de laatste en voorlaatste lettergreep van zakelijk (‘zaa.kə.lək) - '''de ‘vuile’ ei''': genoteerd '''als de neusklank ɛ̃''' (zoals te horen in het Franse il tient, pain en enfin, dus verschillend van de Franse è in élève), wat in het Kemzieks dan woorden oplevert als als mɛ̃ (mei), bjɛ̃r (beer), pjɛ̃rd (paard), dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei) en zjə.'lɛ̃ (gelei) - een lange klank, ook in een open lettergreep: we noteren steeds een dubbele klinker - h: we noteren geen h, ook al zou je die soms wel enigszins horen - ou en au: allebei als ou geschreven - x: als ks geschreven Bovendien splitsen we de woorden in lettergrepen met een punt (.) Merk hierbij op dat in het Kemzieks korte woorden vaak worden samengetrokken tot één woord en zelfs tot één lettergreep, bv. tis (het is), kem (ik heb), 'doe.ta (doe dat), 'kem.mər (ik heb er), ag.gə (als je). Waar nodig wordt de beklemtoonde lettergreep voorafgegaan door een accent ('). Merk hierbij op dat een lettergreep met een doffe e nooit wordt beklemtoond. In woorden die van het Frans zijn afgeleid wordt in principe de klemtoon gelegd op de laatste lettergreep, op voorwaarde dat die geen doffe e bevat. Vormvarianten en synoniemen worden gescheiden door een kommapunt (;). === Lange en korte klinkers === 1. De belangrijkste klankwissel is die van de /aa/ in de /ou/(au) en omgekeerd, wat betekent dat bv. zaad zoud wordt en, omgekeerd, zout zaat. De /aa/ wordt in principe /ou/, bv. gebraad wordt gə.broud, baan wordt boun, baal wordt boul en kaas wordt kous, zaak wordt zouk, Spaans wordt Spouns (ook: Spons). Maar er zijn uitzonderingen, bv. laag wordt ljieg. 2. Indien de /aa/ gevolgd wordt door een /r/ of /f/, hebben we een geval dat nauwelijks van regels kan worden voorzien. * De regel hierboven is dan soms nog van toepassing, bv. baard wordt bourd, braaf wordt brouf. * Soms krijgen we twee uitspraakmogelijkheden, bv. kaarten wordt 'kour.ten, soms verkort tot 'kor.ten; vaart wordt vourt, soms verkort tot vort. * Soms wordt de /aa/ dan een /oe/, bv. taart wordt toert. * Soms wordt de /aa/ dan een /jɛ̃/, bv. paard wordt pjɛ̃rd, vaars wordt vjɛ̃s, klaar wordt kljɛ̃r, staart wordt stjɛ̃rt, gaaf wordt gjɛ̃f. De ɛ̃ klinkt als de uitroep wanneer men iets smerigs ziet, een 'vuile' ɛ̃ dus, zoals in dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei). Door de voorafgaande j klinkt het geheel voor buitenstaanders dan nog 'vuiler'. We merken op dat de toegevoegde /j/ in het Kemzieks (maar ook in andere dialecten) essentieel is. Het is dan ook verwonderlijk dat slechts een enkel werk die klank systematisch opneemt, als men probeert de uitspraak van een dialect in het schrift te vatten. 3. Indien de /aa/ in een open lettergreep gevolgd wordt door een /d/, hoort men /wjaa/, bv. made wordt mwjaa, lade wordt lwjaa, kade wordt kwjaa. 4. De /ee/ wordt /ie/, bv. been wordt bjien, zeem wordt zjiem, verkeerd wordt vər.'kjierd, zeer wordt zjier, zeel wordt zjiel, mees wordt mjies, geleerd wordt gə.'ljierd, speeksel wordt 'spjiek.səl. Ook in deze gevallen hoor je de voorafgaande /j/. Merk op dat de /ie/, na een klankwisseling met /ee/, iets meer langgerekt is dan de /ie/ in woorden zoals dier of bier. * Maar als de /ee/ gevolgd wordt door een /r/, dan wijzigt de klank in /jɛ̃/, bv. beer wordt bjɛ̃r, peer wordt pjɛ̃r, verteren wordt vər.tjɛ̃rn. * Soms wijzigt de /ee/ gevolgd door /k/ of /l/ in een korte i, bv. preekstoel wordt 'prik.stoel, speeltuin wordt 'spil.tuin en steekt wordt stikt. * En soms blijft de /ee/ gewoon /ee/, bv. keel, meel, 'dee.kən, 'kee.təl. 5. De /ei/ (maar niet de ij!) wordt als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. klein wordt klɛ̃n, trein wordt trɛ̃n, sprei wordt sprɛ̃, maar lijn blijft lijn, fijn blijft fijn, kwijt blijft kwijt en wijs blijft wijs. * Soms wordt de /ei/ een /iej/ (of: /jie/), bv. eik wordt iejk. * Merk op dat in de vergrotende trap de /ei/ een doffe ə wordt, bv. klein wordt klɛ̃n, maar kleiner wordt 'klən.dər. De /ij/ wordt in dat geval een korte i, bv. fijn blijft fijn, maar fijner wordt 'fin.dər. Dat is ook zo in het verkleinwoord, bv. onderlijf blijft 'oon.dər.lijf, maar onderlijfje wordt 'oon.dər.lif.kə, wijfje wordt wif.ke. * In woorden die eindigen op -ij wordt de /ij/ toch ook als ɛ̃ uitgesproken, bv. melkerij wordt mel.kə.'rɛ̃, brouwerij wordt braa.wə.'rɛ̃, koterij wordt koo.tə.'rɛ̃, vrij en blij wordt vrɛ̃ en blɛ̃. * Soms wordt de -ij- een korte i, bv. zijn wordt zin, slijpsteen wordt 'slip.stjien. * Het achtervoegsel -lijk wordt meestal als /-lek/ uitgesproken, maar ook wel als /-lək/. 6. De /ie/ wijzigt niet, bv. bier blijft bier, lief blijft lief en liegen blijft 'lie.gən. * Maar in een open lettergreep wijzigt de /ie/ gevolgd door een -d, in /jie/, zonder -d, bv. wieden wordt wjien en bieden wordt bjien. 7. De /oo/ wordt /uu/, bv. poot wordt pjuut, dood wordt djuud, koord wordt kjuurd, doe voort wordt doe vjuurt, doos wordt djuus, pastoor wordt pas.'tjuur (of pas.tər), hoger wordt 'hjuu.gər, kantoor wordt kan.'tjuur. De /uu/ wordt telkens voorafgegaan door de /j/. * Soms wordt de /oo/ een /eu/, bv. voordeur wordt veur.deur, voordat wordt 'veur.da (let op: een voor op een veld is een vjuur). * Een enkele keer wordt de /oo/ een /oe/, bv. oogst wordt oest. * En soms hoor je geen klankwisseling, bv. woord blijft woord en boter blijft 'boo.tər. 8. De /ou/ (ook als au geschreven) wordt /aa/, bv. koud wordt kaad, zout wordt zaat, kous wordt kaas, dauw wordt daa, grauw wordt graa, brouwer wordt braar, verkouden wordt vər.'kaan, verbouwen wordt vər.'baan. * In de laatste drie voorbeelden is bovendien te horen dat woorden die een doffe e bevatten in de laatste lettergreep, die lettergreep verliezen. Die wordt "opgegeten" (Dat woord wordt zelf opgegeten en klinkt als "op.geetn". De doffe e valt tweemaal weg, alleen de lange ee blijft over.) 9. De /ui/ wijzigt in principe niet, de /eu/ en de /oe/ ook niet, bv. ruin blijft ruin, deur blijft deur en boer blijft boer. 10. De /uu/ wijzigt niet, bv. gebuur blijft gə.’buur en zuur blijft zuur. * Soms wordt de /uu/ als /ie/ uitgesproken, bv. vuur wordt vier, duur wordt dier. 11. In de rubriek Tussentaal werd al vermeld dat de doffe e wegvalt, indien het volgende woord begint met een klinker of een h. Het Kemzieks gaat nog een stap verder. Een doffe e op het einde van een meerlettergrepig woord eindigend op -en is soms nauwelijks hoorbaar, waardoor de voorlaatste medeklinker samen met de eind-n als een combinatie wordt uitgesproken, bv. pə.'tet.tən klinkt meer als pə.'tetn, gə.'val.lən wordt gə.'valn, bə.'spree.kən wordt bə.'spreekn. Hierdoor klinkt de eind-n wat langer, zoiets in de aard van "-neuh". Of de doffe e wordt uitgesproken of niet varieert van persoon tot persoon (een mompelende spreker zal de ə sneller weglaten) en van situatie tot situatie (in een enerverende situatie zal de ə sneller worden weggelaten dan in een rustige situatie). 12. Korte klinkers veranderen meestal niet, bv. pad blijft pad, tas blijft tas, pit blijft pit, pet blijft pet, pot blijft pot, put blijft put, zus blijft zus. Een enkele keer wordt de /u/ wat langer uitgesproken, maar niet zo lang als de lange u, bv. in autobus en bushokje. We noteren in dat geval /u:/ in 'ot.too.bu:s en 'bu:s.kot.sjə. * Toch zijn er ook weer uitzonderingen en wordt de korte klinker een lange klank, bv. gas wordt gaaz en butaangas wordt 'buu.tə.gaaz, film wordt fielm, klink wordt kleenk, dansen wordt 'daan.sən. * De /a/ en /e/, gevolgd door een /r/, worden als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. varken wordt 'vɛ̃r.kən, hart wordt ɛ̃rt, werken wordt 'wɛ̃.rə.kən, weliswaar zonder toegevoegde /j/, zoals in het geval van de lange aa en ee. Hoewel, soms wordt toch weer een /j/ toegevoegd, bv. karnemelk wordt kjɛ̃.rə.melk. * Soms wijzigt de /a/ in /e/, bv. trakteren wordt trek.'tee.rən. * De /o/ gevolgd door een /r/ wordt als /u/ uitgesproken, bv. kort wordt kurt, dorp wordt durp. === Tweeklanken === 13. De /ɔi/ wijzigt in ouj, bv. hoi wordt ouj en cowboy wordt koo.bouj. 14. De /ai/ wijzigt niet en wordt als /aj/ geschreven. 15. De /aai/ wordt een nauwelijks in fonetisch schrift te vatten eindklank /aa/, voorafgegaan door een combinatie die nog het best wordt voorgesteld als een half-ingeslikte w en een j, na de voorgaande medeklinker, bv. maaien wordt mwjaan, zwaaien (maar ook zaaien) wordt zwjaan, kraaien wordt krwjaan, draaimolen wordt 'drwjaa.meu.lən. 16. De /eeu/ wordt /jie/, bv. leeuw wordt ljie en meeuw wordt mjie. 17. De /ieu/ wijzigt niet, behalve: nieuws wordt nu:s en nieuw wordt nu:f. 18. De /oei/ wijzigt niet, bv. bemoeial blijft bə.'moei.al. 19. De /ooi/ wijzigt een enkele keer in /wjoe/, bv. hooi wordt wjoe, savooi wordt sa.'vwjoe, dooien wordt dwjoen, maar meestal in /juu/, bv. gooien wordt gjuun, rooien wordt rjuun, dooien wordt djuun, strooien wordt strjuun, schoon wordt schjuun. * Maar meestal is er geen klankwisseling, bv. mooi blijft mooi. (Misschien had er geen klankwisseling plaats omdat Kemziekənjɛ̃rən nooit "mooi", maar altijd "schjuun" zeggen? Ze zeggen: ‘ən schjuu.nə vraa’, ‘ə schjuun kind’, 'ən schjuu.nə pree' en ‘ne schjuu.nən boek’.) === Medeklinkers === 20. In het Kemzieks, zoals in andere dialecten, komt de weglating van een medeklinker vaak voor (zie rubriek Tussentaal: procope, apocope en syncope), bv. gerst wordt gjest, peinzen wordt peizn, gras wordt gas, hemd wordt em. Maar een enkele keer wordt een medeklinker toegevoegd, bv. kotelet wordt kor.tə.’let. 21. Een bijzonder geval van apocope: woorden eindigend op -w verliezen altijd de eind-w, bv. mouw wordt maa, gauw wordt gaa, een duw wordt nən daa, vrouw wordt vraa, schouw wordt schaa, gebouw wordt gə.’baa, touw wordt taa. 22. Een enkele keer wijzigt een medeklinker, bv. blauw wordt blaat, hebben wordt 'em.mən. 23. Soms wordt een enkelvoudige medeklinker verdubbeld, bv. elektriciteit wordt el.lən.'triek, notaris wordt no.'tor.ries, kamer wordt kom.mər. Maar het omgekeerde gebeurt soms ook: een dubbele medeklinker wordt enkelvoudig uitgesproken (of is nauwelijks hoorbaar), bv. geribbeld wordt gə.re.bəld. 24. Hersyllabisering. Een medeklinker wordt naar de volgende lettergreep verplaatst, bv. ont.er.ven wordt on.'tɛ̃r.vən, hij ziet er goed uit wordt i zie.tər 'goe.duit. 25. De -ng op het einde van een woord wordt als /ng/ uitgesproken, maar nog vaker als /nk/, bv. paling wordt 'pol.link, vertelling wordt vər.'tel.link, ring wordt rink. 26. Na een lange klinker in het Kemzieks klinkt de -s soms eerder als -z, bv. kouz (kaas), gaaz (gas). == Woordsoorten == ===ADJECTIEF=== * Aangedampt (bv. een spiegel of een ruit) - 'oun.gə.doempt * Bang - bə.’naat; ‘schou * Barstensvol - pro.pəs.tə.vol * Bekaf - pomp.af * Beschamend - ‘schom.tə.lek * Bezopen; stomdronken - 'poe.pə.loe.rə.zat; ‘stroont.zat * Breed - brjied * Doorzichtig - gə zie.tər ‘los.sən.deur * Duur en goedkoop - dier;’kos.tə.lek en ‘goe.je.kjuup * Eigenaardig; bizar; vreemd - our.dəg * Erg; in hoge mate - nɛ̃g; 'bjies.təg * Gaaf - gjɛ̃f * Gaar (bv. gekookte aardappelen of groenten) - zocht * Geribbeld - gə.’re.bəld * Gerimpeld (huid); gekreukt (bv. hemd, blad papier) - vər.’rom.pəld * Geschift (bv. melk) - gə.kab.bəld * Glad - ‘glat.təg * Graag - gjɛ̃.rə * Gratis - vər.’niet * Hard en zacht - et en zocht * Heel donker - 'pik.kən.don.kər * Heel droog - poe.jər.drjuug * Hoog - juug; uujg * Hoorndol; gek gemaakt, in het bijzonder door lawaai of te veel informatie - juu.rən.dul * In een gebukte houding - i zit op zin uk.kən * Jaloers - zja.’loes * Jong en oud - joonk en aad * Klein, kleiner, kleinst - klɛ̃n, 'klen.dər, klenst; klɛ̃nst * Kort - kurt * Lager en hoger - 'ljie.gər en 'juu.gər * Lang en langer - laank en lan.gər * Lelijk en mooi - ljulk en schjuun * Met bladgoud bekleed - vər.guld * Nadelig - schwjaa.lek * Niet duur - ‘prij.sə.lek * Nieuw en oud - nuuf en aad * Nipt - nip * Onbeleefd; vrijpostig - as.'grant * Ongeduldig - on.gə.'duu.rəg * Opvallend (met een negatieve bijklank) - per.mɛ̃n.təg * Opzettelijk - as.’pres * Ouderwets - ‘aa.wets; ‘aa.rə.wets * Overdadig; buitensporig - van ‘kan.nie.mjier * Overrijp - ‘maa.tər * Plezant; leuk - 'leu.təg * Precies - pər.'sies * Ranzig (bv. boter die niet koel werd bewaard) - rens * Razend - 'ros.təg; kol.jɛ̃.rəg * Roze - roos * Schoon en schoner - schjuun en schjuun.dər * Verschillend - tə.’frent * Vervallen (bv. een gebouw dat niet onderhouden is) - 'oon.dər.kom.mən * Vervelend - am.bə.’taant * Verwelkt - vər.schruun.səlt * Vlaams - Vloms * Voos (bv. een hand of een been) - vjuus  * Vriendelijk - ‘vrien.də.lek * Vrij en blij - vrɛ̃ en blɛ̃ * Warm en koud - wɛ̃rm en kaad; kaa * Weinig - wɛ̃.nəg * Wreed - wrjied * Zacht - zocht ===BIJWOORD=== * Alles samen - al.tə.gour * Altijd en nooit - al.tid en njuut * Bijna - ost; bə.kan; bə.kans; bə.kanst; vɛ̃r; bots * Bijvoorbeeld - 'pak.na * Daar - gin.tər * Dat daar! - ‘da.dour!; ‘da.tor! * Dikwijls - dik.kəls * Doorgaans; gewoonlijk - 'deur.gons * Eender - jien.dər * Eender wie - jien.dərt wie  * Even - 'ee.və.kəs; 'ef.kəs * Heen en terug - ‘oo.vər.en.tweer * Helemaal - ‘gjie.lə.gans; ‘gjie.lə.ganst * Helemaal niet - bə.lan.gə nie * Helemaal niets - rjɛ̃n.də.knots * Hoe langer hoe meer - al.langs.om.’mjier * Ieder om de beurt - elk zin.nən toer  * Immers - om.mərst * Maar - mo; mor * Naargelang - ‘nou.və.nant * Nee - njie * Nadien - nor.’dien * Nochtans - pər.’tang * Ook - uk; juuk * Om het eerst - ‘om.tər.jiest * Ongeveer - a.peu.’pri * Onophoudelijk - gə.’duu.rəg * Opnieuw - op.tər.’nuuf * Per ongeluk - per mal.’eur * Per se - mal.gree * Plots - al.mi.nə.’kjier * Rakelings - ‘schjɛ̃r.lings * Samen - tjuup * Soms - a.mets; som.tets * Steeds opnieuw - ‘alt.mor * Trouwens - en.dər.bij (gebruikt als introductie op het finale argument als men een discussie dreigt te verliezen) * Uitermate - tee.gən də 'stɛ̃.rən op * Van zodra - van.ast; zju.gaa * Vanzelfsprekend - van.ɛ̃.gəst * Veel te veel - veels tə veel * Vooraf betalen - in a.’vaans bə.’touln * Vooraleer dat… - veur.dak; veur.da.gə; veur.da.tij; veur.das.sə; veur.dam.mə; veur.da.gul.dər * Zeer traag - op zin ‘el.fən.der.təg.stə * Zo een... - a.zjuu (mannelijk of onzijdig); a.zjuun (vrouwelijk) * Zoals - gə.lek ===VOORNAAMWOORD=== * Dat (aanwijzend voornaamwoord) - da (onzijdig); die (vrouwelijk); die.nə; die.nən (mannelijk) * Dat is van haar (bezittelijk voornaamwoord) - das teur * Dat is van hen (bezittelijk voornaamwoord) - das tul.dər; da van ul.dər * Die; dat (betrekkelijk voornaamwoord): de man die (mannelijk); het kind dat (onzijdig); de vrouw die (vrouwelijk); zij die (meervoud) - dən die.nən; tkeend da; zij die; də die * Dit; deze (aanwijzend voornaamwoord) - deez (onzijdig of vrouwelijk); dee.zə; dee.zən (mannelijk) * Elkaar - ma.'kour * Haar (bezittelijk voornaamwoord) - eur (onzijdig of vrouwelijk); eu.rən of eu.rə (mannelijk) * Jouw; je; uw (bezittelijk voornaamwoord) - aa of o (onzijdig of vrouwelijk); aa.nə, aa.nən of o.nə (mannelijk) * Jullie (bezittelijk voornaamwoord) - ul.dər (onzijdig of vrouwelijk); ul.də.rə of ul.də.rən (mannelijk) * Mijn (bezittelijk voornaamwoord) - min (onzijdig of vrouwelijk); min.nə (mannelijk) * Ons (bezittelijk voornaamwoord) - oonz (onzijdig of vrouwelijk); oon.zən (mannelijk) * Van wie...? (vragend voornaamwoord) - wie.zə…?; wies…?; wie.zən…? * Waar? (vragend voornaamwoord) - wour? * Wanneer? (vragend voornaamwoord) - wa.'njier? * Wat voor een...? (vragend voornaamwoord) - 'oe.kən...? (onzijdig of vrouwelijk); 'oe.kə.nə...? (mannelijk) * Welke...? (vragend voornaamwoord) - waf.fər...; waf.fə.rə...? * Zijn (bezittelijk voornaamwoord) - zin (onzijdig of vrouwelijk); zin.nə of zin.nən (mannelijk) ===WERKWOORD=== Vooraf: de tweede persoon jij (enkelvoud) en jullie (meervoud) is in het Kemzieks gij of gi respectievelijk gul.dər. * Ademen - ‘os.sə.mən * Afbieden - ‘af.bjien * Afduwen - ‘af.dougn * Applaudisseren; spreken - klapn * Bedelen; schooien - schwjoen * Beentje lichten - ‘pjuut.sjə schɛ̃.rən * Behanglijm aanbrengen - ‘in.papn * Beledigen - af.fron.’teern * Bespieden; op slinkse wijze afhandig maken - ‘af.loern * Bevroren - bə.’vroo.zən * Bidden om onheil af te wenden - 'oo.vər.lee.zən * Biljarten - biel.'jaa.rən * Boodschappen doen - om kom.’mis.sies goun * Bouwen - baan * Braken - ‘spou.gən * Branden - bran.nən * Breien - brɛ̃n * Brouwen - braan * Dansen - 'daan.sən * Dat ben ik - da ‘ben.nə.kik; da ‘zin.nə.kik * Dat is goed besteed - das goe bə.'stjied * De kerkklokken luiden - də klokn luin * Denk je dat? - ‘pɛ̃s.də gi da? * Draaien - drwjaan * Druk bezig zijn - in də weer zin * Duw een beetje - daat ən bik.kə! * Duwen - daan; dou.gən * Een beetje opzij of achteruit gaan - ‘dɛ̃.zən * Een heftig, overtuigend betoog houden - 'af.stee.kən * Een leiding of een kabel in huis brengen - bin.nən.trekn * Een nieuwe pastoor feestelijk ontvangen - ‘in.hou.lən * Een omheining plaatsen (bv. rond een weide) - ‘af.mou.kən * Een stukje losmaken; afbieden - 'af.piet.sən * Een taak voortijdig beëindigen; ergens mee stoppen - 'uit.schjien * Er is gevochten - dər is gə.’bad.dərd * Erwtjes uit de peul losmaken - ert.sjəs puurn * Eten, in het bijzonder op kamp - ‘bie.kən * Flink doorwerken - buz.zə gee.vən * Fluiten - schuf.fə.lən * Fruit stelen uit een boomgaard - 'bun.də.rən * Gaan: ik ga; gij gaat, hij gaat, wij gaan, jullie gaan - goun: ik go;kgon, gij got, i go, wij gon, gulder got * Gaan, maar dreigen te vallen; waggelen - 'zwɛ̃n.sə.lən * Gebruiken - ‘bee.zən * Gedacht - gə.docht * Geeuwen - ‘gou.pən * Geregeld in het gezelschap van iemand vertoeven - ‘op.trekn * Gescheiden - gə.’schjien * Gooi het - ‘rjuu.gət * Gooien - rjuun; piern * Gulzig en veel eten - fretn; boe.fən * Hakkelend spreken - ‘dod.də * Hard vallen - 'tot.tə.rən * Hard werken - tra.’vakn * Hardnekkig weigeren iets te doen - ət vər.rek.kən * Hebben - ɛ̃n; tegenwoordige tijd: kem of ken, gij et, i eet of i ee, wi em.mən, gul.dər et; verleden tijd: ik aa, gij ad (of: aad), i ad, wi em.mən gad, gul.dər et gad (in het meervoud gebruikt men een voltooid tegenwoordige tijd in plaats van een onvoltooid verleden tijd); voltooid deelwoord: gad * Hebben (bij inversie) - em.mək?, ed.də gij?; ee.ti?, em.mə wi?, ed.də gul.dər? * Heftig discussiëren - strɛ̃n * Herstellen; oplappen - ‘op.kal.lə.’faa.tə.rən * Hij denkt dat wij het waren - i pɛ̃st dam.me wij ət wou.rən * Hij heeft een hele taart opgegeten - i ee dən jiel toert ‘bin.nən.gə.spild * Hij heeft het gezegd - i ee.dət gə.zeed; i ee.dət gə.zeen * Hij is begonnen! - ij is bə.gost! (in een uitroepende zin wordt de /ij/ in het voornaamwoord behouden) * Hij is geslagen - i is 'af.gə.toept * Hij is verdwenen - i is scham.pa.’vie * Hij is vertrokken - i is vju:rs (of: vju:s) gə.goun * Iemand aanspreken om wat van die persoon te bekomen of om hem terecht te wijzen - ie.mand ‘oun.pieln * Iemand een ferme loer draaien - nə kljuut ‘af.drwjaan * Iemand goederen of geld afhandig maken - ‘af.lui.zən; ‘af.loe.rən * Iemand iets opdringen - ‘op.sol.fə.rən * Iemand polsen of uithoren - ‘lut.sən * Iemand prijzen en bewieroken - bə.’bof.fən * Iets afwijzen - ‘af.ket.sən * Iets doen wat niet mag; kattekwaad uithalen - iets ‘uit.stee.kən * Iets goed afwerken - tə.goei doen * Iets in elkaar flansen; iets zelf proberen te herstellen - fa.brie.’kee.rən * Iets snel afhandelen - ‘af.lapn * Iets stouts doen - mis.peu.tə.rən * Iets vluchtig lezen - oo.vər.’lee.zən * Iets zodanig behandelen dat het onbruikbaar is geworden - vər.rin.nə.'wee.rən * Ik dacht - kdocht * Ik heb dorst - kem dust; ken dust * Ik heb gespeeld - ken gə.spild * Ik kon - i kost * Ik moet het niet hebben - kmoet ət nie ɛ̃n * Ik schrok - kvər.’schoot mi * Ik schrok heel erg - kvər.’schoot mi nən bult * Ik spreek, jij spreekt, hij spreekt - kspreek, gij sprikt, i sprikt * Ik zou, hij zou, wij zouden - ik zo; ik zon, i zo; wi zon * In het water stoeien - in twou.tər plet.sən * Indien het zou regenen - moest ət gon reeg.nən * Inmaken; wecken - ‘op.leg.gən * Je hebt gemorst - get gə.’smod.dərd * Je hebt het begrepen! (ironisch) - get ət gə.’snoo.pən! * Klauteren - ‘klef.fə.rən * Knellen (bv. een deur of schoen) - pran.gən * Knijpen - piet.sən * Kritiek geven op een venijnige manier - 'deur.steekn * Kwijlen - zab.bə.rən * Laden - lwjaan * Langskomen; bij iemand op bezoek gaan - ‘af.kom.mən * Lawaai maken - la.’wɛ̃t mou.kən * Liften - ot.too.’stop doen * Lijken op - trekn op * Lippenstift aanbrengen - ‘rjuud.sə.lən * Luisteren - lus.tə.rən * Mank lopen - ‘pik.kə.lən * Men gunt iemand iets - tis a gə.jond * Men is nog niet aan een nieuwe situatie gewend - da vourt * Men wordt in verlegenheid gebracht - kzin in af.’fron.tə gə.valn * Mengen - 'oon.dər.jien doen * Moeten - moes.tən; moetn * Mogen, ik mag, jij mag, hij mag - meu.gən, kmag, gij meugt, i mag * Mompelen - 'moom.pə.lən * Morsen; knoeien - 'mjuu.sən * Nabootsen - ach.tər.’nou.doen * Omgooien - 'om.piern * Omvallen - stuikn * Onderzoekend, krig - tisch bekijken - ‘mie.rən; ‘af.let.tən * Onrustig en voortdurend kleine bewegingen maken (bv. mieren) - kra.'wie.tələn * Ontkennen; heftig weerleggen - ‘af.strɛ̃n * Op een hoop gooien - op nən juup klet.sən * Opgegeten - ‘op.geetn * Opjagen - ‘af.staan * Opzichtig kauwen - ma.sjən * Pesten - koe.jə.'nee.rən * Piekeren - prak.kə.zee.rən * Pochen - bof.fən * Prakken - ‘ded.də.rən * Pruilen - moon.kən * Raden; gokken - grwjaan * Remmen - ‘frɛ̃.nən * Rijden - rɛ̃n * Roddelen - kom.’mee.rən * Ronddolen - ‘tsjoo.lən * Ruien (bv. een hond of een kip) - rui.vən * Ruilen - ‘man.gə.lən * Schaatsen - schet.sən * Schommelen - bie.zə.’bij.zən; ‘bij.zən * Slippen (met de auto) - pa.tie.nee.rən * Sloffen (gaan); traag komen aanlopen - ‘stes.sə.lən * Smakelijk lachen - gib.bə.rən * Sneeuwen - snjien * Snel naar meerdere plaatsten gaan -‘rond.sjeezn * Snijden, ik snij, ik heb gesneden - snɛ̃n, ksnɛ̃, kem gesneen * Snurken - ‘roon.kən * Spitten - spetn * Spreken - klapn; kou.tən; ri.zə.'nee.rən * Spuwen in één fluim - spjiekn * Spuwen in meerdere korte stoten - ‘spug.gə.lən * Stelen - schoepn; piekn; ‘schjief.sloun * Sterven - 'stɛ̃.rə.vən; 'stɛ̃r.vən * Stevig gaan drinken - pin.tə.'lie.rən * Stoeien (maar met het grote risico dat het eindigt in ruzie) - fiek.fak.kən * Struikelen - ‘soe.sə.lən * Tegenwerken - ‘kljuu.tən * Tijdens een examen de antwoorden van je buur bekijken - ‘af.kijkn * Uit de echt scheiden - van ma.kour goun * Uit een fles drinken - toe.tə.rən * Uitglijden - oon.dər.’uit goun * Uitlachen - 'uit.schijtn * Urineren - zjie.kən; pis.sən; pie.sən; wou.tə.rən (geordend van dysfemisme naar eufemisme) * Valsspelen - ‘zeu.rən; sa.’leu.rən * Vechten - bat.tə.rən * Veel heisa maken; keet schoppen - ba.’gaar ‘mou.kən * Vegen (bv. de kamer of het voetpad); hooi omdraaien zodat de onderste laag ook aan de zon wordt blootgesteld en droogt - kjie.rən * Veinzen - gə.’bou.rən * Verkeerd rijden - mis.rɛ̃n * Verklikken - ‘oo.vər.drou.gən * Verraden - və.rwjaan * Vertrekken - ‘oun.goun * Verven - ‘vɛ̃.rə.vən * Verwelken - vər.'slens.tə.rən * Voederen - voe.jə.rən * Voetballen - sjot.tən * Vrijen - vrɛ̃n * Waaien - wjaan * Wecken - ster.rə.lie.'zee.rən * Weggaan - er van.’oon.der trekn * Weigeren (bv. een aanbod of een geschenk) - rə.fə.’zee.rən * Wenen - schrjien; blɛ̃tn * Wieden - wjien * Wij konden - wə kos.tən * Wij kunnen - wə keu.nən * Wij laten ons fotograferen - wə lou.tən os trekn * Wij wilden met hem meegaan - wi ‘wil.də.gən mee em ‘mee.goun * Wij zijn verzekerd - wə zin vər.as.’suu.reerd * Worden - wər.rə(n) of wor.rə(n); tegenwoordige tijd: kwor, gij wordt, i word, wi wor.rən, gulder word; verleden tijd: kwier, gij wierdt, i wierd, wi wie.rən, gul.dər wierd; voltooid deelwoord: gə.wər.rən * Wriemelend bewegen - kra.’wie.tə.lən * Wuiven (om goedendag te zeggen) - ‘zwie.rən * Zaaien; zwaaien - zwjaan * Zaken bijeen leggen - ram.ma.’see.rən * Zeer hard lachen - gib.bə.rən * Zeuren - ‘mem.mən; ‘sem.mə.lən * Zich informeren - oon.dər,’juu.rən * Zich verstoppen - a vər.'stee.kən * Zij die dat gedaan hebben… - də.die da ta gə.doun em.mə… * Zijn (bij inversie) - zin.nək?; zid.də gij?; is i?; is zi?; zim.mən wi?; zid.də gul.dər? * Zijn (werkwoord) - zin; tegenwoordige tijd: kzin, gij of gə zit of zi, i is, wi zin of zim.mən, gul.dər zit of zi; verleden tijd: kwas, gij wourt, i was, wi wou.rən, gul.dər wourt; voltooid deelwoord: gə.wist * Zijn we te laat? - zim.mə tə lout? * Zou je? - zod.də? * Zouden (bij inversie) - zon.nək? of zun.nək?, zod.də gij? of zud.də gij?, zo.ti? of zu.ti?, zo.zə? of zu.zə?, zom.mə wi? of zum.mə wi?, zod.də gul.dər? of zud.də gul.dər? * Zullen (bij inversie) - zal.lək?, zul.də gij?, zu.ti?, zu.zə?, zul.lə wi?, zul.də gul.dər? == Thema's == ===APPARAAT=== * Een apparaat (bv. hoorapparaat en fototoestel); een kunstgebit - nən ap.pa.’rel * Een centrifuge - nə ‘zwier.dər; nən 'drjuug.zwier.dər * Een fototoestel - nə ko.'dak * Een gasfornuis - ə ‘gaa.zə.vuur * Een mangel - nə vrin.gər * Een naaimachine - ə ‘stik.ma.sjien; ə ‘nwjaa.ma.sjien * Een slingeruurwerk - nə rig.gə.la.’tuir * Een telefoon - nən tel.lə.’fon * Een televisie - nən tel.lə.’vies ===BEROEP=== * De apotheker - dən ap.’tee.kər * De beheerder van een postfiliaal - də post.mjies.tər * De boswachter - də ‘gar.dən * De dierenarts - də ‘pjɛ̃r.də.mjies.tər * De douanebeambten - də kom.’mie.zən * De drankenhandelaar - dən braar * De grafdelver - də ‘graf.mou.kər * De man die je op de bus een kaartje kwam verkopen - də koon.vwjo.'juir * De notaris - də no.’tor.ries * De oogarts - dən 'uujg.mjies.tər * De pastoor - də ‘pas.tər; də pas.'tjuur * De directeur van de lagere school - dən ‘boo.və.mjies.tər * De slager - dən ‘bjien.aar * Een administratief bediende - i zi.top dən bu.roo * Een advocaat - nən av.və.’kout * Een agent - nə po.'lies; nən a.'zjent * Een arbeider die zwaar grondwerk doet - i zi.top dən tra.’voo * Een boekhouder - nən ‘boek.aar * Een brandweerman - nə pom.’pier * Een dokter - nən dok.teur * Een fietshersteller - nə ‘vee.loo.mou.kər * Een fotograaf - nə por.'tretn.trek.kər * Een handelaar - nə mar.’sjan; nə kom.mer.'sant * Een heier - nə ‘pou.lə.stam.pər * Een kapster - ən kwja.’feus * Een kinesist - nə mas.’seur * Een kokkin - ən ‘koo.kas * Een matroos - nə ma.trjuus * Een mecanicien - nə mik.ka.'nie.kər * Een molenaar - nə ‘mul.dər * Een ober - nə gar.'son * Een onervaren persoon; een beginneling - ən bleu.kə * Een rijkswachter - nə flik * Een schaapherder - nə schou.pər * Een scharenslijper - nə 'schjei.rə.sliep * Een soldaat - nən ‘boe.fer (eerder negatief); nə pa.jot (eerder vaderlandslievend, tevens gebruikt voor iemand die niet in het leger dient en toch erg vaderlandslievend is) * Een tandarts - nən daan.'tiest * Een veehandelaar - nən ‘bjiez.tə.kjuu.pər * Een veldwachter - nə sjam.’pet.tər * Een venter - nə leur.dər * Een vrouw die het huishouden doet van rijke burgers - zə dient * Een werkloze - nən dop.pər * Een werkster - ən 'kus.vraa * In het leger gaan - nor dən troep goun ===BOER=== * Bieten - bjie.tən * Bundels graan rechtop bij elkaar plaatsen - ‘stui.kən * De aardappelsoort Sumatra - ‘su:r.tə.maa * De bergplaats voor karren en machines - ‘tker.rə.kot * De bovenste laag van een mijt zodanig plaatsen dat regen niet in de mijt kan doordringen - 'af.dek.kən * De melkerij - də mel.kə.'rɛ̃ * De oogst - dən oest * De kuil waarin aardappelen werden gelegd en afgedekt om bewaard te worden - də pə.tet.mijn * De pacht betalen - de sɛ̃s bə.tou.lən * De toegang tot een akker over een gracht - ‘tmen.nə.gat * De twee houten, lange staken of balken van een lamoen - treemn * Diep ploegen - ‘diep.rɛ̃n * Dorsen - dus.sən * Een aalputemmer aan een stok - ən bjɛ̃r.loet * Een akker die heel snel droog ligt - ən voug * Een balk of hek waarmee de opening van een weide wordt afgesloten - nən 'dren.bjuum * Een behoorlijk lange, dikke stok (bv. om vee te drijven) - nə klip.pəl * Een boomgaard - nən ‘boo.gard * Een dier dat bevrucht is (in het bijzonder een koe of merrie) - zis gə.'dekt * Een dorsmachine - nən ‘dus.meu.lən * Een eg - ən ee.gə.də * Een riek met gekromde tanden - nə ‘mes.ouk * Een hoeve; een boerderij - ən ‘doe.nink * Een hooi- of strozolder boven een stal - nə schelf * Een hoop hooi of graan zorgvuldig bij elkaar plaatsen - ‘schel.vən * Een kar om aal (naar de akkers) te vervoeren - ən 'bjɛ̃r.kɛ̃r * Een koe die bereid is om te paren - zis spee.ləg * Een koe die geen kalf (meer) kan krijgen - ən kween * Een koeienvlaai - nə pla.’des.tər * Een konijn doden door het nek te breken - tfas ‘af.sloun * Een maaidorser - ə kom.’bien * Een mijt zorgvuldig opbouwen - tas.sən * Een paard leiden: vooruit!, stoppen!, naar links, naar rechts - ə pjɛ̃rd in dand aan: juu!, ou!; ouw!, 'ɛ̃.rom, 'u:.tom * Een paardenjuk - ən oum * Een rij aardappelen - ən root pə.tetn * Een sikkel - ən ‘zig.gəl * Een stoeltje met drie poten om te melken - nə pik.kəl * Een taps toelopend stuk land - nən tip * Een tractor - nən trek.’tuir * Een vaalt - nə mes.put; nə ‘mes.sing * Een voor (na het ploegen) - ən vjuur * Een zwangere koe of merrie - zə zit vol * Ervoor zorgen dat een grote lading hooi of stro tijdens het vervoer niet van de kar schuift, door touwen op de lading aan te spannen - ‘rjie.pən * Gemaaid koren bijeen brengen en binden - schjuu.vən * Gemet (oppervlaktemaat voor akkers) - gə.meet * Gerst - gjest * Gier over akkers verspreiden - ‘bjɛ̃.rən * Graan met de hand maaien - pik.kən * Graan naar de hoeve brengen - men.nən * Gras of graan machinaal maaien - ‘af.rɛ̃n * Haver - ou.vər * Het geldbedragje dat aan een kind van de boer werd gegeven nadat een rund was verkocht, om het nog goed te verzorgen totdat het werd opgehaald om naar het slachthuis gevoerd te worden - ‘stjert.jəs.geld * Gras - tgas * Het vilbeluik - 'tvul.blik * Hooi stapelen op het veld - ‘op.pə.rən * Iets over een akker verspreiden (gier, mest of kunstmest) - ‘uit.rɛn * Jonge plantjes (bv. van bieten of wortelen) verwijderen zodat andere plantjes meer ruimte krijgen om te groeien - dun.nən * Maïskorrels - ‘Spon.sə tɛ̃rf * Mestvocht - ma.’sol.lie * Met een stok graan uit de aren slaan; erwten uit de gedroogde peulen slaan; rijp fruit uit een boom schudden - ’klip.pə.lən * Mond- en klauwzeer - də muil.ploug * Planken bovenop een kar plaatsen waardoor meer lading kan worden vervoerd - bar.dəs zetn * Prikkeldraad - ‘pin.nə.kəs.droud * Schrikdraad - dən el.lən.’trie.kən droud * Stro - strjuu * Tarwe - tɛ̃rf * Vroege aardappelen - ‘jies.tə.lingn ===DE MAN EN ZIJN ONDEUGDEN=== * De lokale vrouwenversierder - də pa.’ro.chə.stier * Een armoedzaaier - nən 'ɛ̃r.mwjoe.lij.ər; nən 'ɛ̃r.mwjoe.zou.jər * Een bangerik - nən ‘broek.schij.tər; nən bə.’naat.schij.tər; ən ban.gə.scheet * Een dwarsligger; een koppigaard - nən ‘dwjɛ̃.zən; i ligt dwjɛ̃z; nən ‘et.tə.kop * Een egoïst - nən urk * Een gemene, egoïstische man - nə 'schurf.tə.rik * Een geniepige man die onrust en tweedracht stookt - nən ‘drum.mər * Een gierigaard - nən ‘dui.tə.klie.vər * Een handelaar die niet te vertrouwen is - nə ‘sjag.gə.rjɛ̃r * Een hielenlikker; een slijmerd - nən bou.zə.poe.pər * Een hovaardig iemand - nə jan.min.’kljuu.tən * Een knoeier - nə ‘mjuus.kljuut; nə ‘mjuus.pot, nə ‘mjuu.sər * Een losbol - nə ‘kwies.tən.bie.bəl; nə kwiet * Een man die de sociale regels niet volgt; een dommerik - nən an.nə.’wui.tən * Een man die hooghartig is - nə ‘stree.kə.vent * Een man met een sterke, maar af te keuren, seksuele appetijt - ən jiet ‘vɛ̃r.kən; ən jiet pa.’tee.kən * Een nietsnut - nə ‘kloef.kap.pər * Een nietsnut die van anderen profiteert - nən ‘biet.skoe.pər * Een nieuwsgierig iemand - nə kur.’jeu.zə.’neus; nə kur.’jeu.zə.’neu.zə.’mos.tərd.pot * Een onhandige sul die slecht presteert en niet aan de verwachtingen voldoet - nə ‘krab.bə.koo.kər * Een onnozele, waardeloze vent - nən ‘oe.lə.wap.pər * Een onsympathieke, vervelende vent - nən ‘beu.rik; nə ‘jan.min.gat * Een onuitstaanbare vent - nən ‘bad.dən * Een opschepper - nən bla.’geur.mou.kər; nə stoe.fər; ən ‘wind.blous * Een slappeling; iemand die niets durft - nə 'la.bə.kak * Een slome - nə ‘lam.zak * Een sullig persoon - nən dzoe.bən * Een valsspeler - nən ‘or.zak * Een vitter; iemand die misbaar maakt over onbenulligheden - nə ‘pee.zə.wee.vər * Een zonderling - nən our.də.gən * Iemand die achterbaks is - die is oon.dər.’dums * Iemand die allerlei zaakjes ritselt; een bedrieger - nə ‘foe.fə.ljɛ̃r * Iemand die als minderwaardig werd behandeld - die wierd schjief bə.’kee.kən * Iemand die anderen ophitst - nən ‘op.mou.kər * Iemand die anderen tegenwerkt - nə vrin.gər * Iemand die de zaken lastig maakt - nən ‘troe.tən; nə ‘schjief.zjie.kər * Iemand die echt niet deugt - nə 'niet.op; ə stuk stroont; nə 'gang.stər * Iemand die een onsympathiek karakter heeft - i ee dən (slecht) kar.rə.’tjɛ̃r * Iemand die egoïstisch is en zich enkel materieel wil verrijken - nən eb.bər * Iemand die geen enkele ambitie heeft of geen goed werk aflevert - nə vod.də.vent * Iemand die gemeen kan zijn - die kan ljulk uit dən oek kom.mən * Iemand die iedereen naar de mond praat - nən ‘too.tən.trek.kər * Iemand die in alles het negatieve ziet en geen levensvreugde uitstraalt - nən a.'zijn.pis.sər * Iemand die je nooit ziet lachen of plezier maken - nən ‘drjuug.kljuut * Iemand die niet aandachtig is en de gevolgen van z’n daden niet bekijkt - i is nee.glie.’zjent * Iemand die niet gemotiveerd is om te werken; iemand die geen orde en regelmaat kent - nə ‘flie.rə.flui.tər * Iemand die niet goed wijs is - nən ‘al.və ‘gou.rən * Iemand die niet te vertrouwen is - nə fie.’loe * Iemand die niet veel durft; een flauwerik - nə ‘lab.bə.kak * Iemand die ongewenste seksuele handelingen stelt - ə vet.zak.skə * Iemand die overal zijn voordeel haalt, desnoods met illegale middelen - nə scha.mo.’tuir (oorspronkelijk een kleibaggeraar of escavateur in de gelaagputten) * Iemand die snel en veel eet - nən ‘deur.jou.gər; nə ‘fret.zak * Iemand die snel geïrriteerd wordt als hij moet wachten - nən on.gə.’duu.rəg.ord * Iemand die vaak gemene dingen doet, maar zijn ware aard weet te verbergen - nən 'ei.mə.lek.kən * Iemand die vaak onrustig en gestresseerd is - ən ‘zee.nə.pees * Iemand die van mening is veranderd - i ee zin.nə ka.’zak gə.drwjaad * Iemand die verschrikkelijk koppig is - nə ‘stjien.ee.zəl * Iemand die voor het minste pijntje gaat klagen - nə ‘klɛ̃n.zjie.rə.gən * Iemand die weinig of niets zelf doet en profiteert van het werk van anderen; iemand die over het minste pijntje gaat klagen, vaak om zich aan een taak te onttrekken - nə ka.’rot.tən.trek.kər * Iemand die zich vlug kwaad maakt - tis nə ko.’trie.kə.gən * Iemand die zijn standpunt per se wil doordrijven; iemand die in een geschil geen toegeving wil doen - i aa zin.nə kop stijf * Iemand op wie je niet kan rekenen; iemand die niet doet wat hij belooft - nə ‘zjie.kər ===DE VROUW EN HAAR ONDEUGDEN=== * Een bazige vrouw (tegenover haar man) - nə sjam.pet.tər * Een bitsige vrouw - ən pie.kə.’tijn * Een gierige vrouw - ən ‘gie.rə.gə pin * Een dwaze vrouw - ən kal * Een onhebbelijke, gemene vrouw - ən tang; ən vui.lə ros * Een opgetutte vrouw - ən mies.taan.’get * Een venijnige vrouw - ən (‘smjɛ̃.rə.gə) tiek * Een vrouw die hooghartig is - ən ‘stree.kə.ma.dam; ən kak.ma.dam * Een vrouw die liegt - ən leu.gə.nas * Een vrouw die luid praat of lacht - zə ‘schet.tərt; tis ən ‘schet.tər.kont * Een vrouw die onsympathiek overkomt - ən trees * Een vrouw die verschrikkelijk aan 't zagen is - da mɛ̃ns is vrjied ont per.mə.’tee.rən * Een vrouw die zich niet verzorgt of haar huis niet onderhoudt - ən slons * Een vrouw van lichte zeden - ən kie.lə.’boes; tis ər iejn van ach.tər troum ===DIER=== * De houtworm - də mulm * Een bromvlieg - nə 'roon.kord * Een bunzing - nə vis; nə fis * Een cavia - ən stjien.sə rat * Een dikke vlieg - nə mwjaa.schij.tər * Een eend - ən piel (een piel is eigenlijk een eendenkuiken) * Een egel - ə 'stee.kəl.vɛ̃r.kən * Een hommel - ən 'bom.bie * Een jonge kip - ən poe.’lie * Een kalf - nə mut.tən * Een kanarie - nə ka.'nan.nə.voo.gəl; ən ‘pie.tə.kə * Een kikker - nə puit * Een kikkervisje - ən oe.kə.’doe.lə.kə * Een kip - ə 'kie.kən * Een kuikentje - ən ‘tsjiep.kə * Een leeuw - nə ljie * Een libel - nə ‘glou.zə.snɛ̃r (In de Vlaamse dialecten, zelfs in deze van het Waasland, verschillen de namen van insecten erg van elkaar; zie: e-WVD: Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, https://www.e-wvd.be/lid/wvd/f?p=131:1::::::) * Een lieveheersbeestje - ə pie.tər.’nel.lə.kə * Een mannetjesduif - nə koo.pə.rən * Een mannetjeskonijn - nə ‘rip.pər * Een meeuw en de meeuwen - nə mjie en də mjien * Een meikever - nə ‘meu.lə.njɛ̃r * Een merel - nə 'mjɛ̃r.lon * Een mier - nə 'mjuu.rə.zjie.kər * Een oorworm - nən ‘tjie.nə.nij.pər * Een pad - ən pad.də * Een papegaai - nə pap.pə.’gwjaa * Een parkiet - nə per.’ruusj * Een pauw - nə paa * Een regenworm - nə pie.lə.’wui.tər * Een spreeuw - ən sprjie * Een staart - nə stjɛ̃rt * Een steekvlieg - nən dous * Een stekelbaarsje - ə ’stee.kəl.bak.skə * Een uier - nən eur * Een vaars - ən vjɛ̃s * Een vleugel van een vogel - nə ‘vleu.rink * Een vrouwelijk konijn - ən vwjoe * Een zwaluw - nə ‘zwom.məl ===DOOD=== * Een dode - nən djuun * Een doodsprentje; een bidprentje - ən djuu.’bie.lə.kən * Een grafsteen - ə zɛ̃rk * Hij is begraven - i lee.tər oon.dər * Hij rouwt - i is in də raa * Iemand is overleden - i eet zin kjɛ̃s ut.gə.blouzn; i eet zin.nə kop gə.leen * Iemand is overleden en opgebaard - i ligt in ‘lij.kən ===FAMILIE EN SOCIAAL=== * De waarheid - də wo.red * Een babbeltje slaan - kat.tə.'naan.sə; kaa.tən * Een binnenvetter; iemand die zijn ontgoochelingen en frustraties niet onder woorden brengt - nən 'er.tə.fret.tər * Een CVP'er - nə 'kat.tə.kop * Een homo - ən zja.net * Een jubileum - nə zjuu.bie.'lee * Een meisje en een jongetje - ə mes.kə; mes.kən en ən jong.ske * Een man of een jongen die te beklagen is - nən duts * Een mens - nə mɛ̃ns * Een niet nader bepaald aantal chiroleden - də ‘gie.roos * Een niet nader bepaald aantal mannen - ‘man.nə.vol.lək * Een oom - nə noon.kəl * Een oudere mannelijke vrijgezel - nə 'joonk.man * Een socialist - nə sos * Een speciaal, nogal eigengereid iemand; iemand van wie je niet zomaar wat gedaan krijgt - tis nə 'num.mə.roo * Een stotteraar - nən ‘ak.kə.ljɛ̃r; nən ‘dod.də.ljɛ̃r * Een tante - ən taant * Een vleier - nə 'maa.vee.gər * Een vrouw die te beklagen is - ən sljuur * Een vrouw die veel tegenslag heeft - ən suk.kə.las * Een vrouw die voor zichzelf opkomt en tegen de wensen en eisen van haar man ingaat - ən dol.lə mie.na * Een vrouw en een man (personen waarover men verder amper iets weet) - ə ‘vraa.mens en ə ‘man.nə.mens * Een weduwe en een weduwnaar - ən weef en nə 'wee.və.njɛ̃r * Een zoon en zonen - nə zeun en zeuns * Het bejaardenhuis - taa.’pee.kəs.uis; tsticht * Het comité - 'tkom.mie.teit * Iemand die geen plagerijtjes kan verdragen - nə ‘sui.kə.rən * Iemand die liberaal stemt - i is vur de blaa * Iemand die onduidelijk spreekt - nən ‘broe.bə.ljɛ̃r * Iemand die overdreven vriendelijk is - nə ‘plat.tən * Iemand die praktische grappen uithaalt - nə far.’suir * Iemand die tegenspreekt - ən ‘fran.kə toot * Iemand die teruggetrokken leeft en niet sociaal is - i is op zin ‘ɛ̃.gən * Iemand van wie het sociaal gedrag niet alledaags te noemen is; iemand met bijzondere talenten - tis nə spis.’sjaa.lən * Kinderen - klɛ̃n man.nən * Mijn buurman - min.nə gə.buur * Mijn neef - min.nə koz.zən * Mijn vriend; mijn maat - min mot.sjə; min.nə mout * Moeder - moen * Onze vader - oonz vod.dər * Ouders die hun kind al tijdens hun leven het overgrote deel van hun vermogen hebben gegeven - zem.mən ul.dər ‘uit.gə.kljied * Schoonfamilie - 'oun.gə.traa.də fa.'mie.lə * Verre familie - van tzee.vəs.tə knjuups.gat * Ze krijgt weinig bezoek - zə ee wɛ̃.nəg oun.sprouk ===FIETS=== * Een bagagedrager - ə stoe.lə.kə * Een bakfiets - nən trie.por.’teur * Een fiets - nə ‘vee.loo; nən ar.lie trap.son * Een fiets met pedaalremmen - nən tor.’pee.doo; nən ‘tor.pə.doo * Een lekke band - nə ‘plat.tən tsjoep; min.nən baand ee.dən fwiet * Een reflector - ən ‘kat.tən.juug * Een spaak van een wiel - nə ri.’jong * Een spatbord - ən ‘moor.schelp * Een spatlap - nə ‘spjiet.lap * Een tandwiel van een fiets - nə pie.jon * Een ventiel - nə soe.’pap * Een versnellingsapparaat - ‘vie.tes.sən; ə vər.'zet * Een zadel - ən zoul * Remmen - frɛ̃ns * Velgen - ‘zjan.tən ===FINANCIEEL EN JURIDISCH=== * Armoede - ‘ɛ̃r.mwjoe * Cash - bour geld * De gevangenis - dən a.’mie.goo; dən bak * De opzegtermijn - dən ‘op.zeg * De verzekering - ‘das.graan.sə * Een kasticket - ə soesj.kə * Een klant - nə ka.'lant * Een koopje; iets dat men tweedehands koopt - ən ok.ko.zie * Een kwitantie - ən kie.'taan.sə * Een opslagplaats - nən die.'poo * Een waarschuwing van een gezagsdrager (bv. een agent) - ə rə.plə.’ment * Een zaak die duur is om aan te kopen of te onderhouden - tis ən run.nə.wien * Er is een juridische beslissing genomen - dər is bə.’schjied gə.doun * Er zijn verkiezingen - tis keuz; tis ‘kie.zink * Failliet zijn - op strout stoun * Geld op een spaarboekje of dat niet meteen aangewend wordt - lig.gənd geld * Het gemeentehuis - tgə.’mjien.tən.uis * Hij heeft geërfd - i ee gə.’djield * Hij is failliet - i is gə.rin.nə.weerd * Hij krijgt steun van de Openbare Onderstand (nu: het OCMW) - i leeft van dən ‘ɛ̃r.mən * Hij verdient goed - i ee.dən schjuun pree * Iemand die de prijs opdrijft bij een openbare verkoop - nə ‘strjuut.sjəs.man * Ik heb een officieel bericht gekregen - kəm tɛ̃nk gad * Ik heb mijn loon ontvangen (destijds om de veertien dagen) - kem ka.’zjiem gə.trokn * Schade - schwjaa * Werk - ‘wɛ̃.rək ===GEBAK=== * Amandel- of kokosrotsjes - ma.’krons * Een eclair - ə ‘sjoe.kən * Een gebakje van meringue - ə mer.vi.’jeu.kə * Een hoorntje, gevuld met vanillecrème - ən ‘jɛ̃.rə.pijp * Een klein rond koekje met gekleurde harde suiker erop (van de Sint) - ə 'mok.skə * Een krentenkoek - nən ‘bee.zə.koek * Een rond broodje; een pistolet - nə pies.too.’lee * Een taart - ən toert * Een tompoes - ən ‘boek.skən [AVH] * Een wafel - nə ‘wof.fəl * Eender welk gebakje waarvoor geen aparte naam bestaat - ə pa.'tee.kən * Speculoos - spik.kə.lous ===GEREEDSCHAP EN MATERIAAL=== * Chroom - krom.'mee * De verlostang - dij.zərs * Een aarding (bv. in een stopcontact) - nən tjɛ̃r * Een aluminium drinkbus - ən pul.lə * Een boodschappentas - ən ka.lə.’bas; ən ka.’baa * Een condoom - ən ka.poot * Een dekzeil (ook om tegen de regen beschermd te zijn op de fiets) - ən basj * Een deuk (bv. in een auto of een kookpot) - nən bluts * Een dop - ən 'dop.səl * Een draagtas; een rugzak - ən ba.’zas * Een elastiek - nə 'rek.kər * Een flessenopener - nən ‘af.trek.kər; nə ‘stoe.pən.trek.kər * Een gaatje - ə got.sjən * Een hark - ən rijf * Een hechtpleister - nə ‘plak.kər * Een juten zak - ən boul * Een kaars - ən kjɛ̃s * Een kassei - nə kal.lə.sɛ̃ * Een knapzak - nə kan.’duit; nə ‘schoof.zak * Een ladder - ən ljier (let op: een jas van leer is "nə lee.rə frak") * Een lampfitting - ən sok.'ket * Een lucifer - ə ‘stek.skə * Een magneet - ə ‘plak.ij.zər * Een mand - ən man.də * Een olielamp - nə kin.’kee * Een portefeuille - nə por.tə.’fuul * Een postzegel - nen ‘tem.pər * Een rietje (om te drinken) - ə strjuu.kə * Een ringetje dat als pakking dient - ə ron.del.lə.kə * Een schaar - ən schjɛ̃r * Een schoffel; een hak - nə ‘kap.pər * Een schoudertas (gedragen over één schouder) - nən bal.lə.’son * Een schroevendraaier - ən toer.na.’vies * Een sleutel - nə ‘sneu.təl; nə ‘sleu.tər * Een spade - ən spwjaa * Een tuit (bv. van een koffiepot) - ən teut * Een veiligheidsspeld - ən ‘toe.spel * Een verdeelstekker - nə kat.tə.kop * Een vijs die niet kan worden aangedraaid - deez vijs drwjaat gə.lek zot * Een zaklamp - ən 'piel.lamp; ən 'piel.licht * Een zeis - ən zɛ̃s * Een zekering - nə plong; nə plon * Elektriciteit - dən el.lən.'triek * Iets waar je batterijen voor nodig hebt - da werkt op ‘pie.lən * Kippengaas - ol.lə.kəs.droud * Piepschuim - ie.sə.'moo * Potten van klei waarin gezouten groenten (bv.sperziebonen) werden bewaard – Kjuul.sə potn * Resten, andere dan bezinksel, die aan een recipiënt blijven kleven (bv. eten, melk) - ‘oun.lwjaa.səl * Rode menie - rjuu mien * Stopverf - mas.’tiek * Tape om een windel vast te maken of om een gaatje te dichten - ‘spar.rən.drap ===GROENTEN EN FRUIT=== * Aalbessen - ‘tros.kəs.beezn * Aardbeien - ‘jɛ̃.rə.beezn * Bramen - ‘brom.beezn * Een bloemkool - ən 'blom.kjuul * Een Clapp’s Favourite (peersoort) - ən klaps * Een kersenboom - nə 'kjɛ̃.zə.ljɛ̃r * Een mispel - ən ‘mup.səl * Een peer - ən pjɛ̃r * Een perzik - ən paas; ən pisj * Een pruim - ən prum * Een savooikool - ən sa.’vwjoe * Een schorseneer - ən schor.sə.'njiel * Een sinaasappel - nən ap.pəl.’sien * Een tomaat - ən tom.mat [AVH] * Een ui - nən ajuin * Een walnoot - ən ‘boe.rə.noot * Erwten en wortelen - ‘et.sjəs en ‘pee.kəs * Kersen - kaa.ze.’kriekn * Peterselie - pie.tər.’see.lie * Prei - ‘pa.rei * Rabarber - rə.’ber.bər * Rodekool - rjuu.'kjuul * Salade; sla - sa.lwjaa * Spinazie - ‘spie.nwjaa.zie * Stekelbessen - ‘stik.kəl.beezn ===HUIS=== * De beerput - dən 'bjɛ̃r.put * De bestekamer; het salon; de plaats waarin niet dagelijks werd geleefd, enkel hoog bezoek werd ontvangen - ‘tveur.uis * De betegeling rond het huis (meestal enkel aan de voorgevel) - ‘tplan.sier * De brievenbus - də bwjout * De eetplaats - ‘dit.kom.mər; ‘dit.plots * De koer achteraan het huis, bij de keuken - dən ach.tər.’buitn * De voordeur - də ‘veur.deur * De zolder - 'top.pər.stə * Een dakgoot - ən kor.’nisj * Een deurstijl - nə sjam.’brang * Een gemetseld waterreservoir - nən ‘tras.bak * Een gemetselde bak in de kelder waarin gepekeld vlees werd bewaard - ən ‘vljiez.kuip * Een hek - ən ek.kən * Een kalklaagje op een muur aanbrengen - witn * Een kamer waar erg veel gerookt is - dər angt nən dikn doemp * Een klink - ən kleenk * Een omheinde groentetuin - nə 'loch.tink * Een likje verf - ə lek.skə vɛ̃rf * Een plankenvloer - nə plan.’sjee * Een schouw - ən schaa * Een serre - ən sjɛ̃r * Een slaapkamer - ən ‘slop.kom.mər * Een spleet (bv. tussen planken of tegels) - nə 'gar.rəl * Een spoelbak in de keuken - nə 'pomp.stjien * Een stutbalk - nə pə.’trel; nə ‘poe.trel * Een tegel - nən ‘ti.chəl * Een tuin - nən hof * Een urinoir - ən pie.’sien * Een venster - ən ‘veng.stər; ən ‘vus.tər * Een vensterbank - ən 'veng.stər.blad; ən 'veng.stər.ta.blet * Een vensterluik - ən blaf.fə.’tuur * Een vloertegel in natuursteen of beton - nən dal * Een vochtige muur - ən ‘boch.tə.gə muur * Het achterhuis - ‘tpomp.uis * Het afvoerputje - ‘tmoor.put.tə.kən * Het grasveld waarop linnengoed aan de zon wordt blootgesteld om wit te worden - dən bljiek * Het portaal bovenaan een trap - dən al.’lee; dən ‘oo.vər.ljuup; də pal.’jee * Het toilet buiten, zonder stromend water - ‘tus.kən, tvər.trek, də koer * In de tocht zitten - in dən trok zitn * Rolluiken (later ook zonneblinden en luxaflex) - pər.’sjəns ===HUWELIJK=== * De huwelijkspartner verlaten en met iemand anders gaan samenwonen - er van.'oon.dər trekn * Een liefje (meestal van tijdelijke aard) - ə 'mok.skə * Het bruidspaar - də traars * Het huwelijksgevolg - də swiet * Hij heeft een affaire met iemand - i ee.tər mee iejn van.’doen; i aad oun * Hij is verloofd - i ee ‘ken.nis * Huwen; trouwen - traan * Lieverd (tussen echtgenoten) - ‘loe.kə ===KAARTEN=== * Abondance - ab.bən.’daans * De eerste kaart op tafel leggen - ‘uit.kom.mən * De kaarten niet correct verdelen - mis.’djie.lən * Een joker - nə zjoo * Een spelletje solitaire winnen - kzin uit.gə.rokt * Hoge kaarten: koning, koningin, boer - ‘prent.sjəs: nə 'keu.nink; nən jier, ən dam; ən vraa, nə zot * Kaarten - kor.tən * Kaarten in je hand volgens kleur en waarde ordenen - də kor.tən stee.kən * Kleuren in het kaarten: harten, klaveren, ruiten, schoppen - et.təs, er.təs; klou.və.rən, klou.vərs; ‘pij.kəs; ‘koe.kəs * Men heeft het aantal geboden slagen net gehaald - tis nə ‘zjuus.tən * Overtuigd zijn dat je bij wiezen geen enkele slag zult halen en al je kaarten op tafel leggen - mie.’zee.rie op tof.fəl * Solitaire - ‘af.leg.gər.kə ===KERK=== * Bidden - lee.zən * Bidden tot een heilige om van een ziekte te genezen of een kwaal te verhelpen - ‘af.lee.zən * De kerkbaljuw - də swies * De paashaas doet zijn aankopen in de Nopri - də ‘pous.klokn vər.trekn nor ‘Rjuu.mə * De parochie - də pa.’ro.chə * De pastoor - də 'pas.tər * De pastorie - də pas.tor.'rie * Een doopmeter - ən pit.tə; ən pit * Een dooppeter - nə ‘pee.tə.rən * Een kerk - ən kɛ̃rk * Een mis - nən dienst * Een opzichtig kerk- en pastoorsgezind iemand - nə piel.’jɛ̃.rən.bij.tər * Een schapulier - ə ska.pu:.’lier * Een schapulier in de vorm van een medaille - ə ma.’do.lie.kə * Het geld dat tijdens een misviering bij elke aanwezige wordt opgehaald voor het onderhoud van de kerk - ‘stoe.lə.kəs.geld * Het klooster - 'tkljuus.tər * Het koor - tkjuur * Het oksaal - ‘tjuug.zoul * Het vormsel - tvurm.səl * Kerstmis - ‘kest.dag * Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - aalf oest (eigenlijk: halverwege de oogst) * Op bedevaart gaan - gon 'bee.wee.gən * Palmzondag - pal.mə.zon.dag * Pinksteren - Sink.sən ===KEUKEN=== * De gootsteen - də pom.bak * Een vergiet - ə stra.’mien * Een aardappelmesje - nə pə.'tet.schel.dər * Een blikopener - nən 'oo.pən.doen.dər * Een bord - ən tal.’juur * Een deksel - ə scheel * Een dienblad - nə pla.'too * Een grote kookketel - nə mar.’miet * Een keukenhanddoek - nən ‘af.drjuu.gər * Een koffiezak in een koffiepot - ən ‘kaf.fə.buz * Een kookpot - nə kas.’trol * Een lepel - nə 'lee.pər * Een metalen rekje waarop de kookpot op tafel werd gezet - ən bar.rə.kən * Een roerzeef - nə paz.zə.’viet * Een schuimspaan - ən ‘schum.blad * Een soepbord - ən diep bord * Een vaatdoek - ən ‘schoo.təl.vod.də * Een voorschoot - nə ‘vus.schjuut * Een vork - ə vər.’ket; ən vurk * Een waterketel - nə mjuur * Het botervlootje - dən 'boo.tər.pot * Met de hand koffiezetten - op.gietn ===KIND=== * De jeugd - də jonk.ed * De kraamkliniek - tmoe.dər.uis * De lieveling van de juffrouw - də feb, də ‘feb.bə.kak * De plasser van een jongen - nə pie.zə.’wie.tər * De puberteit - də bib.bər.jou.rən * Doopsuiker - 'kin.nə.kəs.kak * Een baby'tje - ən ‘boe.lə.kə; ə plat keend * Een braaf, maar saai en klagerig meisje - ən ‘seu.tə.bees; ən ‘seu.tə.mie * Een buggy - ə stee.kər.kə [AVH] * Een fopspeen - nən ‘tuu.tər; ən ‘tie.kən * Een kind dat al flink is gegroeid of al behoorlijk zelfredzaam is - ə ferm bou.zə.kə; ə ferm bos.kə * Een kind dat iets heeft uitgespookt of regelmatig iets uitspookt - ə ‘snot.joonk * Een kind dat niet stil kan zitten, niet aandachtig is en niets ernstig neemt - nə ‘ruu.lə.’wuu.tər * Een kind dat nog in zijn bed plast - nən ‘bed.də.zjie.kər * Een kind kietelen op de buik - ‘krie.be.lən.buik doen * Een kinderwagen - ən vwja.’tuur; ən koets * Een kwajongen - ə pa.'tee.kə; ə pa.'tee.kən * Een luier - nə ‘pis.doek * Een park voor baby’s en peuters - nən boks * Een rakker; een deugniet - nə gal.’jaar * Een slabbetje - ən ba.'vet * Een stout kind - nə ‘fran.kord * Een wipstoeltje (voor baby’s) - ə ‘wip.pər.kən * Een zielig kind - nən duts * Geboorte - gə.bor.tə * Het jongste kind van een gezin - də ‘kak.kə.nest ===KLEDIJ=== * Een beha - nə soe.’tjen; nən ‘tet.zak * Een bontjas - nə pel.sə.frak * Een boord onderaan een jurk (of een ander stuk stof) - ən ‘bie.zə.kən * Een corset - nə kor.’see * Een das - nə 'plas.'tron * Een drukknoop – ə 'piet.sər.kə * Een fluwelen jas - nə floe.rə frak * Een gebreide sjaal - nə gə.'bree sjal * Een gesteven hemd - ə stijf em * Een gulp - ən spriet * Een hemd met ruitjes - ə ka.’roo əm * Een hielstuk aan de binnenzijde van een schoen - nə koun.trə.’fjuur (van het Franse contrefor) * Een jas - nə frak * Een jurk - ə kljied * Een kap (aan een jas) - ən kap.pə.’teut * Een kraag - nə kol * Een lange, meestal grijze, schort gedragen om de kleding te beschermen - nə stof.frak * Een lange jas - nə ga.bar.’dien * Een mouw - ən maa * Een muts - ən pots * Een nachtjapon - ə ‘slop.kljied * Een onderhemd - ən ‘oon.dər.lif.kə * Een onderrok - nə kom.bie.nə.’zong * Een opvouwbaar regenjasje - nə kaa.wee * Een panty; een collant - ən ‘kaa.sə.broek * Een pet - ən klak * Een pochet - ə ‘stoe.fər.kə * Een puntmuts - ən pin.nə.muts * Een regenjas - nən im.pər.mee.’jaa.bəl * Een rits - ən tie.'ret * Een rokkostuum - nə ‘pie.tə.ljɛ̃r * Een sjaal - nə sjal * Een sluier - ən vwjal * Een tuinbroek - ən sa.loo.pet * Een veter - nə ‘nes.tlink; nə ‘nes.tling * Een voering – ən voe.jə.rink * Hij draagt een kledingstuk binnenstebuiten - i ee ət ‘aa.və.rechs oun * Ik krijg jeuk van de trui die ik draag - min.nən trui piekt! * Kleren - kljie.rən * Klompen - blokn * Nylonkousen - zɛ̃.'kaa.sən * Rubberen laarzen - kat.’sjoe botn * Sandalen - ‘slet.sən * Sloffen (schoeisel) - ‘slef.fərs (enkel vooraan dicht); ‘sloe.fən (rondom dicht) * Suède - dɛ̃ * Teenslippers - ‘pie.lə.pjuu.tən ===LICHAAM=== * Bakkebaarden - fa.sjən * Blootsvoets - ‘ber.rə.voets * Blozende wangen - bloo.zə.’kriek.skəs * Bovenarmspieren - ‘fors.baln * Bruin bier stimuleert de borstvoeding - bruin bier is goe vər tzog * De bevalling - 'tkin.dər.bed.də * De menopauze - tkjie.rən van də jou.rən * De ouderdom - dən ‘aa.wər.dom * Dikke benen - ‘wɛ̃.pouln * Dikke snot die aan de neus blijft hangen - ən snot.kjɛ̃s * Donshaar - ‘paa.zə.wol * Dunne benen - ‘stek.kə.bjie.nən * Een appendix; een ontsteking van de blindedarm - nən ap.paan.də.'siet; ap.paan.də.'siet * Een borst - ən bust * Een brildrager - ən ‘bril.lə.kas * Een dikke man - nə ‘pap.zak * Een fors bovenlichaam - ən fer.mə ka.’ruur * Een gezicht - ə weezn * Een hart - ən ert * Een hoofd - nə kop * Een jongen met lang haar - nən bie.təl * Een knipoog - ən juug.skə trekn * Een kus - ən toot; ən beez; ən ‘too.tə.beez * Een lang, mager persoon - nən ‘bjuu.nə.stouk * Een lende - ən lee * Een lies - ən ‘jie.kə.nis * Een lip - ən lep * Een maaltand - nən ‘bok.tand * Een magere vrouw - ən ‘pan.lat; ən spie * Een navel - nə ‘nou.gə.lən.buik * Een ongelijkmatig gebit - ən ‘pjɛ̃r.də.muil * Een onverzorgd iemand - nə ‘mot.tə.gord * Een oog - ən juug; ən uujg * Een oude man - nən aa pee * Een oude vrouw - ən aa djuus * Een paardenstaart (van een meisje) - ən 'pjɛ̃r.də.kod.də;nə 'pjɛ̃r.də.stjeirt * Een piemel - nə flosj * Een schouder - ən schour * Een schriele mannelijke borst - ən kie.kə.bust * Een slungel - nə (lan.gə) zwiep * Een snottebel - ən ‘snot.kjɛ̃s * Een spottend lachje - nə ‘gree.məl * Een struise, sterke man - nən bjuum van nə vent * Een teen - nən tjien * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Een vrouw met grote borsten - dər is veel vol.lək in də stou.sə * Enkels - ‘knoe.səls * Gaatjes in de tanden vullen - plom.’bee.rən * Golvend haar - ‘bek.kən int our * Grote handen - ‘kool.schup.pən * Haar haar - eur our * Hersenen - ‘es.səs * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hoofdroos - ‘pel.lə.kəs * Iemand die niet tegen kietelen kan - i is 'kie.təl.ach.təg * Iemand is buiten adem - i eet op zin.nən os.səm gə.’trapt * Iemand met een onverzorgd uiterlijk - nən ‘boo.ee.mər * Iemand met ros haar - nə ‘ros.tə.kop * Kippenvel (van koude of emotie) - ‘kie.kə.vljiez * Klein en gedrongen - gə.blokt * Klein van gestalte - klɛ̃n van pos.'tuur * Lichaamsgeur - ‘lif.geur * Naakt - in zin.nə ‘pad.də.rən; in zin.nən ‘bljuu.tən; in zin.nə flik.kər * Naar het toilet gaan - nour tgə.mak goun * Rillen van de koude - ‘dou.və.rən van də kaa * Speeksel - ‘spug.səl;'spjiek.səl * Speeksel aangebracht om een kind te troosten na een val (in eerste instantie door de moeder) - ‘moe.dər.kəs.zalf * Sterk, maar klein en geblokt - gə.’stuukt * Stug haar - ne ‘vɛ̃r.kəs.bus.təl * Tanden van kinderen - tan.də.’bie.tərs * Teelballen - ‘klies.tərs * Vlechtjes - ‘kod.də.kəs * Wenkbrauwen - 'wenk.braan * X-benen - ‘mut.tə.kəs.knien * Ze is in verwachting - zis in po.'zie.sə * Zweetvoeten - ‘stink.pa.tees; ‘zwjiet.pa.tees ===MEUBELEN EN DECORATIE=== * Een bed - ən bed.də * Een beeld van O.-L.Vrouw onder een glazen stolp - ən lie.və.'vraa * Een deken - ən ‘soz.zə * Een divan - nən die.vang * Een doek dat men ter decoratie op een dressoir of tafel legt - nən twjol.sə.'ree * Een doos; een contactdoos - ən bwjaat * Een kast - ən kas * Een kleerkast - - ən ‘kljier.kas * Een matras - nən 'ee.pə.daa * Een onderstel van een bed met metalen veren - nə rəs.sour * Een overgordijn - nən dra.pə.’rie; ən ‘stoz.zə * Een porseleinen, romantische voorstelling van een of meerdere kinderen en/of dames - ə pop.pə.’stuur.kə * Een pronkkast - ən glou.zə kas * Een sierstuk op de schoorsteenmantel - ə schou.stuk * Een staande lamp – nə lam.pa.’deir * Een stekker (ook het stopcontact zelf) - ən pries * Een tafel - ən ‘tof.fəl * Een vaas - ən vous * Een versierde bloempot rond een aarden bloempot (meestal met crêpepapier om de bloempot heen) - nə kasj.'poo * Gordijnen - stor.zies ===MUZIEK=== * De fanfare speelt - tmuu.'ziek go.’duit * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een lp - ə scheel; ən plaut * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een orkestje dat in cafés speelt - nə zjas * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank ===NATUUR=== * Afrikaantjes (Tagetes) - 'steen.kər.kəs * Bloemetjes van seringen - ‘dum.kəs * Brandnetels - ‘tin.gəls * Doornen - djuurns * Een bloem - ən blom * Een bloementuil - nən blom.mə.’kee * Een dennenappel - ən 'spar.rə.noot; ən spər.rə.noot * Een dikke brok aarde - nə klot jɛ̃r.də * Een eik - nən iejk * Een haag - ən wjɛ̃r * Een klaproos - nə ‘koe.kə.’loe.rən.oun * Een knoest in het hout - nə wjier * Een korenbloem - ən 'kjuu.rə.blom * Een paardenbloem - ən ‘pis.blom * Een pit van een kers - nə ‘ker.rəl * Een roos - ən rjuus * Een sloot - nə sljuut * Een stronk - nən troonk * Een wormgat - ən ‘mwjaa.steek * In de schaduw - in də 'lom.mər.tə * Jasmijn - ‘zjaz.zə.mien * Kleefkruid - plak.kruid * Modder - moor * Muur (plant) - mjuur * Onkruid - vuil * Slijk - slik * Veldzuring (een merkwaardig plantje, want het wordt niet door koeien opgegeten vanwege het oxaalzuur) - koe.kə.’leut ===ONDERHOUD, SCHOONMAAK EN WAS=== * Bleekwater - ‘bljiek.wou.tər; ood.zja.'vel * De jaarlijkse grondige schoonmaak van het hele huis en de opruiming van de inboedel, in de lente - də grjuu.tə kuis * Een bezemsteel - nən ‘bes.səm.stok * Een borstel (bv. voor het haar of om te verven) - nən ‘bus.təl * Een borstel met stijve haren - nə schrob.bər; nə grov.vən ‘bus.təl * Een borstel met zachte haren om stof op het stofblik te vegen - ə 'vou.gər.kə * Een borstel om de vloer te vegen - nə ‘kjier.bus.təl * Een emmer - nen 'jie.mər * Een handdoek voor de badkamer - nə ‘spon.sən ‘and.doek * Een kleerborstel - nə 'klier.bus.təl * Een kuip van metaal - nən ‘bas.sing * Een ragebol - nə ‘kob.bə.jou.gər * Een stofblik - ə 'vul.blik * Een vloertrekker - nən ‘af.trek.kər * Een wasknijper (toen men enkel houten knijpers gebruikte) - ən ‘aa.tə.spel * Een zeemvel - nə zjie.mə.’lap * Heb je doorgespoeld (op het wc)? - ed.də ‘deur.gə.sjast? * Leidingwater - ‘kront.sjəs.wou.tər * Mijn huishouden - min ‘uis.aan * Netheid - pro.prə.’teit * Olie om hengsels, sloten, machineonderdelen, fietskettingen etc. te smeren - fijn ‘oo.lie * Schoensmeer - bleenk * Schoonmaken - kui.sən * Spatten op de ruiten - ‘spet.tə.lin.gən * Stijfsel toevoegen aan witgoed dat wordt gewassen - stis.sə.lən * Verbleekt of verkleurd door de langdurige blootstelling aan zonlicht (bv. gordijnen) - ver.’schee.nən * Water met soda of zeep - ljuug * Wc-papier - ‘schit.pa.pier ===OP CAFE=== * Bier met een laag alcoholpercentage - 'flut.sjəs.bier * De cafés - də sta.mie.’nees * Een bierviltje - ən 'bier.kort.sjə * Een biljartstoot die afschampt - nə fos.’keu * Een biljarttafel - nən biel.’jaar * Een café met vrouwen van licht allooi - ən kab.bər.’doesj * Een goed gevuld glas - das ‘Bee.vər.sə mout * Een jukebox - nə ‘zjuu.boks * Een kurk; een kroonkurk - ə ‘stop.səl * Een limonade a.u.b. - ə ‘lim.mə.nat.sjə as.tən.’blieft! * Een restje drank - ə klet.skən * Elixir - el.lek.'zier * Hij heeft heel zijn loon in de cafés gespendeerd - i ee jiel zin pree in də sta.mie.'nees 'op.gə.doun * Hij heeft veel gedronken - i ee.tər ‘nog.al wa ach.tər.oo.vər gə.kapt * Iemand die veel kan drinken zonder dronken te worden - i vər.zet.tər nog.al wa! * Iemand die veel koffie drinkt - ən ‘kaf.fie.loet * Neem een borrel! - pakt nən drup.pəl! ===OPSMUK=== * Eau de cologne - ‘rie.kə.də.wou.tər * Een armband - nən bran.zjə.’lee * Een bros (haarkapsel) - ən schor * Een gouden horloge - ən gaa or.’loo.zie * Een haarscheiding - ən schjie * Een halsketting - nə kol.’jee * Een handtas - ən sja.'kosj * Een pruik - ən ‘par.ruuk; ən ‘per.ruuk * Een ring - nə reenk * Een sjaaltje ter decoratie - ə ‘foe.lar.kə * Een vrouw met opvallende, overdreven make-up - ən schmink.djuus * Haar waarin watergolven zijn aangebracht - nə miez.aan.’plie * Haargel - brie.jan.’tien * Hij wast zich - i wast zən ‘ɛ̃.gən; i wast.em * Hoge hakken - juug ‘ie.lə * Iemand met een goed voorkomen - i ee.dən goe ‘dop.zicht * Mooi aangekleed en opgetut - ‘op.gə.tal.juurd * Poeder - ‘poe.jər * Zich elektrisch scheren - schjɛ̃.rən zoon.dər zjiep * Zijn beste kledij aandoen - ‘op.kljien ===PLAATS=== * Aan beide kanten - oun sweers.zɛ̃n * Amerikanen - Amee.ri.’kon.dərs * Antwerpenaren - die van oo.vər ‘twou.tər * België - Bel.lə.gə * Clinge - 'Dol.lan.sə Kling * De Klinge - Də Kling * De kaden - də kwjaan * De meersen - də mjɛ̃.sən * Dendermonde - ‘Djɛ̃.rə.mon.də * Drieschouwen (straat) - Drɛ̃.’schaan * Een dorp - ən durp * Een vrouw uit Brussel - ən ‘Bru:.sə.las * Engeland - ‘In.gə.laand * Ergens - ie.və.ranst * Heirweg (straat) - dən Jɛ̃r.weg * Italië - Ie.'tol.lə * In het midden - ‘taal.vən * Kemzekenaren - ‘Kem.zie.kə.njɛ̃.rən; 'Kem.zjie.kə.njɛ̃.rən * Meerdonk - ‘Mjɛ̃r.donk * Naast - nef.fəst; nee.vəst * Nergens - ‘nie.və.ranst * Rechtdoor - rech.tən.’deur * Sinaai - Snwjaa * Sint-Niklaas - Sin.nə.’klwjaas * Sint-Pauwels (voormalige buurgemeente) - Sin.’paals; Sim.’paals * Stationsstraat - stou.sie.strout * Stekenaars (spottend) - ‘mes.sən.trek.kərs * Temse - Temst * Veldweg op het afgebroken spoorwegtracé (nu: de verharde Spoorzate) - daa roet * Voorhoutstraat - 'Veur.aat.strout * Wegel over de akker tussen het kerkhof en het oude spoorwegtracé (nu: tussen de 2 bogen van de Reinaertlaan) - də Ker.kə.’wee.gəls ===SCHOOL=== * Carbonpapier - kal.’keer.pa.pier * De dag waarop de meester of de juffrouw in de klas werd opgesloten - slui.tər.kəs.dag * De examens (net voor een vakantieperiode) – də prijs.kamp * De kleuterschool - də ‘pap.school; də bə.’wour.school * De lieveling van de juffrouw - də ‘feb.bə.kak * De proclamatie van de schoolrapporten - də ‘prijs.uit.djee.link * De speelplaats - də koer * Een balpen - nən biek * Een boekentas - nə kan.nə.’sjɛ̃r; nə kan.nə.’sjeir * Een hoofdletter - nən ‘blok.let.tər * Een katheder - nə pə.’pie.tər * Een onderwijzeres - ən ‘juf.fra * Een potloodslijper - nə ‘pot.ljuud.scher.pər * Een ringmap; een opbergmap - ən far.də * Een woordenboek - nən diek.sjə.'neir * Gymnastiek - zjie.mə.’nas * Gympen - ‘turn.sloe.fən * Het schoolrapport - dən buu.le.’tɛ̃ * Hij behaalt goede cijfers - i ljiert goe * Hij is geslaagd voor zijn examen(s) - i is ər deur * In de rij staan - in də root stoun * Inkt - int * Kleurpotloden - ‘kleur.kəs ===SNOEP=== * Drank van zoethout - ka.’lie.sən.’dzjap * Een chocoladen figuurtje (van de Sint) - ə pos.’tuur.kə * Een cuberdon - nən ‘toep.neus * Een gelatineus snoepje - ə ‘zjie.zie.pə.kən * Een ijsje - ə pie.lə.kə.’kaat * Een ijsje op een stokje, bedekt met chocolade - nə fries.koo * Een lolly - nə ‘lek.stok; nə ‘lek.kə.stok; nə ‘gat.tə.klet.sər * Een ouwel (gevuld met een zuur poeder) - ən ‘os.tie * Een pomme d’amour - nə rjuun ap.pəl * Een reep chocolade - ən lat sjə.klat * Een snoepje om in de mond te laten smelten - ən ‘bol.lə.kən * Een zoetekauw - ən ‘zoe.tə.muil * Kauwgom - ‘tu:.tə.fruut; ən sjiek * Negerzoenen - nee.gə.’rin.nə.tetn * Pepermuntjes - mun.tə.bol.lə.kəs * Snoepjes in pastelkleur in de vorm van O.L.-Vrouw - lie.və.’vraa.kəs * Stiekem snoep of koekjes uit de voorraadkast wegnemen - i ee.din də kas gə.grwjaad * Zuur snoepgoed - ‘smoe.lən.trek.kərs; ‘mui.lən.trek.kərs; ‘too.tən.trek.kərs ===SPEL=== * Bikkels bij elkaar graaien - schɛ̃.rən * Blad-steen-schaar - ka.lie, lee.pəl of schɛ̃r (In eerste instantie is dit een nogal ruig spel. Het ene team levert spelers die in een rij met gebogen rug tegen elkaar staan. De eerste man van het team staat rechtop tegen een muur met zijn gezicht naar zijn medespelers gekeerd. Hij moet de sterkhouder van de rij zijn. Het andere team springt over en op de ruggen van het team dat in de rij staat. Het team dat springt verliest als een van hun spelers valt; het team dat in de rij staat verliest als een van hun spelers door zijn rug zakt. Pas als de wedstrijd geen verliezer kent moet een variant van blad-steen-schaar uitsluitsel bieden. Die beslissende ronde wordt gespeeld tussen de laatste springer en de man tegen de muur.) * Doen alsof men aan het koken is in een speelgoedkeukentje - koo.kən.’ee.tə.kə speeln op ə kwie.zə.’njɛ̃r.kən * Een grote knikker - nən biel * Een katapult - nə ‘mus.sə.schie.tər * Een knikker - nə ‘mer.rə.bol * Een lijn - ən meet * Een metalen knijper die, ingedrukt door de duim, een klakkend geluid maakte - nə klak.kər * Een schommel - ən bijs * Een schommelpaard - ən 'bij.zə.pjɛ̃rd * Een spel spelen zonder geld of ander gewin als doel - tis vər ‘tuu.tə.fru:t; tis vər ‘kie.kə.vljiez * Een step - ən trot.tie.’net * Een teerling - nən ‘tjɛ̃r.link * Glijden op een ijsbaantje - ‘slie.rən * Haasje-over - ‘bok.skə sprin.gən * Klappertjes voor een speelgoedpistool - moes.kəs * Met ballen tegen een muur gooien en ze opnieuw opvangen - ‘ket.sə.bal.lən * Met een tol spelen - non.nən * Spel waarbij twee groepen kinderen, één aan elke kant van het plein, proberen aan de andere kant te geraken, zonder door iemand van de andere groep getikt te worden. Wie getikt wordt, is 'gevangen' en moet aan de andere kant gaan staan, waarna iemand van zijn groep hem probeert te 'verlossen' door over te lopen en hem aan te tikken, zonder zelf getikt te worden. Wie kan overlopen heeft het voordeel dat hij de tegenpartij vanuit de rug kan aanvallen. De groep die op het einde van het spel het meest kinderen heeft gevangen, wint. - ‘stin.koo * Tafelvoetbal spelen - 'kik.kə.rən; mi də 'sjot.tər.kəs speeln * Tikkertje waarbij één kind eerst op een ander kind jaagt en het probeert aan te tikken. Wie getikt werd moet samen met het eerste kind, hand in hand, verder jagen op de andere kinderen. Zo vormt zich een duo, dan een trio en dan een steeds groter wordende menselijke ketting, die niet mag doorbroken worden in de jacht op andere kinderen. Het kind dat als laatste niet werd aangetikt, wint het spel. - ‘kat.sjə van də bɛ̃n.də * Tikkertje waarbij men niet kan worden getikt als men op een verhoogde plaats staat - 'kat.sjən 'om.juug * Twee bollen, verbonden door een koordje, die zodanig moeten worden bewogen dat ze een ratelend geluid maken - kloo.tər.kəs * Verstoppertje spelen - ‘piep.kən.duik ===TELLEN EN FREQUENTIE=== * Allemaal - am.məl * De even en oneven huisnummers - def.fə en don.əf.fə nu.mə.roos * De negende - də ‘nee.gəs.tə * De twaalfde - dən twelf.stə * De zevende - də ‘zee.vəs.tə * Drie en de derde - drɛ̃ en dən der.də * Duizend - duusd * Een (telwoord) - jien; iejn * Een beetje - ə ‘bit.tə.kə; ə bik.kə * Een handvol - ən ‘af.fəl * Een nummer - nə ‘num.mə.roo * Eerst - jiest; iejst * Geen - gjien; gjin * In twee gelijke delen verdelen - tal.vən.’deur doen * In twee stukken verdelen - in twjie.jən doen * Twee en de tweede - twjie en dən twjie.də * Veel te veel - vil tə veel * Vijf en de vijfde - vijf en də vif.də * Vijftig - fif.təg ===TIJD=== * Altijd al - al.zə.’lee.və * Alweer - wir.ral * Augustus - o.'guus.tuus * Binnenkort - ach.tər.’jien * Daarnet; zonet - zjuust; dər.zjuust; dor.straks; dour.straks * December - dis.’sem.bər * Deze morgen - van.də.’mɛ̃.rət * Een kwartier - ə kor.’tier * Een afgesproken periode loopt ten einde; een bepaalde datum komt dichterbij - tis ont kur.tən * En dan … - en ten … * Februari - fi.brə.'wou.rə * Het is bijna middag - tljuupt ‘tee.gən də noen * Het is buiten nog voldoende helder - tis nog kljɛ̃r * Het is half een - tis al.vər.jien * Het is kwart over elf - tis kort.sjə nou dən el.lə.vən * In de avond - sou.vəs * In de namiddag - sach.tər.’noens * In de ochtend - smɛ̃.rəs * In de voormiddag - ‘tveur.noens * In het duister van de avond of nacht - in dən ‘doon.kə.rən * Januari - jan.nə.'wou.rə * Maart - mjɛ̃rt * Mei - mɛ̃ * Morgen - ‘mɛ̃.rən; ‘mɛ̃.rə.gən * Om de twee dagen - om dən ‘oo.vər.aan.tən dag * Ondertussen - swinst; binst * Onlangs - oo.vər.’lest * Op dinsdag - ‘tis.tags * Op maandag - ‘smoon.dags; 'smoun.dags * Tegenwoordig - tsin.nə.’wor.rəg * Tijdens - binst; swinst * Tot over een week - tot oo.vər acht dougn * Vorige week - də week die gə.pas.seerd is; vər.lee.jə week * Volgende week - tnos.tə week * Weldra - ach.tər.jien * Zo meteen - ‘sef.fəst; ‘tsef.fəst; sə.’biet ===VERTIER=== * De ijzeren constructie met een reeks pinnen waarop met kleurige pluimen versierde stopjes staan (boogschieten) - də prang (van de liggende of staande wip) * De jaarmarkt - də ‘jour.mart * De kermis - də ‘ker.mes; tis ‘ker.rə.mes * De kwast met wollen draden op de kermismolen die je te pakken moet krijgen voor een gratis ritje - də flosj * De tabak - dən 'toe.bak * Een aansteker - nən brie.'kee * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een cowboyfilm - nə ‘koo.bouj.fielm; nə ‘kob.bouj.fielm * Een doelpaal - ən pie.ket * Een duivenmand - ən keef * Een feest - ən fjiest * Een foto van een persoon - ə por.’tret * Een glijbaan - ən rits * Een haring van een tent - ən pie.ket * Een ijsbaan gemaakt van aangestampte sneeuw - ən ‘slier.boun * Een jubileum - nə zjuu.bie.’lee * Een klok om de vluchttijd van duiven te registreren - nə koon.sta.’teur * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een masker - ə ‘mom.bak.kəs * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een penalty - nə pie.'nan.tie * Een podium - ə vər.’juug * Een prentje (bv. in een chocoladereep) - ən ‘bee.lə.kə; ən ‘bie.lə.kə * Een toneelvoorstelling - ə kon.’sjɛ̃r * Een zweefmolen - nə zwier.meu.lən * Er ontbreekt iemand om het gezelschap voltallig te maken - wə man.’kee.rən ie.mand * Het eet- en drankfeest van een vereniging - də ‘smɛ̃.ring * Het schot belandde op de doelpaal - pie.’ket! * Het zwembad - də ‘zwem.kom * Iemand die graag zwemt of graag in het water speelt - ə ‘wou.tər.kie.kən * In gezelschap - in kom.pa.’nie * Kop of munt - kop of let * Nieuwjaar - ‘nu:v.jor * Scheenbeschermers - scheen.lap.pən * Uitgaan - op schok goun; op zwier goun * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank * Vloeitjes (om zelf sigaretten te rollen) - ‘blet.sjəs * Zaal De Kroon - zoul De Krjuun ===VERVOER=== * De autobus stopt bij het bushokje - dən ot.too.bu:s stopt ont bu:s.kot.sjə' * De vuilniswagen - də ‘vul.kɛ̃r * Een aanhangwagen - nə rə.mork * Een bumper - nən baar.’sjok * Een claxon - nən ‘toe.tər * Een kar - ən kɛ̃r * Een motorfiets - ən mot.sie.’klet * Een motorkap - ən ka.’poot * Een nummerplaat - ən plak * Een personenauto (alle auto’s die niet bedoeld zijn voor vervoer van goederen) - ən ‘luuks.vwja.tuur * Een steekwagen met twee wielen - nə pie.rə.’wiet * Een trottoirband - nən bor.’duur * Een vorkheftruck - nə klark * Een vrachtwagen - nə kam.’jong * Een zijspan - ən ‘sie.tə.kɛ̃r * Het Centraal Station van Antwerpen - də ‘Mid.də.stou.sə * Ik heb een kortere weg genomen - kzin bin.nən.’deur gə.’reen * Ik heb vertraging - kem rə.taar * Richtingaanwijzers van een auto - ‘peen.kərs ===VERWARMING=== * Afval van kolen na verbranding - sin.təls * Centrale verwarming - sjo.'faa.zjə * De hendel en de rooster van de kachel om het vuur aan te wakkeren – tschof * Een bundel sprokkelhout of wissen; takkenbos - nə ‘pɛ̃n.sard (Het WNT schrijft ‘pensaard’ met een -d. De betekenis is: een dikbuik, die gelijkenis vertoont met een takkenbos.) * Een kachel - ən ‘stoo.və; ən stoof * Een klein kacheltje; een potkachel - ən ‘duu.vəl.kə * Een kolenkit - ən kjiet; ən 'koo.lə.kjiet * Een pook - nə 'stoof.ouk; nə 'koo.tər.ouk * Een warmwaterkruik - ən boe.'jot * Eivormige kolen - ɛ̃.rə.kooln; mus.sə.kopn * Het vuur aanwakkeren - ‘koo.tə.rən; ‘op.koo.tə.rən * Hout dat in een kachel wordt verbrand - ‘stoof.aat * Houtschilfers - ‘schof.fə.lin.gən ===VLEESWAREN=== * Biefstuk - ‘bief.stik * Blinde vinken - ljuu.zə vin.kən * Boulogne - wit mi zwart * Corned beef - kor.’ned bu:f * Doorregen spek - gə.’ree.gəld spek * Een bloedworst - ən ‘bul.link * Een bloedworst met krenten - ən zoe.tə ‘bul.link * Een frikandel - ən 'kur.rie.wust * Een gehaktbal - ən boe.’let * Een kotelet - ən ‘kor.tə.let * Een vleesbrood - fri.kan.'don; frie.kan.'don * Een worst - ən wust * Gebraden rundvlees - ros.’bu:f * Gehakt vlees - gə.’kapt * Gekookte ham - eps * Geperste varkenskop - grjuust * Gerookt paardenvlees - ‘pjɛ̃r.dən.aank * Gerookt rundvlees - ‘os.sən.aank * Gerookte en gedroogde achterham - raa eps * Het velletje rond de salami - tzwu.zə.kə * Ingedikt, slijmerig, gestold vleesnat, na het koken van vlees - jeugd * Salami - sos.'sies; aank * Soepvlees - bou.’lie * Spek in kleine reepjes gesneden - ‘pie.lə.kəs.spek * Stoofvlees - ker.mə.'nwjaan ===VOEDING=== * 250 gram - ən alf pond * Afgeroomde melk - ‘flut.sjəs.mel.lək * Appelmoes - 'ap.pəl.trut; 'ap.pəl.spijs * Bewerkt voedsel waaraan chemische producten zijn toegevoegd - das sjie.'miek * Boterhammetjes (voor kinderen) - 'boo.kəs * Broodbeleg - ‘toe.spijs * Cacao - ‘kak.ka.joo * Choco - ‘sjok.koo * Chocoladepudding - sjə.’klat.tə 'pud.dink * Drilpudding - 'schud.də.ma.tijs * Een boterham smeren - nən ‘bo.tram brɛ̃n * Een boterham zonder boter of beleg - nən 'drjuu.gən 'bo.tram * Een brood - ən brjuud * Een bruin brood - ə grof * Een ei - ən ɛ̃; ən tie.kən.’ɛ̃ (tegen kinderen) * Een ei dat niet lang genoeg is gekookt, waardoor het eiwit nog niet is gestold - da ɛ̃ is nog nis * Een haring om te bakken - nə ‘pan.jɛ̃.rink * Een haring op azijn - nə ‘pee.kəl.’jɛ̃.rink * Een korst (bv. van brood) - ən kust * Een koude schotel - nə kaa pla * Een omelet - nən ‘ɛ̃.rə.koek * Een peperkoek - nə ‘pom.koek * Een plakje kaas - ən schel kouz * Een spiegelei - ə ‘pjɛ̃r.dən.juug * Een tas koffie - ən zjat ‘kaf.fə * Eidooiers - ‘ɛ̃ .doo.jərs * Garnalen - ‘gjɛ̃r.nors * Gemalen cichorei toegevoegd aan koffie - par.’daf; Buis.man * Gestampte aardappelen - gə.ded.dər.də pə.tetn * Grenadine - ro.’zəl * Griesmeelpudding - ‘smoel.pap * Hagelslag - ‘mui.zə.stront.sjəs * Het eten is klaar - ‘tee.tən is gə.rjied * Honing - ‘eu.nink * Jam - koon.fie.tuur; zjə.’lɛ̃ * Kaas - kouz * Kabeljauw - kab.bəl,'jaa * Karnemelk - 'kjɛ̃.rə.mel.lək * Koffie - kaf.fie; kaf.fə * Kristalsuiker - kries.ta.lie.'zee; kries.ta.lie.'zee sui.kər * Mayonaise - ma.jə.'nɛ̃s * Meel - blom * Middagmaal; warm eten - gə.kokt 'ee.tən * Muskaatnoot - ‘kru.noot; ‘krui.noot * Paling - ‘pou.ling; ‘pol.link * Paneermeel - sja.pə.'luur * Pauze om te eten en te drinken - ‘schof.ted * Rijstpap - ‘ris.pap * Roomijs - krim.'glas * Slagroom - krim.'frisj * Soppen in de koffie - dop.pən in də ‘kaf.fə * Stroop - sa.’roop * Zetmeel (bv. om saus te binden) - pə.tet.blom ===WEER=== * De zon schijnt en het regent tegelijkertijd - ‘duu.vəl.kəs.’ker.mes * Droog weer dat dorstig maakt - tis dus.təg weer * Een bliksem - ən ‘ee.mə.licht * Een flinke regenbui - nə spjiet * Een stortbui - nən drasj * Het heeft gevroren - tee gə.vroo.zən; də ‘vrie.zə.man is gə.wist * Het is drukkend warm - tis doef weer * Het is heel erg warm - tis om tə 'bus.tən * Het is koud - tis kaad * Het regent fel - ‘tree.gənt aa wij.vən; tis ont stront.ree.gə.nən * Het regent lichtjes - 'tzjie.vərt * Het sneeuwt - ‘din.gel.kəs en ul.dər bed ut.gə.schud * Het zal gaan regenen - tis ont oo.vər.'trekn * In de felle zon - in də ‘blak.kə zon * Zwoel weer - tis laf ===ZIEKTE EN ONGEMAK=== * Aambeien - tspeen * Acne - ‘jeugd.braand * Aderontsteking - tflə.’biet * Braaksel - ‘spog.səl * Buikloop - dən ‘af.gank * De stuipen - də ‘ses.kəs * Een beroerte - ən gə.’rokt.ed * Een buil; een puist - nən ‘boe.bəl; nən oe.bəl * Een draai rond de oren; een oorvijg - ən zjie.'flət; ən pjɛ̃r rond zin juu.rən * Een flink pak rammel - ən pan.’doe.rink * Een groot stuk geschonden huid (door schaafwonden, een ontsteking of door roodheid) - ən pla.’mus.tər * Een hoestwerend snoepje met eucalyptus - ə ‘pie.kər.kən * Een injectie - ən pie.’kuur * Een inzinking krijgen na een of meerdere slapeloze nachten, na een langdurige inspanning of na een tegenslag - i krijg zin.nə klop * Een jaap; een gapende wonde - ən gab.bə * Een keelontsteking - ən an.'zjien * Een klap in het gezicht - ən mot * Een korst op een wond - ən roef; ən roef.kə * Een longontsteking - nə ‘flur.ries; nə ‘fleu.ries * Een miskraam - nə ‘mis.val * Een nijdnagel - nə ‘nɛ̃.nou.gəl * Een ontstoken oog - ə ‘pink.juug * Een puist - ən wuf.fəl * Een psychiatrische patiënt - nə zot * Een rammeling; een pak slaag - ən ‘peu.tə.ring; ən ‘smjɛ̃.ring; ən ‘roe.fəl; ən ‘dus.sink; ən ‘toe.fə.link * Een verkoudheid met hoestbuien - ən ‘val.link * Een verkoudheid met loopneus - ən ‘sneu.vring; ən ‘sneu.vrink * Een wonde die blijft etteren - da drougt * Een zweer - ən zwjɛ̃r * Een zwelling die ontzwelt - tis ont zeen.kən * Heftige diarree - tvlie.gənd schijt * Hij heeft een handicap - i is gə.'brek.kə.lek * Hij heeft een spraakgebrek - i sprikt gə.'brek.kə.lek * Hij heeft stress; hij is erg zenuwachtig - i ee də 'zee.nə.wən * Hij is daar gevallen en heeft zich erg verwondt of bezeerd - i ee tor nə wrjie ‘par.rəl gə.’doun; i is wrjie gə.tot.tərd * Hij is door de dokters verkeerd behandeld - i is mis.’mjies.tərd * Hij is gek aan het worden - i slou.tər nef.fəst; i slou.tər langs * Hij is naar het ziekenhuis gebracht - zem.mən em bin.nən gə.doun * Hij is opnieuw ziek - i is ər.’valn * Hij sukkelt al geruime tijd met zijn gezondheid – i is oon.dər də voet * Iemand die enorm veel pijn lijdt – i lig.tə krə.pee.rən van də pijn * Iemand die erge brandwonden heeft - i is ‘pol.fər vər.brand * Iemand die niet helemaal meer gezond is - i is wa ka.’duuk.kə.lek * Iemand die vaak moet gaan plassen - ən 'pis.kaas * Iemand hoest zwaar - i bast (gə.lek nən ond) * Iemand is duizelig, futloos en heeft braakneigingen - i is ‘kol.lək tə pas * Iemand valt bewusteloos - i go van zin ‘ɛ̃.gən; i go van zin zel.vən; i go van ‘zin.nə suus; i valt van ‘zin.nə stek; i go van zin.nə sen.tər * Ik ben aan de beterhand - kzin al veel gə.’bee.tərd * Ik heb een (hart)aanval gehad - kem ən kriez gad * Ik voel me onwel en heb braakneigingen - kzin ‘mot.təg * Jodiumtinctuur - tɛ̃n.’tuur.də.jod; Ar.’tuur.Də.Jood * Ischias - tsie.a.’tiek * Jeuk - ‘juuk.səl * Koorts - ’kur.sən * Lumbago - tvər.schot * Medicijnen - ‘mid.də.ka.men.tən * Men voelt zich niet wel, misselijk of draaierig - kzin on.’pas.sə.lek * Mijn been is gevoelloos - min bjien is vjuus * Niet kunnen ontlasten - nie kun.nə goun * Overmand door emotie - van al.tə.'rou.sə * Paté die de oorzaak is van maag-darmklachten - ries.'keer.pa.tee * Reuma - rum.ma.’ties * Spataders - va.’rie.sən * Tetanus - də klem * Zijn arm ligt in het gips - zin.nən ɛ̃.rəm zit in də 'plos.tər == Reacties == * Alles gaat verkeerd - al.ləs slout ‘tee.gən * Als ik hem te pakken krijg... - ‘az.zək em tə stek.kən krijg... * Als ik in jouw plaats was... - ‘az.zək van aa was… * Als je naar de bakker gaat, ga dan ook eens bij de slager langs - az.gə nor dən bak.kər got, springt (of: sprinkt) dan aan.pas.’saan is bi dən ‘bjien.aar bin.nən * Alstublieft (vanuit enige spot of tegenzin) - nim * Ben je niet goed wijs!? - gə vangt zə zee.kər!? * Ben je wel zeker van je stuk? - … sər.’jeus? * Daar ben ik sterk in! - das min.nə four! * Daar is iets mis - dour schilt wa * Daarvoor kan je gestraft worden (omdat je handelt tegen de wet) - gə zi ‘pak.bour * Dat gaat je niet aan! - get.tər gjien af.fei.rə mee! * Dat is algemeen geweten - das ‘al.gə.mjien gə.kend * Dat is bizar; dat werd niet verwacht - das ko.'miek * Dat is duur - das ‘kos.tə.lek * Dat is een vergissing - das ən mis.sink * Dat is mijn mening - das mijn gə.dacht * Dat is mogelijk, maar er blijven twijfels - da kan * Dat is niets waard; dat is brol - das kam.mə.’lot; das iets van kjes.kə.’schiet * Dat is redelijk - das ri.zə.’naa.bəl * Dat lijkt me het beste - das ‘tzui.vər.stə * Dat scheelt niet veel - da schil nie veel * Dat spreekt voor zich; uiteraard - van.’ɛ̃.gəst * Dat werkt niet, hoor! - da pakt nie, zul.lə!; da gon.nie zun.nə! * De afvoer loopt niet meer door - tis vər.’stropt * De elkaar verschuldigde bedragen zijn betaald - wə ston ef.fən; wə zin kiet * De kattin of de teef moet bevallen - zə moet jon.gə.rən * De kruidenier of slager denkt dat je al het nodige hebt - da zalt gə.wist zin? * De kwalijke gevolgen vallen al bij al nog mee - zon.dər veel ɛ̃rg * De ouders willen weten of hun kind in hun afwezigheid braaf is geweest? - twas ən in.gəl.tsjə, mi ən bee dər.'veur (Het antwoord is schertsend bedoeld.) * Dezelfde problemen duiken steeds weer op - tis van kom vər.drom * Doe al je kleren uit - spil dal.ləs mor uit * Doe je best - wjɛ̃r.do * Door een val is iets volledig kapot - tligt in stukn van.iejn * Door strategie of list iemand verslaan of te slim af zijn - kem.em zui.vər; kem.em bi zin.nə schree.pər * Door zelf bewust een leugentje te vertellen verneemt men na enige tijd de ware toedracht - mi leu.gəs ach.tər də wo.red kom.mən * Dreigen met een lichamelijke straf als een kind zich onhebbelijk blijft gedragen - straks nə klets ‘tee.gən a ‘juu.rən * Een groot deel van de vrouwelijke borsten is zichtbaar - mi hjiel eu.rən ‘tet.tə.kar.ree bljuut * Een artikel is in prijs verlaagd - tis in dən ‘af.slag * Een jongeman heeft nog altijd geen beroepskeuze gemaakt - wa wur.də lou.tər, 'stroont.schep.pər ach.tər dən tram? * Een kennis of familielid woont in het buitenland en komt je bezoeken - i kom.doo.vər * Een kind dat je niet voortdurend in de gaten moet houden - get.tər gjien om.zien nor * Een kind dat niet meer gehoorzaamt - get.tər nieks mjier oun tə zɛ̃.gən * Een kind dat onwennig is bij vreemden - tis jien.an.nəg * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun. * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun * Een kind geeft op zeurderige toon aan dat het dorst heeft - ‘Hed.də dust? ‘Gon.nor Jant.sjə Wust, die ‘ee.dən ‘ond,sjə en die piest in.a ‘mond.sje, die ‘ee.dən ‘kat.sjə en die krabt on.a gat.sjə * Een kind maakt een vuistje. Elke vinger wordt dan uit het vuistje genomen en benoemd, eerst de duim en tot slot de pink. Daarna wordt de vrijgekomen handpalm gekieteld - Ans Knap, 'Pie.le.fluit, Lan.gə Wap, 'Kor.tən Buik, ... Klɛ̃n Pie.tən.'deug.nuut.sjə ... kie.lə, kie.lə, kie.lə * Een kind probeert te hete soep te eten. - ee.da moe.dər a nie gə.’ljierd tə blouzn? * Een kind vraagt het cadeautje terug dat het eerder aan een ander kind gaf - gə.'gee.vən is gə.'gee.vən, tis al lank in del gə.schree.vən * Een kind vraagt naar de inhoud van een gesprek tussen volwassenen, waar het geen zaken mee heeft. - ‘pui.tən.our in də Kwak.kəl (de Kwakkel is een gehucht buiten het centrum) * Een kind zegt dat het iets niet kan - zet.ta kan in də goot! * Een klant rondt een te betalen bedrag af naar boven (geeft dus een fooi) - tis zjust gə.past * Een man wordt dikker na zijn huwelijk - i stod.op ən goei wɛ̃ * Een netelige kwestie - ən ‘dil.lə.kou.tə zouk * Een nieuwsgierig kind vraagt met wie volwassenen spraken - Mie.lə.kən Dən ‘Ui.lən.daan.sər (De voornaam mag dan vertrouwd klinken, het tweede lid van de fictieve familienaam moet het kind doen inzien dat het geen zaken heeft met het gesprek.) * Een opdracht is slecht aangepakt of rommelig afgewerkt - tis van kjes.kə schiet * Een stof die vergaan is - tis vər.duurd * Een vloek - vər.’doe.mə; miel.’jɛ̃r.də; də.’dzjuu * Een vloek in de overtreffende trap - ‘god.miel.jɛ̃r.də ‘vlam.məs.tə * Een voorwerp is helemaal door een ander voorwerp gegaan - tging ər ‘los.sən.deur * Een vraag die men niet kan beantwoorden - 'dak.kət nie.jən weet * Een vrouw die trouwt terwijl ze al in verwachting is - tis van moe.təs * Een vrouw vraagt haar man waarom hij zo laat thuis is - wə zin nog is nou.gə.wist (De man is onderweg nog naar een of meerdere cafés geweest, en met deze reactie vermijdt hij het woord ‘café’ te gebruiken.) * Een weinig appetijtelijk allegaartje; een mengelmoes - nə ‘miek.mak * Een winkelier wil een kind een snoepje aanbieden - wil.də snoe.pə.rən? (Als de moeder aanwezig is: mag um snoe.pə.rən?) * Er dreigt een straf - gə ries.’keer.dən straf * Er is geen haast bij - tpres.’seer nie * Er is onzorgvuldig werk afgeleverd - tis alf zin gat gə.doun * Er komt ergens veel volk samen - da was dor ‘nog.al ən bə.’gan.kə.nis * Er was heel wat aan de hand! - da was dor ən jiel bə.doe.nink! * Er zit houtworm in de plankenvloer - dər zit mulm in də plan.'sjee * Er zitten heel veel muggen (of: vliegen, slakken, donderbeestjes etc.) - das ier vər.’gee.vən van de mugn * Fictie op tv toont onwaarschijnlijke zaken en is de werkelijkheid niet - das al.lə.moul mor tel.lə.'vies * Flauwe praat - flaa.wən truut * Ga uit de weg! - mikt o!; ut min.nə schiet.lap! * Ga weg! - bol ət af!: dour is tgat van dən ‘tem.mər.man * Gedraag je fatsoenlijk! - gə.droug da kon.və.nou.bəl! * Geduld! - pa.’sjɛ̃n.sə! * Geef eens een handje (gevraagd aan een klein kind) - gif dis ə ‘pol.lə.kə! * Geef haar een schop onder haar kont - gif tər nən trok oon.dər ər gat! * Geef hem ervan langs! - toef.tər op! * Geen band met iemand hebben en die persoon zelfs mijden - ik kan nie mi em om * Goed gedaan! - sja.poo! * Goedendag (in het voorbijgaan op straat) - dzjuir; uij * Haast je wat! - af.fə.’seer do!; spoej do!; ost o! * Het gaat niet slecht, maar ook niet goed - kom.sie, ‘kom.sa * Het is heel druk, maar niets verloopt geordend, waardoor de zaak nauwelijks beheersbaar is ; een overrompeling - das ier ə ‘zot.tə.kot * Het is helemaal kapot - tis ‘jie.lə.ganst in fruut; tis in stukn van.iejn * Het is maar om te lachen; je moet dat niet ernstig nemen - tis mor om tə 'zwaan.sən * Het is tijd om te gaan slapen (tegen een kind) - wə gon doo.’doo.kəs doen * Het is zoekgeraakt of kwijt - tis rie.bə.də.’bie * Het kan me niet schelen! - tkan mə nie bom.mən! * Het moet correct zijn - tmoet zjuust zin! * Het valt mee - tis 'mee.gə.slou.gən * Hij blijft boos en wil van geen verzoening weten - i wɛ̃.rəkt zin.nə kop uit * Hij doet het helemaal verkeerd - i doe.dət koon.tə vər.kjierd * Hij heeft dikke pech; hij is in de luren gelegd - i is gə.’zjost * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hij heeft er geen plezier aan beleefd - i ee.tər gjin gə.niet van gad * Hij heeft het uitvoerig uitgelegd - i ee.dət int laank en int brjied ui.də doe.kən gə.doun * Hij heeft zijn werk goed gedaan - i eet zin də.vjuur gə.doun * Hij is een winkel nog geld schuldig - i 'sto.dop də poef * Hoe dom kan je zijn!? - waf.fər nə mut.tən zid.də gij!? * Hoe kan ik zo fout zijn!? - oe kan.nək zjuu a.'bu:s zin!? * Hoe laat is het? - wa.duur ist? * Hoepel op! - kust min gat! * Hou er nu maar mee op! - ge.dal on.dərd! * Hou je mond! - ‘aa.don.nə kwjɛ̃t!; ‘aa.da toot!; 'aa.da smoel!; 'aa.dan.nə smik.kəl!; ‘aa.don.nə kweb.bəl! * Hou je smoel! (heel dwingende toon) - ‘aa.da ‘bak.kəs! * Iemand aanmanen zich rustiger of beleefder te gedragen - ‘gog.gət zju wa! * Iemand aanporren die talmt - wa.'njier god.də na (ɛ̃.gə.lek) in gaank schietn? * Iemand beeldt zich wat in - das al.lə.moul ‘man.zjə.nie * Iemand berispen - kzal zin pan is in.'vetn; kzal em zin saas is gee.vən * Iemand de zekerheid geven dat een afspraak wordt nagekomen - tzal nie man.’keern * Iemand die aanstalten maakt te betalen laten merken dat hij dat niet moet doen - lot mor zitn * Iemand die bij het kaarten probeert de kaarten van een andere speler te bekijken - gij sə gie.’raf! * Iemand die de puntjes op de i wil - da stikt naa * Iemand die fout inschatte hoe zwaar een opdracht was - i ee dəm mis.’pakt * Iemand die geluk heeft - nə sjan.’saar; nə ‘piet.zak; nə gə.’luk.zak; i ee ‘mee.val; i ee ‘doe.rə,sjaans * Iemand die het leven na het overlijden van de echtgenoot niet meer ziet zitten - das.sə mi uk mor kom.mən ou.lən * Iemand die kaal wordt - i ee dour mi ka.rak.tər, tvalt lie.vər uit as grijs tə wor.rə * Iemand die lang op stap is en niemand weet hoe of waarheen - i is op ‘va.droej * Iemand die onnozele praat vertelt of onzinnige argumenten gebruikt - gə zi nə ‘zjie.və.rjɛ̃r! * Iemand die op veel onwil, tegenkanting of verzet is gebotst - i ee tər nə post gə.pakt * Iemand die pijn heeft vraagt een pijnstiller - gif mi is ən ‘poe.jər.kə Də Man (eigenlijk is de merknaam Mann) * Iemand die schijnbaar doelloos aan het werk is en geen vooruitgang boekt - wa ‘sto.də dor tə ‘des.tə.rən? * Iemand die veel durft; hij is me er eentje! - tis ‘nog.al nə kas.’taar! * Iemand die veel geld heeft - i ee veel kluitn * Iemand die voor de sfeer zorgt en plezier maakt - tis nə ‘leu.tə.gən * Iemand die voortdurend van hier naar daar loopt en telkens maar kort aanwezig blijft - i doe.tə pa.’troe.lə * Iemand die ze niet op een rijtje heeft - i is nie zjuust in zin ‘boo.və.kom.mər * Iemand die zich niet laat doen - i lot əm nie vər.’kib.bə.zak.kən * Iemand die zijn luxe overdreven etaleert - i is vur dən 'uit.kom * Iemand gaat plots weg - i is də piest in; i is də piest uit; i is roe.fəl.də.pijp; i is rie.bə.də.’bie * Iemand gedraagt zich alsof hij overal de baas is; iemand met kapsones - i ee veel zjest en zjaar; tis nə 'stree.kə.mou.kər * Iemand heeft de (sociale) regels erg overtreden - da got.tər oo.vər! * Iemand heeft de aard van en gedraagt zich als zijn pa of ma - i eet ət van gjien vrem.də * Iemand heeft iets onverwachts gedaan - da zud.dəm nie ‘oun.gə.’gee.vən em.mən * Iemand heeft iets onverwachts gedaan of houdt er vreemde ideeën op na (wat af te keuren is) - gij zin.nə fris.sə, gij! * Iemand heeft veel pech of tegenslag gehad en is daardoor de moed verloren; iemand ziet het niet meer zitten - i ee gjie.nən ie.vər nie.mjier * Iemand heeft zinnige dingen te vertellen - naa juu.rək a kou.tən * Iemand hetzelfde wensen (bij de nieuwjaarswens) - vans.gə.’lij.kən * Iemand is fel vermagerd - i is nog tvel oo.vər tbjien * Iemand is niet snel tevreden en maakt voortdurend opmerkingen - i eet veel ‘kom.plə.men.tə; tis ‘nog.al wa gə.’schee.tən * Iemand is op reis - i is op vwja.'jo.zjə * Iemand is op stap - i is op trot * Iemand is verbouwereerd - i is də kluts kwijt * Iemand is verdwenen zonder dat het werd opgemerkt - i is ər van oon.dər gə.muisd * Iemand is verkouden - ed.də mi o gat bljuut gə.leegn? * Iemand krijgt een uitkering van de ziekteverzekering - i sto.dop də zie.kə.kas * Iemand laat zien dat hij erg bang is - i doe.din zin broek van schot.tə * Iemand lijkt erg deugdzaam, maar is dat niet - gə zud.dəm də com.’mu:nə gee.vən zoon.dər tə biech.tən * Iemand maakt van zijn oren - i mokt van zin la'wɛ̃t; i mokt van zin.nən tak * Iemand moet een plasje gaan doen - kmoet nor də ‘klɛ̃.nə koer; kmoet ən ‘pies.kə gon doen * Iemand motiveren om niet snel op te geven, te blijven proberen en te blijven leren - das ən op.pak.kən! * Iemand neemt een emotieloze houding aan en is met geen stokken meer vooruit te krijgen - i zit dor gə.lek nə puit op nə kluit * Iemand stelt de zaken mooier of anders voor dan ze zijn - i gif.tər nən drwjaa oun; i vər.drwjaat də zouk * Iemand verzoeken via de achterdeur het huis binnen te komen - kom.mor langs ach.tər (of: ach.tə.rən) * Iemand welkom heten - kom bin.nə en zet o!; pakt nə stoel en zet o! * Iemand wil weten wat er gaande is en vraagt 'wa.dist?' ('wat is er?'), maar men heeft geen zin om op die vraag te reageren - ə pjɛ̃rd da pist! * Iemand wil zaken met je ruilen - wa krij.gək in də plots? * Iets dat een zaak meer uitstraling of waarde geeft - da gift ka.sjet * Iets dat toch niet helemaal zeker is - gə wit.ta njuut; gə wit.ta njuut nie * Iets hoort niet bij de rest - da stikt af * Iets is heel lastig of moeilijk - a.maj, min.nə frak; a.maj, min kljuu.tən * Iets is niet correct afgewerkt - tis mor 'al.və.lings gə.doun; tis mor 'alf.zin.gat gə.doun * Iets is van goede kwaliteit - das goe.jə mar.sjan.’dies * Iets is verstrengeld en daardoor moeilijk los te maken - da zit in də knos.səl; tis in de war.rəl * Iets loopt slecht af of is slecht uitgevoerd - tis van dən ond zin voe.tən * Iets vlakaf zeggen (bij wijze van samenvatting en meteen ook de verontschuldiging als men te hard zou zijn overgekomen) - das kurt en goed gə.’zeed * Ik ben bijna klaar - kzin vɛ̃r kljɛ̃r * Ik ben de hele dag in de weer geweest - kzin də ‘god.gan.sən dag ‘bee.zəg gə.wist * Ik ben erg geschrokken van je reactie! - wad.də! * Ik ben ervan aangedaan - da ee mi gə.’rokt * Ik ben ervandoor - kzin ‘schup.pəs * Ik ben gehaast - kzin gə.pres.seerd * Ik ben helemaal op; mijn bobijntje is op - kzin ‘ten.nən * Ik ben iets vergeten door me te haasten - kzin wa in də rap.tə vər.’gee.tən * Ik ben moe; ik heb het gehad - tschoup is də preut af * Ik ben voor schut gezet - kzin in 'af.froon.tə gə.valn * Ik doe in deze zaak geen inspanning meer - foert! * Ik erger me daar erg aan - tis om.mo kas op tə fretn * Ik ga me daar niet aan wagen - ik go mi nie a.və.’tuu.rən * Ik geloof het helemaal niet; ik ga niet doen wat je vraagt - jaa, dag jan!; ta.raa.ra! * Ik heb de gelegenheid nog niet gehad - ken dok.'ko.zie nog nie gad * Ik heb er een afkeer van - kem.mər nən dwjɛ̃g van; da stikt mi tee.gən * Ik heb geen zin - kem gjien ‘goes.ting * Ik heb hem te pakken - kem em tə stekn * Ik heb te veel gegeten - kzin oo.vər.'boeft * Ik heb te weinig plaats (bv. om comfortabel te zitten of ergens langs te komen) - tis tə nipt * Ik kom onmiddellijk - ik kom gə.lijk * Ik kon er niets aan doen - kos.tər nieks on doen * Ik krijg de schuld; ik ben de pineut - ken də ‘boo.tər gə.fret * Ik krijg het van jou op mijn heupen - i krijg van aa də ‘ses.kəs! * Ik loop achter op mijn (werk)schema - kzin tən ach.tər * Ik moet ergens naartoe, maar ik zal snel terug zijn - kmoet rap oo.vər en tweer * Ik versta je niet, herhaal dat eens a.u.b - wad.də!? * Ik was er me niet bewust van - kat.tər gjien ɛ̃rg in * Ik word altijd als laatste gekozen - ik schiet al.tid oo.vər * In de herinnering rondt men een bedrag dat iets hoger lag dan 50 frank af naar beneden - twas fig.təg frang en on.ef.fən * Ja, hoor; maar natuurlijk! - jaat * Je bent erg bedankt! - nən dik.kə mer.’sie! * Je bent wel erg laat met je voorstellen of met je acties! - en dor kom.də nou mi af! * Je broek staat open - a spriet sto.’doo.pən! * Je hebt er geen zaken mee! - get.tər gjien ‘uit.stouns mee!; get.tər gjien af.’fei.rə mee! * Je hebt het fout; je raakt je doel niet (bv. het oog van de naald) - gə zit dər nef.fəst * Je hebt het geluk aan jouw kant; het zit je helemaal mee - gi boft ‘nog.al! * Je hebt veel tijd nodig hebt om een klus te klaren - op die.nən tijd god.də nor Bruu.səl * Je houdt me voor de gek - gə zim.mi op flesn ont trekn; gə zi mi op ‘stoe.pə.kəs ont trekn! * Je moet geen onnodige risico's nemen - angt dən eld nie uit! * Je moet het nu niet meer proberen goed te maken! - gə moet naa nie.mjier af.kom.mə! * Je moet je haar laten knippen - gə moet a ka.lot lou.tən 'af.doen * Je moet kordaat optreden! - mok.tər kom.'af mee! * Je moet gehoorzamen - gə moet lus.tə.rən * Je moet niet langer de schijn ophouden - stop mor mi die sie.nə.maa * Je moet nu niets meer doen en zwijgen! - roer.da nie! * Je neemt een loopje met de waarheid! - gə ‘zit.tər mi ont ‘zwaan.sən!; gə 'zit.tər mi ont 'la.chən! * Je pakt het helemaal verkeerd aan - gə 'doe.dət 'koon.tə.vər.kjierd * Je weet wat je moet doen - gə wit wa.do tə doen stot * Je zal verplicht worden te betalen! - gə zut moe.tən ‘af.dokn!; gə zut moe.tən ‘lam.mə.rən! * Kom ik ongelegen?; stoor ik niet? - is ər gjien bə.let? * Laat hem maar doen - lot əm mor bə.’tɛ̃n * Laat me even tot rust komen! - lot mi ef.kəs op min ef.fə kom.mən! * Laat ons eens overleggen en samen tot een besluit komen - lo.tons is ri.zə.’nee.rən * Laat ons hopen op een goede afloop - a.la.bon.eur * Leg het eens uit! - eks.plie.’keert da is! * Leg je oor te luisteren en probeer meer te weten te komen - oon.dər.’juur.ta nə kjier * Luxe is overduidelijk aanwezig - mi veel tra.la.’laa * Maak dat je op tijd bent! - 'mok.dag.gər in tits.zit! * Maak dat je wegkomt! - foert! * Maak mijn groeten over - doe.sə də ‘kom.plə.men.tə * Men beweert iets maar men is niet helemaal zeker - kwil ər van.af zin, mor… * Men beweert iets met stellige zekerheid; wees maar zeker! - zun.nə! (bv. zis kon.'tent, zun.nə) * Men brengt na de begroeting het gesprek op gang - wa nuus?; en oe ist aan.dərs? * Men checkt of de ander je standpunt goed heeft begrepen - vər.stod.də mi? * Men denkt dat iemand moeite zal hebben om zich aan een nieuwe situatie aan te passen - tzal em ə gat.sjə vou.rən! * Men denkt dat iemand nog een grote inspanning moet leveren - i go zin.nə pjɛ̃.rə nog zien! * Men denkt dat iemand pas later de psychische gevolgen van de huidige tegenslagen zal ervaren - i zal zin.nə ‘weer.bots nog wel krijgn * Men doet iets niet graag maar het moet worden gedaan - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Men gaat na of er een zaakje te doen is of een voordeel te bekomen is - 'val.tər ier nog wa tə 'rou.pən? * Men gaat nog wachten vooraleer te handelen - kgon.nət nog ef.fəs ‘af.zien * Men geeft aan dat iets muf ruikt - da riekt vər.’duft * Men geeft aan dat men iets graag lust - das min.nə meug * Men geeft aan dat men niets heeft gedaan wat niet mocht - da.waz.zə kik nie! (in een uitroepende zin wordt het voornaamwoord niet verkort) * Men geeft aan dat men verschrikkelijk hard moet werken - ge moet dour a kljuutn ‘af.drwjaan * Men geeft de raad zijn lief te dumpen - lot zə zitn! * Men geeft een stille wenk - kad zjuu gə.docht * Men geeft te kennen dat men niet verder wil discussiëren - al.li, get dən ‘dik.stən! * Men geeft te kennen de ander niet zomaar te vertrouwen - kzin nie ‘ach.tər.lək * Men gooit je iets toe - a.zjuu smij.tə zə də ‘keu.nink zin ‘and.schoe.nən uk * Men handelt anders dan gewoonlijk (bv. stipt op tijd zijn maar vandaag te laat komen) - das nie van zin gə.'wen.tə * Men heeft blijkbaar niet gehoord wat er werd gezegd - zit.tər prut in a juur? * Men heeft geen fut meer waardoor elke uitnodiging voor een gezamenlijke ontspannende activiteit wordt afgewezen - ach, mi keend, kzin al blɛ̃ dak tlee.vən en * Men heeft nog heel wat te doen vooraleer een taak is afgehandeld - get.tər o wɛ̃.rək mee * Men hoopt dat een voornemen tot resultaten leidt of dat een plan goed wordt uitgevoerd - 'a.la bon.'uir * Men is aangenaam verrast over de kwaliteit - sjie.kə ‘din.gəs * Men is een loer gedraaid, maar men kan er al bij al nog schamper om lachen - gi sə vui.lən ond! * Men is geschrokken - da was vər.’schiet.ach.təg; kvər.’schoot mi nən bult! * Men is helemaal niet bereid te doen wat werd gevraagd - da zie.də van ier * Men is het gezeur en geklaag beu - wa was mə.da ən gə.grjɛ̃f * Men is het niet eens met de ander; toch wel! - tən.’doet! * Men is ontgoocheld over de reactie van de andere - ‘al.li.na?! * Men is sterk verbaasd - a.’god.mar.ja, wa zeg.də ‘naa?!; a.maj! * Men is verontwaardigd - wa is mə da na!;da trek.tər na toch nie op! * Men is zeker dat wat men beweert correct is - da is! * Men kan elkaar niet uitstaan - das piek.a.piek * Men kent een nieuwtje en wil de ander nieuwsgierig maken - grjout is wad.dək gjuurd em? * Men keurt de manier waarop iemand zich heeft aangekleed af - oe zi.də gij naa ‘oun.gə.stekt!? * Men krijgt te maken met een erg trieste of pijnlijke situatie - das vrjied * Men maakt zijn standpunt duidelijk - vur min part * Men maant iemand aan om iets snel te doen om zo een aanslepend conflict te vermijden - ‘doe.ta a.gaa * Men meent de oorzaak van een probleem te kennen - tkan.nie mis.sən (bv. tkan nie mis.sən da.ti 'bui.tən is gə.zwierd, want i was njuut op tijd) * Men neemt afscheid en herinnert eraan dat er afspraken zijn gemaakt (ook: stopwoord bij het afscheid) - lek da tgə.’zeen is * Men minimaliseert de omvang of de ernst van een probleem of van de inspanning die men geacht wordt te doen - as.'ta.mor.is * Men probeert een kind tot gehoorzaamheid te dwingen door het bang te maken - as gə nie lus.tərt, 'gee.və.ka.mee mi.də 'schjei.rə.sliep * Men raadt aan een vrouw te zoeken die veel geld heeft - pak.tər o mor jien mi veel sɛ̃ns! * Men regeert afwijzend op iemand die een boer laat - gift die.nən boer nə stoel! * Men snoert iemand onvriendelijk de mond (ook spottend bedoeld om te beklemtonen dat een persoon weinig beslissingsmacht heeft) - gij ed.dier nieks tə bas.sən! * Men spreekt over iemand die hogere studies heeft gedaan - i is gə.ljierd * Men staat er een beetje afwezig of ongeïnteresseerd bij - i stot.tər tə koe.kə.loe.rən * Men verdenkt iemand ervan dat hij bedrog pleegt of de kluit belazert - zid.də wir ont pjuu.tə.rən! * Men veronderstelt dat iemand niet goed is opgevoed en uit tegelijkertijd afkeuring voor die opvoeding - oe zid.də gij op.gə.bracht!? * Men vindt dat de oplossing van een probleem niet dichterbij komt - tis nieks gə.nod.dərd; tis gjien a.’vaans; das nieks gə.kurt * Men vindt dat iemand domme of onnozele dingen zegt of doet - zid.də op an.nə kop gə.val.lə? * Men vindt dat iemand zich aan het overhaasten is - gə zi zjuu 'os.təg!? * Men vindt dat men met goed materiaal te maken heeft - das gjie.nə krot * Men vindt de situatie erg onprettig, ongemakkelijk of zorgelijk - tis tjien en taan.dər * Men vreest dat iemand de gevolgen van een ziekte of tegenslag pas later zal ondervinden - i zal ‘zin.nə ‘bots nog wel krijgn * Men vreest dat vader een beslissing weer niet zal goedkeuren - on.zən aan zal wel wir nie tak.'koord zin * Men vreest voor een slechte afloop - dour kom.mə mal.’eurn van * Men weet iemand zijn naam niet meer - ik ken a van ziens * Men wenst iemand op het einde van een gesprek het beste - sa.luu en ta.mu:.zə.ment; a.mə.’zeer.da * Men wil dat de ander goed beseft wat er speelt - ag.gə da mor wit! * Men wil dat iemand ophoudt met tegenspreken - aa don.nə fran.kən teut mor al! * Men wil de andere verzekeren dat het beloofde ook wordt gedaan - gə kun.tər van.op.oun * Men wil een jongen plagen en laten uitschijnen dat hij verliefd is of veel met meisjes omgaat - gə zin.nə ‘mes.kəs.zot! * Men wil een probleem aankaarten of iemand heeft het net over een probleem gehad - tis nog.’al iets, i! * Men wil een vrouw in een slecht daglicht plaatsen - tis ən trien! * Men wil meebeslissen in een zaak die je ook aanbelangt - kmoet dər uk min.nə zeg ovər doen * Men wil niet nadenken over wat er allemaal verkeerd kan gaan - kmag.gər nie goe op pɛ̃zn * Men wordt geacht een wederdienst te bewijzen of je hebt van iemand een wederdienst gekregen - tjien plə.zier is tan.dər wjɛ̃rd * Men wordt gevraagd actief deel te nemen maar men heeft geen fut of geen zin meer en weigert - lot mi, kzin blɛ̃ dak tlee.vən en * Men ziet een heftig gevecht - as.sə ma.kour də ‘es.səs mor nie ‘in.sloun * Men ziet elkaar terug en brengt het gesprek op gang - oe ed.do? * Men ziet of hoort iets dat ongepast, beschamend of ongeloofwaardig is - gə zi.gi zot 'zee.kərst! * Men ziet veel mensen die een plaatsje willen bemachtigen door te trekken en te duwen - da was dor ‘nog.al ə gə.drum * Men ziet veel mensen passeren - das ier nog.al ən bə.gan.kə.nis * Mijn geheugen laat me even in de steek - i kan dər nie ‘op.kom.mə * Na een bezoek aan een winkel besluit men om toch nog niets aan te kopen - kgon.dər nog.is oo.vər peizn * Natuurlijk ga ik! - van.’ɛ̃.gəst gon.nək! * Neem mij als voorbeeld - kikt nor mij; pakt mij na * Nu heb ik wat meegemaakt! - naa em.mək wa veur gad! * Op het laatste moment - op də nip.pər * Probeer me niet uit te dagen! - ries.’keer da nie! * Proost! - schol; san.'tee! * Toast bij het drinken - da.wə zə nog laank meugn meugn * Tot de volgende keer! - tot iejn van dees dou.gən! * Uitroep van medelijden - ‘och.got.tə.kes (indien sarcastisch bedoeld wordt de eerste lettergreep gerekt en ligt de klemtoon op de tweede lettergreep: ouch.‘got.tə.kes) * Van lage kwaliteit - das bucht; wan.nə krot is mə da! * Vanaf de puberteit begint een kind meer dan vroeger te eten - i is in zin.nən eet * Verstop je! - vər.’dukt a!; vər.stikt a! * Vol gas! - plan.’sjee! * Voor mij is het om het even - vur mij is tjien.dər * Vragen hoe laat het is - kik.is op a or.'loo.zjə - kik.tis op dor.'loo.zjə * Waar ga je heen? - wour god.də nor.toe? * Wacht eens even, klopt het wel wat je zegt? - ouw zee.kər, is.da wel zjuust? * Wanneer komen we nog eens tezamen? - wan.njier kom.mə wə nog is tjuup? * Wat blijft er voor mij over? - wa schie.tər vur mij oo.vər? * Wat heb je je nu laten opdringen? - wa həd.da naa lou.tən op.sol.fə.rən?  * Wat heb je nodig? - wa ed.də van.’doen? * Wat voor een bizar voorstel doe je nu!? - mi wa kom.də nou af!? * Wat voor een gulzigaard ben jij! - wa.sə nə schroep zid.də gij! * Wat voor een serpent ben jij! - gi.sə ros! * We gaan hem eens voor schut zetten (maar zonder kwade bedoeling) - wə gon.dər em is deur.sleu.rən * We hebben het gezellig - wem.mən oonz am.mə.zou.sə * We verdragen hem niet; we kunnen hem niet uitstaan - we keu.nan em nie af * Welterusten - slop.pal * Werk verder! - doe vjuurt! * Wie heeft er hier een windje gelaten? - wie ee.tər ier gə.prot? * Ze is in verwachting - zis in pos.’sie.sə * Ze loopt er pront bij (maar ook: ze is hovaardig) - zis ‘grjuut.səg * Ze volgt een dieet - zə sto.dop rə.’giem * Zoek je ruzie? - zoek.tə mot?; zoek.tə am.bras? * Zou dat wenselijk of mogelijk zijn? - zu.da? == Uitdrukkingen == * Als je bij wiezen maar één hoge kaart van een bepaalde kleur hebt, bv. de dame (waar je dan weinig of niets mee kan doen) - ən bljuu.tə dam ("nən bljuu.tə zot" heb ik nooit gehoord) * Als je een zaakje wil doen omwille van de voordelen, dan moet je er de nadelen bij nemen - das də bluts mi də buil * Blijf er met je poten af! - ‘blif.tər mi a ‘tin.gəls af! * Chinese vrijwilliger zijn; op een overtreding worden betrapt - kem ət on min.nə ‘rek.kər * Daar krijg je nog problemen mee! - dour god.də nog lij.nən mi rjuun * Daar zijn we vanaf! - da em.mə ach.tər tgat! * Dat ben ik erg beu - da angt min keel uit * Dat doe ik niet! - ge kun.zə kus.sən! * Dat is geen nieuws - das aa vuil * Dat is helemaal niet correct - da klopt van gjien kan.tən * Dat is lang geleden - das van de jou.rən stil.lə.kəs * Dat is overdreven - das bi də ou.rən gə.trokn * Dat is spijtig; dat is heel erg - das zoon.də * De regels voor het welvoeglijke, het wenselijke of het toelaatbare zijn te vaak overtreden - tgot oo.vər zin aat * De rekening is fel overdreven - dər is mi ə grjuut (of: dik) ‘pot.ljuud gə.’schree.vən * De toestand is vrij dramatisch - tzin nog.al lap.pən * Denk maar niet dat ik nog langer gedienstig ben en alles doe wat je wil - stop mor al mi al die ser.və.'tuu.tən! (eigenlijk: erfdienstbaarheid of servituut) * Een bits antwoord krijgen - ən snaa en ən beet; ə schjief antwoord krijgn * Een kind dat al de maniertjes van volwassenen aanneemt - tis nə ‘klɛ̃.nə ‘grjuu.tə * Een kind dat niet kan stilzitten; een ADHD’er - ə kwik.kəl.gat (verwijzing naar het vloeibaar metaal kwik dat wegspringt als je het probeert vast te nemen) * Een kind dat tegen de normale gang van zaken in, braaf lijkt te zijn - tis pər.’sies ən ei.ləg ‘bie.lə.kən * Een kind dat verwend is - tis nən bə.’dor.vən daans; tis nən bə.’dor.vən stroont * Een kind dat, na het spelen, heel vuil is geworden - i zie zjuu zwart as ‘mjuu.rə.kəs gat * Een man lacht zijn bierbuik weg - goei mar.sjan.die.zə stod oon.dər ən af.dak * Een ongeordend zootje van alles en nog veel meer - jiel dən ‘ba.ta.klang; jiel dən ut.sə.kluts; jiel də miek.mak; nen ‘an.nə.kəs.nest * Een plasje gaan doen - kgo kijkn of.dak nog ə man.nə.kə zin * Een vrouw van wie de man vaak uithuizig is - ən ‘lee.vən.də weef * Er is een vrouw verkracht - zem.mən ən vraa gar.ran.'zjeerd * Er was een felle ruzie - tee.tər gə.'klet.tərd; tzat.tər ‘boo.vən.ɛ̃rms op * Er was eerst onenigheid, maar nu zijn de problemen opgelost - tis wir ‘koe.ken.bak * Geen geluk hebben - mal.’sjaans em.mən * Grote schoenen - ‘oo.vər.zet.tərs * Heel snel - op nə kik en nə mik * Helemaal niets - rjɛ̃n də knots * Het ga je goed! - sa.luu ən də wind van ach.tər! (De reactie kan ook ironisch bedoeld zijn als men blij is wanneer iemand ophoepelt.) * Het gaat niet snel vooruit - da go.’dier vər.uit lek ‘bjuu.nə knjuu.pən * Het is heel stil - das ier tstil.stə van də mis; də muizn zitn in tmeel * Het is in orde!; ik heb het voor elkaar - tis (dik) in də sja.kosj! * Het is om zeep - tis nor də kljuu.tən * Het lied dat men het liefst hoort - min lijf.stuk * Het loopt in het honderd - da drwjaat ier vier.kant * Hij doet geen grote inspanning; hij trekt het zich niet aan - i voug.tər zin botn oun * Hij dramt door over de schadelijke gevolgen van wat eigenlijk maar een futiliteit is - i mok.tər nog.’al ə spel van! * Hij gaat slapen - i krupt in zin.nə nest * Hij gedraagt zich heel gek - i is zjuu zot as ən ‘ach.tər.deur; i ee nə slag van də meu.lən gad * Hij heeft dat heel snel gedaan - i ee.da gə.doun in nə kik en nə mik * Hij is bang - i nipt zə * Hij is blut - i ee gjie.nə rot.tə frang; i ee gjie.nə rot.tən bal * Hij is dronken - i ee.dən stuk in zin kroug; i ee.dən stuk in zin voetn * Hij is erg mager geworden - i is nog tvel oo.vər tbjien * Hij is ergens langer gebleven dan gepland - i is blij.ven plakn * Hij is in een arm gezin geboren - i is ui.tən ɛ̃.rəm broek gə.schud * Hij is misnoegd - i lot zin lep angn * Hij kan veel verdragen - i ee nən brjie rug * Hij kent iedereen - i kent God en klɛ̃n Pjie.rə.kə * Hij kon al dat werk niet gedaan krijgen - i kost da nie ‘bol.wɛ̃.rə.kən * Hij krijgt zijn deel van de erfenis - i krigt zin port * Hij maakt snel vorderingen; hij amuseert zich kostelijk (bv. op de dansvloer) - i go nog.’al nə gank * Hij maakt van zijn oren - i mokt van zin.nən tak * Hij valt in de smaak bij het andere geslacht - i ee veel oun.trok * Hij weet van niets - i wit van toe.tən noch blou.zən * Hou je goed! - aa.da struis! * Iedereen werkt op zichzelf, zonder gemeenschappelijke afspraken, waardoor tegenstrijdige besluiten worden afgekondigd en chaos ontstaat - ə ‘zot.tə.kəs.spel * Iemand aanmanen geen ijdele hoop te koesteren - kzun dər min ‘bjuun.tsjəs nie op tə wjiek leg.gən * Iemand aanmanen iets te doen - ach.tər zin ‘vod.dən (of: gat) zitn * Iemand aanmanen niet langer onzin uit te kramen of onwaarheden te vertellen - wast o weezn! * Iemand bij de kraag vatten (ook letterlijk: iemand immobiliseren door hem bij het nekvel vast te pakken) - kem em bi zin.nə schab.bər.’nak * Iemand deed iets stiekem; zonder dat iemand op de hoogte was - i eet ət ach.tər tgat gə.doun * Iemand die altijd met iets bezig is en geen rust neemt - i ee gjien ‘zit.tənd gat * Iemand die geen kant meer op kan; iemand die niet meer weggeraakt uit een penibele situatie - i is ər oun lek kal.lək on də muur * Iemand die goed zwemt of graag in het water speelt - ən ‘wou.tər.rat * Iemand die heel braaf en zachtaardig oogt - ge zud.dəm ‘dab.soo.lu:.sə ‘gee.vən zon.dər tə ‘biech.tən * Iemand die heel zat is - i ee dən stuk in zin ‘kljuu.tən; i ee dən stuk in zin ‘voe.tən * Iemand die het Nederlands keurig uitspreekt - i sprikt op də let.tər * Iemand die met of door zijn acties geen winst heeft geboekt - i komt van ən kaa ker.mes tuis * Iemand die veel eet - i ee nən ‘ol.lən tand; i ee zin kas vol gə.’stoo.kən; i is in zin.nən eet * Iemand die verzorgd is en de hygiëneregels toepast - i is proo.pər op zin ɛ̃.gən * Iemand doet of zegt iets dat veel te laat komt of erg onverwacht is - mi wa kom.de naa vur də pin.nən * Iemand dwingend duidelijk maken dat hij niet langer is gewenst - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Iemand een sarcastische opmerking maken, maar in een ietwat omfloerste formulering - nə stek 'gee.vən * Iemand foppen; iemand bedriegen - ən pee stoo.vən * Iemand gaat laat naar bed en is daardoor de volgende ochtend niet fris en amper in staat te werken - sou.ves grjuu.tə Jan en smɛ̃.rəs klɛ̃.nə man * Iemand gedraagt zich alsof hij de meerdere is of in alles de beste is - i ee.dət juug in ‘zin.nən bol; i ee.dət juug in zin stɛ̃r * Iemand geeft geen aandacht of zit met zorgen - i is ər mi zin.nə kop nie bij * Iemand heeft altijd wat voor of veroorzaakt altijd problemen - tis ol.ted a joenk of ən ɛ̃ * Iemand heeft een lelijk of onsympathiek gezicht - i ee.dən wee.zən om 'stoof.aat op tə kapn * Iemand heeft een ziekte opgedaan - i ee wa ‘op.gə.schɛ̃rd * Iemand heeft helemaal geen kracht - i ee mor 'pui.tə.macht * Iemand heeft kapsones - tis nog.al wa gə.scheetn * Iemand heeft sproeten - i ee.dach.tər də ‘bjɛ̃r.kɛ̃r gə.ljuu.pən * Iemand houdt zich van de domme - i gə.’bourt van krom.mən ous * Iemand iets op een zachte manier aan zijn verstand brengen - kzal tem is in zin juur blou.zən * Iemand iets wijsmaken - ie.mand ‘blos.kəs wijs.mou.kən; ən blous in zin.nə nek sloun * Iemand in het water kopje onder duwen - ən zeup gee.vən * Iemand is aan de deur gezet, met het weinige dat hij nog bezat – i is mi zin klie.kən en zin klak.kən ‘bui.tən.gə.smee.tən * Iemand is in slaap gevallen - zin blaf.fə.’tuu.rən val.lən toe * Iemand is niet geneigd over de brug te komen of van gedachten te veranderen - i boe.’zjeert nie * Iemand is nukkig of wil niet toegeven - i ee.dət in zin stɛ̃r * Iemand is overdreven spaarzaam - i zun.nə frang in twjie.jən bijtn; i zi.top zin gɛ̃ld * Iemand is zijn goede naam kwijt; iemand is in ongenade gevallen - i ee.tər gə.leen * Iemand kijkt de verkeerde kant op (of ruimer: doet alsof hij het probleem niet ziet) - i kikt van də ‘wɛ̃.rək * Iemand komt de afspraken niet na - gə kun.tər gjie.nə stout op ‘mou.kən * Iemand komt op een eerdere beslissing terug - i trekt zin.nə kak in * Iemand laat zich de mond niet snoeren en heeft telkens een weerwoord klaar - i ee.dən laank blad * Iemand met lange benen - i ee lan.gə treemn * Iemand moet dringend urineren - i moet gon blusn * Iemand niet kunnen uitstaan - i kan nie op zin weezn * Iemand opzettelijk doen vallen door je voet voor de voet van de andere te plaatsen - pjuut.sjə lapn; pjuut.sjə schɛ̃rn * Iemand stinkt heel erg - i stinkt uu.rən in.'trond * Iemand stopt met werken - i kust zin schup af * Iemand verdient goed de kost - i kan goe zin broek 'op.aan * Iemand voelt zich onheus behandeld - i is in zin gat gə.beetn * Iemand vraagt je alles tot in de kleinste details te vertellen, desnoods op een dwingende manier - i vrougt mi də pie.rən ut min.nə neus * Iemand wil zo graag iemand anders behagen - i ljuupt zin bjie.nən van oon.dər zin gat * Iemand wordt je vijand - i kjiert əm tee.gən ou * Iemand zet een grote mond op - i ee veel klap * Iets buitengewoons; een sterke prestatie - ‘straf.fən ‘toe.bak * Iets dat lang op je gemoed inwerkt - da blif.don də reb.bən plakn * Iets is helemaal doordrenkt - tis zo nat as mes (eigenlijk: mest) * Iets is uitstekend gedaan of goed geregeld - das ‘jies.tə klas * Iets kan gemakkelijk worden gedaan - ət go gə.lek ə ‘flut.sjən van nə sent * Iets snel tussen andere zaken afhandelen - tus.sən də soep en də pə.'tet.tən * Iets verkopen zonder verlies, maar ook zonder winst - kzin.dər zjuust on 'uit.gə.kom.mən * Iets wekt afgunst op - da stikt zin juugn uit * Ik ben bedrogen; ik heb tegenslag gehad - kzin gə.scheetn * Ik ben de pineut - kem ət vlagn; kem ət zitn * Ik ben het erg beu - kzint zjuu beu as kaa pap * Ik ga hem een veeg uit de pan geven - kzal zin pan is 'in.vetn * Ik heb er veel voor moeten doen; ik heb veel afgezien - kem min.nə ‘pjjɛ̃.rə gə.zien * Ik heb lang en verveeld staan wachten - ken dor ston ‘schjɛ̃l.juu.gən * Ik moest het onderspit delven - ‘ken.dər gə.’leen * Ik moet gaan kakken - kmoet nən baat gon legn * Ik vertrouw hem helemaal niet - kbə.traan em vur gjien our * Ik word steeds door hem geviseerd; ik word steeds door hem onheus bejegend - i ee nə piek op mij * Ik zal jouw geheimen en duistere zaakjes eens aan het licht brengen - kzal is ən ‘boek.skən oo.vər aa ‘oo.pən.doen * In onmin leven; niet met elkaar door dezelfde deur kunnen - zə lign oo.vər.’juup * Je bent teleurgesteld in iemand - kem.mi on aa mis.pakt * Je bent verschrikkelijk dom - gə zi zjuu loemp as ‘tach.tər.stə van ə ‘vɛ̃r.kən * Je hebt het perfect begrepen - gə 'zit.tər op * Je hebt het te bont gemaakt of te vaak geklaagd en je wordt wandelen gestuurd - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Je houdt me voor de gek - gə spilt mi min voetn * Je kan iedereen proberen te belazeren, maar bij mij lukt dat niet - mi jiel Aant.wɛ̃r.pə, mor nie mi mij * Je moet je er niet druk over maken - gə moe.tər a nie dik in mou.kən * Je zal de geldelijke gevolgen van je foute beslissing moeten dragen! - gə zut moe.tən bloe.jən! * Kwaad worden - uit zin kram.mən schietn * Lulkoek; onzin - zjie.vər in pak.skəs * Men ergert zich ergens aan - i krij.gə.tər tspeen van * Men gaat traag vooruit (letterlijk, maar ook in de afhandeling van een opdracht) - op zin duusd gə.’mak * Men geeft aan dat men in een zware periode zit - tzin kwjaa doug * Men geeft de raad een leugenachtig iemand niet te geloven - aa.do zak.kən toe! * Men geeft te kennen dat iemand erg bang is voor een zaak - i zit mit.tə ‘poe.pərs * Men geeft te kennen dat iemand erg zenuwachtig is - i wit mi zin ‘ɛ̃.gən ‘gjie.nən blijf * Men geeft te kennen dat iemand niets voor de kost doet - i leeft van dən ‘ee.məl.sən daa * Men heeft bedenkingen bij iemands opvoeding - oe is die op.gə.bracht? * Men heeft veel moeite voor niets gedaan - das al.lə.moul vur dən ond zin botn * Men is rechtdoorzee - klin.kət nie dan bot.sət mor * Men kan een actie van de ander niet waarderen - a.zjuu zin wə nie gə.’traad!; zjuu got.tə vlie.gər nie op! * Men leeft op kosten van iemand anders - i leeft op də kap van ən aan.dər * Men moet besluiten dat de rekening hoog oploopt wanneer men de prijs van alle afzonderlijke delen bij elkaar optelt - da rɛ̃.'dop * Men raadt aan niet langer over een zaak te piekeren - brik.tər an.nə kop nie oo.vər * Men raadt aan zich niet langer tegen een zaak te verzetten - leg.tər an.nə kop nef.fəst * Men vindt dat het slecht voor iemand is afgelopen - i ee zin bə.komst gad * Men vindt een vrouw te mager - get.tər gjie.nə pak oun * Men vindt iets te duur; men vindt dat men zich geen exuberante uitgaven kan veroorloven - da kan min.nən blaan (of: brui.nən) nie trekn! * Men voelt zich bedot - zən dər mi ‘op.gə.leen * Men vreest dat een probleem nog lang niet is opgelost - wə zin nog nie oun də nief pə.tet.sjəs * Men vreest dat iets heel lang gaat duren voor het af is - da zit.top tspel van zee.vən wee.kən * Men wil dat iemand van toon of onderwerp verandert - wast o weezn! * Men ziet geen heil in de voorgestelde oplossing - dour zin.nək vet mee! * Mensen die al te graag hun materiële welstand laten zien - zə zin vur dən uit.kom * Mijn schoenen knellen - min schoe.nən nij.pən * Mijn schoenen zijn te groot - min schoe.nən slokn * Ook al heb je geen zin, je moet het toch doen! - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Op goed geluk, zonder plan - op də wil.dən boef; opt goe val.lend uit * Oude spullen - aa nest * Voortdurend commentaar en kritiek krijgen van iemand - i zit al.tid op min.nə kap * Vreemdgaan - nef.fəst de pot pie.sən * Wat ben jij stom geweest! - gij.sən a.’juin! * Werk hard en snel door! - gif.tər ən ga.’let op!; gif.tər ən lap op! * Ze heeft een miskraam gehad - zə ee dər ‘bed.də af.gə.’gjuud * Zeuren - ən zoug span.nən [[Categorie:Taal]] m3ypxgvfxncr09e2updq2mqnjwl8i9u 387942 387941 2024-04-26T08:48:01Z 2A02:1810:1C13:D600:C5CA:BA3:6565:81B9 /* Tweeklanken */ wikitext text/x-wiki {{Bi}} == Inleiding == ===Ontstaan en opbouw=== Het Kemzieks woordenboek: een nostalgische verzameling woorden, commentaren, reacties en uitdrukkingen die ik hoorde in mijn jeugd, zeg maar de jaren 60 en 70 (tussen haakjes een periode waarin woke niet bestond). Het is in opbouw. Dat betekent dat correcties, nieuwe lemma's en uitzonderingen op de uitspraakregels van harte welkom zijn (via mail: kemzieks.dialect@gmail.com of op de overlegpagina van dit woordenboek). In het woordenboek zijn de lemma's verdeeld over drie groepen: woordenschat, reacties en uitdrukkingen: a) De ‘woordenschat’ is verdeeld in woordsoorten (Werkwoord, Adjectief, Voornaamwoord, Bijwoord) en in een veertigtal arbitraire en niet-exclusieve thema’s (bv. Dier, Groenten en fruit, Snoep, Spel, Vleeswaren). b) In ‘reacties’ staan zinnen die men gebruikt om in het sociale verkeer (de pragmatiek) gevoelens, meningen en gedachten te uiten, om anderen te bevelen, om te reageren op wat anderen zeggen of doen,… c) In ‘uitdrukkingen’ wordt minstens één taalelement figuurlijk gebruikt. Samen met de zoekfunctie 'Doorzoek Wikibooks' moet die verdeling het opzoeken vergemakkelijken en de lezer aansporen om zelf naar woorden te zoeken die nog niet in dit woordenboek zijn opgenomen. De lemma's zijn alfabetisch geordend (apart binnen een groep, woordsoort of thema). ===Situering=== ==== Dialect van het Waasland==== Kemzieks heeft unieke woorden, maar veel meer deelt het de woordenschat met andere dialecten uit het Waasland (zoals het dialect van Sinaai, https://www.sinaaileeft.be/heemkring-den-dissel/#2018, of van Sint-Niklaas, https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Sint-Niklaas) en zelfs daarbuiten (zoals over de grens met Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen, https://oostzeeuwsvlaamsdialect.com). ==== Belgisch-Nederlands==== Het lexicon van het Kemzieks behoort vaak tot het "algemeen Vlaams", door Van Dale "Belgisch-Nederlands" of "gewestelijk" genoemd (zie ook: https://www.vlaamswoordenboek.be), bv. vuilblik, draperie, kozijn en muit, in het Kemzieks respectievelijk 'vul.blik, dra.pə.'rie, 'koz.zən en muit. ====Tussentaal==== Kemzieks (zoals ik het leerde kennen en gebruiken) heeft alle kenmerken van wat “de tussentaal” wordt genoemd. We beseffen dat de term "tussentaal" een negatieve connotatie heeft, maar de term is nu eenmaal ingeburgerd om de transitie van dialect naar AN te benoemen. Voor een overzicht van de kenmerken van de tussentaal in Vlaanderen, zie: https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/508/354/RUG01-002508354_2018_0001_AC.pdf (Vergeet niet dat ook Nederlanders een tussentaal hanteren, met kenmerken die soms afwijken van de tussentaal in Vlaanderen, zoals het gebruik van 'hun' als subject, bv. hun hebben dat niet geweten.) =====I. Fonologie===== * 1. Procope van de h-. De h aan het begin van een woord wordt niet aangeblazen en valt weg, bv. das eel goe (dat is heel goed), ond (hond), em (hemd), uiln (huilen). * 2. Procope van de eerste klinker of de eerste lettergreep, bv. kmag nor uis (ik mag naar huis), tuur.lək kom.mək! (natuurlijk kom ik!). * 3. Apocope. De eindmedeklinker of de eindlettergreep in korte woorden valt weg, bv. kem da nie gə.doun (ik heb dat niet gedaan). * 4. Syncope. De medeklinker of lettergreep in het midden van een woord valt weg, bv. das am.məl gə.loo.gən (dat is allemaal gelogen). * 5. Apocope van toonloze e op het einde van een woord. De toonloze e valt weg als het volgende woord met een klinker begint of met een h-procope, bv. zis (ze is), zee.'don.gər (ze heeft honger). * 6. Progressieve assimilatie. Als een woord begint met een d- én volgt op een woord dat eindigt op een -t, dan wordt die d- ook als t- uitgesproken, bv. i zit mit tə poe.pərs (hij heeft schrik – “hij zit met de poepers”), da.'doe.nə.kik nie (dat doe ik niet). * 7. Apocope van de eind-d. Werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, verliezen de eind-d, bv. kvin da nie (ik vind dat niet), win da nie op! (wind je niet op!). * 8. De svarabhaktivocaal. Toevoeging van een klinker, meestal de doffe e, in lettergrepen die eindigen op twee medeklinkers waarvan de eerste de l of de r is én de tweede geen t- of s-klank is, bv. mel.lək, wɛ̃.rək (werk), vol.lək. * 9. De auslaut van de eind-t. Als een woord begint met een klinker én volgt op een woord dat eindigt met een -t, dan wordt die -t als -d uitgesproken, bv. wa.dist? (wat is er?). * 10. Onomasiologie, met name de vervanging van ‘er’ en ‘daar’ door ‘dər’ of ‘dər-', bv. der is wa gə.beurd, kem em dər.straks nog gə.zien (ik heb hem daarstraks nog gezien), dər.veur zin.nək nie gə.kom.mən (daarvoor ben ik niet gekomen). * 11. De intervocale d wordt vervangen. Als een d tussen twee klinkers staat, dan wordt die -d- vervangen door een j of een w, bv. das ou.wən brol (dat zijn oude spullen), rij.jə wi nor uis? (rijden we naar huis?). =====II. Morfologie===== * 12. Verbuiging van de onbepaalde lidwoorden. Voor wie Kemzieks praat is het in principe een koud kunstje om te weten of een nomen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is: als je voor het nomen ‘nə’ of ‘nən’ kan plaatsen, dan is het mannelijk, in het geval van ‘ən’ is het vrouwelijk en in het geval van ‘ə’ is het onzijdig. * a) Als een mannelijk nomen begint met een klinker, een t, d, h of b, dan zegt men ‘nən’, in de andere gevallen zegt men ‘nə’, bv. nən ap.pəl, nən braar (een brouwer), nə man (een man). * b) Een onzijdig nomen krijgt als onbepaald lidwoord enkel een ə als het niet begint met een h of een klinker, bv. ə keend (een kind), maar ən uis (een huis). * 13. De verbuiging van functiewoorden (bv. voornaamwoorden en telwoorden) gebeurt zoals de verbuiging van onbepaalde lidwoorden, bv. min.nən ot.too (mijn au.to, want auto is mannelijk en begint met een klinker), min.nə koz.zən (mijn neef, want neef is mannelijk en begint met een n), min vraa (mijn vrouw, want vrouw is vrouwelijk), mi keend (mijn kind, want kind is onzijdig), dən twjie.dən elft (de tweede helft). Ook adjectieven worden vaak op dezelfde manier verbogen, bv. nə schjuu.nən ot.too (een mooie auto, want auto is mannelijk en begint met een klinker). * 14. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘jij’ of ‘je’ door ‘gij’ of ‘ge’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘gi’). Vervanging van het bezittelijk voornaamwoord ‘je’ of ‘jouw’ door ‘uw’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘aa’, ‘aa.nə’ of ‘aa.nən’). * 15. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ door ‘i’, maar enkel in bevestigende of vragende zinnen, niet in uitroepende zinnen waarin de nadruk op het onderwerp ligt, bv. i komt (hij komt), kom.ti? (komt hij?), maar: ij ee.ta gə.doun! (hij heeft dat gedaan!). * 16. De verkleinvorm -kə(n) (of: -skə; -əkə) in plaats van -jə, bv. to.fəl.kə, koek.skə, bal.lə.kə. * 17. Cliticum. Persoonlijke voornaamwoorden vormen vaak een geheel met het voorgaande woord, meestal een werkwoord, en worden samen uitgesproken. Je hoort dan een -de of een -te na het werkwoord, bv. moog.də.gi da wel? (mag je dat wel?), wa heb.də zo.al? (wat heb je zoal?), wa moet.tə kom.mən doen? (wat moet je komen doen?). * 18. Wijziging van de meervoudsvorm van -s naar -n, en omgekeerd, bv. eieren wordt 'ɛ̃.rən maar ook 'ei.jərs, zonen wordt zeuns, draperieën wordt dra.pə.'ries. * 19. Wijziging van de werkwoordsvorm. * a) In de eerste persoon enkelvoud wordt vaak een -n toegevoegd, bv. wa ston.nək ier nog tə doen? (wat sta ik hier nog te doen?), wa.toen.nək naa!? (wat doe ik nu!?). * b) In de gebiedende wijs wordt vaak een -t toegevoegd, bv. zegt ət na mor! (zeg het nu maar!). * c) De persoonsvorm van het werkwoord ‘zijn’ wordt gewijzigd, zowel deze van de eerste als van de tweede persoon enkelvoud, bv. gə zit.tər (je bent er), gə zi schou (jij bent bang), kzin in dən hof ount spetn (ik ben in de tuin aan het spitten). =====III. Lexicon===== * 20. Woorden maar vooral uitdrukkingen uit het AN krijgen in tussentaal een alternatief, bv. kzin al veel gə.’bee.tərd (ik ben aan de beterhand), nən ‘et.tə.kop (een koppig persoon), tis om.mo kas op tə fretn (ik erger me daar erg aan maar ik kan er niets aan veranderen). * 21. Wijziging van het aanwijzend voornaamwoord ‘zulke’ in ‘zo’n’ (in het Kemzieks is dat zjuun) wanneer men het meervoud hanteert, bv. zjuun schjuu.nə ‘kaa.sən (zulke mooie kousen). * 22. Tussenwerpsels. Die hebben in principe geen betekenis in de zin, maar drukken vaak een emotionele appreciatie van de spreker uit, bv. al.li, wa stod.də dər na te doen!? (wat sta je daar te doen… dat verbaast me of dat ergert me), der was wijn, bier, kur.tən drank en.al (er was wijn, bier, sterkedrank… er was van alles, maar vraag me niet in detail wat precies). * 23. Archaïsmen. Plechtig klinkende, maar ouderwetse woorden, bv. desalniettemin (toch), gjɛ̃.rə (“gaarne”) (graag), vər.niet (gratis), mi ət spoor (per trein), in.dien (als), bee.zən (“bezigen”) (gebruiken), kriek ət nie (ik ruik het niet). * 24. Purismen. Een poging om schijnbaar vreemde woorden te vernederlandsen, bv. duimspijkər (punaise), droog.zwier.dər (centrifuge). =====IV. Syntaxis===== * 25. Redundantie. Men voegt aan het begin van een bijzin ‘dat’ toe, na een vraagwoord of een voornaamwoordelijk bijwoord, bv. kwil wel is zien of dat i vər.mou.gərd is (ik wil wel eens zien of hij vermagerd is), tjie.nəg.stə waar dak min.nə kop oo.vər breek (het enige waar ik me zorgen over maak…). * 26. Subjectduplicatie. Zowel de zwakke als de sterke vorm van het onderwerp komt voor in een zin, waarbij de sterke vorm soms wordt weggelaten, bv. da dur.vək ik nie (dat durf ik niet), pɛ̃s.də gi da? (denk je dat?). * 27. Toevoeging van het hulpwerkwoord gaan in de toekomende tijd, bv. kzal straks gon kookn (ik zal straks koken), kzal da mɛ̃.rən wel gon mwjaan (ik zal dat morgen wel maaien). * 28. Inkorting van het voegwoord zodat tot ‘dat’, bv. gə.brukt mor ə kom.pas, da gə nie vər.loo.rən ljuupt (gebruik maar een kompas zodat je niet verdwaalt). * 29. Voornamen van mannen worden vaak voorafgegaan door ‘de’, bv. de Guust komt. Vrouwelijke voornamen krijgen geen ‘de’, wel vaak ‘oonz’ (ons), bv. der is zə zi, oonz Mar.ja! (daar zie, daar heb je Maria!) * 30. De vervanging van hoeven door ‘moeten’ in negatieve zinnen, bv. gə moet.ta nie doen (je hoeft dat niet te doen). * 31. De vervanging van mochten door ‘moeten’ in hypothetische zinnen, bv. moest.ək rijk zin, kging nie.mjier wɛ̃.rə.kən (Mocht ik rijk zijn, ik ging niet meer werken, of, als ik rijk was, ging ik niet meer werken). * 32. Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep. In AN is de regel: alle niet-vervoegde werkwoorden op het einde van de zin mogen niet worden doorbroken door een deelwoord of een ander woord dan een werkwoord. In tussentaal geldt die regel niet, bv. zə zou.dən moe.tən gə.pro.beerd heb.bən hem te helpen (ze zouden moeten hebben geprobeerd hem te helpen), i zal nie kun.nən met də kɛ̃r vər.trekn (hij zal niet met de kar kunnen vertrekken). * 33. Adjectieven verliezen de eind-s na het gebruik van iets, veel of niets, bv. das iet spee.sjaal (dat is iets speciaals), gi et veel goed gə.doun (je hebt veel goeds gedaan). * 34. Redundant gebruik van ‘geworden’ en ‘geweest’ in passieve zinnen, bv. i is deur zin.nə koz.zən gə.roe.pən gə.wist (hij is door zijn neef geroepen), i is deur de mjies.tər vər.plotst gə.wor.rə (hij is door de leraar verplaatst). * 35. Het gebruik van 'als' als bijwoord van tijd in plaats van ‘toen’, bv. "Als ik hem nog eens bekeek, ..." * 36. De betrekkelijke voornaamwoorden ‘die’ en ‘dat’ stemmen niet overeen met het grammaticale geslacht van hun naamwoorden (De regel is: 'die' heeft betrekking op de-woorden en het meervoud, 'dat' heeft enkel betrekking op het-woorden), bv. die gast da goe kan shotn (die kerel die goed kan voetballen). ====Frans==== De invloed van het Frans is bovendien overduidelijk: tal van woorden zijn letterlijk uit het Frans overgenomen, bv. ən boe.'jot (een warmwaterkruik) of zijn aangepast aan de Kemziekse uitspraakregels, bv. nə koun.trə.’fjuur (een contrefort), nə soe.’tjen (een beha), nə paz.zə.’viet (een roerzeef), nə kas.’trol (een kookpot). == Uitspraakregels == Los van de regels uit de tussentaal heeft het Kemzieks enkele opvallende klankwisselingen. Die verschillen zelfs van deze van naburige dialecten, zoals het Stekens. Daarom eerst een introductie op de uitspraakregels. === De fonetische notatie in dit woordenboek === Dialect is niet bedoeld om geschreven te worden. Toch proberen we de uitspraak in het schrift te vatten, zonder exact fonetisch schrift omdat de lezing dan wordt bemoeilijkt voor wie niet vertrouwd is met fonetisch schrift. (Een voorbeeld van Kemzieks dialect in exact fonetisch schrift: https://www.dialectzinnen.ugent.be/wp-content/uploads/2016/05/I172_Kemzeke.pdf.) We zoeken een compromis tussen de spelling in het AN en de uitspraak van de woorden en zinnen. Daarbij worden de transscriptieregels beperkt gehouden. - c: als k geschreven als die als een /k/ klinkt; als een s als die als een /s/ klinkt - sch resp. ch blijven sch (een enkele keer sk, bv. ska.pu:.’lier) resp. ch; in woorden van het Frans afgeleid schrijven we ch als sj - d of t aan het einde van een woord: we volgen de spelling in het AN - '''de doffe e''' (of: onbeklemtoonde e; sjwa): we noteren '''een ə''' wanneer in het AN een klinker wordt geschreven die niet klinkt zoals het klinkerteken e, ee, i of ij, maar als de doffe e, bv. in de eerste en de laatste lettergreep van vervelend (vər.’vee.lənd), maar ook in heilig (‘ei.ləg), en in de laatste en voorlaatste lettergreep van zakelijk (‘zaa.kə.lək) - '''de ‘vuile’ ei''': genoteerd '''als de neusklank ɛ̃''' (zoals te horen in het Franse il tient, pain en enfin, dus verschillend van de Franse è in élève), wat in het Kemzieks dan woorden oplevert als als mɛ̃ (mei), bjɛ̃r (beer), pjɛ̃rd (paard), dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei) en zjə.'lɛ̃ (gelei) - een lange klank, ook in een open lettergreep: we noteren steeds een dubbele klinker - h: we noteren geen h, ook al zou je die soms wel enigszins horen - ou en au: allebei als ou geschreven - x: als ks geschreven Bovendien splitsen we de woorden in lettergrepen met een punt (.) Merk hierbij op dat in het Kemzieks korte woorden vaak worden samengetrokken tot één woord en zelfs tot één lettergreep, bv. tis (het is), kem (ik heb), 'doe.ta (doe dat), 'kem.mər (ik heb er), ag.gə (als je). Waar nodig wordt de beklemtoonde lettergreep voorafgegaan door een accent ('). Merk hierbij op dat een lettergreep met een doffe e nooit wordt beklemtoond. In woorden die van het Frans zijn afgeleid wordt in principe de klemtoon gelegd op de laatste lettergreep, op voorwaarde dat die geen doffe e bevat. Vormvarianten en synoniemen worden gescheiden door een kommapunt (;). === Lange en korte klinkers === 1. De belangrijkste klankwissel is die van de /aa/ in de /ou/(au) en omgekeerd, wat betekent dat bv. zaad zoud wordt en, omgekeerd, zout zaat. De /aa/ wordt in principe /ou/, bv. gebraad wordt gə.broud, baan wordt boun, baal wordt boul en kaas wordt kous, zaak wordt zouk, Spaans wordt Spouns (ook: Spons). Maar er zijn uitzonderingen, bv. laag wordt ljieg. 2. Indien de /aa/ gevolgd wordt door een /r/ of /f/, hebben we een geval dat nauwelijks van regels kan worden voorzien. * De regel hierboven is dan soms nog van toepassing, bv. baard wordt bourd, braaf wordt brouf. * Soms krijgen we twee uitspraakmogelijkheden, bv. kaarten wordt 'kour.ten, soms verkort tot 'kor.ten; vaart wordt vourt, soms verkort tot vort. * Soms wordt de /aa/ dan een /oe/, bv. taart wordt toert. * Soms wordt de /aa/ dan een /jɛ̃/, bv. paard wordt pjɛ̃rd, vaars wordt vjɛ̃s, klaar wordt kljɛ̃r, staart wordt stjɛ̃rt, gaaf wordt gjɛ̃f. De ɛ̃ klinkt als de uitroep wanneer men iets smerigs ziet, een 'vuile' ɛ̃ dus, zoals in dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei). Door de voorafgaande j klinkt het geheel voor buitenstaanders dan nog 'vuiler'. We merken op dat de toegevoegde /j/ in het Kemzieks (maar ook in andere dialecten) essentieel is. Het is dan ook verwonderlijk dat slechts een enkel werk die klank systematisch opneemt, als men probeert de uitspraak van een dialect in het schrift te vatten. 3. Indien de /aa/ in een open lettergreep gevolgd wordt door een /d/, hoort men /wjaa/, bv. made wordt mwjaa, lade wordt lwjaa, kade wordt kwjaa. 4. De /ee/ wordt /ie/, bv. been wordt bjien, zeem wordt zjiem, verkeerd wordt vər.'kjierd, zeer wordt zjier, zeel wordt zjiel, mees wordt mjies, geleerd wordt gə.'ljierd, speeksel wordt 'spjiek.səl. Ook in deze gevallen hoor je de voorafgaande /j/. Merk op dat de /ie/, na een klankwisseling met /ee/, iets meer langgerekt is dan de /ie/ in woorden zoals dier of bier. * Maar als de /ee/ gevolgd wordt door een /r/, dan wijzigt de klank in /jɛ̃/, bv. beer wordt bjɛ̃r, peer wordt pjɛ̃r, verteren wordt vər.tjɛ̃rn. * Soms wijzigt de /ee/ gevolgd door /k/ of /l/ in een korte i, bv. preekstoel wordt 'prik.stoel, speeltuin wordt 'spil.tuin en steekt wordt stikt. * En soms blijft de /ee/ gewoon /ee/, bv. keel, meel, 'dee.kən, 'kee.təl. 5. De /ei/ (maar niet de ij!) wordt als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. klein wordt klɛ̃n, trein wordt trɛ̃n, sprei wordt sprɛ̃, maar lijn blijft lijn, fijn blijft fijn, kwijt blijft kwijt en wijs blijft wijs. * Soms wordt de /ei/ een /iej/ (of: /jie/), bv. eik wordt iejk. * Merk op dat in de vergrotende trap de /ei/ een doffe ə wordt, bv. klein wordt klɛ̃n, maar kleiner wordt 'klən.dər. De /ij/ wordt in dat geval een korte i, bv. fijn blijft fijn, maar fijner wordt 'fin.dər. Dat is ook zo in het verkleinwoord, bv. onderlijf blijft 'oon.dər.lijf, maar onderlijfje wordt 'oon.dər.lif.kə, wijfje wordt wif.ke. * In woorden die eindigen op -ij wordt de /ij/ toch ook als ɛ̃ uitgesproken, bv. melkerij wordt mel.kə.'rɛ̃, brouwerij wordt braa.wə.'rɛ̃, koterij wordt koo.tə.'rɛ̃, vrij en blij wordt vrɛ̃ en blɛ̃. * Soms wordt de -ij- een korte i, bv. zijn wordt zin, slijpsteen wordt 'slip.stjien. * Het achtervoegsel -lijk wordt meestal als /-lek/ uitgesproken, maar ook wel als /-lək/. 6. De /ie/ wijzigt niet, bv. bier blijft bier, lief blijft lief en liegen blijft 'lie.gən. * Maar in een open lettergreep wijzigt de /ie/ gevolgd door een -d, in /jie/, zonder -d, bv. wieden wordt wjien en bieden wordt bjien. 7. De /oo/ wordt /uu/, bv. poot wordt pjuut, dood wordt djuud, koord wordt kjuurd, doe voort wordt doe vjuurt, doos wordt djuus, pastoor wordt pas.'tjuur (of pas.tər), hoger wordt 'hjuu.gər, kantoor wordt kan.'tjuur. De /uu/ wordt telkens voorafgegaan door de /j/. * Soms wordt de /oo/ een /eu/, bv. voordeur wordt veur.deur, voordat wordt 'veur.da (let op: een voor op een veld is een vjuur). * Een enkele keer wordt de /oo/ een /oe/, bv. oogst wordt oest. * En soms hoor je geen klankwisseling, bv. woord blijft woord en boter blijft 'boo.tər. 8. De /ou/ (ook als au geschreven) wordt /aa/, bv. koud wordt kaad, zout wordt zaat, kous wordt kaas, dauw wordt daa, grauw wordt graa, brouwer wordt braar, verkouden wordt vər.'kaan, verbouwen wordt vər.'baan. * In de laatste drie voorbeelden is bovendien te horen dat woorden die een doffe e bevatten in de laatste lettergreep, die lettergreep verliezen. Die wordt "opgegeten" (Dat woord wordt zelf opgegeten en klinkt als "op.geetn". De doffe e valt tweemaal weg, alleen de lange ee blijft over.) 9. De /ui/ wijzigt in principe niet, de /eu/ en de /oe/ ook niet, bv. ruin blijft ruin, deur blijft deur en boer blijft boer. 10. De /uu/ wijzigt niet, bv. gebuur blijft gə.’buur en zuur blijft zuur. * Soms wordt de /uu/ als /ie/ uitgesproken, bv. vuur wordt vier, duur wordt dier. 11. In de rubriek Tussentaal werd al vermeld dat de doffe e wegvalt, indien het volgende woord begint met een klinker of een h. Het Kemzieks gaat nog een stap verder. Een doffe e op het einde van een meerlettergrepig woord eindigend op -en is soms nauwelijks hoorbaar, waardoor de voorlaatste medeklinker samen met de eind-n als een combinatie wordt uitgesproken, bv. pə.'tet.tən klinkt meer als pə.'tetn, gə.'val.lən wordt gə.'valn, bə.'spree.kən wordt bə.'spreekn. Hierdoor klinkt de eind-n wat langer, zoiets in de aard van "-neuh". Of de doffe e wordt uitgesproken of niet varieert van persoon tot persoon (een mompelende spreker zal de ə sneller weglaten) en van situatie tot situatie (in een enerverende situatie zal de ə sneller worden weggelaten dan in een rustige situatie). 12. Korte klinkers veranderen meestal niet, bv. pad blijft pad, tas blijft tas, pit blijft pit, pet blijft pet, pot blijft pot, put blijft put, zus blijft zus. Een enkele keer wordt de /u/ wat langer uitgesproken, maar niet zo lang als de lange u, bv. in autobus en bushokje. We noteren in dat geval /u:/ in 'ot.too.bu:s en 'bu:s.kot.sjə. * Toch zijn er ook weer uitzonderingen en wordt de korte klinker een lange klank, bv. gas wordt gaaz en butaangas wordt 'buu.tə.gaaz, film wordt fielm, klink wordt kleenk, dansen wordt 'daan.sən. * De /a/ en /e/, gevolgd door een /r/, worden als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. varken wordt 'vɛ̃r.kən, hart wordt ɛ̃rt, werken wordt 'wɛ̃.rə.kən, weliswaar zonder toegevoegde /j/, zoals in het geval van de lange aa en ee. Hoewel, soms wordt toch weer een /j/ toegevoegd, bv. karnemelk wordt kjɛ̃.rə.melk. * Soms wijzigt de /a/ in /e/, bv. trakteren wordt trek.'tee.rən. * De /o/ gevolgd door een /r/ wordt als /u/ uitgesproken, bv. kort wordt kurt, dorp wordt durp. === Tweeklanken === 13. De /ɔi/ wijzigt in ouj, bv. hoi wordt ouj en cowboy wordt koo.bouj. 14. De /ai/ wijzigt niet en wordt als /aj/ geschreven. 15. De /aai/ wordt een nauwelijks in fonetisch schrift te vatten eindklank /aa/, voorafgegaan door een combinatie die nog het best wordt voorgesteld als een half-ingeslikte w en een j, na de voorgaande medeklinker, bv. maaien wordt mwjaan, zwaaien (maar ook zaaien) wordt zwjaan, kraaien wordt krwjaan, draaimolen wordt 'drwjaa.meu.lən. 16. De /eeu/ wordt /jie/, bv. leeuw wordt ljie en meeuw wordt mjie. 17. De /ieu/ wijzigt niet, behalve: nieuws wordt nu:s en nieuw wordt nu:f. 18. De /oei/ wijzigt niet, bv. bemoeial blijft bə.'moei.al. 19. De /ooi/ wijzigt een enkele keer in /wjoe/, bv. hooi wordt wjoe, savooi wordt sa.'vwjoe, dooien wordt dwjoen, maar meestal in /juu/, bv. gooien wordt gjuun, rooien wordt rjuun, dooien wordt djuun, strooien wordt strjuun, schoon wordt schjuun. * Maar meestal is er geen klankwisseling, bv. mooi blijft mooi. (Misschien had er geen klankwisseling plaats omdat Kemziekənjɛ̃rən nooit "mooi", maar altijd "schjuun" zeggen? Ze zeggen: ‘ən schjuu.nə vraa’, ‘ə schjuun kind’, 'ən schjuu.nə pree' en ‘ne schjuu.nən boek’.) === Medeklinkers === 20. In het Kemzieks, zoals in andere dialecten, komt de weglating van een medeklinker vaak voor (zie rubriek Tussentaal: procope, apocope en syncope), bv. gerst wordt gjest, peinzen wordt peizn, gras wordt gas, hemd wordt em. Maar een enkele keer wordt een medeklinker toegevoegd, bv. kotelet wordt kor.tə.’let. 21. Een bijzonder geval van apocope: woorden eindigend op -w verliezen altijd de eind-w, bv. mouw wordt maa, gauw wordt gaa, een duw wordt nən daa, vrouw wordt vraa, schouw wordt schaa, gebouw wordt gə.’baa, touw wordt taa. 22. Een enkele keer wijzigt een medeklinker, bv. blauw wordt blaat, hebben wordt 'em.mən. 23. Soms wordt een enkelvoudige medeklinker verdubbeld, bv. elektriciteit wordt el.lən.'triek, notaris wordt no.'tor.ries, kamer wordt kom.mər. Maar het omgekeerde gebeurt soms ook: een dubbele medeklinker wordt enkelvoudig uitgesproken (of is nauwelijks hoorbaar), bv. geribbeld wordt gə.re.bəld. 24. Hersyllabisering. Een medeklinker wordt naar de volgende lettergreep verplaatst, bv. ont.er.ven wordt on.'tɛ̃r.vən, hij ziet er goed uit wordt i zie.tər 'goe.duit. 25. De -ng op het einde van een woord wordt als /ng/ uitgesproken, maar nog vaker als /nk/, bv. paling wordt 'pol.link, vertelling wordt vər.'tel.link, ring wordt rink. 26. Na een lange klinker in het Kemzieks klinkt de -s soms eerder als -z, bv. kouz (kaas), gaaz (gas). == Woordsoorten == ===ADJECTIEF=== * Aangedampt (bv. een spiegel of een ruit) - 'oun.gə.doempt * Bang - bə.’naat; ‘schou * Barstensvol - pro.pəs.tə.vol * Bekaf - pomp.af * Beschamend - ‘schom.tə.lek * Bezopen; stomdronken - 'poe.pə.loe.rə.zat; ‘stroont.zat * Breed - brjied * Doorzichtig - gə zie.tər ‘los.sən.deur * Duur en goedkoop - dier;’kos.tə.lek en ‘goe.je.kjuup * Eigenaardig; bizar; vreemd - our.dəg * Erg; in hoge mate - nɛ̃g; 'bjies.təg * Gaaf - gjɛ̃f * Gaar (bv. gekookte aardappelen of groenten) - zocht * Geribbeld - gə.’re.bəld * Gerimpeld (huid); gekreukt (bv. hemd, blad papier) - vər.’rom.pəld * Geschift (bv. melk) - gə.kab.bəld * Glad - ‘glat.təg * Graag - gjɛ̃.rə * Gratis - vər.’niet * Hard en zacht - et en zocht * Heel donker - 'pik.kən.don.kər * Heel droog - poe.jər.drjuug * Hoog - juug; uujg * Hoorndol; gek gemaakt, in het bijzonder door lawaai of te veel informatie - juu.rən.dul * In een gebukte houding - i zit op zin uk.kən * Jaloers - zja.’loes * Jong en oud - joonk en aad * Klein, kleiner, kleinst - klɛ̃n, 'klen.dər, klenst; klɛ̃nst * Kort - kurt * Lager en hoger - 'ljie.gər en 'juu.gər * Lang en langer - laank en lan.gər * Lelijk en mooi - ljulk en schjuun * Met bladgoud bekleed - vər.guld * Nadelig - schwjaa.lek * Niet duur - ‘prij.sə.lek * Nieuw en oud - nuuf en aad * Nipt - nip * Onbeleefd; vrijpostig - as.'grant * Ongeduldig - on.gə.'duu.rəg * Opvallend (met een negatieve bijklank) - per.mɛ̃n.təg * Opzettelijk - as.’pres * Ouderwets - ‘aa.wets; ‘aa.rə.wets * Overdadig; buitensporig - van ‘kan.nie.mjier * Overrijp - ‘maa.tər * Plezant; leuk - 'leu.təg * Precies - pər.'sies * Ranzig (bv. boter die niet koel werd bewaard) - rens * Razend - 'ros.təg; kol.jɛ̃.rəg * Roze - roos * Schoon en schoner - schjuun en schjuun.dər * Verschillend - tə.’frent * Vervallen (bv. een gebouw dat niet onderhouden is) - 'oon.dər.kom.mən * Vervelend - am.bə.’taant * Verwelkt - vər.schruun.səlt * Vlaams - Vloms * Voos (bv. een hand of een been) - vjuus  * Vriendelijk - ‘vrien.də.lek * Vrij en blij - vrɛ̃ en blɛ̃ * Warm en koud - wɛ̃rm en kaad; kaa * Weinig - wɛ̃.nəg * Wreed - wrjied * Zacht - zocht ===BIJWOORD=== * Alles samen - al.tə.gour * Altijd en nooit - al.tid en njuut * Bijna - ost; bə.kan; bə.kans; bə.kanst; vɛ̃r; bots * Bijvoorbeeld - 'pak.na * Daar - gin.tər * Dat daar! - ‘da.dour!; ‘da.tor! * Dikwijls - dik.kəls * Doorgaans; gewoonlijk - 'deur.gons * Eender - jien.dər * Eender wie - jien.dərt wie  * Even - 'ee.və.kəs; 'ef.kəs * Heen en terug - ‘oo.vər.en.tweer * Helemaal - ‘gjie.lə.gans; ‘gjie.lə.ganst * Helemaal niet - bə.lan.gə nie * Helemaal niets - rjɛ̃n.də.knots * Hoe langer hoe meer - al.langs.om.’mjier * Ieder om de beurt - elk zin.nən toer  * Immers - om.mərst * Maar - mo; mor * Naargelang - ‘nou.və.nant * Nee - njie * Nadien - nor.’dien * Nochtans - pər.’tang * Ook - uk; juuk * Om het eerst - ‘om.tər.jiest * Ongeveer - a.peu.’pri * Onophoudelijk - gə.’duu.rəg * Opnieuw - op.tər.’nuuf * Per ongeluk - per mal.’eur * Per se - mal.gree * Plots - al.mi.nə.’kjier * Rakelings - ‘schjɛ̃r.lings * Samen - tjuup * Soms - a.mets; som.tets * Steeds opnieuw - ‘alt.mor * Trouwens - en.dər.bij (gebruikt als introductie op het finale argument als men een discussie dreigt te verliezen) * Uitermate - tee.gən də 'stɛ̃.rən op * Van zodra - van.ast; zju.gaa * Vanzelfsprekend - van.ɛ̃.gəst * Veel te veel - veels tə veel * Vooraf betalen - in a.’vaans bə.’touln * Vooraleer dat… - veur.dak; veur.da.gə; veur.da.tij; veur.das.sə; veur.dam.mə; veur.da.gul.dər * Zeer traag - op zin ‘el.fən.der.təg.stə * Zo een... - a.zjuu (mannelijk of onzijdig); a.zjuun (vrouwelijk) * Zoals - gə.lek ===VOORNAAMWOORD=== * Dat (aanwijzend voornaamwoord) - da (onzijdig); die (vrouwelijk); die.nə; die.nən (mannelijk) * Dat is van haar (bezittelijk voornaamwoord) - das teur * Dat is van hen (bezittelijk voornaamwoord) - das tul.dər; da van ul.dər * Die; dat (betrekkelijk voornaamwoord): de man die (mannelijk); het kind dat (onzijdig); de vrouw die (vrouwelijk); zij die (meervoud) - dən die.nən; tkeend da; zij die; də die * Dit; deze (aanwijzend voornaamwoord) - deez (onzijdig of vrouwelijk); dee.zə; dee.zən (mannelijk) * Elkaar - ma.'kour * Haar (bezittelijk voornaamwoord) - eur (onzijdig of vrouwelijk); eu.rən of eu.rə (mannelijk) * Jouw; je; uw (bezittelijk voornaamwoord) - aa of o (onzijdig of vrouwelijk); aa.nə, aa.nən of o.nə (mannelijk) * Jullie (bezittelijk voornaamwoord) - ul.dər (onzijdig of vrouwelijk); ul.də.rə of ul.də.rən (mannelijk) * Mijn (bezittelijk voornaamwoord) - min (onzijdig of vrouwelijk); min.nə (mannelijk) * Ons (bezittelijk voornaamwoord) - oonz (onzijdig of vrouwelijk); oon.zən (mannelijk) * Van wie...? (vragend voornaamwoord) - wie.zə…?; wies…?; wie.zən…? * Waar? (vragend voornaamwoord) - wour? * Wanneer? (vragend voornaamwoord) - wa.'njier? * Wat voor een...? (vragend voornaamwoord) - 'oe.kən...? (onzijdig of vrouwelijk); 'oe.kə.nə...? (mannelijk) * Welke...? (vragend voornaamwoord) - waf.fər...; waf.fə.rə...? * Zijn (bezittelijk voornaamwoord) - zin (onzijdig of vrouwelijk); zin.nə of zin.nən (mannelijk) ===WERKWOORD=== Vooraf: de tweede persoon jij (enkelvoud) en jullie (meervoud) is in het Kemzieks gij of gi respectievelijk gul.dər. * Ademen - ‘os.sə.mən * Afbieden - ‘af.bjien * Afduwen - ‘af.dougn * Applaudisseren; spreken - klapn * Bedelen; schooien - schwjoen * Beentje lichten - ‘pjuut.sjə schɛ̃.rən * Behanglijm aanbrengen - ‘in.papn * Beledigen - af.fron.’teern * Bespieden; op slinkse wijze afhandig maken - ‘af.loern * Bevroren - bə.’vroo.zən * Bidden om onheil af te wenden - 'oo.vər.lee.zən * Biljarten - biel.'jaa.rən * Boodschappen doen - om kom.’mis.sies goun * Bouwen - baan * Braken - ‘spou.gən * Branden - bran.nən * Breien - brɛ̃n * Brouwen - braan * Dansen - 'daan.sən * Dat ben ik - da ‘ben.nə.kik; da ‘zin.nə.kik * Dat is goed besteed - das goe bə.'stjied * De kerkklokken luiden - də klokn luin * Denk je dat? - ‘pɛ̃s.də gi da? * Draaien - drwjaan * Druk bezig zijn - in də weer zin * Duw een beetje - daat ən bik.kə! * Duwen - daan; dou.gən * Een beetje opzij of achteruit gaan - ‘dɛ̃.zən * Een heftig, overtuigend betoog houden - 'af.stee.kən * Een leiding of een kabel in huis brengen - bin.nən.trekn * Een nieuwe pastoor feestelijk ontvangen - ‘in.hou.lən * Een omheining plaatsen (bv. rond een weide) - ‘af.mou.kən * Een stukje losmaken; afbieden - 'af.piet.sən * Een taak voortijdig beëindigen; ergens mee stoppen - 'uit.schjien * Er is gevochten - dər is gə.’bad.dərd * Erwtjes uit de peul losmaken - ert.sjəs puurn * Eten, in het bijzonder op kamp - ‘bie.kən * Flink doorwerken - buz.zə gee.vən * Fluiten - schuf.fə.lən * Fruit stelen uit een boomgaard - 'bun.də.rən * Gaan: ik ga; gij gaat, hij gaat, wij gaan, jullie gaan - goun: ik go;kgon, gij got, i go, wij gon, gulder got * Gaan, maar dreigen te vallen; waggelen - 'zwɛ̃n.sə.lən * Gebruiken - ‘bee.zən * Gedacht - gə.docht * Geeuwen - ‘gou.pən * Geregeld in het gezelschap van iemand vertoeven - ‘op.trekn * Gescheiden - gə.’schjien * Gooi het - ‘rjuu.gət * Gooien - rjuun; piern * Gulzig en veel eten - fretn; boe.fən * Hakkelend spreken - ‘dod.də * Hard vallen - 'tot.tə.rən * Hard werken - tra.’vakn * Hardnekkig weigeren iets te doen - ət vər.rek.kən * Hebben - ɛ̃n; tegenwoordige tijd: kem of ken, gij et, i eet of i ee, wi em.mən, gul.dər et; verleden tijd: ik aa, gij ad (of: aad), i ad, wi em.mən gad, gul.dər et gad (in het meervoud gebruikt men een voltooid tegenwoordige tijd in plaats van een onvoltooid verleden tijd); voltooid deelwoord: gad * Hebben (bij inversie) - em.mək?, ed.də gij?; ee.ti?, em.mə wi?, ed.də gul.dər? * Heftig discussiëren - strɛ̃n * Herstellen; oplappen - ‘op.kal.lə.’faa.tə.rən * Hij denkt dat wij het waren - i pɛ̃st dam.me wij ət wou.rən * Hij heeft een hele taart opgegeten - i ee dən jiel toert ‘bin.nən.gə.spild * Hij heeft het gezegd - i ee.dət gə.zeed; i ee.dət gə.zeen * Hij is begonnen! - ij is bə.gost! (in een uitroepende zin wordt de /ij/ in het voornaamwoord behouden) * Hij is geslagen - i is 'af.gə.toept * Hij is verdwenen - i is scham.pa.’vie * Hij is vertrokken - i is vju:rs (of: vju:s) gə.goun * Iemand aanspreken om wat van die persoon te bekomen of om hem terecht te wijzen - ie.mand ‘oun.pieln * Iemand een ferme loer draaien - nə kljuut ‘af.drwjaan * Iemand goederen of geld afhandig maken - ‘af.lui.zən; ‘af.loe.rən * Iemand iets opdringen - ‘op.sol.fə.rən * Iemand polsen of uithoren - ‘lut.sən * Iemand prijzen en bewieroken - bə.’bof.fən * Iets afwijzen - ‘af.ket.sən * Iets doen wat niet mag; kattekwaad uithalen - iets ‘uit.stee.kən * Iets goed afwerken - tə.goei doen * Iets in elkaar flansen; iets zelf proberen te herstellen - fa.brie.’kee.rən * Iets snel afhandelen - ‘af.lapn * Iets stouts doen - mis.peu.tə.rən * Iets vluchtig lezen - oo.vər.’lee.zən * Iets zodanig behandelen dat het onbruikbaar is geworden - vər.rin.nə.'wee.rən * Ik dacht - kdocht * Ik heb dorst - kem dust; ken dust * Ik heb gespeeld - ken gə.spild * Ik kon - i kost * Ik moet het niet hebben - kmoet ət nie ɛ̃n * Ik schrok - kvər.’schoot mi * Ik schrok heel erg - kvər.’schoot mi nən bult * Ik spreek, jij spreekt, hij spreekt - kspreek, gij sprikt, i sprikt * Ik zou, hij zou, wij zouden - ik zo; ik zon, i zo; wi zon * In het water stoeien - in twou.tər plet.sən * Indien het zou regenen - moest ət gon reeg.nən * Inmaken; wecken - ‘op.leg.gən * Je hebt gemorst - get gə.’smod.dərd * Je hebt het begrepen! (ironisch) - get ət gə.’snoo.pən! * Klauteren - ‘klef.fə.rən * Knellen (bv. een deur of schoen) - pran.gən * Knijpen - piet.sən * Kritiek geven op een venijnige manier - 'deur.steekn * Kwijlen - zab.bə.rən * Laden - lwjaan * Langskomen; bij iemand op bezoek gaan - ‘af.kom.mən * Lawaai maken - la.’wɛ̃t mou.kən * Liften - ot.too.’stop doen * Lijken op - trekn op * Lippenstift aanbrengen - ‘rjuud.sə.lən * Luisteren - lus.tə.rən * Mank lopen - ‘pik.kə.lən * Men gunt iemand iets - tis a gə.jond * Men is nog niet aan een nieuwe situatie gewend - da vourt * Men wordt in verlegenheid gebracht - kzin in af.’fron.tə gə.valn * Mengen - 'oon.dər.jien doen * Moeten - moes.tən; moetn * Mogen, ik mag, jij mag, hij mag - meu.gən, kmag, gij meugt, i mag * Mompelen - 'moom.pə.lən * Morsen; knoeien - 'mjuu.sən * Nabootsen - ach.tər.’nou.doen * Omgooien - 'om.piern * Omvallen - stuikn * Onderzoekend, krig - tisch bekijken - ‘mie.rən; ‘af.let.tən * Onrustig en voortdurend kleine bewegingen maken (bv. mieren) - kra.'wie.tələn * Ontkennen; heftig weerleggen - ‘af.strɛ̃n * Op een hoop gooien - op nən juup klet.sən * Opgegeten - ‘op.geetn * Opjagen - ‘af.staan * Opzichtig kauwen - ma.sjən * Pesten - koe.jə.'nee.rən * Piekeren - prak.kə.zee.rən * Pochen - bof.fən * Prakken - ‘ded.də.rən * Pruilen - moon.kən * Raden; gokken - grwjaan * Remmen - ‘frɛ̃.nən * Rijden - rɛ̃n * Roddelen - kom.’mee.rən * Ronddolen - ‘tsjoo.lən * Ruien (bv. een hond of een kip) - rui.vən * Ruilen - ‘man.gə.lən * Schaatsen - schet.sən * Schommelen - bie.zə.’bij.zən; ‘bij.zən * Slippen (met de auto) - pa.tie.nee.rən * Sloffen (gaan); traag komen aanlopen - ‘stes.sə.lən * Smakelijk lachen - gib.bə.rən * Sneeuwen - snjien * Snel naar meerdere plaatsten gaan -‘rond.sjeezn * Snijden, ik snij, ik heb gesneden - snɛ̃n, ksnɛ̃, kem gesneen * Snurken - ‘roon.kən * Spitten - spetn * Spreken - klapn; kou.tən; ri.zə.'nee.rən * Spuwen in één fluim - spjiekn * Spuwen in meerdere korte stoten - ‘spug.gə.lən * Stelen - schoepn; piekn; ‘schjief.sloun * Sterven - 'stɛ̃.rə.vən; 'stɛ̃r.vən * Stevig gaan drinken - pin.tə.'lie.rən * Stoeien (maar met het grote risico dat het eindigt in ruzie) - fiek.fak.kən * Struikelen - ‘soe.sə.lən * Tegenwerken - ‘kljuu.tən * Tijdens een examen de antwoorden van je buur bekijken - ‘af.kijkn * Uit de echt scheiden - van ma.kour goun * Uit een fles drinken - toe.tə.rən * Uitglijden - oon.dər.’uit goun * Uitlachen - 'uit.schijtn * Urineren - zjie.kən; pis.sən; pie.sən; wou.tə.rən (geordend van dysfemisme naar eufemisme) * Valsspelen - ‘zeu.rən; sa.’leu.rən * Vechten - bat.tə.rən * Veel heisa maken; keet schoppen - ba.’gaar ‘mou.kən * Vegen (bv. de kamer of het voetpad); hooi omdraaien zodat de onderste laag ook aan de zon wordt blootgesteld en droogt - kjie.rən * Veinzen - gə.’bou.rən * Verkeerd rijden - mis.rɛ̃n * Verklikken - ‘oo.vər.drou.gən * Verraden - və.rwjaan * Vertrekken - ‘oun.goun * Verven - ‘vɛ̃.rə.vən * Verwelken - vər.'slens.tə.rən * Voederen - voe.jə.rən * Voetballen - sjot.tən * Vrijen - vrɛ̃n * Waaien - wjaan * Wecken - ster.rə.lie.'zee.rən * Weggaan - er van.’oon.der trekn * Weigeren (bv. een aanbod of een geschenk) - rə.fə.’zee.rən * Wenen - schrjien; blɛ̃tn * Wieden - wjien * Wij konden - wə kos.tən * Wij kunnen - wə keu.nən * Wij laten ons fotograferen - wə lou.tən os trekn * Wij wilden met hem meegaan - wi ‘wil.də.gən mee em ‘mee.goun * Wij zijn verzekerd - wə zin vər.as.’suu.reerd * Worden - wər.rə(n) of wor.rə(n); tegenwoordige tijd: kwor, gij wordt, i word, wi wor.rən, gulder word; verleden tijd: kwier, gij wierdt, i wierd, wi wie.rən, gul.dər wierd; voltooid deelwoord: gə.wər.rən * Wriemelend bewegen - kra.’wie.tə.lən * Wuiven (om goedendag te zeggen) - ‘zwie.rən * Zaaien; zwaaien - zwjaan * Zaken bijeen leggen - ram.ma.’see.rən * Zeer hard lachen - gib.bə.rən * Zeuren - ‘mem.mən; ‘sem.mə.lən * Zich informeren - oon.dər,’juu.rən * Zich verstoppen - a vər.'stee.kən * Zij die dat gedaan hebben… - də.die da ta gə.doun em.mə… * Zijn (bij inversie) - zin.nək?; zid.də gij?; is i?; is zi?; zim.mən wi?; zid.də gul.dər? * Zijn (werkwoord) - zin; tegenwoordige tijd: kzin, gij of gə zit of zi, i is, wi zin of zim.mən, gul.dər zit of zi; verleden tijd: kwas, gij wourt, i was, wi wou.rən, gul.dər wourt; voltooid deelwoord: gə.wist * Zijn we te laat? - zim.mə tə lout? * Zou je? - zod.də? * Zouden (bij inversie) - zon.nək? of zun.nək?, zod.də gij? of zud.də gij?, zo.ti? of zu.ti?, zo.zə? of zu.zə?, zom.mə wi? of zum.mə wi?, zod.də gul.dər? of zud.də gul.dər? * Zullen (bij inversie) - zal.lək?, zul.də gij?, zu.ti?, zu.zə?, zul.lə wi?, zul.də gul.dər? == Thema's == ===APPARAAT=== * Een apparaat (bv. hoorapparaat en fototoestel); een kunstgebit - nən ap.pa.’rel * Een centrifuge - nə ‘zwier.dər; nən 'drjuug.zwier.dər * Een fototoestel - nə ko.'dak * Een gasfornuis - ə ‘gaa.zə.vuur * Een mangel - nə vrin.gər * Een naaimachine - ə ‘stik.ma.sjien; ə ‘nwjaa.ma.sjien * Een slingeruurwerk - nə rig.gə.la.’tuir * Een telefoon - nən tel.lə.’fon * Een televisie - nən tel.lə.’vies ===BEROEP=== * De apotheker - dən ap.’tee.kər * De beheerder van een postfiliaal - də post.mjies.tər * De boswachter - də ‘gar.dən * De dierenarts - də ‘pjɛ̃r.də.mjies.tər * De douanebeambten - də kom.’mie.zən * De drankenhandelaar - dən braar * De grafdelver - də ‘graf.mou.kər * De man die je op de bus een kaartje kwam verkopen - də koon.vwjo.'juir * De notaris - də no.’tor.ries * De oogarts - dən 'uujg.mjies.tər * De pastoor - də ‘pas.tər; də pas.'tjuur * De directeur van de lagere school - dən ‘boo.və.mjies.tər * De slager - dən ‘bjien.aar * Een administratief bediende - i zi.top dən bu.roo * Een advocaat - nən av.və.’kout * Een agent - nə po.'lies; nən a.'zjent * Een arbeider die zwaar grondwerk doet - i zi.top dən tra.’voo * Een boekhouder - nən ‘boek.aar * Een brandweerman - nə pom.’pier * Een dokter - nən dok.teur * Een fietshersteller - nə ‘vee.loo.mou.kər * Een fotograaf - nə por.'tretn.trek.kər * Een handelaar - nə mar.’sjan; nə kom.mer.'sant * Een heier - nə ‘pou.lə.stam.pər * Een kapster - ən kwja.’feus * Een kinesist - nə mas.’seur * Een kokkin - ən ‘koo.kas * Een matroos - nə ma.trjuus * Een mecanicien - nə mik.ka.'nie.kər * Een molenaar - nə ‘mul.dər * Een ober - nə gar.'son * Een onervaren persoon; een beginneling - ən bleu.kə * Een rijkswachter - nə flik * Een schaapherder - nə schou.pər * Een scharenslijper - nə 'schjei.rə.sliep * Een soldaat - nən ‘boe.fer (eerder negatief); nə pa.jot (eerder vaderlandslievend, tevens gebruikt voor iemand die niet in het leger dient en toch erg vaderlandslievend is) * Een tandarts - nən daan.'tiest * Een veehandelaar - nən ‘bjiez.tə.kjuu.pər * Een veldwachter - nə sjam.’pet.tər * Een venter - nə leur.dər * Een vrouw die het huishouden doet van rijke burgers - zə dient * Een werkloze - nən dop.pər * Een werkster - ən 'kus.vraa * In het leger gaan - nor dən troep goun ===BOER=== * Bieten - bjie.tən * Bundels graan rechtop bij elkaar plaatsen - ‘stui.kən * De aardappelsoort Sumatra - ‘su:r.tə.maa * De bergplaats voor karren en machines - ‘tker.rə.kot * De bovenste laag van een mijt zodanig plaatsen dat regen niet in de mijt kan doordringen - 'af.dek.kən * De melkerij - də mel.kə.'rɛ̃ * De oogst - dən oest * De kuil waarin aardappelen werden gelegd en afgedekt om bewaard te worden - də pə.tet.mijn * De pacht betalen - de sɛ̃s bə.tou.lən * De toegang tot een akker over een gracht - ‘tmen.nə.gat * De twee houten, lange staken of balken van een lamoen - treemn * Diep ploegen - ‘diep.rɛ̃n * Dorsen - dus.sən * Een aalputemmer aan een stok - ən bjɛ̃r.loet * Een akker die heel snel droog ligt - ən voug * Een balk of hek waarmee de opening van een weide wordt afgesloten - nən 'dren.bjuum * Een behoorlijk lange, dikke stok (bv. om vee te drijven) - nə klip.pəl * Een boomgaard - nən ‘boo.gard * Een dier dat bevrucht is (in het bijzonder een koe of merrie) - zis gə.'dekt * Een dorsmachine - nən ‘dus.meu.lən * Een eg - ən ee.gə.də * Een riek met gekromde tanden - nə ‘mes.ouk * Een hoeve; een boerderij - ən ‘doe.nink * Een hooi- of strozolder boven een stal - nə schelf * Een hoop hooi of graan zorgvuldig bij elkaar plaatsen - ‘schel.vən * Een kar om aal (naar de akkers) te vervoeren - ən 'bjɛ̃r.kɛ̃r * Een koe die bereid is om te paren - zis spee.ləg * Een koe die geen kalf (meer) kan krijgen - ən kween * Een koeienvlaai - nə pla.’des.tər * Een konijn doden door het nek te breken - tfas ‘af.sloun * Een maaidorser - ə kom.’bien * Een mijt zorgvuldig opbouwen - tas.sən * Een paard leiden: vooruit!, stoppen!, naar links, naar rechts - ə pjɛ̃rd in dand aan: juu!, ou!; ouw!, 'ɛ̃.rom, 'u:.tom * Een paardenjuk - ən oum * Een rij aardappelen - ən root pə.tetn * Een sikkel - ən ‘zig.gəl * Een stoeltje met drie poten om te melken - nə pik.kəl * Een taps toelopend stuk land - nən tip * Een tractor - nən trek.’tuir * Een vaalt - nə mes.put; nə ‘mes.sing * Een voor (na het ploegen) - ən vjuur * Een zwangere koe of merrie - zə zit vol * Ervoor zorgen dat een grote lading hooi of stro tijdens het vervoer niet van de kar schuift, door touwen op de lading aan te spannen - ‘rjie.pən * Gemaaid koren bijeen brengen en binden - schjuu.vən * Gemet (oppervlaktemaat voor akkers) - gə.meet * Gerst - gjest * Gier over akkers verspreiden - ‘bjɛ̃.rən * Graan met de hand maaien - pik.kən * Graan naar de hoeve brengen - men.nən * Gras of graan machinaal maaien - ‘af.rɛ̃n * Haver - ou.vər * Het geldbedragje dat aan een kind van de boer werd gegeven nadat een rund was verkocht, om het nog goed te verzorgen totdat het werd opgehaald om naar het slachthuis gevoerd te worden - ‘stjert.jəs.geld * Gras - tgas * Het vilbeluik - 'tvul.blik * Hooi stapelen op het veld - ‘op.pə.rən * Iets over een akker verspreiden (gier, mest of kunstmest) - ‘uit.rɛn * Jonge plantjes (bv. van bieten of wortelen) verwijderen zodat andere plantjes meer ruimte krijgen om te groeien - dun.nən * Maïskorrels - ‘Spon.sə tɛ̃rf * Mestvocht - ma.’sol.lie * Met een stok graan uit de aren slaan; erwten uit de gedroogde peulen slaan; rijp fruit uit een boom schudden - ’klip.pə.lən * Mond- en klauwzeer - də muil.ploug * Planken bovenop een kar plaatsen waardoor meer lading kan worden vervoerd - bar.dəs zetn * Prikkeldraad - ‘pin.nə.kəs.droud * Schrikdraad - dən el.lən.’trie.kən droud * Stro - strjuu * Tarwe - tɛ̃rf * Vroege aardappelen - ‘jies.tə.lingn ===DE MAN EN ZIJN ONDEUGDEN=== * De lokale vrouwenversierder - də pa.’ro.chə.stier * Een armoedzaaier - nən 'ɛ̃r.mwjoe.lij.ər; nən 'ɛ̃r.mwjoe.zou.jər * Een bangerik - nən ‘broek.schij.tər; nən bə.’naat.schij.tər; ən ban.gə.scheet * Een dwarsligger; een koppigaard - nən ‘dwjɛ̃.zən; i ligt dwjɛ̃z; nən ‘et.tə.kop * Een egoïst - nən urk * Een gemene, egoïstische man - nə 'schurf.tə.rik * Een geniepige man die onrust en tweedracht stookt - nən ‘drum.mər * Een gierigaard - nən ‘dui.tə.klie.vər * Een handelaar die niet te vertrouwen is - nə ‘sjag.gə.rjɛ̃r * Een hielenlikker; een slijmerd - nən bou.zə.poe.pər * Een hovaardig iemand - nə jan.min.’kljuu.tən * Een knoeier - nə ‘mjuus.kljuut; nə ‘mjuus.pot, nə ‘mjuu.sər * Een losbol - nə ‘kwies.tən.bie.bəl; nə kwiet * Een man die de sociale regels niet volgt; een dommerik - nən an.nə.’wui.tən * Een man die hooghartig is - nə ‘stree.kə.vent * Een man met een sterke, maar af te keuren, seksuele appetijt - ən jiet ‘vɛ̃r.kən; ən jiet pa.’tee.kən * Een nietsnut - nə ‘kloef.kap.pər * Een nietsnut die van anderen profiteert - nən ‘biet.skoe.pər * Een nieuwsgierig iemand - nə kur.’jeu.zə.’neus; nə kur.’jeu.zə.’neu.zə.’mos.tərd.pot * Een onhandige sul die slecht presteert en niet aan de verwachtingen voldoet - nə ‘krab.bə.koo.kər * Een onnozele, waardeloze vent - nən ‘oe.lə.wap.pər * Een onsympathieke, vervelende vent - nən ‘beu.rik; nə ‘jan.min.gat * Een onuitstaanbare vent - nən ‘bad.dən * Een opschepper - nən bla.’geur.mou.kər; nə stoe.fər; ən ‘wind.blous * Een slappeling; iemand die niets durft - nə 'la.bə.kak * Een slome - nə ‘lam.zak * Een sullig persoon - nən dzoe.bən * Een valsspeler - nən ‘or.zak * Een vitter; iemand die misbaar maakt over onbenulligheden - nə ‘pee.zə.wee.vər * Een zonderling - nən our.də.gən * Iemand die achterbaks is - die is oon.dər.’dums * Iemand die allerlei zaakjes ritselt; een bedrieger - nə ‘foe.fə.ljɛ̃r * Iemand die als minderwaardig werd behandeld - die wierd schjief bə.’kee.kən * Iemand die anderen ophitst - nən ‘op.mou.kər * Iemand die anderen tegenwerkt - nə vrin.gər * Iemand die de zaken lastig maakt - nən ‘troe.tən; nə ‘schjief.zjie.kər * Iemand die echt niet deugt - nə 'niet.op; ə stuk stroont; nə 'gang.stər * Iemand die een onsympathiek karakter heeft - i ee dən (slecht) kar.rə.’tjɛ̃r * Iemand die egoïstisch is en zich enkel materieel wil verrijken - nən eb.bər * Iemand die geen enkele ambitie heeft of geen goed werk aflevert - nə vod.də.vent * Iemand die gemeen kan zijn - die kan ljulk uit dən oek kom.mən * Iemand die iedereen naar de mond praat - nən ‘too.tən.trek.kər * Iemand die in alles het negatieve ziet en geen levensvreugde uitstraalt - nən a.'zijn.pis.sər * Iemand die je nooit ziet lachen of plezier maken - nən ‘drjuug.kljuut * Iemand die niet aandachtig is en de gevolgen van z’n daden niet bekijkt - i is nee.glie.’zjent * Iemand die niet gemotiveerd is om te werken; iemand die geen orde en regelmaat kent - nə ‘flie.rə.flui.tər * Iemand die niet goed wijs is - nən ‘al.və ‘gou.rən * Iemand die niet te vertrouwen is - nə fie.’loe * Iemand die niet veel durft; een flauwerik - nə ‘lab.bə.kak * Iemand die ongewenste seksuele handelingen stelt - ə vet.zak.skə * Iemand die overal zijn voordeel haalt, desnoods met illegale middelen - nə scha.mo.’tuir (oorspronkelijk een kleibaggeraar of escavateur in de gelaagputten) * Iemand die snel en veel eet - nən ‘deur.jou.gər; nə ‘fret.zak * Iemand die snel geïrriteerd wordt als hij moet wachten - nən on.gə.’duu.rəg.ord * Iemand die vaak gemene dingen doet, maar zijn ware aard weet te verbergen - nən 'ei.mə.lek.kən * Iemand die vaak onrustig en gestresseerd is - ən ‘zee.nə.pees * Iemand die van mening is veranderd - i ee zin.nə ka.’zak gə.drwjaad * Iemand die verschrikkelijk koppig is - nə ‘stjien.ee.zəl * Iemand die voor het minste pijntje gaat klagen - nə ‘klɛ̃n.zjie.rə.gən * Iemand die weinig of niets zelf doet en profiteert van het werk van anderen; iemand die over het minste pijntje gaat klagen, vaak om zich aan een taak te onttrekken - nə ka.’rot.tən.trek.kər * Iemand die zich vlug kwaad maakt - tis nə ko.’trie.kə.gən * Iemand die zijn standpunt per se wil doordrijven; iemand die in een geschil geen toegeving wil doen - i aa zin.nə kop stijf * Iemand op wie je niet kan rekenen; iemand die niet doet wat hij belooft - nə ‘zjie.kər ===DE VROUW EN HAAR ONDEUGDEN=== * Een bazige vrouw (tegenover haar man) - nə sjam.pet.tər * Een bitsige vrouw - ən pie.kə.’tijn * Een gierige vrouw - ən ‘gie.rə.gə pin * Een dwaze vrouw - ən kal * Een onhebbelijke, gemene vrouw - ən tang; ən vui.lə ros * Een opgetutte vrouw - ən mies.taan.’get * Een venijnige vrouw - ən (‘smjɛ̃.rə.gə) tiek * Een vrouw die hooghartig is - ən ‘stree.kə.ma.dam; ən kak.ma.dam * Een vrouw die liegt - ən leu.gə.nas * Een vrouw die luid praat of lacht - zə ‘schet.tərt; tis ən ‘schet.tər.kont * Een vrouw die onsympathiek overkomt - ən trees * Een vrouw die verschrikkelijk aan 't zagen is - da mɛ̃ns is vrjied ont per.mə.’tee.rən * Een vrouw die zich niet verzorgt of haar huis niet onderhoudt - ən slons * Een vrouw van lichte zeden - ən kie.lə.’boes; tis ər iejn van ach.tər troum ===DIER=== * De houtworm - də mulm * Een bromvlieg - nə 'roon.kord * Een bunzing - nə vis; nə fis * Een cavia - ən stjien.sə rat * Een dikke vlieg - nə mwjaa.schij.tər * Een eend - ən piel (een piel is eigenlijk een eendenkuiken) * Een egel - ə 'stee.kəl.vɛ̃r.kən * Een hommel - ən 'bom.bie * Een jonge kip - ən poe.’lie * Een kalf - nə mut.tən * Een kanarie - nə ka.'nan.nə.voo.gəl; ən ‘pie.tə.kə * Een kikker - nə puit * Een kikkervisje - ən oe.kə.’doe.lə.kə * Een kip - ə 'kie.kən * Een kuikentje - ən ‘tsjiep.kə * Een leeuw - nə ljie * Een libel - nə ‘glou.zə.snɛ̃r (In de Vlaamse dialecten, zelfs in deze van het Waasland, verschillen de namen van insecten erg van elkaar; zie: e-WVD: Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, https://www.e-wvd.be/lid/wvd/f?p=131:1::::::) * Een lieveheersbeestje - ə pie.tər.’nel.lə.kə * Een mannetjesduif - nə koo.pə.rən * Een mannetjeskonijn - nə ‘rip.pər * Een meeuw en de meeuwen - nə mjie en də mjien * Een meikever - nə ‘meu.lə.njɛ̃r * Een merel - nə 'mjɛ̃r.lon * Een mier - nə 'mjuu.rə.zjie.kər * Een oorworm - nən ‘tjie.nə.nij.pər * Een pad - ən pad.də * Een papegaai - nə pap.pə.’gwjaa * Een parkiet - nə per.’ruusj * Een pauw - nə paa * Een regenworm - nə pie.lə.’wui.tər * Een spreeuw - ən sprjie * Een staart - nə stjɛ̃rt * Een steekvlieg - nən dous * Een stekelbaarsje - ə ’stee.kəl.bak.skə * Een uier - nən eur * Een vaars - ən vjɛ̃s * Een vleugel van een vogel - nə ‘vleu.rink * Een vrouwelijk konijn - ən vwjoe * Een zwaluw - nə ‘zwom.məl ===DOOD=== * Een dode - nən djuun * Een doodsprentje; een bidprentje - ən djuu.’bie.lə.kən * Een grafsteen - ə zɛ̃rk * Hij is begraven - i lee.tər oon.dər * Hij rouwt - i is in də raa * Iemand is overleden - i eet zin kjɛ̃s ut.gə.blouzn; i eet zin.nə kop gə.leen * Iemand is overleden en opgebaard - i ligt in ‘lij.kən ===FAMILIE EN SOCIAAL=== * De waarheid - də wo.red * Een babbeltje slaan - kat.tə.'naan.sə; kaa.tən * Een binnenvetter; iemand die zijn ontgoochelingen en frustraties niet onder woorden brengt - nən 'er.tə.fret.tər * Een CVP'er - nə 'kat.tə.kop * Een homo - ən zja.net * Een jubileum - nə zjuu.bie.'lee * Een meisje en een jongetje - ə mes.kə; mes.kən en ən jong.ske * Een man of een jongen die te beklagen is - nən duts * Een mens - nə mɛ̃ns * Een niet nader bepaald aantal chiroleden - də ‘gie.roos * Een niet nader bepaald aantal mannen - ‘man.nə.vol.lək * Een oom - nə noon.kəl * Een oudere mannelijke vrijgezel - nə 'joonk.man * Een socialist - nə sos * Een speciaal, nogal eigengereid iemand; iemand van wie je niet zomaar wat gedaan krijgt - tis nə 'num.mə.roo * Een stotteraar - nən ‘ak.kə.ljɛ̃r; nən ‘dod.də.ljɛ̃r * Een tante - ən taant * Een vleier - nə 'maa.vee.gər * Een vrouw die te beklagen is - ən sljuur * Een vrouw die veel tegenslag heeft - ən suk.kə.las * Een vrouw die voor zichzelf opkomt en tegen de wensen en eisen van haar man ingaat - ən dol.lə mie.na * Een vrouw en een man (personen waarover men verder amper iets weet) - ə ‘vraa.mens en ə ‘man.nə.mens * Een weduwe en een weduwnaar - ən weef en nə 'wee.və.njɛ̃r * Een zoon en zonen - nə zeun en zeuns * Het bejaardenhuis - taa.’pee.kəs.uis; tsticht * Het comité - 'tkom.mie.teit * Iemand die geen plagerijtjes kan verdragen - nə ‘sui.kə.rən * Iemand die liberaal stemt - i is vur de blaa * Iemand die onduidelijk spreekt - nən ‘broe.bə.ljɛ̃r * Iemand die overdreven vriendelijk is - nə ‘plat.tən * Iemand die praktische grappen uithaalt - nə far.’suir * Iemand die tegenspreekt - ən ‘fran.kə toot * Iemand die teruggetrokken leeft en niet sociaal is - i is op zin ‘ɛ̃.gən * Iemand van wie het sociaal gedrag niet alledaags te noemen is; iemand met bijzondere talenten - tis nə spis.’sjaa.lən * Kinderen - klɛ̃n man.nən * Mijn buurman - min.nə gə.buur * Mijn neef - min.nə koz.zən * Mijn vriend; mijn maat - min mot.sjə; min.nə mout * Moeder - moen * Onze vader - oonz vod.dər * Ouders die hun kind al tijdens hun leven het overgrote deel van hun vermogen hebben gegeven - zem.mən ul.dər ‘uit.gə.kljied * Schoonfamilie - 'oun.gə.traa.də fa.'mie.lə * Verre familie - van tzee.vəs.tə knjuups.gat * Ze krijgt weinig bezoek - zə ee wɛ̃.nəg oun.sprouk ===FIETS=== * Een bagagedrager - ə stoe.lə.kə * Een bakfiets - nən trie.por.’teur * Een fiets - nə ‘vee.loo; nən ar.lie trap.son * Een fiets met pedaalremmen - nən tor.’pee.doo; nən ‘tor.pə.doo * Een lekke band - nə ‘plat.tən tsjoep; min.nən baand ee.dən fwiet * Een reflector - ən ‘kat.tən.juug * Een spaak van een wiel - nə ri.’jong * Een spatbord - ən ‘moor.schelp * Een spatlap - nə ‘spjiet.lap * Een tandwiel van een fiets - nə pie.jon * Een ventiel - nə soe.’pap * Een versnellingsapparaat - ‘vie.tes.sən; ə vər.'zet * Een zadel - ən zoul * Remmen - frɛ̃ns * Velgen - ‘zjan.tən ===FINANCIEEL EN JURIDISCH=== * Armoede - ‘ɛ̃r.mwjoe * Cash - bour geld * De gevangenis - dən a.’mie.goo; dən bak * De opzegtermijn - dən ‘op.zeg * De verzekering - ‘das.graan.sə * Een kasticket - ə soesj.kə * Een klant - nə ka.'lant * Een koopje; iets dat men tweedehands koopt - ən ok.ko.zie * Een kwitantie - ən kie.'taan.sə * Een opslagplaats - nən die.'poo * Een waarschuwing van een gezagsdrager (bv. een agent) - ə rə.plə.’ment * Een zaak die duur is om aan te kopen of te onderhouden - tis ən run.nə.wien * Er is een juridische beslissing genomen - dər is bə.’schjied gə.doun * Er zijn verkiezingen - tis keuz; tis ‘kie.zink * Failliet zijn - op strout stoun * Geld op een spaarboekje of dat niet meteen aangewend wordt - lig.gənd geld * Het gemeentehuis - tgə.’mjien.tən.uis * Hij heeft geërfd - i ee gə.’djield * Hij is failliet - i is gə.rin.nə.weerd * Hij krijgt steun van de Openbare Onderstand (nu: het OCMW) - i leeft van dən ‘ɛ̃r.mən * Hij verdient goed - i ee.dən schjuun pree * Iemand die de prijs opdrijft bij een openbare verkoop - nə ‘strjuut.sjəs.man * Ik heb een officieel bericht gekregen - kəm tɛ̃nk gad * Ik heb mijn loon ontvangen (destijds om de veertien dagen) - kem ka.’zjiem gə.trokn * Schade - schwjaa * Werk - ‘wɛ̃.rək ===GEBAK=== * Amandel- of kokosrotsjes - ma.’krons * Een eclair - ə ‘sjoe.kən * Een gebakje van meringue - ə mer.vi.’jeu.kə * Een hoorntje, gevuld met vanillecrème - ən ‘jɛ̃.rə.pijp * Een klein rond koekje met gekleurde harde suiker erop (van de Sint) - ə 'mok.skə * Een krentenkoek - nən ‘bee.zə.koek * Een rond broodje; een pistolet - nə pies.too.’lee * Een taart - ən toert * Een tompoes - ən ‘boek.skən [AVH] * Een wafel - nə ‘wof.fəl * Eender welk gebakje waarvoor geen aparte naam bestaat - ə pa.'tee.kən * Speculoos - spik.kə.lous ===GEREEDSCHAP EN MATERIAAL=== * Chroom - krom.'mee * De verlostang - dij.zərs * Een aarding (bv. in een stopcontact) - nən tjɛ̃r * Een aluminium drinkbus - ən pul.lə * Een boodschappentas - ən ka.lə.’bas; ən ka.’baa * Een condoom - ən ka.poot * Een dekzeil (ook om tegen de regen beschermd te zijn op de fiets) - ən basj * Een deuk (bv. in een auto of een kookpot) - nən bluts * Een dop - ən 'dop.səl * Een draagtas; een rugzak - ən ba.’zas * Een elastiek - nə 'rek.kər * Een flessenopener - nən ‘af.trek.kər; nə ‘stoe.pən.trek.kər * Een gaatje - ə got.sjən * Een hark - ən rijf * Een hechtpleister - nə ‘plak.kər * Een juten zak - ən boul * Een kaars - ən kjɛ̃s * Een kassei - nə kal.lə.sɛ̃ * Een knapzak - nə kan.’duit; nə ‘schoof.zak * Een ladder - ən ljier (let op: een jas van leer is "nə lee.rə frak") * Een lampfitting - ən sok.'ket * Een lucifer - ə ‘stek.skə * Een magneet - ə ‘plak.ij.zər * Een mand - ən man.də * Een olielamp - nə kin.’kee * Een portefeuille - nə por.tə.’fuul * Een postzegel - nen ‘tem.pər * Een rietje (om te drinken) - ə strjuu.kə * Een ringetje dat als pakking dient - ə ron.del.lə.kə * Een schaar - ən schjɛ̃r * Een schoffel; een hak - nə ‘kap.pər * Een schoudertas (gedragen over één schouder) - nən bal.lə.’son * Een schroevendraaier - ən toer.na.’vies * Een sleutel - nə ‘sneu.təl; nə ‘sleu.tər * Een spade - ən spwjaa * Een tuit (bv. van een koffiepot) - ən teut * Een veiligheidsspeld - ən ‘toe.spel * Een verdeelstekker - nə kat.tə.kop * Een vijs die niet kan worden aangedraaid - deez vijs drwjaat gə.lek zot * Een zaklamp - ən 'piel.lamp; ən 'piel.licht * Een zeis - ən zɛ̃s * Een zekering - nə plong; nə plon * Elektriciteit - dən el.lən.'triek * Iets waar je batterijen voor nodig hebt - da werkt op ‘pie.lən * Kippengaas - ol.lə.kəs.droud * Piepschuim - ie.sə.'moo * Potten van klei waarin gezouten groenten (bv.sperziebonen) werden bewaard – Kjuul.sə potn * Resten, andere dan bezinksel, die aan een recipiënt blijven kleven (bv. eten, melk) - ‘oun.lwjaa.səl * Rode menie - rjuu mien * Stopverf - mas.’tiek * Tape om een windel vast te maken of om een gaatje te dichten - ‘spar.rən.drap ===GROENTEN EN FRUIT=== * Aalbessen - ‘tros.kəs.beezn * Aardbeien - ‘jɛ̃.rə.beezn * Bramen - ‘brom.beezn * Een bloemkool - ən 'blom.kjuul * Een Clapp’s Favourite (peersoort) - ən klaps * Een kersenboom - nə 'kjɛ̃.zə.ljɛ̃r * Een mispel - ən ‘mup.səl * Een peer - ən pjɛ̃r * Een perzik - ən paas; ən pisj * Een pruim - ən prum * Een savooikool - ən sa.’vwjoe * Een schorseneer - ən schor.sə.'njiel * Een sinaasappel - nən ap.pəl.’sien * Een tomaat - ən tom.mat [AVH] * Een ui - nən ajuin * Een walnoot - ən ‘boe.rə.noot * Erwten en wortelen - ‘et.sjəs en ‘pee.kəs * Kersen - kaa.ze.’kriekn * Peterselie - pie.tər.’see.lie * Prei - ‘pa.rei * Rabarber - rə.’ber.bər * Rodekool - rjuu.'kjuul * Salade; sla - sa.lwjaa * Spinazie - ‘spie.nwjaa.zie * Stekelbessen - ‘stik.kəl.beezn ===HUIS=== * De beerput - dən 'bjɛ̃r.put * De bestekamer; het salon; de plaats waarin niet dagelijks werd geleefd, enkel hoog bezoek werd ontvangen - ‘tveur.uis * De betegeling rond het huis (meestal enkel aan de voorgevel) - ‘tplan.sier * De brievenbus - də bwjout * De eetplaats - ‘dit.kom.mər; ‘dit.plots * De koer achteraan het huis, bij de keuken - dən ach.tər.’buitn * De voordeur - də ‘veur.deur * De zolder - 'top.pər.stə * Een dakgoot - ən kor.’nisj * Een deurstijl - nə sjam.’brang * Een gemetseld waterreservoir - nən ‘tras.bak * Een gemetselde bak in de kelder waarin gepekeld vlees werd bewaard - ən ‘vljiez.kuip * Een hek - ən ek.kən * Een kalklaagje op een muur aanbrengen - witn * Een kamer waar erg veel gerookt is - dər angt nən dikn doemp * Een klink - ən kleenk * Een omheinde groentetuin - nə 'loch.tink * Een likje verf - ə lek.skə vɛ̃rf * Een plankenvloer - nə plan.’sjee * Een schouw - ən schaa * Een serre - ən sjɛ̃r * Een slaapkamer - ən ‘slop.kom.mər * Een spleet (bv. tussen planken of tegels) - nə 'gar.rəl * Een spoelbak in de keuken - nə 'pomp.stjien * Een stutbalk - nə pə.’trel; nə ‘poe.trel * Een tegel - nən ‘ti.chəl * Een tuin - nən hof * Een urinoir - ən pie.’sien * Een venster - ən ‘veng.stər; ən ‘vus.tər * Een vensterbank - ən 'veng.stər.blad; ən 'veng.stər.ta.blet * Een vensterluik - ən blaf.fə.’tuur * Een vloertegel in natuursteen of beton - nən dal * Een vochtige muur - ən ‘boch.tə.gə muur * Het achterhuis - ‘tpomp.uis * Het afvoerputje - ‘tmoor.put.tə.kən * Het grasveld waarop linnengoed aan de zon wordt blootgesteld om wit te worden - dən bljiek * Het portaal bovenaan een trap - dən al.’lee; dən ‘oo.vər.ljuup; də pal.’jee * Het toilet buiten, zonder stromend water - ‘tus.kən, tvər.trek, də koer * In de tocht zitten - in dən trok zitn * Rolluiken (later ook zonneblinden en luxaflex) - pər.’sjəns ===HUWELIJK=== * De huwelijkspartner verlaten en met iemand anders gaan samenwonen - er van.'oon.dər trekn * Een liefje (meestal van tijdelijke aard) - ə 'mok.skə * Het bruidspaar - də traars * Het huwelijksgevolg - də swiet * Hij heeft een affaire met iemand - i ee.tər mee iejn van.’doen; i aad oun * Hij is verloofd - i ee ‘ken.nis * Huwen; trouwen - traan * Lieverd (tussen echtgenoten) - ‘loe.kə ===KAARTEN=== * Abondance - ab.bən.’daans * De eerste kaart op tafel leggen - ‘uit.kom.mən * De kaarten niet correct verdelen - mis.’djie.lən * Een joker - nə zjoo * Een spelletje solitaire winnen - kzin uit.gə.rokt * Hoge kaarten: koning, koningin, boer - ‘prent.sjəs: nə 'keu.nink; nən jier, ən dam; ən vraa, nə zot * Kaarten - kor.tən * Kaarten in je hand volgens kleur en waarde ordenen - də kor.tən stee.kən * Kleuren in het kaarten: harten, klaveren, ruiten, schoppen - et.təs, er.təs; klou.və.rən, klou.vərs; ‘pij.kəs; ‘koe.kəs * Men heeft het aantal geboden slagen net gehaald - tis nə ‘zjuus.tən * Overtuigd zijn dat je bij wiezen geen enkele slag zult halen en al je kaarten op tafel leggen - mie.’zee.rie op tof.fəl * Solitaire - ‘af.leg.gər.kə ===KERK=== * Bidden - lee.zən * Bidden tot een heilige om van een ziekte te genezen of een kwaal te verhelpen - ‘af.lee.zən * De kerkbaljuw - də swies * De paashaas doet zijn aankopen in de Nopri - də ‘pous.klokn vər.trekn nor ‘Rjuu.mə * De parochie - də pa.’ro.chə * De pastoor - də 'pas.tər * De pastorie - də pas.tor.'rie * Een doopmeter - ən pit.tə; ən pit * Een dooppeter - nə ‘pee.tə.rən * Een kerk - ən kɛ̃rk * Een mis - nən dienst * Een opzichtig kerk- en pastoorsgezind iemand - nə piel.’jɛ̃.rən.bij.tər * Een schapulier - ə ska.pu:.’lier * Een schapulier in de vorm van een medaille - ə ma.’do.lie.kə * Het geld dat tijdens een misviering bij elke aanwezige wordt opgehaald voor het onderhoud van de kerk - ‘stoe.lə.kəs.geld * Het klooster - 'tkljuus.tər * Het koor - tkjuur * Het oksaal - ‘tjuug.zoul * Het vormsel - tvurm.səl * Kerstmis - ‘kest.dag * Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - aalf oest (eigenlijk: halverwege de oogst) * Op bedevaart gaan - gon 'bee.wee.gən * Palmzondag - pal.mə.zon.dag * Pinksteren - Sink.sən ===KEUKEN=== * De gootsteen - də pom.bak * Een vergiet - ə stra.’mien * Een aardappelmesje - nə pə.'tet.schel.dər * Een blikopener - nən 'oo.pən.doen.dər * Een bord - ən tal.’juur * Een deksel - ə scheel * Een dienblad - nə pla.'too * Een grote kookketel - nə mar.’miet * Een keukenhanddoek - nən ‘af.drjuu.gər * Een koffiezak in een koffiepot - ən ‘kaf.fə.buz * Een kookpot - nə kas.’trol * Een lepel - nə 'lee.pər * Een metalen rekje waarop de kookpot op tafel werd gezet - ən bar.rə.kən * Een roerzeef - nə paz.zə.’viet * Een schuimspaan - ən ‘schum.blad * Een soepbord - ən diep bord * Een vaatdoek - ən ‘schoo.təl.vod.də * Een voorschoot - nə ‘vus.schjuut * Een vork - ə vər.’ket; ən vurk * Een waterketel - nə mjuur * Het botervlootje - dən 'boo.tər.pot * Met de hand koffiezetten - op.gietn ===KIND=== * De jeugd - də jonk.ed * De kraamkliniek - tmoe.dər.uis * De lieveling van de juffrouw - də feb, də ‘feb.bə.kak * De plasser van een jongen - nə pie.zə.’wie.tər * De puberteit - də bib.bər.jou.rən * Doopsuiker - 'kin.nə.kəs.kak * Een baby'tje - ən ‘boe.lə.kə; ə plat keend * Een braaf, maar saai en klagerig meisje - ən ‘seu.tə.bees; ən ‘seu.tə.mie * Een buggy - ə stee.kər.kə [AVH] * Een fopspeen - nən ‘tuu.tər; ən ‘tie.kən * Een kind dat al flink is gegroeid of al behoorlijk zelfredzaam is - ə ferm bou.zə.kə; ə ferm bos.kə * Een kind dat iets heeft uitgespookt of regelmatig iets uitspookt - ə ‘snot.joonk * Een kind dat niet stil kan zitten, niet aandachtig is en niets ernstig neemt - nə ‘ruu.lə.’wuu.tər * Een kind dat nog in zijn bed plast - nən ‘bed.də.zjie.kər * Een kind kietelen op de buik - ‘krie.be.lən.buik doen * Een kinderwagen - ən vwja.’tuur; ən koets * Een kwajongen - ə pa.'tee.kə; ə pa.'tee.kən * Een luier - nə ‘pis.doek * Een park voor baby’s en peuters - nən boks * Een rakker; een deugniet - nə gal.’jaar * Een slabbetje - ən ba.'vet * Een stout kind - nə ‘fran.kord * Een wipstoeltje (voor baby’s) - ə ‘wip.pər.kən * Een zielig kind - nən duts * Geboorte - gə.bor.tə * Het jongste kind van een gezin - də ‘kak.kə.nest ===KLEDIJ=== * Een beha - nə soe.’tjen; nən ‘tet.zak * Een bontjas - nə pel.sə.frak * Een boord onderaan een jurk (of een ander stuk stof) - ən ‘bie.zə.kən * Een corset - nə kor.’see * Een das - nə 'plas.'tron * Een drukknoop – ə 'piet.sər.kə * Een fluwelen jas - nə floe.rə frak * Een gebreide sjaal - nə gə.'bree sjal * Een gesteven hemd - ə stijf em * Een gulp - ən spriet * Een hemd met ruitjes - ə ka.’roo əm * Een hielstuk aan de binnenzijde van een schoen - nə koun.trə.’fjuur (van het Franse contrefor) * Een jas - nə frak * Een jurk - ə kljied * Een kap (aan een jas) - ən kap.pə.’teut * Een kraag - nə kol * Een lange, meestal grijze, schort gedragen om de kleding te beschermen - nə stof.frak * Een lange jas - nə ga.bar.’dien * Een mouw - ən maa * Een muts - ən pots * Een nachtjapon - ə ‘slop.kljied * Een onderhemd - ən ‘oon.dər.lif.kə * Een onderrok - nə kom.bie.nə.’zong * Een opvouwbaar regenjasje - nə kaa.wee * Een panty; een collant - ən ‘kaa.sə.broek * Een pet - ən klak * Een pochet - ə ‘stoe.fər.kə * Een puntmuts - ən pin.nə.muts * Een regenjas - nən im.pər.mee.’jaa.bəl * Een rits - ən tie.'ret * Een rokkostuum - nə ‘pie.tə.ljɛ̃r * Een sjaal - nə sjal * Een sluier - ən vwjal * Een tuinbroek - ən sa.loo.pet * Een veter - nə ‘nes.tlink; nə ‘nes.tling * Een voering – ən voe.jə.rink * Hij draagt een kledingstuk binnenstebuiten - i ee ət ‘aa.və.rechs oun * Ik krijg jeuk van de trui die ik draag - min.nən trui piekt! * Kleren - kljie.rən * Klompen - blokn * Nylonkousen - zɛ̃.'kaa.sən * Rubberen laarzen - kat.’sjoe botn * Sandalen - ‘slet.sən * Sloffen (schoeisel) - ‘slef.fərs (enkel vooraan dicht); ‘sloe.fən (rondom dicht) * Suède - dɛ̃ * Teenslippers - ‘pie.lə.pjuu.tən ===LICHAAM=== * Bakkebaarden - fa.sjən * Blootsvoets - ‘ber.rə.voets * Blozende wangen - bloo.zə.’kriek.skəs * Bovenarmspieren - ‘fors.baln * Bruin bier stimuleert de borstvoeding - bruin bier is goe vər tzog * De bevalling - 'tkin.dər.bed.də * De menopauze - tkjie.rən van də jou.rən * De ouderdom - dən ‘aa.wər.dom * Dikke benen - ‘wɛ̃.pouln * Dikke snot die aan de neus blijft hangen - ən snot.kjɛ̃s * Donshaar - ‘paa.zə.wol * Dunne benen - ‘stek.kə.bjie.nən * Een appendix; een ontsteking van de blindedarm - nən ap.paan.də.'siet; ap.paan.də.'siet * Een borst - ən bust * Een brildrager - ən ‘bril.lə.kas * Een dikke man - nə ‘pap.zak * Een fors bovenlichaam - ən fer.mə ka.’ruur * Een gezicht - ə weezn * Een hart - ən ert * Een hoofd - nə kop * Een jongen met lang haar - nən bie.təl * Een knipoog - ən juug.skə trekn * Een kus - ən toot; ən beez; ən ‘too.tə.beez * Een lang, mager persoon - nən ‘bjuu.nə.stouk * Een lende - ən lee * Een lies - ən ‘jie.kə.nis * Een lip - ən lep * Een maaltand - nən ‘bok.tand * Een magere vrouw - ən ‘pan.lat; ən spie * Een navel - nə ‘nou.gə.lən.buik * Een ongelijkmatig gebit - ən ‘pjɛ̃r.də.muil * Een onverzorgd iemand - nə ‘mot.tə.gord * Een oog - ən juug; ən uujg * Een oude man - nən aa pee * Een oude vrouw - ən aa djuus * Een paardenstaart (van een meisje) - ən 'pjɛ̃r.də.kod.də;nə 'pjɛ̃r.də.stjeirt * Een piemel - nə flosj * Een schouder - ən schour * Een schriele mannelijke borst - ən kie.kə.bust * Een slungel - nə (lan.gə) zwiep * Een snottebel - ən ‘snot.kjɛ̃s * Een spottend lachje - nə ‘gree.məl * Een struise, sterke man - nən bjuum van nə vent * Een teen - nən tjien * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Een vrouw met grote borsten - dər is veel vol.lək in də stou.sə * Enkels - ‘knoe.səls * Gaatjes in de tanden vullen - plom.’bee.rən * Golvend haar - ‘bek.kən int our * Grote handen - ‘kool.schup.pən * Haar haar - eur our * Hersenen - ‘es.səs * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hoofdroos - ‘pel.lə.kəs * Iemand die niet tegen kietelen kan - i is 'kie.təl.ach.təg * Iemand is buiten adem - i eet op zin.nən os.səm gə.’trapt * Iemand met een onverzorgd uiterlijk - nən ‘boo.ee.mər * Iemand met ros haar - nə ‘ros.tə.kop * Kippenvel (van koude of emotie) - ‘kie.kə.vljiez * Klein en gedrongen - gə.blokt * Klein van gestalte - klɛ̃n van pos.'tuur * Lichaamsgeur - ‘lif.geur * Naakt - in zin.nə ‘pad.də.rən; in zin.nən ‘bljuu.tən; in zin.nə flik.kər * Naar het toilet gaan - nour tgə.mak goun * Rillen van de koude - ‘dou.və.rən van də kaa * Speeksel - ‘spug.səl;'spjiek.səl * Speeksel aangebracht om een kind te troosten na een val (in eerste instantie door de moeder) - ‘moe.dər.kəs.zalf * Sterk, maar klein en geblokt - gə.’stuukt * Stug haar - ne ‘vɛ̃r.kəs.bus.təl * Tanden van kinderen - tan.də.’bie.tərs * Teelballen - ‘klies.tərs * Vlechtjes - ‘kod.də.kəs * Wenkbrauwen - 'wenk.braan * X-benen - ‘mut.tə.kəs.knien * Ze is in verwachting - zis in po.'zie.sə * Zweetvoeten - ‘stink.pa.tees; ‘zwjiet.pa.tees ===MEUBELEN EN DECORATIE=== * Een bed - ən bed.də * Een beeld van O.-L.Vrouw onder een glazen stolp - ən lie.və.'vraa * Een deken - ən ‘soz.zə * Een divan - nən die.vang * Een doek dat men ter decoratie op een dressoir of tafel legt - nən twjol.sə.'ree * Een doos; een contactdoos - ən bwjaat * Een kast - ən kas * Een kleerkast - - ən ‘kljier.kas * Een matras - nən 'ee.pə.daa * Een onderstel van een bed met metalen veren - nə rəs.sour * Een overgordijn - nən dra.pə.’rie; ən ‘stoz.zə * Een porseleinen, romantische voorstelling van een of meerdere kinderen en/of dames - ə pop.pə.’stuur.kə * Een pronkkast - ən glou.zə kas * Een sierstuk op de schoorsteenmantel - ə schou.stuk * Een staande lamp – nə lam.pa.’deir * Een stekker (ook het stopcontact zelf) - ən pries * Een tafel - ən ‘tof.fəl * Een vaas - ən vous * Een versierde bloempot rond een aarden bloempot (meestal met crêpepapier om de bloempot heen) - nə kasj.'poo * Gordijnen - stor.zies ===MUZIEK=== * De fanfare speelt - tmuu.'ziek go.’duit * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een lp - ə scheel; ən plaut * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een orkestje dat in cafés speelt - nə zjas * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank ===NATUUR=== * Afrikaantjes (Tagetes) - 'steen.kər.kəs * Bloemetjes van seringen - ‘dum.kəs * Brandnetels - ‘tin.gəls * Doornen - djuurns * Een bloem - ən blom * Een bloementuil - nən blom.mə.’kee * Een dennenappel - ən 'spar.rə.noot; ən spər.rə.noot * Een dikke brok aarde - nə klot jɛ̃r.də * Een eik - nən iejk * Een haag - ən wjɛ̃r * Een klaproos - nə ‘koe.kə.’loe.rən.oun * Een knoest in het hout - nə wjier * Een korenbloem - ən 'kjuu.rə.blom * Een paardenbloem - ən ‘pis.blom * Een pit van een kers - nə ‘ker.rəl * Een roos - ən rjuus * Een sloot - nə sljuut * Een stronk - nən troonk * Een wormgat - ən ‘mwjaa.steek * In de schaduw - in də 'lom.mər.tə * Jasmijn - ‘zjaz.zə.mien * Kleefkruid - plak.kruid * Modder - moor * Muur (plant) - mjuur * Onkruid - vuil * Slijk - slik * Veldzuring (een merkwaardig plantje, want het wordt niet door koeien opgegeten vanwege het oxaalzuur) - koe.kə.’leut ===ONDERHOUD, SCHOONMAAK EN WAS=== * Bleekwater - ‘bljiek.wou.tər; ood.zja.'vel * De jaarlijkse grondige schoonmaak van het hele huis en de opruiming van de inboedel, in de lente - də grjuu.tə kuis * Een bezemsteel - nən ‘bes.səm.stok * Een borstel (bv. voor het haar of om te verven) - nən ‘bus.təl * Een borstel met stijve haren - nə schrob.bər; nə grov.vən ‘bus.təl * Een borstel met zachte haren om stof op het stofblik te vegen - ə 'vou.gər.kə * Een borstel om de vloer te vegen - nə ‘kjier.bus.təl * Een emmer - nen 'jie.mər * Een handdoek voor de badkamer - nə ‘spon.sən ‘and.doek * Een kleerborstel - nə 'klier.bus.təl * Een kuip van metaal - nən ‘bas.sing * Een ragebol - nə ‘kob.bə.jou.gər * Een stofblik - ə 'vul.blik * Een vloertrekker - nən ‘af.trek.kər * Een wasknijper (toen men enkel houten knijpers gebruikte) - ən ‘aa.tə.spel * Een zeemvel - nə zjie.mə.’lap * Heb je doorgespoeld (op het wc)? - ed.də ‘deur.gə.sjast? * Leidingwater - ‘kront.sjəs.wou.tər * Mijn huishouden - min ‘uis.aan * Netheid - pro.prə.’teit * Olie om hengsels, sloten, machineonderdelen, fietskettingen etc. te smeren - fijn ‘oo.lie * Schoensmeer - bleenk * Schoonmaken - kui.sən * Spatten op de ruiten - ‘spet.tə.lin.gən * Stijfsel toevoegen aan witgoed dat wordt gewassen - stis.sə.lən * Verbleekt of verkleurd door de langdurige blootstelling aan zonlicht (bv. gordijnen) - ver.’schee.nən * Water met soda of zeep - ljuug * Wc-papier - ‘schit.pa.pier ===OP CAFE=== * Bier met een laag alcoholpercentage - 'flut.sjəs.bier * De cafés - də sta.mie.’nees * Een bierviltje - ən 'bier.kort.sjə * Een biljartstoot die afschampt - nə fos.’keu * Een biljarttafel - nən biel.’jaar * Een café met vrouwen van licht allooi - ən kab.bər.’doesj * Een goed gevuld glas - das ‘Bee.vər.sə mout * Een jukebox - nə ‘zjuu.boks * Een kurk; een kroonkurk - ə ‘stop.səl * Een limonade a.u.b. - ə ‘lim.mə.nat.sjə as.tən.’blieft! * Een restje drank - ə klet.skən * Elixir - el.lek.'zier * Hij heeft heel zijn loon in de cafés gespendeerd - i ee jiel zin pree in də sta.mie.'nees 'op.gə.doun * Hij heeft veel gedronken - i ee.tər ‘nog.al wa ach.tər.oo.vər gə.kapt * Iemand die veel kan drinken zonder dronken te worden - i vər.zet.tər nog.al wa! * Iemand die veel koffie drinkt - ən ‘kaf.fie.loet * Neem een borrel! - pakt nən drup.pəl! ===OPSMUK=== * Eau de cologne - ‘rie.kə.də.wou.tər * Een armband - nən bran.zjə.’lee * Een bros (haarkapsel) - ən schor * Een gouden horloge - ən gaa or.’loo.zie * Een haarscheiding - ən schjie * Een halsketting - nə kol.’jee * Een handtas - ən sja.'kosj * Een pruik - ən ‘par.ruuk; ən ‘per.ruuk * Een ring - nə reenk * Een sjaaltje ter decoratie - ə ‘foe.lar.kə * Een vrouw met opvallende, overdreven make-up - ən schmink.djuus * Haar waarin watergolven zijn aangebracht - nə miez.aan.’plie * Haargel - brie.jan.’tien * Hij wast zich - i wast zən ‘ɛ̃.gən; i wast.em * Hoge hakken - juug ‘ie.lə * Iemand met een goed voorkomen - i ee.dən goe ‘dop.zicht * Mooi aangekleed en opgetut - ‘op.gə.tal.juurd * Poeder - ‘poe.jər * Zich elektrisch scheren - schjɛ̃.rən zoon.dər zjiep * Zijn beste kledij aandoen - ‘op.kljien ===PLAATS=== * Aan beide kanten - oun sweers.zɛ̃n * Amerikanen - Amee.ri.’kon.dərs * Antwerpenaren - die van oo.vər ‘twou.tər * België - Bel.lə.gə * Clinge - 'Dol.lan.sə Kling * De Klinge - Də Kling * De kaden - də kwjaan * De meersen - də mjɛ̃.sən * Dendermonde - ‘Djɛ̃.rə.mon.də * Drieschouwen (straat) - Drɛ̃.’schaan * Een dorp - ən durp * Een vrouw uit Brussel - ən ‘Bru:.sə.las * Engeland - ‘In.gə.laand * Ergens - ie.və.ranst * Heirweg (straat) - dən Jɛ̃r.weg * Italië - Ie.'tol.lə * In het midden - ‘taal.vən * Kemzekenaren - ‘Kem.zie.kə.njɛ̃.rən; 'Kem.zjie.kə.njɛ̃.rən * Meerdonk - ‘Mjɛ̃r.donk * Naast - nef.fəst; nee.vəst * Nergens - ‘nie.və.ranst * Rechtdoor - rech.tən.’deur * Sinaai - Snwjaa * Sint-Niklaas - Sin.nə.’klwjaas * Sint-Pauwels (voormalige buurgemeente) - Sin.’paals; Sim.’paals * Stationsstraat - stou.sie.strout * Stekenaars (spottend) - ‘mes.sən.trek.kərs * Temse - Temst * Veldweg op het afgebroken spoorwegtracé (nu: de verharde Spoorzate) - daa roet * Voorhoutstraat - 'Veur.aat.strout * Wegel over de akker tussen het kerkhof en het oude spoorwegtracé (nu: tussen de 2 bogen van de Reinaertlaan) - də Ker.kə.’wee.gəls ===SCHOOL=== * Carbonpapier - kal.’keer.pa.pier * De dag waarop de meester of de juffrouw in de klas werd opgesloten - slui.tər.kəs.dag * De examens (net voor een vakantieperiode) – də prijs.kamp * De kleuterschool - də ‘pap.school; də bə.’wour.school * De lieveling van de juffrouw - də ‘feb.bə.kak * De proclamatie van de schoolrapporten - də ‘prijs.uit.djee.link * De speelplaats - də koer * Een balpen - nən biek * Een boekentas - nə kan.nə.’sjɛ̃r; nə kan.nə.’sjeir * Een hoofdletter - nən ‘blok.let.tər * Een katheder - nə pə.’pie.tər * Een onderwijzeres - ən ‘juf.fra * Een potloodslijper - nə ‘pot.ljuud.scher.pər * Een ringmap; een opbergmap - ən far.də * Een woordenboek - nən diek.sjə.'neir * Gymnastiek - zjie.mə.’nas * Gympen - ‘turn.sloe.fən * Het schoolrapport - dən buu.le.’tɛ̃ * Hij behaalt goede cijfers - i ljiert goe * Hij is geslaagd voor zijn examen(s) - i is ər deur * In de rij staan - in də root stoun * Inkt - int * Kleurpotloden - ‘kleur.kəs ===SNOEP=== * Drank van zoethout - ka.’lie.sən.’dzjap * Een chocoladen figuurtje (van de Sint) - ə pos.’tuur.kə * Een cuberdon - nən ‘toep.neus * Een gelatineus snoepje - ə ‘zjie.zie.pə.kən * Een ijsje - ə pie.lə.kə.’kaat * Een ijsje op een stokje, bedekt met chocolade - nə fries.koo * Een lolly - nə ‘lek.stok; nə ‘lek.kə.stok; nə ‘gat.tə.klet.sər * Een ouwel (gevuld met een zuur poeder) - ən ‘os.tie * Een pomme d’amour - nə rjuun ap.pəl * Een reep chocolade - ən lat sjə.klat * Een snoepje om in de mond te laten smelten - ən ‘bol.lə.kən * Een zoetekauw - ən ‘zoe.tə.muil * Kauwgom - ‘tu:.tə.fruut; ən sjiek * Negerzoenen - nee.gə.’rin.nə.tetn * Pepermuntjes - mun.tə.bol.lə.kəs * Snoepjes in pastelkleur in de vorm van O.L.-Vrouw - lie.və.’vraa.kəs * Stiekem snoep of koekjes uit de voorraadkast wegnemen - i ee.din də kas gə.grwjaad * Zuur snoepgoed - ‘smoe.lən.trek.kərs; ‘mui.lən.trek.kərs; ‘too.tən.trek.kərs ===SPEL=== * Bikkels bij elkaar graaien - schɛ̃.rən * Blad-steen-schaar - ka.lie, lee.pəl of schɛ̃r (In eerste instantie is dit een nogal ruig spel. Het ene team levert spelers die in een rij met gebogen rug tegen elkaar staan. De eerste man van het team staat rechtop tegen een muur met zijn gezicht naar zijn medespelers gekeerd. Hij moet de sterkhouder van de rij zijn. Het andere team springt over en op de ruggen van het team dat in de rij staat. Het team dat springt verliest als een van hun spelers valt; het team dat in de rij staat verliest als een van hun spelers door zijn rug zakt. Pas als de wedstrijd geen verliezer kent moet een variant van blad-steen-schaar uitsluitsel bieden. Die beslissende ronde wordt gespeeld tussen de laatste springer en de man tegen de muur.) * Doen alsof men aan het koken is in een speelgoedkeukentje - koo.kən.’ee.tə.kə speeln op ə kwie.zə.’njɛ̃r.kən * Een grote knikker - nən biel * Een katapult - nə ‘mus.sə.schie.tər * Een knikker - nə ‘mer.rə.bol * Een lijn - ən meet * Een metalen knijper die, ingedrukt door de duim, een klakkend geluid maakte - nə klak.kər * Een schommel - ən bijs * Een schommelpaard - ən 'bij.zə.pjɛ̃rd * Een spel spelen zonder geld of ander gewin als doel - tis vər ‘tuu.tə.fru:t; tis vər ‘kie.kə.vljiez * Een step - ən trot.tie.’net * Een teerling - nən ‘tjɛ̃r.link * Glijden op een ijsbaantje - ‘slie.rən * Haasje-over - ‘bok.skə sprin.gən * Klappertjes voor een speelgoedpistool - moes.kəs * Met ballen tegen een muur gooien en ze opnieuw opvangen - ‘ket.sə.bal.lən * Met een tol spelen - non.nən * Spel waarbij twee groepen kinderen, één aan elke kant van het plein, proberen aan de andere kant te geraken, zonder door iemand van de andere groep getikt te worden. Wie getikt wordt, is 'gevangen' en moet aan de andere kant gaan staan, waarna iemand van zijn groep hem probeert te 'verlossen' door over te lopen en hem aan te tikken, zonder zelf getikt te worden. Wie kan overlopen heeft het voordeel dat hij de tegenpartij vanuit de rug kan aanvallen. De groep die op het einde van het spel het meest kinderen heeft gevangen, wint. - ‘stin.koo * Tafelvoetbal spelen - 'kik.kə.rən; mi də 'sjot.tər.kəs speeln * Tikkertje waarbij één kind eerst op een ander kind jaagt en het probeert aan te tikken. Wie getikt werd moet samen met het eerste kind, hand in hand, verder jagen op de andere kinderen. Zo vormt zich een duo, dan een trio en dan een steeds groter wordende menselijke ketting, die niet mag doorbroken worden in de jacht op andere kinderen. Het kind dat als laatste niet werd aangetikt, wint het spel. - ‘kat.sjə van də bɛ̃n.də * Tikkertje waarbij men niet kan worden getikt als men op een verhoogde plaats staat - 'kat.sjən 'om.juug * Twee bollen, verbonden door een koordje, die zodanig moeten worden bewogen dat ze een ratelend geluid maken - kloo.tər.kəs * Verstoppertje spelen - ‘piep.kən.duik ===TELLEN EN FREQUENTIE=== * Allemaal - am.məl * De even en oneven huisnummers - def.fə en don.əf.fə nu.mə.roos * De negende - də ‘nee.gəs.tə * De twaalfde - dən twelf.stə * De zevende - də ‘zee.vəs.tə * Drie en de derde - drɛ̃ en dən der.də * Duizend - duusd * Een (telwoord) - jien; iejn * Een beetje - ə ‘bit.tə.kə; ə bik.kə * Een handvol - ən ‘af.fəl * Een nummer - nə ‘num.mə.roo * Eerst - jiest; iejst * Geen - gjien; gjin * In twee gelijke delen verdelen - tal.vən.’deur doen * In twee stukken verdelen - in twjie.jən doen * Twee en de tweede - twjie en dən twjie.də * Veel te veel - vil tə veel * Vijf en de vijfde - vijf en də vif.də * Vijftig - fif.təg ===TIJD=== * Altijd al - al.zə.’lee.və * Alweer - wir.ral * Augustus - o.'guus.tuus * Binnenkort - ach.tər.’jien * Daarnet; zonet - zjuust; dər.zjuust; dor.straks; dour.straks * December - dis.’sem.bər * Deze morgen - van.də.’mɛ̃.rət * Een kwartier - ə kor.’tier * Een afgesproken periode loopt ten einde; een bepaalde datum komt dichterbij - tis ont kur.tən * En dan … - en ten … * Februari - fi.brə.'wou.rə * Het is bijna middag - tljuupt ‘tee.gən də noen * Het is buiten nog voldoende helder - tis nog kljɛ̃r * Het is half een - tis al.vər.jien * Het is kwart over elf - tis kort.sjə nou dən el.lə.vən * In de avond - sou.vəs * In de namiddag - sach.tər.’noens * In de ochtend - smɛ̃.rəs * In de voormiddag - ‘tveur.noens * In het duister van de avond of nacht - in dən ‘doon.kə.rən * Januari - jan.nə.'wou.rə * Maart - mjɛ̃rt * Mei - mɛ̃ * Morgen - ‘mɛ̃.rən; ‘mɛ̃.rə.gən * Om de twee dagen - om dən ‘oo.vər.aan.tən dag * Ondertussen - swinst; binst * Onlangs - oo.vər.’lest * Op dinsdag - ‘tis.tags * Op maandag - ‘smoon.dags; 'smoun.dags * Tegenwoordig - tsin.nə.’wor.rəg * Tijdens - binst; swinst * Tot over een week - tot oo.vər acht dougn * Vorige week - də week die gə.pas.seerd is; vər.lee.jə week * Volgende week - tnos.tə week * Weldra - ach.tər.jien * Zo meteen - ‘sef.fəst; ‘tsef.fəst; sə.’biet ===VERTIER=== * De ijzeren constructie met een reeks pinnen waarop met kleurige pluimen versierde stopjes staan (boogschieten) - də prang (van de liggende of staande wip) * De jaarmarkt - də ‘jour.mart * De kermis - də ‘ker.mes; tis ‘ker.rə.mes * De kwast met wollen draden op de kermismolen die je te pakken moet krijgen voor een gratis ritje - də flosj * De tabak - dən 'toe.bak * Een aansteker - nən brie.'kee * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een cowboyfilm - nə ‘koo.bouj.fielm; nə ‘kob.bouj.fielm * Een doelpaal - ən pie.ket * Een duivenmand - ən keef * Een feest - ən fjiest * Een foto van een persoon - ə por.’tret * Een glijbaan - ən rits * Een haring van een tent - ən pie.ket * Een ijsbaan gemaakt van aangestampte sneeuw - ən ‘slier.boun * Een jubileum - nə zjuu.bie.’lee * Een klok om de vluchttijd van duiven te registreren - nə koon.sta.’teur * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een masker - ə ‘mom.bak.kəs * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een penalty - nə pie.'nan.tie * Een podium - ə vər.’juug * Een prentje (bv. in een chocoladereep) - ən ‘bee.lə.kə; ən ‘bie.lə.kə * Een toneelvoorstelling - ə kon.’sjɛ̃r * Een zweefmolen - nə zwier.meu.lən * Er ontbreekt iemand om het gezelschap voltallig te maken - wə man.’kee.rən ie.mand * Het eet- en drankfeest van een vereniging - də ‘smɛ̃.ring * Het schot belandde op de doelpaal - pie.’ket! * Het zwembad - də ‘zwem.kom * Iemand die graag zwemt of graag in het water speelt - ə ‘wou.tər.kie.kən * In gezelschap - in kom.pa.’nie * Kop of munt - kop of let * Nieuwjaar - ‘nu:v.jor * Scheenbeschermers - scheen.lap.pən * Uitgaan - op schok goun; op zwier goun * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank * Vloeitjes (om zelf sigaretten te rollen) - ‘blet.sjəs * Zaal De Kroon - zoul De Krjuun ===VERVOER=== * De autobus stopt bij het bushokje - dən ot.too.bu:s stopt ont bu:s.kot.sjə' * De vuilniswagen - də ‘vul.kɛ̃r * Een aanhangwagen - nə rə.mork * Een bumper - nən baar.’sjok * Een claxon - nən ‘toe.tər * Een kar - ən kɛ̃r * Een motorfiets - ən mot.sie.’klet * Een motorkap - ən ka.’poot * Een nummerplaat - ən plak * Een personenauto (alle auto’s die niet bedoeld zijn voor vervoer van goederen) - ən ‘luuks.vwja.tuur * Een steekwagen met twee wielen - nə pie.rə.’wiet * Een trottoirband - nən bor.’duur * Een vorkheftruck - nə klark * Een vrachtwagen - nə kam.’jong * Een zijspan - ən ‘sie.tə.kɛ̃r * Het Centraal Station van Antwerpen - də ‘Mid.də.stou.sə * Ik heb een kortere weg genomen - kzin bin.nən.’deur gə.’reen * Ik heb vertraging - kem rə.taar * Richtingaanwijzers van een auto - ‘peen.kərs ===VERWARMING=== * Afval van kolen na verbranding - sin.təls * Centrale verwarming - sjo.'faa.zjə * De hendel en de rooster van de kachel om het vuur aan te wakkeren – tschof * Een bundel sprokkelhout of wissen; takkenbos - nə ‘pɛ̃n.sard (Het WNT schrijft ‘pensaard’ met een -d. De betekenis is: een dikbuik, die gelijkenis vertoont met een takkenbos.) * Een kachel - ən ‘stoo.və; ən stoof * Een klein kacheltje; een potkachel - ən ‘duu.vəl.kə * Een kolenkit - ən kjiet; ən 'koo.lə.kjiet * Een pook - nə 'stoof.ouk; nə 'koo.tər.ouk * Een warmwaterkruik - ən boe.'jot * Eivormige kolen - ɛ̃.rə.kooln; mus.sə.kopn * Het vuur aanwakkeren - ‘koo.tə.rən; ‘op.koo.tə.rən * Hout dat in een kachel wordt verbrand - ‘stoof.aat * Houtschilfers - ‘schof.fə.lin.gən ===VLEESWAREN=== * Biefstuk - ‘bief.stik * Blinde vinken - ljuu.zə vin.kən * Boulogne - wit mi zwart * Corned beef - kor.’ned bu:f * Doorregen spek - gə.’ree.gəld spek * Een bloedworst - ən ‘bul.link * Een bloedworst met krenten - ən zoe.tə ‘bul.link * Een frikandel - ən 'kur.rie.wust * Een gehaktbal - ən boe.’let * Een kotelet - ən ‘kor.tə.let * Een vleesbrood - fri.kan.'don; frie.kan.'don * Een worst - ən wust * Gebraden rundvlees - ros.’bu:f * Gehakt vlees - gə.’kapt * Gekookte ham - eps * Geperste varkenskop - grjuust * Gerookt paardenvlees - ‘pjɛ̃r.dən.aank * Gerookt rundvlees - ‘os.sən.aank * Gerookte en gedroogde achterham - raa eps * Het velletje rond de salami - tzwu.zə.kə * Ingedikt, slijmerig, gestold vleesnat, na het koken van vlees - jeugd * Salami - sos.'sies; aank * Soepvlees - bou.’lie * Spek in kleine reepjes gesneden - ‘pie.lə.kəs.spek * Stoofvlees - ker.mə.'nwjaan ===VOEDING=== * 250 gram - ən alf pond * Afgeroomde melk - ‘flut.sjəs.mel.lək * Appelmoes - 'ap.pəl.trut; 'ap.pəl.spijs * Bewerkt voedsel waaraan chemische producten zijn toegevoegd - das sjie.'miek * Boterhammetjes (voor kinderen) - 'boo.kəs * Broodbeleg - ‘toe.spijs * Cacao - ‘kak.ka.joo * Choco - ‘sjok.koo * Chocoladepudding - sjə.’klat.tə 'pud.dink * Drilpudding - 'schud.də.ma.tijs * Een boterham smeren - nən ‘bo.tram brɛ̃n * Een boterham zonder boter of beleg - nən 'drjuu.gən 'bo.tram * Een brood - ən brjuud * Een bruin brood - ə grof * Een ei - ən ɛ̃; ən tie.kən.’ɛ̃ (tegen kinderen) * Een ei dat niet lang genoeg is gekookt, waardoor het eiwit nog niet is gestold - da ɛ̃ is nog nis * Een haring om te bakken - nə ‘pan.jɛ̃.rink * Een haring op azijn - nə ‘pee.kəl.’jɛ̃.rink * Een korst (bv. van brood) - ən kust * Een koude schotel - nə kaa pla * Een omelet - nən ‘ɛ̃.rə.koek * Een peperkoek - nə ‘pom.koek * Een plakje kaas - ən schel kouz * Een spiegelei - ə ‘pjɛ̃r.dən.juug * Een tas koffie - ən zjat ‘kaf.fə * Eidooiers - ‘ɛ̃ .doo.jərs * Garnalen - ‘gjɛ̃r.nors * Gemalen cichorei toegevoegd aan koffie - par.’daf; Buis.man * Gestampte aardappelen - gə.ded.dər.də pə.tetn * Grenadine - ro.’zəl * Griesmeelpudding - ‘smoel.pap * Hagelslag - ‘mui.zə.stront.sjəs * Het eten is klaar - ‘tee.tən is gə.rjied * Honing - ‘eu.nink * Jam - koon.fie.tuur; zjə.’lɛ̃ * Kaas - kouz * Kabeljauw - kab.bəl,'jaa * Karnemelk - 'kjɛ̃.rə.mel.lək * Koffie - kaf.fie; kaf.fə * Kristalsuiker - kries.ta.lie.'zee; kries.ta.lie.'zee sui.kər * Mayonaise - ma.jə.'nɛ̃s * Meel - blom * Middagmaal; warm eten - gə.kokt 'ee.tən * Muskaatnoot - ‘kru.noot; ‘krui.noot * Paling - ‘pou.ling; ‘pol.link * Paneermeel - sja.pə.'luur * Pauze om te eten en te drinken - ‘schof.ted * Rijstpap - ‘ris.pap * Roomijs - krim.'glas * Slagroom - krim.'frisj * Soppen in de koffie - dop.pən in də ‘kaf.fə * Stroop - sa.’roop * Zetmeel (bv. om saus te binden) - pə.tet.blom ===WEER=== * De zon schijnt en het regent tegelijkertijd - ‘duu.vəl.kəs.’ker.mes * Droog weer dat dorstig maakt - tis dus.təg weer * Een bliksem - ən ‘ee.mə.licht * Een flinke regenbui - nə spjiet * Een stortbui - nən drasj * Het heeft gevroren - tee gə.vroo.zən; də ‘vrie.zə.man is gə.wist * Het is drukkend warm - tis doef weer * Het is heel erg warm - tis om tə 'bus.tən * Het is koud - tis kaad * Het regent fel - ‘tree.gənt aa wij.vən; tis ont stront.ree.gə.nən * Het regent lichtjes - 'tzjie.vərt * Het sneeuwt - ‘din.gel.kəs en ul.dər bed ut.gə.schud * Het zal gaan regenen - tis ont oo.vər.'trekn * In de felle zon - in də ‘blak.kə zon * Zwoel weer - tis laf ===ZIEKTE EN ONGEMAK=== * Aambeien - tspeen * Acne - ‘jeugd.braand * Aderontsteking - tflə.’biet * Braaksel - ‘spog.səl * Buikloop - dən ‘af.gank * De stuipen - də ‘ses.kəs * Een beroerte - ən gə.’rokt.ed * Een buil; een puist - nən ‘boe.bəl; nən oe.bəl * Een draai rond de oren; een oorvijg - ən zjie.'flət; ən pjɛ̃r rond zin juu.rən * Een flink pak rammel - ən pan.’doe.rink * Een groot stuk geschonden huid (door schaafwonden, een ontsteking of door roodheid) - ən pla.’mus.tər * Een hoestwerend snoepje met eucalyptus - ə ‘pie.kər.kən * Een injectie - ən pie.’kuur * Een inzinking krijgen na een of meerdere slapeloze nachten, na een langdurige inspanning of na een tegenslag - i krijg zin.nə klop * Een jaap; een gapende wonde - ən gab.bə * Een keelontsteking - ən an.'zjien * Een klap in het gezicht - ən mot * Een korst op een wond - ən roef; ən roef.kə * Een longontsteking - nə ‘flur.ries; nə ‘fleu.ries * Een miskraam - nə ‘mis.val * Een nijdnagel - nə ‘nɛ̃.nou.gəl * Een ontstoken oog - ə ‘pink.juug * Een puist - ən wuf.fəl * Een psychiatrische patiënt - nə zot * Een rammeling; een pak slaag - ən ‘peu.tə.ring; ən ‘smjɛ̃.ring; ən ‘roe.fəl; ən ‘dus.sink; ən ‘toe.fə.link * Een verkoudheid met hoestbuien - ən ‘val.link * Een verkoudheid met loopneus - ən ‘sneu.vring; ən ‘sneu.vrink * Een wonde die blijft etteren - da drougt * Een zweer - ən zwjɛ̃r * Een zwelling die ontzwelt - tis ont zeen.kən * Heftige diarree - tvlie.gənd schijt * Hij heeft een handicap - i is gə.'brek.kə.lek * Hij heeft een spraakgebrek - i sprikt gə.'brek.kə.lek * Hij heeft stress; hij is erg zenuwachtig - i ee də 'zee.nə.wən * Hij is daar gevallen en heeft zich erg verwondt of bezeerd - i ee tor nə wrjie ‘par.rəl gə.’doun; i is wrjie gə.tot.tərd * Hij is door de dokters verkeerd behandeld - i is mis.’mjies.tərd * Hij is gek aan het worden - i slou.tər nef.fəst; i slou.tər langs * Hij is naar het ziekenhuis gebracht - zem.mən em bin.nən gə.doun * Hij is opnieuw ziek - i is ər.’valn * Hij sukkelt al geruime tijd met zijn gezondheid – i is oon.dər də voet * Iemand die enorm veel pijn lijdt – i lig.tə krə.pee.rən van də pijn * Iemand die erge brandwonden heeft - i is ‘pol.fər vər.brand * Iemand die niet helemaal meer gezond is - i is wa ka.’duuk.kə.lek * Iemand die vaak moet gaan plassen - ən 'pis.kaas * Iemand hoest zwaar - i bast (gə.lek nən ond) * Iemand is duizelig, futloos en heeft braakneigingen - i is ‘kol.lək tə pas * Iemand valt bewusteloos - i go van zin ‘ɛ̃.gən; i go van zin zel.vən; i go van ‘zin.nə suus; i valt van ‘zin.nə stek; i go van zin.nə sen.tər * Ik ben aan de beterhand - kzin al veel gə.’bee.tərd * Ik heb een (hart)aanval gehad - kem ən kriez gad * Ik voel me onwel en heb braakneigingen - kzin ‘mot.təg * Jodiumtinctuur - tɛ̃n.’tuur.də.jod; Ar.’tuur.Də.Jood * Ischias - tsie.a.’tiek * Jeuk - ‘juuk.səl * Koorts - ’kur.sən * Lumbago - tvər.schot * Medicijnen - ‘mid.də.ka.men.tən * Men voelt zich niet wel, misselijk of draaierig - kzin on.’pas.sə.lek * Mijn been is gevoelloos - min bjien is vjuus * Niet kunnen ontlasten - nie kun.nə goun * Overmand door emotie - van al.tə.'rou.sə * Paté die de oorzaak is van maag-darmklachten - ries.'keer.pa.tee * Reuma - rum.ma.’ties * Spataders - va.’rie.sən * Tetanus - də klem * Zijn arm ligt in het gips - zin.nən ɛ̃.rəm zit in də 'plos.tər == Reacties == * Alles gaat verkeerd - al.ləs slout ‘tee.gən * Als ik hem te pakken krijg... - ‘az.zək em tə stek.kən krijg... * Als ik in jouw plaats was... - ‘az.zək van aa was… * Als je naar de bakker gaat, ga dan ook eens bij de slager langs - az.gə nor dən bak.kər got, springt (of: sprinkt) dan aan.pas.’saan is bi dən ‘bjien.aar bin.nən * Alstublieft (vanuit enige spot of tegenzin) - nim * Ben je niet goed wijs!? - gə vangt zə zee.kər!? * Ben je wel zeker van je stuk? - … sər.’jeus? * Daar ben ik sterk in! - das min.nə four! * Daar is iets mis - dour schilt wa * Daarvoor kan je gestraft worden (omdat je handelt tegen de wet) - gə zi ‘pak.bour * Dat gaat je niet aan! - get.tər gjien af.fei.rə mee! * Dat is algemeen geweten - das ‘al.gə.mjien gə.kend * Dat is bizar; dat werd niet verwacht - das ko.'miek * Dat is duur - das ‘kos.tə.lek * Dat is een vergissing - das ən mis.sink * Dat is mijn mening - das mijn gə.dacht * Dat is mogelijk, maar er blijven twijfels - da kan * Dat is niets waard; dat is brol - das kam.mə.’lot; das iets van kjes.kə.’schiet * Dat is redelijk - das ri.zə.’naa.bəl * Dat lijkt me het beste - das ‘tzui.vər.stə * Dat scheelt niet veel - da schil nie veel * Dat spreekt voor zich; uiteraard - van.’ɛ̃.gəst * Dat werkt niet, hoor! - da pakt nie, zul.lə!; da gon.nie zun.nə! * De afvoer loopt niet meer door - tis vər.’stropt * De elkaar verschuldigde bedragen zijn betaald - wə ston ef.fən; wə zin kiet * De kattin of de teef moet bevallen - zə moet jon.gə.rən * De kruidenier of slager denkt dat je al het nodige hebt - da zalt gə.wist zin? * De kwalijke gevolgen vallen al bij al nog mee - zon.dər veel ɛ̃rg * De ouders willen weten of hun kind in hun afwezigheid braaf is geweest? - twas ən in.gəl.tsjə, mi ən bee dər.'veur (Het antwoord is schertsend bedoeld.) * Dezelfde problemen duiken steeds weer op - tis van kom vər.drom * Doe al je kleren uit - spil dal.ləs mor uit * Doe je best - wjɛ̃r.do * Door een val is iets volledig kapot - tligt in stukn van.iejn * Door strategie of list iemand verslaan of te slim af zijn - kem.em zui.vər; kem.em bi zin.nə schree.pər * Door zelf bewust een leugentje te vertellen verneemt men na enige tijd de ware toedracht - mi leu.gəs ach.tər də wo.red kom.mən * Dreigen met een lichamelijke straf als een kind zich onhebbelijk blijft gedragen - straks nə klets ‘tee.gən a ‘juu.rən * Een groot deel van de vrouwelijke borsten is zichtbaar - mi hjiel eu.rən ‘tet.tə.kar.ree bljuut * Een artikel is in prijs verlaagd - tis in dən ‘af.slag * Een jongeman heeft nog altijd geen beroepskeuze gemaakt - wa wur.də lou.tər, 'stroont.schep.pər ach.tər dən tram? * Een kennis of familielid woont in het buitenland en komt je bezoeken - i kom.doo.vər * Een kind dat je niet voortdurend in de gaten moet houden - get.tər gjien om.zien nor * Een kind dat niet meer gehoorzaamt - get.tər nieks mjier oun tə zɛ̃.gən * Een kind dat onwennig is bij vreemden - tis jien.an.nəg * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun. * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun * Een kind geeft op zeurderige toon aan dat het dorst heeft - ‘Hed.də dust? ‘Gon.nor Jant.sjə Wust, die ‘ee.dən ‘ond,sjə en die piest in.a ‘mond.sje, die ‘ee.dən ‘kat.sjə en die krabt on.a gat.sjə * Een kind maakt een vuistje. Elke vinger wordt dan uit het vuistje genomen en benoemd, eerst de duim en tot slot de pink. Daarna wordt de vrijgekomen handpalm gekieteld - Ans Knap, 'Pie.le.fluit, Lan.gə Wap, 'Kor.tən Buik, ... Klɛ̃n Pie.tən.'deug.nuut.sjə ... kie.lə, kie.lə, kie.lə * Een kind probeert te hete soep te eten. - ee.da moe.dər a nie gə.’ljierd tə blouzn? * Een kind vraagt het cadeautje terug dat het eerder aan een ander kind gaf - gə.'gee.vən is gə.'gee.vən, tis al lank in del gə.schree.vən * Een kind vraagt naar de inhoud van een gesprek tussen volwassenen, waar het geen zaken mee heeft. - ‘pui.tən.our in də Kwak.kəl (de Kwakkel is een gehucht buiten het centrum) * Een kind zegt dat het iets niet kan - zet.ta kan in də goot! * Een klant rondt een te betalen bedrag af naar boven (geeft dus een fooi) - tis zjust gə.past * Een man wordt dikker na zijn huwelijk - i stod.op ən goei wɛ̃ * Een netelige kwestie - ən ‘dil.lə.kou.tə zouk * Een nieuwsgierig kind vraagt met wie volwassenen spraken - Mie.lə.kən Dən ‘Ui.lən.daan.sər (De voornaam mag dan vertrouwd klinken, het tweede lid van de fictieve familienaam moet het kind doen inzien dat het geen zaken heeft met het gesprek.) * Een opdracht is slecht aangepakt of rommelig afgewerkt - tis van kjes.kə schiet * Een stof die vergaan is - tis vər.duurd * Een vloek - vər.’doe.mə; miel.’jɛ̃r.də; də.’dzjuu * Een vloek in de overtreffende trap - ‘god.miel.jɛ̃r.də ‘vlam.məs.tə * Een voorwerp is helemaal door een ander voorwerp gegaan - tging ər ‘los.sən.deur * Een vraag die men niet kan beantwoorden - 'dak.kət nie.jən weet * Een vrouw die trouwt terwijl ze al in verwachting is - tis van moe.təs * Een vrouw vraagt haar man waarom hij zo laat thuis is - wə zin nog is nou.gə.wist (De man is onderweg nog naar een of meerdere cafés geweest, en met deze reactie vermijdt hij het woord ‘café’ te gebruiken.) * Een weinig appetijtelijk allegaartje; een mengelmoes - nə ‘miek.mak * Een winkelier wil een kind een snoepje aanbieden - wil.də snoe.pə.rən? (Als de moeder aanwezig is: mag um snoe.pə.rən?) * Er dreigt een straf - gə ries.’keer.dən straf * Er is geen haast bij - tpres.’seer nie * Er is onzorgvuldig werk afgeleverd - tis alf zin gat gə.doun * Er komt ergens veel volk samen - da was dor ‘nog.al ən bə.’gan.kə.nis * Er was heel wat aan de hand! - da was dor ən jiel bə.doe.nink! * Er zit houtworm in de plankenvloer - dər zit mulm in də plan.'sjee * Er zitten heel veel muggen (of: vliegen, slakken, donderbeestjes etc.) - das ier vər.’gee.vən van de mugn * Fictie op tv toont onwaarschijnlijke zaken en is de werkelijkheid niet - das al.lə.moul mor tel.lə.'vies * Flauwe praat - flaa.wən truut * Ga uit de weg! - mikt o!; ut min.nə schiet.lap! * Ga weg! - bol ət af!: dour is tgat van dən ‘tem.mər.man * Gedraag je fatsoenlijk! - gə.droug da kon.və.nou.bəl! * Geduld! - pa.’sjɛ̃n.sə! * Geef eens een handje (gevraagd aan een klein kind) - gif dis ə ‘pol.lə.kə! * Geef haar een schop onder haar kont - gif tər nən trok oon.dər ər gat! * Geef hem ervan langs! - toef.tər op! * Geen band met iemand hebben en die persoon zelfs mijden - ik kan nie mi em om * Goed gedaan! - sja.poo! * Goedendag (in het voorbijgaan op straat) - dzjuir; uij * Haast je wat! - af.fə.’seer do!; spoej do!; ost o! * Het gaat niet slecht, maar ook niet goed - kom.sie, ‘kom.sa * Het is heel druk, maar niets verloopt geordend, waardoor de zaak nauwelijks beheersbaar is ; een overrompeling - das ier ə ‘zot.tə.kot * Het is helemaal kapot - tis ‘jie.lə.ganst in fruut; tis in stukn van.iejn * Het is maar om te lachen; je moet dat niet ernstig nemen - tis mor om tə 'zwaan.sən * Het is tijd om te gaan slapen (tegen een kind) - wə gon doo.’doo.kəs doen * Het is zoekgeraakt of kwijt - tis rie.bə.də.’bie * Het kan me niet schelen! - tkan mə nie bom.mən! * Het moet correct zijn - tmoet zjuust zin! * Het valt mee - tis 'mee.gə.slou.gən * Hij blijft boos en wil van geen verzoening weten - i wɛ̃.rəkt zin.nə kop uit * Hij doet het helemaal verkeerd - i doe.dət koon.tə vər.kjierd * Hij heeft dikke pech; hij is in de luren gelegd - i is gə.’zjost * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hij heeft er geen plezier aan beleefd - i ee.tər gjin gə.niet van gad * Hij heeft het uitvoerig uitgelegd - i ee.dət int laank en int brjied ui.də doe.kən gə.doun * Hij heeft zijn werk goed gedaan - i eet zin də.vjuur gə.doun * Hij is een winkel nog geld schuldig - i 'sto.dop də poef * Hoe dom kan je zijn!? - waf.fər nə mut.tən zid.də gij!? * Hoe kan ik zo fout zijn!? - oe kan.nək zjuu a.'bu:s zin!? * Hoe laat is het? - wa.duur ist? * Hoepel op! - kust min gat! * Hou er nu maar mee op! - ge.dal on.dərd! * Hou je mond! - ‘aa.don.nə kwjɛ̃t!; ‘aa.da toot!; 'aa.da smoel!; 'aa.dan.nə smik.kəl!; ‘aa.don.nə kweb.bəl! * Hou je smoel! (heel dwingende toon) - ‘aa.da ‘bak.kəs! * Iemand aanmanen zich rustiger of beleefder te gedragen - ‘gog.gət zju wa! * Iemand aanporren die talmt - wa.'njier god.də na (ɛ̃.gə.lek) in gaank schietn? * Iemand beeldt zich wat in - das al.lə.moul ‘man.zjə.nie * Iemand berispen - kzal zin pan is in.'vetn; kzal em zin saas is gee.vən * Iemand de zekerheid geven dat een afspraak wordt nagekomen - tzal nie man.’keern * Iemand die aanstalten maakt te betalen laten merken dat hij dat niet moet doen - lot mor zitn * Iemand die bij het kaarten probeert de kaarten van een andere speler te bekijken - gij sə gie.’raf! * Iemand die de puntjes op de i wil - da stikt naa * Iemand die fout inschatte hoe zwaar een opdracht was - i ee dəm mis.’pakt * Iemand die geluk heeft - nə sjan.’saar; nə ‘piet.zak; nə gə.’luk.zak; i ee ‘mee.val; i ee ‘doe.rə,sjaans * Iemand die het leven na het overlijden van de echtgenoot niet meer ziet zitten - das.sə mi uk mor kom.mən ou.lən * Iemand die kaal wordt - i ee dour mi ka.rak.tər, tvalt lie.vər uit as grijs tə wor.rə * Iemand die lang op stap is en niemand weet hoe of waarheen - i is op ‘va.droej * Iemand die onnozele praat vertelt of onzinnige argumenten gebruikt - gə zi nə ‘zjie.və.rjɛ̃r! * Iemand die op veel onwil, tegenkanting of verzet is gebotst - i ee tər nə post gə.pakt * Iemand die pijn heeft vraagt een pijnstiller - gif mi is ən ‘poe.jər.kə Də Man (eigenlijk is de merknaam Mann) * Iemand die schijnbaar doelloos aan het werk is en geen vooruitgang boekt - wa ‘sto.də dor tə ‘des.tə.rən? * Iemand die veel durft; hij is me er eentje! - tis ‘nog.al nə kas.’taar! * Iemand die veel geld heeft - i ee veel kluitn * Iemand die voor de sfeer zorgt en plezier maakt - tis nə ‘leu.tə.gən * Iemand die voortdurend van hier naar daar loopt en telkens maar kort aanwezig blijft - i doe.tə pa.’troe.lə * Iemand die ze niet op een rijtje heeft - i is nie zjuust in zin ‘boo.və.kom.mər * Iemand die zich niet laat doen - i lot əm nie vər.’kib.bə.zak.kən * Iemand die zijn luxe overdreven etaleert - i is vur dən 'uit.kom * Iemand gaat plots weg - i is də piest in; i is də piest uit; i is roe.fəl.də.pijp; i is rie.bə.də.’bie * Iemand gedraagt zich alsof hij overal de baas is; iemand met kapsones - i ee veel zjest en zjaar; tis nə 'stree.kə.mou.kər * Iemand heeft de (sociale) regels erg overtreden - da got.tər oo.vər! * Iemand heeft de aard van en gedraagt zich als zijn pa of ma - i eet ət van gjien vrem.də * Iemand heeft iets onverwachts gedaan - da zud.dəm nie ‘oun.gə.’gee.vən em.mən * Iemand heeft iets onverwachts gedaan of houdt er vreemde ideeën op na (wat af te keuren is) - gij zin.nə fris.sə, gij! * Iemand heeft veel pech of tegenslag gehad en is daardoor de moed verloren; iemand ziet het niet meer zitten - i ee gjie.nən ie.vər nie.mjier * Iemand heeft zinnige dingen te vertellen - naa juu.rək a kou.tən * Iemand hetzelfde wensen (bij de nieuwjaarswens) - vans.gə.’lij.kən * Iemand is fel vermagerd - i is nog tvel oo.vər tbjien * Iemand is niet snel tevreden en maakt voortdurend opmerkingen - i eet veel ‘kom.plə.men.tə; tis ‘nog.al wa gə.’schee.tən * Iemand is op reis - i is op vwja.'jo.zjə * Iemand is op stap - i is op trot * Iemand is verbouwereerd - i is də kluts kwijt * Iemand is verdwenen zonder dat het werd opgemerkt - i is ər van oon.dər gə.muisd * Iemand is verkouden - ed.də mi o gat bljuut gə.leegn? * Iemand krijgt een uitkering van de ziekteverzekering - i sto.dop də zie.kə.kas * Iemand laat zien dat hij erg bang is - i doe.din zin broek van schot.tə * Iemand lijkt erg deugdzaam, maar is dat niet - gə zud.dəm də com.’mu:nə gee.vən zoon.dər tə biech.tən * Iemand maakt van zijn oren - i mokt van zin la'wɛ̃t; i mokt van zin.nən tak * Iemand moet een plasje gaan doen - kmoet nor də ‘klɛ̃.nə koer; kmoet ən ‘pies.kə gon doen * Iemand motiveren om niet snel op te geven, te blijven proberen en te blijven leren - das ən op.pak.kən! * Iemand neemt een emotieloze houding aan en is met geen stokken meer vooruit te krijgen - i zit dor gə.lek nə puit op nə kluit * Iemand stelt de zaken mooier of anders voor dan ze zijn - i gif.tər nən drwjaa oun; i vər.drwjaat də zouk * Iemand verzoeken via de achterdeur het huis binnen te komen - kom.mor langs ach.tər (of: ach.tə.rən) * Iemand welkom heten - kom bin.nə en zet o!; pakt nə stoel en zet o! * Iemand wil weten wat er gaande is en vraagt 'wa.dist?' ('wat is er?'), maar men heeft geen zin om op die vraag te reageren - ə pjɛ̃rd da pist! * Iemand wil zaken met je ruilen - wa krij.gək in də plots? * Iets dat een zaak meer uitstraling of waarde geeft - da gift ka.sjet * Iets dat toch niet helemaal zeker is - gə wit.ta njuut; gə wit.ta njuut nie * Iets hoort niet bij de rest - da stikt af * Iets is heel lastig of moeilijk - a.maj, min.nə frak; a.maj, min kljuu.tən * Iets is niet correct afgewerkt - tis mor 'al.və.lings gə.doun; tis mor 'alf.zin.gat gə.doun * Iets is van goede kwaliteit - das goe.jə mar.sjan.’dies * Iets is verstrengeld en daardoor moeilijk los te maken - da zit in də knos.səl; tis in de war.rəl * Iets loopt slecht af of is slecht uitgevoerd - tis van dən ond zin voe.tən * Iets vlakaf zeggen (bij wijze van samenvatting en meteen ook de verontschuldiging als men te hard zou zijn overgekomen) - das kurt en goed gə.’zeed * Ik ben bijna klaar - kzin vɛ̃r kljɛ̃r * Ik ben de hele dag in de weer geweest - kzin də ‘god.gan.sən dag ‘bee.zəg gə.wist * Ik ben erg geschrokken van je reactie! - wad.də! * Ik ben ervan aangedaan - da ee mi gə.’rokt * Ik ben ervandoor - kzin ‘schup.pəs * Ik ben gehaast - kzin gə.pres.seerd * Ik ben helemaal op; mijn bobijntje is op - kzin ‘ten.nən * Ik ben iets vergeten door me te haasten - kzin wa in də rap.tə vər.’gee.tən * Ik ben moe; ik heb het gehad - tschoup is də preut af * Ik ben voor schut gezet - kzin in 'af.froon.tə gə.valn * Ik doe in deze zaak geen inspanning meer - foert! * Ik erger me daar erg aan - tis om.mo kas op tə fretn * Ik ga me daar niet aan wagen - ik go mi nie a.və.’tuu.rən * Ik geloof het helemaal niet; ik ga niet doen wat je vraagt - jaa, dag jan!; ta.raa.ra! * Ik heb de gelegenheid nog niet gehad - ken dok.'ko.zie nog nie gad * Ik heb er een afkeer van - kem.mər nən dwjɛ̃g van; da stikt mi tee.gən * Ik heb geen zin - kem gjien ‘goes.ting * Ik heb hem te pakken - kem em tə stekn * Ik heb te veel gegeten - kzin oo.vər.'boeft * Ik heb te weinig plaats (bv. om comfortabel te zitten of ergens langs te komen) - tis tə nipt * Ik kom onmiddellijk - ik kom gə.lijk * Ik kon er niets aan doen - kos.tər nieks on doen * Ik krijg de schuld; ik ben de pineut - ken də ‘boo.tər gə.fret * Ik krijg het van jou op mijn heupen - i krijg van aa də ‘ses.kəs! * Ik loop achter op mijn (werk)schema - kzin tən ach.tər * Ik moet ergens naartoe, maar ik zal snel terug zijn - kmoet rap oo.vər en tweer * Ik versta je niet, herhaal dat eens a.u.b - wad.də!? * Ik was er me niet bewust van - kat.tər gjien ɛ̃rg in * Ik word altijd als laatste gekozen - ik schiet al.tid oo.vər * In de herinnering rondt men een bedrag dat iets hoger lag dan 50 frank af naar beneden - twas fig.təg frang en on.ef.fən * Ja, hoor; maar natuurlijk! - jaat * Je bent erg bedankt! - nən dik.kə mer.’sie! * Je bent wel erg laat met je voorstellen of met je acties! - en dor kom.də nou mi af! * Je broek staat open - a spriet sto.’doo.pən! * Je hebt er geen zaken mee! - get.tər gjien ‘uit.stouns mee!; get.tər gjien af.’fei.rə mee! * Je hebt het fout; je raakt je doel niet (bv. het oog van de naald) - gə zit dər nef.fəst * Je hebt het geluk aan jouw kant; het zit je helemaal mee - gi boft ‘nog.al! * Je hebt veel tijd nodig hebt om een klus te klaren - op die.nən tijd god.də nor Bruu.səl * Je houdt me voor de gek - gə zim.mi op flesn ont trekn; gə zi mi op ‘stoe.pə.kəs ont trekn! * Je moet geen onnodige risico's nemen - angt dən eld nie uit! * Je moet het nu niet meer proberen goed te maken! - gə moet naa nie.mjier af.kom.mə! * Je moet je haar laten knippen - gə moet a ka.lot lou.tən 'af.doen * Je moet kordaat optreden! - mok.tər kom.'af mee! * Je moet gehoorzamen - gə moet lus.tə.rən * Je moet niet langer de schijn ophouden - stop mor mi die sie.nə.maa * Je moet nu niets meer doen en zwijgen! - roer.da nie! * Je neemt een loopje met de waarheid! - gə ‘zit.tər mi ont ‘zwaan.sən!; gə 'zit.tər mi ont 'la.chən! * Je pakt het helemaal verkeerd aan - gə 'doe.dət 'koon.tə.vər.kjierd * Je weet wat je moet doen - gə wit wa.do tə doen stot * Je zal verplicht worden te betalen! - gə zut moe.tən ‘af.dokn!; gə zut moe.tən ‘lam.mə.rən! * Kom ik ongelegen?; stoor ik niet? - is ər gjien bə.let? * Laat hem maar doen - lot əm mor bə.’tɛ̃n * Laat me even tot rust komen! - lot mi ef.kəs op min ef.fə kom.mən! * Laat ons eens overleggen en samen tot een besluit komen - lo.tons is ri.zə.’nee.rən * Laat ons hopen op een goede afloop - a.la.bon.eur * Leg het eens uit! - eks.plie.’keert da is! * Leg je oor te luisteren en probeer meer te weten te komen - oon.dər.’juur.ta nə kjier * Luxe is overduidelijk aanwezig - mi veel tra.la.’laa * Maak dat je op tijd bent! - 'mok.dag.gər in tits.zit! * Maak dat je wegkomt! - foert! * Maak mijn groeten over - doe.sə də ‘kom.plə.men.tə * Men beweert iets maar men is niet helemaal zeker - kwil ər van.af zin, mor… * Men beweert iets met stellige zekerheid; wees maar zeker! - zun.nə! (bv. zis kon.'tent, zun.nə) * Men brengt na de begroeting het gesprek op gang - wa nuus?; en oe ist aan.dərs? * Men checkt of de ander je standpunt goed heeft begrepen - vər.stod.də mi? * Men denkt dat iemand moeite zal hebben om zich aan een nieuwe situatie aan te passen - tzal em ə gat.sjə vou.rən! * Men denkt dat iemand nog een grote inspanning moet leveren - i go zin.nə pjɛ̃.rə nog zien! * Men denkt dat iemand pas later de psychische gevolgen van de huidige tegenslagen zal ervaren - i zal zin.nə ‘weer.bots nog wel krijgn * Men doet iets niet graag maar het moet worden gedaan - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Men gaat na of er een zaakje te doen is of een voordeel te bekomen is - 'val.tər ier nog wa tə 'rou.pən? * Men gaat nog wachten vooraleer te handelen - kgon.nət nog ef.fəs ‘af.zien * Men geeft aan dat iets muf ruikt - da riekt vər.’duft * Men geeft aan dat men iets graag lust - das min.nə meug * Men geeft aan dat men niets heeft gedaan wat niet mocht - da.waz.zə kik nie! (in een uitroepende zin wordt het voornaamwoord niet verkort) * Men geeft aan dat men verschrikkelijk hard moet werken - ge moet dour a kljuutn ‘af.drwjaan * Men geeft de raad zijn lief te dumpen - lot zə zitn! * Men geeft een stille wenk - kad zjuu gə.docht * Men geeft te kennen dat men niet verder wil discussiëren - al.li, get dən ‘dik.stən! * Men geeft te kennen de ander niet zomaar te vertrouwen - kzin nie ‘ach.tər.lək * Men gooit je iets toe - a.zjuu smij.tə zə də ‘keu.nink zin ‘and.schoe.nən uk * Men handelt anders dan gewoonlijk (bv. stipt op tijd zijn maar vandaag te laat komen) - das nie van zin gə.'wen.tə * Men heeft blijkbaar niet gehoord wat er werd gezegd - zit.tər prut in a juur? * Men heeft geen fut meer waardoor elke uitnodiging voor een gezamenlijke ontspannende activiteit wordt afgewezen - ach, mi keend, kzin al blɛ̃ dak tlee.vən en * Men heeft nog heel wat te doen vooraleer een taak is afgehandeld - get.tər o wɛ̃.rək mee * Men hoopt dat een voornemen tot resultaten leidt of dat een plan goed wordt uitgevoerd - 'a.la bon.'uir * Men is aangenaam verrast over de kwaliteit - sjie.kə ‘din.gəs * Men is een loer gedraaid, maar men kan er al bij al nog schamper om lachen - gi sə vui.lən ond! * Men is geschrokken - da was vər.’schiet.ach.təg; kvər.’schoot mi nən bult! * Men is helemaal niet bereid te doen wat werd gevraagd - da zie.də van ier * Men is het gezeur en geklaag beu - wa was mə.da ən gə.grjɛ̃f * Men is het niet eens met de ander; toch wel! - tən.’doet! * Men is ontgoocheld over de reactie van de andere - ‘al.li.na?! * Men is sterk verbaasd - a.’god.mar.ja, wa zeg.də ‘naa?!; a.maj! * Men is verontwaardigd - wa is mə da na!;da trek.tər na toch nie op! * Men is zeker dat wat men beweert correct is - da is! * Men kan elkaar niet uitstaan - das piek.a.piek * Men kent een nieuwtje en wil de ander nieuwsgierig maken - grjout is wad.dək gjuurd em? * Men keurt de manier waarop iemand zich heeft aangekleed af - oe zi.də gij naa ‘oun.gə.stekt!? * Men krijgt te maken met een erg trieste of pijnlijke situatie - das vrjied * Men maakt zijn standpunt duidelijk - vur min part * Men maant iemand aan om iets snel te doen om zo een aanslepend conflict te vermijden - ‘doe.ta a.gaa * Men meent de oorzaak van een probleem te kennen - tkan.nie mis.sən (bv. tkan nie mis.sən da.ti 'bui.tən is gə.zwierd, want i was njuut op tijd) * Men neemt afscheid en herinnert eraan dat er afspraken zijn gemaakt (ook: stopwoord bij het afscheid) - lek da tgə.’zeen is * Men minimaliseert de omvang of de ernst van een probleem of van de inspanning die men geacht wordt te doen - as.'ta.mor.is * Men probeert een kind tot gehoorzaamheid te dwingen door het bang te maken - as gə nie lus.tərt, 'gee.və.ka.mee mi.də 'schjei.rə.sliep * Men raadt aan een vrouw te zoeken die veel geld heeft - pak.tər o mor jien mi veel sɛ̃ns! * Men regeert afwijzend op iemand die een boer laat - gift die.nən boer nə stoel! * Men snoert iemand onvriendelijk de mond (ook spottend bedoeld om te beklemtonen dat een persoon weinig beslissingsmacht heeft) - gij ed.dier nieks tə bas.sən! * Men spreekt over iemand die hogere studies heeft gedaan - i is gə.ljierd * Men staat er een beetje afwezig of ongeïnteresseerd bij - i stot.tər tə koe.kə.loe.rən * Men verdenkt iemand ervan dat hij bedrog pleegt of de kluit belazert - zid.də wir ont pjuu.tə.rən! * Men veronderstelt dat iemand niet goed is opgevoed en uit tegelijkertijd afkeuring voor die opvoeding - oe zid.də gij op.gə.bracht!? * Men vindt dat de oplossing van een probleem niet dichterbij komt - tis nieks gə.nod.dərd; tis gjien a.’vaans; das nieks gə.kurt * Men vindt dat iemand domme of onnozele dingen zegt of doet - zid.də op an.nə kop gə.val.lə? * Men vindt dat iemand zich aan het overhaasten is - gə zi zjuu 'os.təg!? * Men vindt dat men met goed materiaal te maken heeft - das gjie.nə krot * Men vindt de situatie erg onprettig, ongemakkelijk of zorgelijk - tis tjien en taan.dər * Men vreest dat iemand de gevolgen van een ziekte of tegenslag pas later zal ondervinden - i zal ‘zin.nə ‘bots nog wel krijgn * Men vreest dat vader een beslissing weer niet zal goedkeuren - on.zən aan zal wel wir nie tak.'koord zin * Men vreest voor een slechte afloop - dour kom.mə mal.’eurn van * Men weet iemand zijn naam niet meer - ik ken a van ziens * Men wenst iemand op het einde van een gesprek het beste - sa.luu en ta.mu:.zə.ment; a.mə.’zeer.da * Men wil dat de ander goed beseft wat er speelt - ag.gə da mor wit! * Men wil dat iemand ophoudt met tegenspreken - aa don.nə fran.kən teut mor al! * Men wil de andere verzekeren dat het beloofde ook wordt gedaan - gə kun.tər van.op.oun * Men wil een jongen plagen en laten uitschijnen dat hij verliefd is of veel met meisjes omgaat - gə zin.nə ‘mes.kəs.zot! * Men wil een probleem aankaarten of iemand heeft het net over een probleem gehad - tis nog.’al iets, i! * Men wil een vrouw in een slecht daglicht plaatsen - tis ən trien! * Men wil meebeslissen in een zaak die je ook aanbelangt - kmoet dər uk min.nə zeg ovər doen * Men wil niet nadenken over wat er allemaal verkeerd kan gaan - kmag.gər nie goe op pɛ̃zn * Men wordt geacht een wederdienst te bewijzen of je hebt van iemand een wederdienst gekregen - tjien plə.zier is tan.dər wjɛ̃rd * Men wordt gevraagd actief deel te nemen maar men heeft geen fut of geen zin meer en weigert - lot mi, kzin blɛ̃ dak tlee.vən en * Men ziet een heftig gevecht - as.sə ma.kour də ‘es.səs mor nie ‘in.sloun * Men ziet elkaar terug en brengt het gesprek op gang - oe ed.do? * Men ziet of hoort iets dat ongepast, beschamend of ongeloofwaardig is - gə zi.gi zot 'zee.kərst! * Men ziet veel mensen die een plaatsje willen bemachtigen door te trekken en te duwen - da was dor ‘nog.al ə gə.drum * Men ziet veel mensen passeren - das ier nog.al ən bə.gan.kə.nis * Mijn geheugen laat me even in de steek - i kan dər nie ‘op.kom.mə * Na een bezoek aan een winkel besluit men om toch nog niets aan te kopen - kgon.dər nog.is oo.vər peizn * Natuurlijk ga ik! - van.’ɛ̃.gəst gon.nək! * Neem mij als voorbeeld - kikt nor mij; pakt mij na * Nu heb ik wat meegemaakt! - naa em.mək wa veur gad! * Op het laatste moment - op də nip.pər * Probeer me niet uit te dagen! - ries.’keer da nie! * Proost! - schol; san.'tee! * Toast bij het drinken - da.wə zə nog laank meugn meugn * Tot de volgende keer! - tot iejn van dees dou.gən! * Uitroep van medelijden - ‘och.got.tə.kes (indien sarcastisch bedoeld wordt de eerste lettergreep gerekt en ligt de klemtoon op de tweede lettergreep: ouch.‘got.tə.kes) * Van lage kwaliteit - das bucht; wan.nə krot is mə da! * Vanaf de puberteit begint een kind meer dan vroeger te eten - i is in zin.nən eet * Verstop je! - vər.’dukt a!; vər.stikt a! * Vol gas! - plan.’sjee! * Voor mij is het om het even - vur mij is tjien.dər * Vragen hoe laat het is - kik.is op a or.'loo.zjə - kik.tis op dor.'loo.zjə * Waar ga je heen? - wour god.də nor.toe? * Wacht eens even, klopt het wel wat je zegt? - ouw zee.kər, is.da wel zjuust? * Wanneer komen we nog eens tezamen? - wan.njier kom.mə wə nog is tjuup? * Wat blijft er voor mij over? - wa schie.tər vur mij oo.vər? * Wat heb je je nu laten opdringen? - wa həd.da naa lou.tən op.sol.fə.rən?  * Wat heb je nodig? - wa ed.də van.’doen? * Wat voor een bizar voorstel doe je nu!? - mi wa kom.də nou af!? * Wat voor een gulzigaard ben jij! - wa.sə nə schroep zid.də gij! * Wat voor een serpent ben jij! - gi.sə ros! * We gaan hem eens voor schut zetten (maar zonder kwade bedoeling) - wə gon.dər em is deur.sleu.rən * We hebben het gezellig - wem.mən oonz am.mə.zou.sə * We verdragen hem niet; we kunnen hem niet uitstaan - we keu.nan em nie af * Welterusten - slop.pal * Werk verder! - doe vjuurt! * Wie heeft er hier een windje gelaten? - wie ee.tər ier gə.prot? * Ze is in verwachting - zis in pos.’sie.sə * Ze loopt er pront bij (maar ook: ze is hovaardig) - zis ‘grjuut.səg * Ze volgt een dieet - zə sto.dop rə.’giem * Zoek je ruzie? - zoek.tə mot?; zoek.tə am.bras? * Zou dat wenselijk of mogelijk zijn? - zu.da? == Uitdrukkingen == * Als je bij wiezen maar één hoge kaart van een bepaalde kleur hebt, bv. de dame (waar je dan weinig of niets mee kan doen) - ən bljuu.tə dam ("nən bljuu.tə zot" heb ik nooit gehoord) * Als je een zaakje wil doen omwille van de voordelen, dan moet je er de nadelen bij nemen - das də bluts mi də buil * Blijf er met je poten af! - ‘blif.tər mi a ‘tin.gəls af! * Chinese vrijwilliger zijn; op een overtreding worden betrapt - kem ət on min.nə ‘rek.kər * Daar krijg je nog problemen mee! - dour god.də nog lij.nən mi rjuun * Daar zijn we vanaf! - da em.mə ach.tər tgat! * Dat ben ik erg beu - da angt min keel uit * Dat doe ik niet! - ge kun.zə kus.sən! * Dat is geen nieuws - das aa vuil * Dat is helemaal niet correct - da klopt van gjien kan.tən * Dat is lang geleden - das van de jou.rən stil.lə.kəs * Dat is overdreven - das bi də ou.rən gə.trokn * Dat is spijtig; dat is heel erg - das zoon.də * De regels voor het welvoeglijke, het wenselijke of het toelaatbare zijn te vaak overtreden - tgot oo.vər zin aat * De rekening is fel overdreven - dər is mi ə grjuut (of: dik) ‘pot.ljuud gə.’schree.vən * De toestand is vrij dramatisch - tzin nog.al lap.pən * Denk maar niet dat ik nog langer gedienstig ben en alles doe wat je wil - stop mor al mi al die ser.və.'tuu.tən! (eigenlijk: erfdienstbaarheid of servituut) * Een bits antwoord krijgen - ən snaa en ən beet; ə schjief antwoord krijgn * Een kind dat al de maniertjes van volwassenen aanneemt - tis nə ‘klɛ̃.nə ‘grjuu.tə * Een kind dat niet kan stilzitten; een ADHD’er - ə kwik.kəl.gat (verwijzing naar het vloeibaar metaal kwik dat wegspringt als je het probeert vast te nemen) * Een kind dat tegen de normale gang van zaken in, braaf lijkt te zijn - tis pər.’sies ən ei.ləg ‘bie.lə.kən * Een kind dat verwend is - tis nən bə.’dor.vən daans; tis nən bə.’dor.vən stroont * Een kind dat, na het spelen, heel vuil is geworden - i zie zjuu zwart as ‘mjuu.rə.kəs gat * Een man lacht zijn bierbuik weg - goei mar.sjan.die.zə stod oon.dər ən af.dak * Een ongeordend zootje van alles en nog veel meer - jiel dən ‘ba.ta.klang; jiel dən ut.sə.kluts; jiel də miek.mak; nen ‘an.nə.kəs.nest * Een plasje gaan doen - kgo kijkn of.dak nog ə man.nə.kə zin * Een vrouw van wie de man vaak uithuizig is - ən ‘lee.vən.də weef * Er is een vrouw verkracht - zem.mən ən vraa gar.ran.'zjeerd * Er was een felle ruzie - tee.tər gə.'klet.tərd; tzat.tər ‘boo.vən.ɛ̃rms op * Er was eerst onenigheid, maar nu zijn de problemen opgelost - tis wir ‘koe.ken.bak * Geen geluk hebben - mal.’sjaans em.mən * Grote schoenen - ‘oo.vər.zet.tərs * Heel snel - op nə kik en nə mik * Helemaal niets - rjɛ̃n də knots * Het ga je goed! - sa.luu ən də wind van ach.tər! (De reactie kan ook ironisch bedoeld zijn als men blij is wanneer iemand ophoepelt.) * Het gaat niet snel vooruit - da go.’dier vər.uit lek ‘bjuu.nə knjuu.pən * Het is heel stil - das ier tstil.stə van də mis; də muizn zitn in tmeel * Het is in orde!; ik heb het voor elkaar - tis (dik) in də sja.kosj! * Het is om zeep - tis nor də kljuu.tən * Het lied dat men het liefst hoort - min lijf.stuk * Het loopt in het honderd - da drwjaat ier vier.kant * Hij doet geen grote inspanning; hij trekt het zich niet aan - i voug.tər zin botn oun * Hij dramt door over de schadelijke gevolgen van wat eigenlijk maar een futiliteit is - i mok.tər nog.’al ə spel van! * Hij gaat slapen - i krupt in zin.nə nest * Hij gedraagt zich heel gek - i is zjuu zot as ən ‘ach.tər.deur; i ee nə slag van də meu.lən gad * Hij heeft dat heel snel gedaan - i ee.da gə.doun in nə kik en nə mik * Hij is bang - i nipt zə * Hij is blut - i ee gjie.nə rot.tə frang; i ee gjie.nə rot.tən bal * Hij is dronken - i ee.dən stuk in zin kroug; i ee.dən stuk in zin voetn * Hij is erg mager geworden - i is nog tvel oo.vər tbjien * Hij is ergens langer gebleven dan gepland - i is blij.ven plakn * Hij is in een arm gezin geboren - i is ui.tən ɛ̃.rəm broek gə.schud * Hij is misnoegd - i lot zin lep angn * Hij kan veel verdragen - i ee nən brjie rug * Hij kent iedereen - i kent God en klɛ̃n Pjie.rə.kə * Hij kon al dat werk niet gedaan krijgen - i kost da nie ‘bol.wɛ̃.rə.kən * Hij krijgt zijn deel van de erfenis - i krigt zin port * Hij maakt snel vorderingen; hij amuseert zich kostelijk (bv. op de dansvloer) - i go nog.’al nə gank * Hij maakt van zijn oren - i mokt van zin.nən tak * Hij valt in de smaak bij het andere geslacht - i ee veel oun.trok * Hij weet van niets - i wit van toe.tən noch blou.zən * Hou je goed! - aa.da struis! * Iedereen werkt op zichzelf, zonder gemeenschappelijke afspraken, waardoor tegenstrijdige besluiten worden afgekondigd en chaos ontstaat - ə ‘zot.tə.kəs.spel * Iemand aanmanen geen ijdele hoop te koesteren - kzun dər min ‘bjuun.tsjəs nie op tə wjiek leg.gən * Iemand aanmanen iets te doen - ach.tər zin ‘vod.dən (of: gat) zitn * Iemand aanmanen niet langer onzin uit te kramen of onwaarheden te vertellen - wast o weezn! * Iemand bij de kraag vatten (ook letterlijk: iemand immobiliseren door hem bij het nekvel vast te pakken) - kem em bi zin.nə schab.bər.’nak * Iemand deed iets stiekem; zonder dat iemand op de hoogte was - i eet ət ach.tər tgat gə.doun * Iemand die altijd met iets bezig is en geen rust neemt - i ee gjien ‘zit.tənd gat * Iemand die geen kant meer op kan; iemand die niet meer weggeraakt uit een penibele situatie - i is ər oun lek kal.lək on də muur * Iemand die goed zwemt of graag in het water speelt - ən ‘wou.tər.rat * Iemand die heel braaf en zachtaardig oogt - ge zud.dəm ‘dab.soo.lu:.sə ‘gee.vən zon.dər tə ‘biech.tən * Iemand die heel zat is - i ee dən stuk in zin ‘kljuu.tən; i ee dən stuk in zin ‘voe.tən * Iemand die het Nederlands keurig uitspreekt - i sprikt op də let.tər * Iemand die met of door zijn acties geen winst heeft geboekt - i komt van ən kaa ker.mes tuis * Iemand die veel eet - i ee nən ‘ol.lən tand; i ee zin kas vol gə.’stoo.kən; i is in zin.nən eet * Iemand die verzorgd is en de hygiëneregels toepast - i is proo.pər op zin ɛ̃.gən * Iemand doet of zegt iets dat veel te laat komt of erg onverwacht is - mi wa kom.de naa vur də pin.nən * Iemand dwingend duidelijk maken dat hij niet langer is gewenst - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Iemand een sarcastische opmerking maken, maar in een ietwat omfloerste formulering - nə stek 'gee.vən * Iemand foppen; iemand bedriegen - ən pee stoo.vən * Iemand gaat laat naar bed en is daardoor de volgende ochtend niet fris en amper in staat te werken - sou.ves grjuu.tə Jan en smɛ̃.rəs klɛ̃.nə man * Iemand gedraagt zich alsof hij de meerdere is of in alles de beste is - i ee.dət juug in ‘zin.nən bol; i ee.dət juug in zin stɛ̃r * Iemand geeft geen aandacht of zit met zorgen - i is ər mi zin.nə kop nie bij * Iemand heeft altijd wat voor of veroorzaakt altijd problemen - tis ol.ted a joenk of ən ɛ̃ * Iemand heeft een lelijk of onsympathiek gezicht - i ee.dən wee.zən om 'stoof.aat op tə kapn * Iemand heeft een ziekte opgedaan - i ee wa ‘op.gə.schɛ̃rd * Iemand heeft helemaal geen kracht - i ee mor 'pui.tə.macht * Iemand heeft kapsones - tis nog.al wa gə.scheetn * Iemand heeft sproeten - i ee.dach.tər də ‘bjɛ̃r.kɛ̃r gə.ljuu.pən * Iemand houdt zich van de domme - i gə.’bourt van krom.mən ous * Iemand iets op een zachte manier aan zijn verstand brengen - kzal tem is in zin juur blou.zən * Iemand iets wijsmaken - ie.mand ‘blos.kəs wijs.mou.kən; ən blous in zin.nə nek sloun * Iemand in het water kopje onder duwen - ən zeup gee.vən * Iemand is aan de deur gezet, met het weinige dat hij nog bezat – i is mi zin klie.kən en zin klak.kən ‘bui.tən.gə.smee.tən * Iemand is in slaap gevallen - zin blaf.fə.’tuu.rən val.lən toe * Iemand is niet geneigd over de brug te komen of van gedachten te veranderen - i boe.’zjeert nie * Iemand is nukkig of wil niet toegeven - i ee.dət in zin stɛ̃r * Iemand is overdreven spaarzaam - i zun.nə frang in twjie.jən bijtn; i zi.top zin gɛ̃ld * Iemand is zijn goede naam kwijt; iemand is in ongenade gevallen - i ee.tər gə.leen * Iemand kijkt de verkeerde kant op (of ruimer: doet alsof hij het probleem niet ziet) - i kikt van də ‘wɛ̃.rək * Iemand komt de afspraken niet na - gə kun.tər gjie.nə stout op ‘mou.kən * Iemand komt op een eerdere beslissing terug - i trekt zin.nə kak in * Iemand laat zich de mond niet snoeren en heeft telkens een weerwoord klaar - i ee.dən laank blad * Iemand met lange benen - i ee lan.gə treemn * Iemand moet dringend urineren - i moet gon blusn * Iemand niet kunnen uitstaan - i kan nie op zin weezn * Iemand opzettelijk doen vallen door je voet voor de voet van de andere te plaatsen - pjuut.sjə lapn; pjuut.sjə schɛ̃rn * Iemand stinkt heel erg - i stinkt uu.rən in.'trond * Iemand stopt met werken - i kust zin schup af * Iemand verdient goed de kost - i kan goe zin broek 'op.aan * Iemand voelt zich onheus behandeld - i is in zin gat gə.beetn * Iemand vraagt je alles tot in de kleinste details te vertellen, desnoods op een dwingende manier - i vrougt mi də pie.rən ut min.nə neus * Iemand wil zo graag iemand anders behagen - i ljuupt zin bjie.nən van oon.dər zin gat * Iemand wordt je vijand - i kjiert əm tee.gən ou * Iemand zet een grote mond op - i ee veel klap * Iets buitengewoons; een sterke prestatie - ‘straf.fən ‘toe.bak * Iets dat lang op je gemoed inwerkt - da blif.don də reb.bən plakn * Iets is helemaal doordrenkt - tis zo nat as mes (eigenlijk: mest) * Iets is uitstekend gedaan of goed geregeld - das ‘jies.tə klas * Iets kan gemakkelijk worden gedaan - ət go gə.lek ə ‘flut.sjən van nə sent * Iets snel tussen andere zaken afhandelen - tus.sən də soep en də pə.'tet.tən * Iets verkopen zonder verlies, maar ook zonder winst - kzin.dər zjuust on 'uit.gə.kom.mən * Iets wekt afgunst op - da stikt zin juugn uit * Ik ben bedrogen; ik heb tegenslag gehad - kzin gə.scheetn * Ik ben de pineut - kem ət vlagn; kem ət zitn * Ik ben het erg beu - kzint zjuu beu as kaa pap * Ik ga hem een veeg uit de pan geven - kzal zin pan is 'in.vetn * Ik heb er veel voor moeten doen; ik heb veel afgezien - kem min.nə ‘pjjɛ̃.rə gə.zien * Ik heb lang en verveeld staan wachten - ken dor ston ‘schjɛ̃l.juu.gən * Ik moest het onderspit delven - ‘ken.dər gə.’leen * Ik moet gaan kakken - kmoet nən baat gon legn * Ik vertrouw hem helemaal niet - kbə.traan em vur gjien our * Ik word steeds door hem geviseerd; ik word steeds door hem onheus bejegend - i ee nə piek op mij * Ik zal jouw geheimen en duistere zaakjes eens aan het licht brengen - kzal is ən ‘boek.skən oo.vər aa ‘oo.pən.doen * In onmin leven; niet met elkaar door dezelfde deur kunnen - zə lign oo.vər.’juup * Je bent teleurgesteld in iemand - kem.mi on aa mis.pakt * Je bent verschrikkelijk dom - gə zi zjuu loemp as ‘tach.tər.stə van ə ‘vɛ̃r.kən * Je hebt het perfect begrepen - gə 'zit.tər op * Je hebt het te bont gemaakt of te vaak geklaagd en je wordt wandelen gestuurd - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Je houdt me voor de gek - gə spilt mi min voetn * Je kan iedereen proberen te belazeren, maar bij mij lukt dat niet - mi jiel Aant.wɛ̃r.pə, mor nie mi mij * Je moet je er niet druk over maken - gə moe.tər a nie dik in mou.kən * Je zal de geldelijke gevolgen van je foute beslissing moeten dragen! - gə zut moe.tən bloe.jən! * Kwaad worden - uit zin kram.mən schietn * Lulkoek; onzin - zjie.vər in pak.skəs * Men ergert zich ergens aan - i krij.gə.tər tspeen van * Men gaat traag vooruit (letterlijk, maar ook in de afhandeling van een opdracht) - op zin duusd gə.’mak * Men geeft aan dat men in een zware periode zit - tzin kwjaa doug * Men geeft de raad een leugenachtig iemand niet te geloven - aa.do zak.kən toe! * Men geeft te kennen dat iemand erg bang is voor een zaak - i zit mit.tə ‘poe.pərs * Men geeft te kennen dat iemand erg zenuwachtig is - i wit mi zin ‘ɛ̃.gən ‘gjie.nən blijf * Men geeft te kennen dat iemand niets voor de kost doet - i leeft van dən ‘ee.məl.sən daa * Men heeft bedenkingen bij iemands opvoeding - oe is die op.gə.bracht? * Men heeft veel moeite voor niets gedaan - das al.lə.moul vur dən ond zin botn * Men is rechtdoorzee - klin.kət nie dan bot.sət mor * Men kan een actie van de ander niet waarderen - a.zjuu zin wə nie gə.’traad!; zjuu got.tə vlie.gər nie op! * Men leeft op kosten van iemand anders - i leeft op də kap van ən aan.dər * Men moet besluiten dat de rekening hoog oploopt wanneer men de prijs van alle afzonderlijke delen bij elkaar optelt - da rɛ̃.'dop * Men raadt aan niet langer over een zaak te piekeren - brik.tər an.nə kop nie oo.vər * Men raadt aan zich niet langer tegen een zaak te verzetten - leg.tər an.nə kop nef.fəst * Men vindt dat het slecht voor iemand is afgelopen - i ee zin bə.komst gad * Men vindt een vrouw te mager - get.tər gjie.nə pak oun * Men vindt iets te duur; men vindt dat men zich geen exuberante uitgaven kan veroorloven - da kan min.nən blaan (of: brui.nən) nie trekn! * Men voelt zich bedot - zən dər mi ‘op.gə.leen * Men vreest dat een probleem nog lang niet is opgelost - wə zin nog nie oun də nief pə.tet.sjəs * Men vreest dat iets heel lang gaat duren voor het af is - da zit.top tspel van zee.vən wee.kən * Men wil dat iemand van toon of onderwerp verandert - wast o weezn! * Men ziet geen heil in de voorgestelde oplossing - dour zin.nək vet mee! * Mensen die al te graag hun materiële welstand laten zien - zə zin vur dən uit.kom * Mijn schoenen knellen - min schoe.nən nij.pən * Mijn schoenen zijn te groot - min schoe.nən slokn * Ook al heb je geen zin, je moet het toch doen! - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Op goed geluk, zonder plan - op də wil.dən boef; opt goe val.lend uit * Oude spullen - aa nest * Voortdurend commentaar en kritiek krijgen van iemand - i zit al.tid op min.nə kap * Vreemdgaan - nef.fəst de pot pie.sən * Wat ben jij stom geweest! - gij.sən a.’juin! * Werk hard en snel door! - gif.tər ən ga.’let op!; gif.tər ən lap op! * Ze heeft een miskraam gehad - zə ee dər ‘bed.də af.gə.’gjuud * Zeuren - ən zoug span.nən [[Categorie:Taal]] lojggc4841m10bd3w18p7wj20qvp88p 387943 387942 2024-04-26T08:58:20Z 2A02:1810:1C13:D600:C5CA:BA3:6565:81B9 /* GEBAK */ wikitext text/x-wiki {{Bi}} == Inleiding == ===Ontstaan en opbouw=== Het Kemzieks woordenboek: een nostalgische verzameling woorden, commentaren, reacties en uitdrukkingen die ik hoorde in mijn jeugd, zeg maar de jaren 60 en 70 (tussen haakjes een periode waarin woke niet bestond). Het is in opbouw. Dat betekent dat correcties, nieuwe lemma's en uitzonderingen op de uitspraakregels van harte welkom zijn (via mail: kemzieks.dialect@gmail.com of op de overlegpagina van dit woordenboek). In het woordenboek zijn de lemma's verdeeld over drie groepen: woordenschat, reacties en uitdrukkingen: a) De ‘woordenschat’ is verdeeld in woordsoorten (Werkwoord, Adjectief, Voornaamwoord, Bijwoord) en in een veertigtal arbitraire en niet-exclusieve thema’s (bv. Dier, Groenten en fruit, Snoep, Spel, Vleeswaren). b) In ‘reacties’ staan zinnen die men gebruikt om in het sociale verkeer (de pragmatiek) gevoelens, meningen en gedachten te uiten, om anderen te bevelen, om te reageren op wat anderen zeggen of doen,… c) In ‘uitdrukkingen’ wordt minstens één taalelement figuurlijk gebruikt. Samen met de zoekfunctie 'Doorzoek Wikibooks' moet die verdeling het opzoeken vergemakkelijken en de lezer aansporen om zelf naar woorden te zoeken die nog niet in dit woordenboek zijn opgenomen. De lemma's zijn alfabetisch geordend (apart binnen een groep, woordsoort of thema). ===Situering=== ==== Dialect van het Waasland==== Kemzieks heeft unieke woorden, maar veel meer deelt het de woordenschat met andere dialecten uit het Waasland (zoals het dialect van Sinaai, https://www.sinaaileeft.be/heemkring-den-dissel/#2018, of van Sint-Niklaas, https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Sint-Niklaas) en zelfs daarbuiten (zoals over de grens met Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen, https://oostzeeuwsvlaamsdialect.com). ==== Belgisch-Nederlands==== Het lexicon van het Kemzieks behoort vaak tot het "algemeen Vlaams", door Van Dale "Belgisch-Nederlands" of "gewestelijk" genoemd (zie ook: https://www.vlaamswoordenboek.be), bv. vuilblik, draperie, kozijn en muit, in het Kemzieks respectievelijk 'vul.blik, dra.pə.'rie, 'koz.zən en muit. ====Tussentaal==== Kemzieks (zoals ik het leerde kennen en gebruiken) heeft alle kenmerken van wat “de tussentaal” wordt genoemd. We beseffen dat de term "tussentaal" een negatieve connotatie heeft, maar de term is nu eenmaal ingeburgerd om de transitie van dialect naar AN te benoemen. Voor een overzicht van de kenmerken van de tussentaal in Vlaanderen, zie: https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/508/354/RUG01-002508354_2018_0001_AC.pdf (Vergeet niet dat ook Nederlanders een tussentaal hanteren, met kenmerken die soms afwijken van de tussentaal in Vlaanderen, zoals het gebruik van 'hun' als subject, bv. hun hebben dat niet geweten.) =====I. Fonologie===== * 1. Procope van de h-. De h aan het begin van een woord wordt niet aangeblazen en valt weg, bv. das eel goe (dat is heel goed), ond (hond), em (hemd), uiln (huilen). * 2. Procope van de eerste klinker of de eerste lettergreep, bv. kmag nor uis (ik mag naar huis), tuur.lək kom.mək! (natuurlijk kom ik!). * 3. Apocope. De eindmedeklinker of de eindlettergreep in korte woorden valt weg, bv. kem da nie gə.doun (ik heb dat niet gedaan). * 4. Syncope. De medeklinker of lettergreep in het midden van een woord valt weg, bv. das am.məl gə.loo.gən (dat is allemaal gelogen). * 5. Apocope van toonloze e op het einde van een woord. De toonloze e valt weg als het volgende woord met een klinker begint of met een h-procope, bv. zis (ze is), zee.'don.gər (ze heeft honger). * 6. Progressieve assimilatie. Als een woord begint met een d- én volgt op een woord dat eindigt op een -t, dan wordt die d- ook als t- uitgesproken, bv. i zit mit tə poe.pərs (hij heeft schrik – “hij zit met de poepers”), da.'doe.nə.kik nie (dat doe ik niet). * 7. Apocope van de eind-d. Werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, verliezen de eind-d, bv. kvin da nie (ik vind dat niet), win da nie op! (wind je niet op!). * 8. De svarabhaktivocaal. Toevoeging van een klinker, meestal de doffe e, in lettergrepen die eindigen op twee medeklinkers waarvan de eerste de l of de r is én de tweede geen t- of s-klank is, bv. mel.lək, wɛ̃.rək (werk), vol.lək. * 9. De auslaut van de eind-t. Als een woord begint met een klinker én volgt op een woord dat eindigt met een -t, dan wordt die -t als -d uitgesproken, bv. wa.dist? (wat is er?). * 10. Onomasiologie, met name de vervanging van ‘er’ en ‘daar’ door ‘dər’ of ‘dər-', bv. der is wa gə.beurd, kem em dər.straks nog gə.zien (ik heb hem daarstraks nog gezien), dər.veur zin.nək nie gə.kom.mən (daarvoor ben ik niet gekomen). * 11. De intervocale d wordt vervangen. Als een d tussen twee klinkers staat, dan wordt die -d- vervangen door een j of een w, bv. das ou.wən brol (dat zijn oude spullen), rij.jə wi nor uis? (rijden we naar huis?). =====II. Morfologie===== * 12. Verbuiging van de onbepaalde lidwoorden. Voor wie Kemzieks praat is het in principe een koud kunstje om te weten of een nomen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is: als je voor het nomen ‘nə’ of ‘nən’ kan plaatsen, dan is het mannelijk, in het geval van ‘ən’ is het vrouwelijk en in het geval van ‘ə’ is het onzijdig. * a) Als een mannelijk nomen begint met een klinker, een t, d, h of b, dan zegt men ‘nən’, in de andere gevallen zegt men ‘nə’, bv. nən ap.pəl, nən braar (een brouwer), nə man (een man). * b) Een onzijdig nomen krijgt als onbepaald lidwoord enkel een ə als het niet begint met een h of een klinker, bv. ə keend (een kind), maar ən uis (een huis). * 13. De verbuiging van functiewoorden (bv. voornaamwoorden en telwoorden) gebeurt zoals de verbuiging van onbepaalde lidwoorden, bv. min.nən ot.too (mijn au.to, want auto is mannelijk en begint met een klinker), min.nə koz.zən (mijn neef, want neef is mannelijk en begint met een n), min vraa (mijn vrouw, want vrouw is vrouwelijk), mi keend (mijn kind, want kind is onzijdig), dən twjie.dən elft (de tweede helft). Ook adjectieven worden vaak op dezelfde manier verbogen, bv. nə schjuu.nən ot.too (een mooie auto, want auto is mannelijk en begint met een klinker). * 14. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘jij’ of ‘je’ door ‘gij’ of ‘ge’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘gi’). Vervanging van het bezittelijk voornaamwoord ‘je’ of ‘jouw’ door ‘uw’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘aa’, ‘aa.nə’ of ‘aa.nən’). * 15. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ door ‘i’, maar enkel in bevestigende of vragende zinnen, niet in uitroepende zinnen waarin de nadruk op het onderwerp ligt, bv. i komt (hij komt), kom.ti? (komt hij?), maar: ij ee.ta gə.doun! (hij heeft dat gedaan!). * 16. De verkleinvorm -kə(n) (of: -skə; -əkə) in plaats van -jə, bv. to.fəl.kə, koek.skə, bal.lə.kə. * 17. Cliticum. Persoonlijke voornaamwoorden vormen vaak een geheel met het voorgaande woord, meestal een werkwoord, en worden samen uitgesproken. Je hoort dan een -de of een -te na het werkwoord, bv. moog.də.gi da wel? (mag je dat wel?), wa heb.də zo.al? (wat heb je zoal?), wa moet.tə kom.mən doen? (wat moet je komen doen?). * 18. Wijziging van de meervoudsvorm van -s naar -n, en omgekeerd, bv. eieren wordt 'ɛ̃.rən maar ook 'ei.jərs, zonen wordt zeuns, draperieën wordt dra.pə.'ries. * 19. Wijziging van de werkwoordsvorm. * a) In de eerste persoon enkelvoud wordt vaak een -n toegevoegd, bv. wa ston.nək ier nog tə doen? (wat sta ik hier nog te doen?), wa.toen.nək naa!? (wat doe ik nu!?). * b) In de gebiedende wijs wordt vaak een -t toegevoegd, bv. zegt ət na mor! (zeg het nu maar!). * c) De persoonsvorm van het werkwoord ‘zijn’ wordt gewijzigd, zowel deze van de eerste als van de tweede persoon enkelvoud, bv. gə zit.tər (je bent er), gə zi schou (jij bent bang), kzin in dən hof ount spetn (ik ben in de tuin aan het spitten). =====III. Lexicon===== * 20. Woorden maar vooral uitdrukkingen uit het AN krijgen in tussentaal een alternatief, bv. kzin al veel gə.’bee.tərd (ik ben aan de beterhand), nən ‘et.tə.kop (een koppig persoon), tis om.mo kas op tə fretn (ik erger me daar erg aan maar ik kan er niets aan veranderen). * 21. Wijziging van het aanwijzend voornaamwoord ‘zulke’ in ‘zo’n’ (in het Kemzieks is dat zjuun) wanneer men het meervoud hanteert, bv. zjuun schjuu.nə ‘kaa.sən (zulke mooie kousen). * 22. Tussenwerpsels. Die hebben in principe geen betekenis in de zin, maar drukken vaak een emotionele appreciatie van de spreker uit, bv. al.li, wa stod.də dər na te doen!? (wat sta je daar te doen… dat verbaast me of dat ergert me), der was wijn, bier, kur.tən drank en.al (er was wijn, bier, sterkedrank… er was van alles, maar vraag me niet in detail wat precies). * 23. Archaïsmen. Plechtig klinkende, maar ouderwetse woorden, bv. desalniettemin (toch), gjɛ̃.rə (“gaarne”) (graag), vər.niet (gratis), mi ət spoor (per trein), in.dien (als), bee.zən (“bezigen”) (gebruiken), kriek ət nie (ik ruik het niet). * 24. Purismen. Een poging om schijnbaar vreemde woorden te vernederlandsen, bv. duimspijkər (punaise), droog.zwier.dər (centrifuge). =====IV. Syntaxis===== * 25. Redundantie. Men voegt aan het begin van een bijzin ‘dat’ toe, na een vraagwoord of een voornaamwoordelijk bijwoord, bv. kwil wel is zien of dat i vər.mou.gərd is (ik wil wel eens zien of hij vermagerd is), tjie.nəg.stə waar dak min.nə kop oo.vər breek (het enige waar ik me zorgen over maak…). * 26. Subjectduplicatie. Zowel de zwakke als de sterke vorm van het onderwerp komt voor in een zin, waarbij de sterke vorm soms wordt weggelaten, bv. da dur.vək ik nie (dat durf ik niet), pɛ̃s.də gi da? (denk je dat?). * 27. Toevoeging van het hulpwerkwoord gaan in de toekomende tijd, bv. kzal straks gon kookn (ik zal straks koken), kzal da mɛ̃.rən wel gon mwjaan (ik zal dat morgen wel maaien). * 28. Inkorting van het voegwoord zodat tot ‘dat’, bv. gə.brukt mor ə kom.pas, da gə nie vər.loo.rən ljuupt (gebruik maar een kompas zodat je niet verdwaalt). * 29. Voornamen van mannen worden vaak voorafgegaan door ‘de’, bv. de Guust komt. Vrouwelijke voornamen krijgen geen ‘de’, wel vaak ‘oonz’ (ons), bv. der is zə zi, oonz Mar.ja! (daar zie, daar heb je Maria!) * 30. De vervanging van hoeven door ‘moeten’ in negatieve zinnen, bv. gə moet.ta nie doen (je hoeft dat niet te doen). * 31. De vervanging van mochten door ‘moeten’ in hypothetische zinnen, bv. moest.ək rijk zin, kging nie.mjier wɛ̃.rə.kən (Mocht ik rijk zijn, ik ging niet meer werken, of, als ik rijk was, ging ik niet meer werken). * 32. Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep. In AN is de regel: alle niet-vervoegde werkwoorden op het einde van de zin mogen niet worden doorbroken door een deelwoord of een ander woord dan een werkwoord. In tussentaal geldt die regel niet, bv. zə zou.dən moe.tən gə.pro.beerd heb.bən hem te helpen (ze zouden moeten hebben geprobeerd hem te helpen), i zal nie kun.nən met də kɛ̃r vər.trekn (hij zal niet met de kar kunnen vertrekken). * 33. Adjectieven verliezen de eind-s na het gebruik van iets, veel of niets, bv. das iet spee.sjaal (dat is iets speciaals), gi et veel goed gə.doun (je hebt veel goeds gedaan). * 34. Redundant gebruik van ‘geworden’ en ‘geweest’ in passieve zinnen, bv. i is deur zin.nə koz.zən gə.roe.pən gə.wist (hij is door zijn neef geroepen), i is deur de mjies.tər vər.plotst gə.wor.rə (hij is door de leraar verplaatst). * 35. Het gebruik van 'als' als bijwoord van tijd in plaats van ‘toen’, bv. "Als ik hem nog eens bekeek, ..." * 36. De betrekkelijke voornaamwoorden ‘die’ en ‘dat’ stemmen niet overeen met het grammaticale geslacht van hun naamwoorden (De regel is: 'die' heeft betrekking op de-woorden en het meervoud, 'dat' heeft enkel betrekking op het-woorden), bv. die gast da goe kan shotn (die kerel die goed kan voetballen). ====Frans==== De invloed van het Frans is bovendien overduidelijk: tal van woorden zijn letterlijk uit het Frans overgenomen, bv. ən boe.'jot (een warmwaterkruik) of zijn aangepast aan de Kemziekse uitspraakregels, bv. nə koun.trə.’fjuur (een contrefort), nə soe.’tjen (een beha), nə paz.zə.’viet (een roerzeef), nə kas.’trol (een kookpot). == Uitspraakregels == Los van de regels uit de tussentaal heeft het Kemzieks enkele opvallende klankwisselingen. Die verschillen zelfs van deze van naburige dialecten, zoals het Stekens. Daarom eerst een introductie op de uitspraakregels. === De fonetische notatie in dit woordenboek === Dialect is niet bedoeld om geschreven te worden. Toch proberen we de uitspraak in het schrift te vatten, zonder exact fonetisch schrift omdat de lezing dan wordt bemoeilijkt voor wie niet vertrouwd is met fonetisch schrift. (Een voorbeeld van Kemzieks dialect in exact fonetisch schrift: https://www.dialectzinnen.ugent.be/wp-content/uploads/2016/05/I172_Kemzeke.pdf.) We zoeken een compromis tussen de spelling in het AN en de uitspraak van de woorden en zinnen. Daarbij worden de transscriptieregels beperkt gehouden. - c: als k geschreven als die als een /k/ klinkt; als een s als die als een /s/ klinkt - sch resp. ch blijven sch (een enkele keer sk, bv. ska.pu:.’lier) resp. ch; in woorden van het Frans afgeleid schrijven we ch als sj - d of t aan het einde van een woord: we volgen de spelling in het AN - '''de doffe e''' (of: onbeklemtoonde e; sjwa): we noteren '''een ə''' wanneer in het AN een klinker wordt geschreven die niet klinkt zoals het klinkerteken e, ee, i of ij, maar als de doffe e, bv. in de eerste en de laatste lettergreep van vervelend (vər.’vee.lənd), maar ook in heilig (‘ei.ləg), en in de laatste en voorlaatste lettergreep van zakelijk (‘zaa.kə.lək) - '''de ‘vuile’ ei''': genoteerd '''als de neusklank ɛ̃''' (zoals te horen in het Franse il tient, pain en enfin, dus verschillend van de Franse è in élève), wat in het Kemzieks dan woorden oplevert als als mɛ̃ (mei), bjɛ̃r (beer), pjɛ̃rd (paard), dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei) en zjə.'lɛ̃ (gelei) - een lange klank, ook in een open lettergreep: we noteren steeds een dubbele klinker - h: we noteren geen h, ook al zou je die soms wel enigszins horen - ou en au: allebei als ou geschreven - x: als ks geschreven Bovendien splitsen we de woorden in lettergrepen met een punt (.) Merk hierbij op dat in het Kemzieks korte woorden vaak worden samengetrokken tot één woord en zelfs tot één lettergreep, bv. tis (het is), kem (ik heb), 'doe.ta (doe dat), 'kem.mər (ik heb er), ag.gə (als je). Waar nodig wordt de beklemtoonde lettergreep voorafgegaan door een accent ('). Merk hierbij op dat een lettergreep met een doffe e nooit wordt beklemtoond. In woorden die van het Frans zijn afgeleid wordt in principe de klemtoon gelegd op de laatste lettergreep, op voorwaarde dat die geen doffe e bevat. Vormvarianten en synoniemen worden gescheiden door een kommapunt (;). === Lange en korte klinkers === 1. De belangrijkste klankwissel is die van de /aa/ in de /ou/(au) en omgekeerd, wat betekent dat bv. zaad zoud wordt en, omgekeerd, zout zaat. De /aa/ wordt in principe /ou/, bv. gebraad wordt gə.broud, baan wordt boun, baal wordt boul en kaas wordt kous, zaak wordt zouk, Spaans wordt Spouns (ook: Spons). Maar er zijn uitzonderingen, bv. laag wordt ljieg. 2. Indien de /aa/ gevolgd wordt door een /r/ of /f/, hebben we een geval dat nauwelijks van regels kan worden voorzien. * De regel hierboven is dan soms nog van toepassing, bv. baard wordt bourd, braaf wordt brouf. * Soms krijgen we twee uitspraakmogelijkheden, bv. kaarten wordt 'kour.ten, soms verkort tot 'kor.ten; vaart wordt vourt, soms verkort tot vort. * Soms wordt de /aa/ dan een /oe/, bv. taart wordt toert. * Soms wordt de /aa/ dan een /jɛ̃/, bv. paard wordt pjɛ̃rd, vaars wordt vjɛ̃s, klaar wordt kljɛ̃r, staart wordt stjɛ̃rt, gaaf wordt gjɛ̃f. De ɛ̃ klinkt als de uitroep wanneer men iets smerigs ziet, een 'vuile' ɛ̃ dus, zoals in dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei). Door de voorafgaande j klinkt het geheel voor buitenstaanders dan nog 'vuiler'. We merken op dat de toegevoegde /j/ in het Kemzieks (maar ook in andere dialecten) essentieel is. Het is dan ook verwonderlijk dat slechts een enkel werk die klank systematisch opneemt, als men probeert de uitspraak van een dialect in het schrift te vatten. 3. Indien de /aa/ in een open lettergreep gevolgd wordt door een /d/, hoort men /wjaa/, bv. made wordt mwjaa, lade wordt lwjaa, kade wordt kwjaa. 4. De /ee/ wordt /ie/, bv. been wordt bjien, zeem wordt zjiem, verkeerd wordt vər.'kjierd, zeer wordt zjier, zeel wordt zjiel, mees wordt mjies, geleerd wordt gə.'ljierd, speeksel wordt 'spjiek.səl. Ook in deze gevallen hoor je de voorafgaande /j/. Merk op dat de /ie/, na een klankwisseling met /ee/, iets meer langgerekt is dan de /ie/ in woorden zoals dier of bier. * Maar als de /ee/ gevolgd wordt door een /r/, dan wijzigt de klank in /jɛ̃/, bv. beer wordt bjɛ̃r, peer wordt pjɛ̃r, verteren wordt vər.tjɛ̃rn. * Soms wijzigt de /ee/ gevolgd door /k/ of /l/ in een korte i, bv. preekstoel wordt 'prik.stoel, speeltuin wordt 'spil.tuin en steekt wordt stikt. * En soms blijft de /ee/ gewoon /ee/, bv. keel, meel, 'dee.kən, 'kee.təl. 5. De /ei/ (maar niet de ij!) wordt als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. klein wordt klɛ̃n, trein wordt trɛ̃n, sprei wordt sprɛ̃, maar lijn blijft lijn, fijn blijft fijn, kwijt blijft kwijt en wijs blijft wijs. * Soms wordt de /ei/ een /iej/ (of: /jie/), bv. eik wordt iejk. * Merk op dat in de vergrotende trap de /ei/ een doffe ə wordt, bv. klein wordt klɛ̃n, maar kleiner wordt 'klən.dər. De /ij/ wordt in dat geval een korte i, bv. fijn blijft fijn, maar fijner wordt 'fin.dər. Dat is ook zo in het verkleinwoord, bv. onderlijf blijft 'oon.dər.lijf, maar onderlijfje wordt 'oon.dər.lif.kə, wijfje wordt wif.ke. * In woorden die eindigen op -ij wordt de /ij/ toch ook als ɛ̃ uitgesproken, bv. melkerij wordt mel.kə.'rɛ̃, brouwerij wordt braa.wə.'rɛ̃, koterij wordt koo.tə.'rɛ̃, vrij en blij wordt vrɛ̃ en blɛ̃. * Soms wordt de -ij- een korte i, bv. zijn wordt zin, slijpsteen wordt 'slip.stjien. * Het achtervoegsel -lijk wordt meestal als /-lek/ uitgesproken, maar ook wel als /-lək/. 6. De /ie/ wijzigt niet, bv. bier blijft bier, lief blijft lief en liegen blijft 'lie.gən. * Maar in een open lettergreep wijzigt de /ie/ gevolgd door een -d, in /jie/, zonder -d, bv. wieden wordt wjien en bieden wordt bjien. 7. De /oo/ wordt /uu/, bv. poot wordt pjuut, dood wordt djuud, koord wordt kjuurd, doe voort wordt doe vjuurt, doos wordt djuus, pastoor wordt pas.'tjuur (of pas.tər), hoger wordt 'hjuu.gər, kantoor wordt kan.'tjuur. De /uu/ wordt telkens voorafgegaan door de /j/. * Soms wordt de /oo/ een /eu/, bv. voordeur wordt veur.deur, voordat wordt 'veur.da (let op: een voor op een veld is een vjuur). * Een enkele keer wordt de /oo/ een /oe/, bv. oogst wordt oest. * En soms hoor je geen klankwisseling, bv. woord blijft woord en boter blijft 'boo.tər. 8. De /ou/ (ook als au geschreven) wordt /aa/, bv. koud wordt kaad, zout wordt zaat, kous wordt kaas, dauw wordt daa, grauw wordt graa, brouwer wordt braar, verkouden wordt vər.'kaan, verbouwen wordt vər.'baan. * In de laatste drie voorbeelden is bovendien te horen dat woorden die een doffe e bevatten in de laatste lettergreep, die lettergreep verliezen. Die wordt "opgegeten" (Dat woord wordt zelf opgegeten en klinkt als "op.geetn". De doffe e valt tweemaal weg, alleen de lange ee blijft over.) 9. De /ui/ wijzigt in principe niet, de /eu/ en de /oe/ ook niet, bv. ruin blijft ruin, deur blijft deur en boer blijft boer. 10. De /uu/ wijzigt niet, bv. gebuur blijft gə.’buur en zuur blijft zuur. * Soms wordt de /uu/ als /ie/ uitgesproken, bv. vuur wordt vier, duur wordt dier. 11. In de rubriek Tussentaal werd al vermeld dat de doffe e wegvalt, indien het volgende woord begint met een klinker of een h. Het Kemzieks gaat nog een stap verder. Een doffe e op het einde van een meerlettergrepig woord eindigend op -en is soms nauwelijks hoorbaar, waardoor de voorlaatste medeklinker samen met de eind-n als een combinatie wordt uitgesproken, bv. pə.'tet.tən klinkt meer als pə.'tetn, gə.'val.lən wordt gə.'valn, bə.'spree.kən wordt bə.'spreekn. Hierdoor klinkt de eind-n wat langer, zoiets in de aard van "-neuh". Of de doffe e wordt uitgesproken of niet varieert van persoon tot persoon (een mompelende spreker zal de ə sneller weglaten) en van situatie tot situatie (in een enerverende situatie zal de ə sneller worden weggelaten dan in een rustige situatie). 12. Korte klinkers veranderen meestal niet, bv. pad blijft pad, tas blijft tas, pit blijft pit, pet blijft pet, pot blijft pot, put blijft put, zus blijft zus. Een enkele keer wordt de /u/ wat langer uitgesproken, maar niet zo lang als de lange u, bv. in autobus en bushokje. We noteren in dat geval /u:/ in 'ot.too.bu:s en 'bu:s.kot.sjə. * Toch zijn er ook weer uitzonderingen en wordt de korte klinker een lange klank, bv. gas wordt gaaz en butaangas wordt 'buu.tə.gaaz, film wordt fielm, klink wordt kleenk, dansen wordt 'daan.sən. * De /a/ en /e/, gevolgd door een /r/, worden als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. varken wordt 'vɛ̃r.kən, hart wordt ɛ̃rt, werken wordt 'wɛ̃.rə.kən, weliswaar zonder toegevoegde /j/, zoals in het geval van de lange aa en ee. Hoewel, soms wordt toch weer een /j/ toegevoegd, bv. karnemelk wordt kjɛ̃.rə.melk. * Soms wijzigt de /a/ in /e/, bv. trakteren wordt trek.'tee.rən. * De /o/ gevolgd door een /r/ wordt als /u/ uitgesproken, bv. kort wordt kurt, dorp wordt durp. === Tweeklanken === 13. De /ɔi/ wijzigt in ouj, bv. hoi wordt ouj en cowboy wordt koo.bouj. 14. De /ai/ wijzigt niet en wordt als /aj/ geschreven. 15. De /aai/ wordt een nauwelijks in fonetisch schrift te vatten eindklank /aa/, voorafgegaan door een combinatie die nog het best wordt voorgesteld als een half-ingeslikte w en een j, na de voorgaande medeklinker, bv. maaien wordt mwjaan, zwaaien (maar ook zaaien) wordt zwjaan, kraaien wordt krwjaan, draaimolen wordt 'drwjaa.meu.lən. 16. De /eeu/ wordt /jie/, bv. leeuw wordt ljie en meeuw wordt mjie. 17. De /ieu/ wijzigt niet, behalve: nieuws wordt nu:s en nieuw wordt nu:f. 18. De /oei/ wijzigt niet, bv. bemoeial blijft bə.'moei.al. 19. De /ooi/ wijzigt een enkele keer in /wjoe/, bv. hooi wordt wjoe, savooi wordt sa.'vwjoe, dooien wordt dwjoen, maar meestal in /juu/, bv. gooien wordt gjuun, rooien wordt rjuun, dooien wordt djuun, strooien wordt strjuun, schoon wordt schjuun. * Maar meestal is er geen klankwisseling, bv. mooi blijft mooi. (Misschien had er geen klankwisseling plaats omdat Kemziekənjɛ̃rən nooit "mooi", maar altijd "schjuun" zeggen? Ze zeggen: ‘ən schjuu.nə vraa’, ‘ə schjuun kind’, 'ən schjuu.nə pree' en ‘ne schjuu.nən boek’.) === Medeklinkers === 20. In het Kemzieks, zoals in andere dialecten, komt de weglating van een medeklinker vaak voor (zie rubriek Tussentaal: procope, apocope en syncope), bv. gerst wordt gjest, peinzen wordt peizn, gras wordt gas, hemd wordt em. Maar een enkele keer wordt een medeklinker toegevoegd, bv. kotelet wordt kor.tə.’let. 21. Een bijzonder geval van apocope: woorden eindigend op -w verliezen altijd de eind-w, bv. mouw wordt maa, gauw wordt gaa, een duw wordt nən daa, vrouw wordt vraa, schouw wordt schaa, gebouw wordt gə.’baa, touw wordt taa. 22. Een enkele keer wijzigt een medeklinker, bv. blauw wordt blaat, hebben wordt 'em.mən. 23. Soms wordt een enkelvoudige medeklinker verdubbeld, bv. elektriciteit wordt el.lən.'triek, notaris wordt no.'tor.ries, kamer wordt kom.mər. Maar het omgekeerde gebeurt soms ook: een dubbele medeklinker wordt enkelvoudig uitgesproken (of is nauwelijks hoorbaar), bv. geribbeld wordt gə.re.bəld. 24. Hersyllabisering. Een medeklinker wordt naar de volgende lettergreep verplaatst, bv. ont.er.ven wordt on.'tɛ̃r.vən, hij ziet er goed uit wordt i zie.tər 'goe.duit. 25. De -ng op het einde van een woord wordt als /ng/ uitgesproken, maar nog vaker als /nk/, bv. paling wordt 'pol.link, vertelling wordt vər.'tel.link, ring wordt rink. 26. Na een lange klinker in het Kemzieks klinkt de -s soms eerder als -z, bv. kouz (kaas), gaaz (gas). == Woordsoorten == ===ADJECTIEF=== * Aangedampt (bv. een spiegel of een ruit) - 'oun.gə.doempt * Bang - bə.’naat; ‘schou * Barstensvol - pro.pəs.tə.vol * Bekaf - pomp.af * Beschamend - ‘schom.tə.lek * Bezopen; stomdronken - 'poe.pə.loe.rə.zat; ‘stroont.zat * Breed - brjied * Doorzichtig - gə zie.tər ‘los.sən.deur * Duur en goedkoop - dier;’kos.tə.lek en ‘goe.je.kjuup * Eigenaardig; bizar; vreemd - our.dəg * Erg; in hoge mate - nɛ̃g; 'bjies.təg * Gaaf - gjɛ̃f * Gaar (bv. gekookte aardappelen of groenten) - zocht * Geribbeld - gə.’re.bəld * Gerimpeld (huid); gekreukt (bv. hemd, blad papier) - vər.’rom.pəld * Geschift (bv. melk) - gə.kab.bəld * Glad - ‘glat.təg * Graag - gjɛ̃.rə * Gratis - vər.’niet * Hard en zacht - et en zocht * Heel donker - 'pik.kən.don.kər * Heel droog - poe.jər.drjuug * Hoog - juug; uujg * Hoorndol; gek gemaakt, in het bijzonder door lawaai of te veel informatie - juu.rən.dul * In een gebukte houding - i zit op zin uk.kən * Jaloers - zja.’loes * Jong en oud - joonk en aad * Klein, kleiner, kleinst - klɛ̃n, 'klen.dər, klenst; klɛ̃nst * Kort - kurt * Lager en hoger - 'ljie.gər en 'juu.gər * Lang en langer - laank en lan.gər * Lelijk en mooi - ljulk en schjuun * Met bladgoud bekleed - vər.guld * Nadelig - schwjaa.lek * Niet duur - ‘prij.sə.lek * Nieuw en oud - nuuf en aad * Nipt - nip * Onbeleefd; vrijpostig - as.'grant * Ongeduldig - on.gə.'duu.rəg * Opvallend (met een negatieve bijklank) - per.mɛ̃n.təg * Opzettelijk - as.’pres * Ouderwets - ‘aa.wets; ‘aa.rə.wets * Overdadig; buitensporig - van ‘kan.nie.mjier * Overrijp - ‘maa.tər * Plezant; leuk - 'leu.təg * Precies - pər.'sies * Ranzig (bv. boter die niet koel werd bewaard) - rens * Razend - 'ros.təg; kol.jɛ̃.rəg * Roze - roos * Schoon en schoner - schjuun en schjuun.dər * Verschillend - tə.’frent * Vervallen (bv. een gebouw dat niet onderhouden is) - 'oon.dər.kom.mən * Vervelend - am.bə.’taant * Verwelkt - vər.schruun.səlt * Vlaams - Vloms * Voos (bv. een hand of een been) - vjuus  * Vriendelijk - ‘vrien.də.lek * Vrij en blij - vrɛ̃ en blɛ̃ * Warm en koud - wɛ̃rm en kaad; kaa * Weinig - wɛ̃.nəg * Wreed - wrjied * Zacht - zocht ===BIJWOORD=== * Alles samen - al.tə.gour * Altijd en nooit - al.tid en njuut * Bijna - ost; bə.kan; bə.kans; bə.kanst; vɛ̃r; bots * Bijvoorbeeld - 'pak.na * Daar - gin.tər * Dat daar! - ‘da.dour!; ‘da.tor! * Dikwijls - dik.kəls * Doorgaans; gewoonlijk - 'deur.gons * Eender - jien.dər * Eender wie - jien.dərt wie  * Even - 'ee.və.kəs; 'ef.kəs * Heen en terug - ‘oo.vər.en.tweer * Helemaal - ‘gjie.lə.gans; ‘gjie.lə.ganst * Helemaal niet - bə.lan.gə nie * Helemaal niets - rjɛ̃n.də.knots * Hoe langer hoe meer - al.langs.om.’mjier * Ieder om de beurt - elk zin.nən toer  * Immers - om.mərst * Maar - mo; mor * Naargelang - ‘nou.və.nant * Nee - njie * Nadien - nor.’dien * Nochtans - pər.’tang * Ook - uk; juuk * Om het eerst - ‘om.tər.jiest * Ongeveer - a.peu.’pri * Onophoudelijk - gə.’duu.rəg * Opnieuw - op.tər.’nuuf * Per ongeluk - per mal.’eur * Per se - mal.gree * Plots - al.mi.nə.’kjier * Rakelings - ‘schjɛ̃r.lings * Samen - tjuup * Soms - a.mets; som.tets * Steeds opnieuw - ‘alt.mor * Trouwens - en.dər.bij (gebruikt als introductie op het finale argument als men een discussie dreigt te verliezen) * Uitermate - tee.gən də 'stɛ̃.rən op * Van zodra - van.ast; zju.gaa * Vanzelfsprekend - van.ɛ̃.gəst * Veel te veel - veels tə veel * Vooraf betalen - in a.’vaans bə.’touln * Vooraleer dat… - veur.dak; veur.da.gə; veur.da.tij; veur.das.sə; veur.dam.mə; veur.da.gul.dər * Zeer traag - op zin ‘el.fən.der.təg.stə * Zo een... - a.zjuu (mannelijk of onzijdig); a.zjuun (vrouwelijk) * Zoals - gə.lek ===VOORNAAMWOORD=== * Dat (aanwijzend voornaamwoord) - da (onzijdig); die (vrouwelijk); die.nə; die.nən (mannelijk) * Dat is van haar (bezittelijk voornaamwoord) - das teur * Dat is van hen (bezittelijk voornaamwoord) - das tul.dər; da van ul.dər * Die; dat (betrekkelijk voornaamwoord): de man die (mannelijk); het kind dat (onzijdig); de vrouw die (vrouwelijk); zij die (meervoud) - dən die.nən; tkeend da; zij die; də die * Dit; deze (aanwijzend voornaamwoord) - deez (onzijdig of vrouwelijk); dee.zə; dee.zən (mannelijk) * Elkaar - ma.'kour * Haar (bezittelijk voornaamwoord) - eur (onzijdig of vrouwelijk); eu.rən of eu.rə (mannelijk) * Jouw; je; uw (bezittelijk voornaamwoord) - aa of o (onzijdig of vrouwelijk); aa.nə, aa.nən of o.nə (mannelijk) * Jullie (bezittelijk voornaamwoord) - ul.dər (onzijdig of vrouwelijk); ul.də.rə of ul.də.rən (mannelijk) * Mijn (bezittelijk voornaamwoord) - min (onzijdig of vrouwelijk); min.nə (mannelijk) * Ons (bezittelijk voornaamwoord) - oonz (onzijdig of vrouwelijk); oon.zən (mannelijk) * Van wie...? (vragend voornaamwoord) - wie.zə…?; wies…?; wie.zən…? * Waar? (vragend voornaamwoord) - wour? * Wanneer? (vragend voornaamwoord) - wa.'njier? * Wat voor een...? (vragend voornaamwoord) - 'oe.kən...? (onzijdig of vrouwelijk); 'oe.kə.nə...? (mannelijk) * Welke...? (vragend voornaamwoord) - waf.fər...; waf.fə.rə...? * Zijn (bezittelijk voornaamwoord) - zin (onzijdig of vrouwelijk); zin.nə of zin.nən (mannelijk) ===WERKWOORD=== Vooraf: de tweede persoon jij (enkelvoud) en jullie (meervoud) is in het Kemzieks gij of gi respectievelijk gul.dər. * Ademen - ‘os.sə.mən * Afbieden - ‘af.bjien * Afduwen - ‘af.dougn * Applaudisseren; spreken - klapn * Bedelen; schooien - schwjoen * Beentje lichten - ‘pjuut.sjə schɛ̃.rən * Behanglijm aanbrengen - ‘in.papn * Beledigen - af.fron.’teern * Bespieden; op slinkse wijze afhandig maken - ‘af.loern * Bevroren - bə.’vroo.zən * Bidden om onheil af te wenden - 'oo.vər.lee.zən * Biljarten - biel.'jaa.rən * Boodschappen doen - om kom.’mis.sies goun * Bouwen - baan * Braken - ‘spou.gən * Branden - bran.nən * Breien - brɛ̃n * Brouwen - braan * Dansen - 'daan.sən * Dat ben ik - da ‘ben.nə.kik; da ‘zin.nə.kik * Dat is goed besteed - das goe bə.'stjied * De kerkklokken luiden - də klokn luin * Denk je dat? - ‘pɛ̃s.də gi da? * Draaien - drwjaan * Druk bezig zijn - in də weer zin * Duw een beetje - daat ən bik.kə! * Duwen - daan; dou.gən * Een beetje opzij of achteruit gaan - ‘dɛ̃.zən * Een heftig, overtuigend betoog houden - 'af.stee.kən * Een leiding of een kabel in huis brengen - bin.nən.trekn * Een nieuwe pastoor feestelijk ontvangen - ‘in.hou.lən * Een omheining plaatsen (bv. rond een weide) - ‘af.mou.kən * Een stukje losmaken; afbieden - 'af.piet.sən * Een taak voortijdig beëindigen; ergens mee stoppen - 'uit.schjien * Er is gevochten - dər is gə.’bad.dərd * Erwtjes uit de peul losmaken - ert.sjəs puurn * Eten, in het bijzonder op kamp - ‘bie.kən * Flink doorwerken - buz.zə gee.vən * Fluiten - schuf.fə.lən * Fruit stelen uit een boomgaard - 'bun.də.rən * Gaan: ik ga; gij gaat, hij gaat, wij gaan, jullie gaan - goun: ik go;kgon, gij got, i go, wij gon, gulder got * Gaan, maar dreigen te vallen; waggelen - 'zwɛ̃n.sə.lən * Gebruiken - ‘bee.zən * Gedacht - gə.docht * Geeuwen - ‘gou.pən * Geregeld in het gezelschap van iemand vertoeven - ‘op.trekn * Gescheiden - gə.’schjien * Gooi het - ‘rjuu.gət * Gooien - rjuun; piern * Gulzig en veel eten - fretn; boe.fən * Hakkelend spreken - ‘dod.də * Hard vallen - 'tot.tə.rən * Hard werken - tra.’vakn * Hardnekkig weigeren iets te doen - ət vər.rek.kən * Hebben - ɛ̃n; tegenwoordige tijd: kem of ken, gij et, i eet of i ee, wi em.mən, gul.dər et; verleden tijd: ik aa, gij ad (of: aad), i ad, wi em.mən gad, gul.dər et gad (in het meervoud gebruikt men een voltooid tegenwoordige tijd in plaats van een onvoltooid verleden tijd); voltooid deelwoord: gad * Hebben (bij inversie) - em.mək?, ed.də gij?; ee.ti?, em.mə wi?, ed.də gul.dər? * Heftig discussiëren - strɛ̃n * Herstellen; oplappen - ‘op.kal.lə.’faa.tə.rən * Hij denkt dat wij het waren - i pɛ̃st dam.me wij ət wou.rən * Hij heeft een hele taart opgegeten - i ee dən jiel toert ‘bin.nən.gə.spild * Hij heeft het gezegd - i ee.dət gə.zeed; i ee.dət gə.zeen * Hij is begonnen! - ij is bə.gost! (in een uitroepende zin wordt de /ij/ in het voornaamwoord behouden) * Hij is geslagen - i is 'af.gə.toept * Hij is verdwenen - i is scham.pa.’vie * Hij is vertrokken - i is vju:rs (of: vju:s) gə.goun * Iemand aanspreken om wat van die persoon te bekomen of om hem terecht te wijzen - ie.mand ‘oun.pieln * Iemand een ferme loer draaien - nə kljuut ‘af.drwjaan * Iemand goederen of geld afhandig maken - ‘af.lui.zən; ‘af.loe.rən * Iemand iets opdringen - ‘op.sol.fə.rən * Iemand polsen of uithoren - ‘lut.sən * Iemand prijzen en bewieroken - bə.’bof.fən * Iets afwijzen - ‘af.ket.sən * Iets doen wat niet mag; kattekwaad uithalen - iets ‘uit.stee.kən * Iets goed afwerken - tə.goei doen * Iets in elkaar flansen; iets zelf proberen te herstellen - fa.brie.’kee.rən * Iets snel afhandelen - ‘af.lapn * Iets stouts doen - mis.peu.tə.rən * Iets vluchtig lezen - oo.vər.’lee.zən * Iets zodanig behandelen dat het onbruikbaar is geworden - vər.rin.nə.'wee.rən * Ik dacht - kdocht * Ik heb dorst - kem dust; ken dust * Ik heb gespeeld - ken gə.spild * Ik kon - i kost * Ik moet het niet hebben - kmoet ət nie ɛ̃n * Ik schrok - kvər.’schoot mi * Ik schrok heel erg - kvər.’schoot mi nən bult * Ik spreek, jij spreekt, hij spreekt - kspreek, gij sprikt, i sprikt * Ik zou, hij zou, wij zouden - ik zo; ik zon, i zo; wi zon * In het water stoeien - in twou.tər plet.sən * Indien het zou regenen - moest ət gon reeg.nən * Inmaken; wecken - ‘op.leg.gən * Je hebt gemorst - get gə.’smod.dərd * Je hebt het begrepen! (ironisch) - get ət gə.’snoo.pən! * Klauteren - ‘klef.fə.rən * Knellen (bv. een deur of schoen) - pran.gən * Knijpen - piet.sən * Kritiek geven op een venijnige manier - 'deur.steekn * Kwijlen - zab.bə.rən * Laden - lwjaan * Langskomen; bij iemand op bezoek gaan - ‘af.kom.mən * Lawaai maken - la.’wɛ̃t mou.kən * Liften - ot.too.’stop doen * Lijken op - trekn op * Lippenstift aanbrengen - ‘rjuud.sə.lən * Luisteren - lus.tə.rən * Mank lopen - ‘pik.kə.lən * Men gunt iemand iets - tis a gə.jond * Men is nog niet aan een nieuwe situatie gewend - da vourt * Men wordt in verlegenheid gebracht - kzin in af.’fron.tə gə.valn * Mengen - 'oon.dər.jien doen * Moeten - moes.tən; moetn * Mogen, ik mag, jij mag, hij mag - meu.gən, kmag, gij meugt, i mag * Mompelen - 'moom.pə.lən * Morsen; knoeien - 'mjuu.sən * Nabootsen - ach.tər.’nou.doen * Omgooien - 'om.piern * Omvallen - stuikn * Onderzoekend, krig - tisch bekijken - ‘mie.rən; ‘af.let.tən * Onrustig en voortdurend kleine bewegingen maken (bv. mieren) - kra.'wie.tələn * Ontkennen; heftig weerleggen - ‘af.strɛ̃n * Op een hoop gooien - op nən juup klet.sən * Opgegeten - ‘op.geetn * Opjagen - ‘af.staan * Opzichtig kauwen - ma.sjən * Pesten - koe.jə.'nee.rən * Piekeren - prak.kə.zee.rən * Pochen - bof.fən * Prakken - ‘ded.də.rən * Pruilen - moon.kən * Raden; gokken - grwjaan * Remmen - ‘frɛ̃.nən * Rijden - rɛ̃n * Roddelen - kom.’mee.rən * Ronddolen - ‘tsjoo.lən * Ruien (bv. een hond of een kip) - rui.vən * Ruilen - ‘man.gə.lən * Schaatsen - schet.sən * Schommelen - bie.zə.’bij.zən; ‘bij.zən * Slippen (met de auto) - pa.tie.nee.rən * Sloffen (gaan); traag komen aanlopen - ‘stes.sə.lən * Smakelijk lachen - gib.bə.rən * Sneeuwen - snjien * Snel naar meerdere plaatsten gaan -‘rond.sjeezn * Snijden, ik snij, ik heb gesneden - snɛ̃n, ksnɛ̃, kem gesneen * Snurken - ‘roon.kən * Spitten - spetn * Spreken - klapn; kou.tən; ri.zə.'nee.rən * Spuwen in één fluim - spjiekn * Spuwen in meerdere korte stoten - ‘spug.gə.lən * Stelen - schoepn; piekn; ‘schjief.sloun * Sterven - 'stɛ̃.rə.vən; 'stɛ̃r.vən * Stevig gaan drinken - pin.tə.'lie.rən * Stoeien (maar met het grote risico dat het eindigt in ruzie) - fiek.fak.kən * Struikelen - ‘soe.sə.lən * Tegenwerken - ‘kljuu.tən * Tijdens een examen de antwoorden van je buur bekijken - ‘af.kijkn * Uit de echt scheiden - van ma.kour goun * Uit een fles drinken - toe.tə.rən * Uitglijden - oon.dər.’uit goun * Uitlachen - 'uit.schijtn * Urineren - zjie.kən; pis.sən; pie.sən; wou.tə.rən (geordend van dysfemisme naar eufemisme) * Valsspelen - ‘zeu.rən; sa.’leu.rən * Vechten - bat.tə.rən * Veel heisa maken; keet schoppen - ba.’gaar ‘mou.kən * Vegen (bv. de kamer of het voetpad); hooi omdraaien zodat de onderste laag ook aan de zon wordt blootgesteld en droogt - kjie.rən * Veinzen - gə.’bou.rən * Verkeerd rijden - mis.rɛ̃n * Verklikken - ‘oo.vər.drou.gən * Verraden - və.rwjaan * Vertrekken - ‘oun.goun * Verven - ‘vɛ̃.rə.vən * Verwelken - vər.'slens.tə.rən * Voederen - voe.jə.rən * Voetballen - sjot.tən * Vrijen - vrɛ̃n * Waaien - wjaan * Wecken - ster.rə.lie.'zee.rən * Weggaan - er van.’oon.der trekn * Weigeren (bv. een aanbod of een geschenk) - rə.fə.’zee.rən * Wenen - schrjien; blɛ̃tn * Wieden - wjien * Wij konden - wə kos.tən * Wij kunnen - wə keu.nən * Wij laten ons fotograferen - wə lou.tən os trekn * Wij wilden met hem meegaan - wi ‘wil.də.gən mee em ‘mee.goun * Wij zijn verzekerd - wə zin vər.as.’suu.reerd * Worden - wər.rə(n) of wor.rə(n); tegenwoordige tijd: kwor, gij wordt, i word, wi wor.rən, gulder word; verleden tijd: kwier, gij wierdt, i wierd, wi wie.rən, gul.dər wierd; voltooid deelwoord: gə.wər.rən * Wriemelend bewegen - kra.’wie.tə.lən * Wuiven (om goedendag te zeggen) - ‘zwie.rən * Zaaien; zwaaien - zwjaan * Zaken bijeen leggen - ram.ma.’see.rən * Zeer hard lachen - gib.bə.rən * Zeuren - ‘mem.mən; ‘sem.mə.lən * Zich informeren - oon.dər,’juu.rən * Zich verstoppen - a vər.'stee.kən * Zij die dat gedaan hebben… - də.die da ta gə.doun em.mə… * Zijn (bij inversie) - zin.nək?; zid.də gij?; is i?; is zi?; zim.mən wi?; zid.də gul.dər? * Zijn (werkwoord) - zin; tegenwoordige tijd: kzin, gij of gə zit of zi, i is, wi zin of zim.mən, gul.dər zit of zi; verleden tijd: kwas, gij wourt, i was, wi wou.rən, gul.dər wourt; voltooid deelwoord: gə.wist * Zijn we te laat? - zim.mə tə lout? * Zou je? - zod.də? * Zouden (bij inversie) - zon.nək? of zun.nək?, zod.də gij? of zud.də gij?, zo.ti? of zu.ti?, zo.zə? of zu.zə?, zom.mə wi? of zum.mə wi?, zod.də gul.dər? of zud.də gul.dər? * Zullen (bij inversie) - zal.lək?, zul.də gij?, zu.ti?, zu.zə?, zul.lə wi?, zul.də gul.dər? == Thema's == ===APPARAAT=== * Een apparaat (bv. hoorapparaat en fototoestel); een kunstgebit - nən ap.pa.’rel * Een centrifuge - nə ‘zwier.dər; nən 'drjuug.zwier.dər * Een fototoestel - nə ko.'dak * Een gasfornuis - ə ‘gaa.zə.vuur * Een mangel - nə vrin.gər * Een naaimachine - ə ‘stik.ma.sjien; ə ‘nwjaa.ma.sjien * Een slingeruurwerk - nə rig.gə.la.’tuir * Een telefoon - nən tel.lə.’fon * Een televisie - nən tel.lə.’vies ===BEROEP=== * De apotheker - dən ap.’tee.kər * De beheerder van een postfiliaal - də post.mjies.tər * De boswachter - də ‘gar.dən * De dierenarts - də ‘pjɛ̃r.də.mjies.tər * De douanebeambten - də kom.’mie.zən * De drankenhandelaar - dən braar * De grafdelver - də ‘graf.mou.kər * De man die je op de bus een kaartje kwam verkopen - də koon.vwjo.'juir * De notaris - də no.’tor.ries * De oogarts - dən 'uujg.mjies.tər * De pastoor - də ‘pas.tər; də pas.'tjuur * De directeur van de lagere school - dən ‘boo.və.mjies.tər * De slager - dən ‘bjien.aar * Een administratief bediende - i zi.top dən bu.roo * Een advocaat - nən av.və.’kout * Een agent - nə po.'lies; nən a.'zjent * Een arbeider die zwaar grondwerk doet - i zi.top dən tra.’voo * Een boekhouder - nən ‘boek.aar * Een brandweerman - nə pom.’pier * Een dokter - nən dok.teur * Een fietshersteller - nə ‘vee.loo.mou.kər * Een fotograaf - nə por.'tretn.trek.kər * Een handelaar - nə mar.’sjan; nə kom.mer.'sant * Een heier - nə ‘pou.lə.stam.pər * Een kapster - ən kwja.’feus * Een kinesist - nə mas.’seur * Een kokkin - ən ‘koo.kas * Een matroos - nə ma.trjuus * Een mecanicien - nə mik.ka.'nie.kər * Een molenaar - nə ‘mul.dər * Een ober - nə gar.'son * Een onervaren persoon; een beginneling - ən bleu.kə * Een rijkswachter - nə flik * Een schaapherder - nə schou.pər * Een scharenslijper - nə 'schjei.rə.sliep * Een soldaat - nən ‘boe.fer (eerder negatief); nə pa.jot (eerder vaderlandslievend, tevens gebruikt voor iemand die niet in het leger dient en toch erg vaderlandslievend is) * Een tandarts - nən daan.'tiest * Een veehandelaar - nən ‘bjiez.tə.kjuu.pər * Een veldwachter - nə sjam.’pet.tər * Een venter - nə leur.dər * Een vrouw die het huishouden doet van rijke burgers - zə dient * Een werkloze - nən dop.pər * Een werkster - ən 'kus.vraa * In het leger gaan - nor dən troep goun ===BOER=== * Bieten - bjie.tən * Bundels graan rechtop bij elkaar plaatsen - ‘stui.kən * De aardappelsoort Sumatra - ‘su:r.tə.maa * De bergplaats voor karren en machines - ‘tker.rə.kot * De bovenste laag van een mijt zodanig plaatsen dat regen niet in de mijt kan doordringen - 'af.dek.kən * De melkerij - də mel.kə.'rɛ̃ * De oogst - dən oest * De kuil waarin aardappelen werden gelegd en afgedekt om bewaard te worden - də pə.tet.mijn * De pacht betalen - de sɛ̃s bə.tou.lən * De toegang tot een akker over een gracht - ‘tmen.nə.gat * De twee houten, lange staken of balken van een lamoen - treemn * Diep ploegen - ‘diep.rɛ̃n * Dorsen - dus.sən * Een aalputemmer aan een stok - ən bjɛ̃r.loet * Een akker die heel snel droog ligt - ən voug * Een balk of hek waarmee de opening van een weide wordt afgesloten - nən 'dren.bjuum * Een behoorlijk lange, dikke stok (bv. om vee te drijven) - nə klip.pəl * Een boomgaard - nən ‘boo.gard * Een dier dat bevrucht is (in het bijzonder een koe of merrie) - zis gə.'dekt * Een dorsmachine - nən ‘dus.meu.lən * Een eg - ən ee.gə.də * Een riek met gekromde tanden - nə ‘mes.ouk * Een hoeve; een boerderij - ən ‘doe.nink * Een hooi- of strozolder boven een stal - nə schelf * Een hoop hooi of graan zorgvuldig bij elkaar plaatsen - ‘schel.vən * Een kar om aal (naar de akkers) te vervoeren - ən 'bjɛ̃r.kɛ̃r * Een koe die bereid is om te paren - zis spee.ləg * Een koe die geen kalf (meer) kan krijgen - ən kween * Een koeienvlaai - nə pla.’des.tər * Een konijn doden door het nek te breken - tfas ‘af.sloun * Een maaidorser - ə kom.’bien * Een mijt zorgvuldig opbouwen - tas.sən * Een paard leiden: vooruit!, stoppen!, naar links, naar rechts - ə pjɛ̃rd in dand aan: juu!, ou!; ouw!, 'ɛ̃.rom, 'u:.tom * Een paardenjuk - ən oum * Een rij aardappelen - ən root pə.tetn * Een sikkel - ən ‘zig.gəl * Een stoeltje met drie poten om te melken - nə pik.kəl * Een taps toelopend stuk land - nən tip * Een tractor - nən trek.’tuir * Een vaalt - nə mes.put; nə ‘mes.sing * Een voor (na het ploegen) - ən vjuur * Een zwangere koe of merrie - zə zit vol * Ervoor zorgen dat een grote lading hooi of stro tijdens het vervoer niet van de kar schuift, door touwen op de lading aan te spannen - ‘rjie.pən * Gemaaid koren bijeen brengen en binden - schjuu.vən * Gemet (oppervlaktemaat voor akkers) - gə.meet * Gerst - gjest * Gier over akkers verspreiden - ‘bjɛ̃.rən * Graan met de hand maaien - pik.kən * Graan naar de hoeve brengen - men.nən * Gras of graan machinaal maaien - ‘af.rɛ̃n * Haver - ou.vər * Het geldbedragje dat aan een kind van de boer werd gegeven nadat een rund was verkocht, om het nog goed te verzorgen totdat het werd opgehaald om naar het slachthuis gevoerd te worden - ‘stjert.jəs.geld * Gras - tgas * Het vilbeluik - 'tvul.blik * Hooi stapelen op het veld - ‘op.pə.rən * Iets over een akker verspreiden (gier, mest of kunstmest) - ‘uit.rɛn * Jonge plantjes (bv. van bieten of wortelen) verwijderen zodat andere plantjes meer ruimte krijgen om te groeien - dun.nən * Maïskorrels - ‘Spon.sə tɛ̃rf * Mestvocht - ma.’sol.lie * Met een stok graan uit de aren slaan; erwten uit de gedroogde peulen slaan; rijp fruit uit een boom schudden - ’klip.pə.lən * Mond- en klauwzeer - də muil.ploug * Planken bovenop een kar plaatsen waardoor meer lading kan worden vervoerd - bar.dəs zetn * Prikkeldraad - ‘pin.nə.kəs.droud * Schrikdraad - dən el.lən.’trie.kən droud * Stro - strjuu * Tarwe - tɛ̃rf * Vroege aardappelen - ‘jies.tə.lingn ===DE MAN EN ZIJN ONDEUGDEN=== * De lokale vrouwenversierder - də pa.’ro.chə.stier * Een armoedzaaier - nən 'ɛ̃r.mwjoe.lij.ər; nən 'ɛ̃r.mwjoe.zou.jər * Een bangerik - nən ‘broek.schij.tər; nən bə.’naat.schij.tər; ən ban.gə.scheet * Een dwarsligger; een koppigaard - nən ‘dwjɛ̃.zən; i ligt dwjɛ̃z; nən ‘et.tə.kop * Een egoïst - nən urk * Een gemene, egoïstische man - nə 'schurf.tə.rik * Een geniepige man die onrust en tweedracht stookt - nən ‘drum.mər * Een gierigaard - nən ‘dui.tə.klie.vər * Een handelaar die niet te vertrouwen is - nə ‘sjag.gə.rjɛ̃r * Een hielenlikker; een slijmerd - nən bou.zə.poe.pər * Een hovaardig iemand - nə jan.min.’kljuu.tən * Een knoeier - nə ‘mjuus.kljuut; nə ‘mjuus.pot, nə ‘mjuu.sər * Een losbol - nə ‘kwies.tən.bie.bəl; nə kwiet * Een man die de sociale regels niet volgt; een dommerik - nən an.nə.’wui.tən * Een man die hooghartig is - nə ‘stree.kə.vent * Een man met een sterke, maar af te keuren, seksuele appetijt - ən jiet ‘vɛ̃r.kən; ən jiet pa.’tee.kən * Een nietsnut - nə ‘kloef.kap.pər * Een nietsnut die van anderen profiteert - nən ‘biet.skoe.pər * Een nieuwsgierig iemand - nə kur.’jeu.zə.’neus; nə kur.’jeu.zə.’neu.zə.’mos.tərd.pot * Een onhandige sul die slecht presteert en niet aan de verwachtingen voldoet - nə ‘krab.bə.koo.kər * Een onnozele, waardeloze vent - nən ‘oe.lə.wap.pər * Een onsympathieke, vervelende vent - nən ‘beu.rik; nə ‘jan.min.gat * Een onuitstaanbare vent - nən ‘bad.dən * Een opschepper - nən bla.’geur.mou.kər; nə stoe.fər; ən ‘wind.blous * Een slappeling; iemand die niets durft - nə 'la.bə.kak * Een slome - nə ‘lam.zak * Een sullig persoon - nən dzoe.bən * Een valsspeler - nən ‘or.zak * Een vitter; iemand die misbaar maakt over onbenulligheden - nə ‘pee.zə.wee.vər * Een zonderling - nən our.də.gən * Iemand die achterbaks is - die is oon.dər.’dums * Iemand die allerlei zaakjes ritselt; een bedrieger - nə ‘foe.fə.ljɛ̃r * Iemand die als minderwaardig werd behandeld - die wierd schjief bə.’kee.kən * Iemand die anderen ophitst - nən ‘op.mou.kər * Iemand die anderen tegenwerkt - nə vrin.gər * Iemand die de zaken lastig maakt - nən ‘troe.tən; nə ‘schjief.zjie.kər * Iemand die echt niet deugt - nə 'niet.op; ə stuk stroont; nə 'gang.stər * Iemand die een onsympathiek karakter heeft - i ee dən (slecht) kar.rə.’tjɛ̃r * Iemand die egoïstisch is en zich enkel materieel wil verrijken - nən eb.bər * Iemand die geen enkele ambitie heeft of geen goed werk aflevert - nə vod.də.vent * Iemand die gemeen kan zijn - die kan ljulk uit dən oek kom.mən * Iemand die iedereen naar de mond praat - nən ‘too.tən.trek.kər * Iemand die in alles het negatieve ziet en geen levensvreugde uitstraalt - nən a.'zijn.pis.sər * Iemand die je nooit ziet lachen of plezier maken - nən ‘drjuug.kljuut * Iemand die niet aandachtig is en de gevolgen van z’n daden niet bekijkt - i is nee.glie.’zjent * Iemand die niet gemotiveerd is om te werken; iemand die geen orde en regelmaat kent - nə ‘flie.rə.flui.tər * Iemand die niet goed wijs is - nən ‘al.və ‘gou.rən * Iemand die niet te vertrouwen is - nə fie.’loe * Iemand die niet veel durft; een flauwerik - nə ‘lab.bə.kak * Iemand die ongewenste seksuele handelingen stelt - ə vet.zak.skə * Iemand die overal zijn voordeel haalt, desnoods met illegale middelen - nə scha.mo.’tuir (oorspronkelijk een kleibaggeraar of escavateur in de gelaagputten) * Iemand die snel en veel eet - nən ‘deur.jou.gər; nə ‘fret.zak * Iemand die snel geïrriteerd wordt als hij moet wachten - nən on.gə.’duu.rəg.ord * Iemand die vaak gemene dingen doet, maar zijn ware aard weet te verbergen - nən 'ei.mə.lek.kən * Iemand die vaak onrustig en gestresseerd is - ən ‘zee.nə.pees * Iemand die van mening is veranderd - i ee zin.nə ka.’zak gə.drwjaad * Iemand die verschrikkelijk koppig is - nə ‘stjien.ee.zəl * Iemand die voor het minste pijntje gaat klagen - nə ‘klɛ̃n.zjie.rə.gən * Iemand die weinig of niets zelf doet en profiteert van het werk van anderen; iemand die over het minste pijntje gaat klagen, vaak om zich aan een taak te onttrekken - nə ka.’rot.tən.trek.kər * Iemand die zich vlug kwaad maakt - tis nə ko.’trie.kə.gən * Iemand die zijn standpunt per se wil doordrijven; iemand die in een geschil geen toegeving wil doen - i aa zin.nə kop stijf * Iemand op wie je niet kan rekenen; iemand die niet doet wat hij belooft - nə ‘zjie.kər ===DE VROUW EN HAAR ONDEUGDEN=== * Een bazige vrouw (tegenover haar man) - nə sjam.pet.tər * Een bitsige vrouw - ən pie.kə.’tijn * Een gierige vrouw - ən ‘gie.rə.gə pin * Een dwaze vrouw - ən kal * Een onhebbelijke, gemene vrouw - ən tang; ən vui.lə ros * Een opgetutte vrouw - ən mies.taan.’get * Een venijnige vrouw - ən (‘smjɛ̃.rə.gə) tiek * Een vrouw die hooghartig is - ən ‘stree.kə.ma.dam; ən kak.ma.dam * Een vrouw die liegt - ən leu.gə.nas * Een vrouw die luid praat of lacht - zə ‘schet.tərt; tis ən ‘schet.tər.kont * Een vrouw die onsympathiek overkomt - ən trees * Een vrouw die verschrikkelijk aan 't zagen is - da mɛ̃ns is vrjied ont per.mə.’tee.rən * Een vrouw die zich niet verzorgt of haar huis niet onderhoudt - ən slons * Een vrouw van lichte zeden - ən kie.lə.’boes; tis ər iejn van ach.tər troum ===DIER=== * De houtworm - də mulm * Een bromvlieg - nə 'roon.kord * Een bunzing - nə vis; nə fis * Een cavia - ən stjien.sə rat * Een dikke vlieg - nə mwjaa.schij.tər * Een eend - ən piel (een piel is eigenlijk een eendenkuiken) * Een egel - ə 'stee.kəl.vɛ̃r.kən * Een hommel - ən 'bom.bie * Een jonge kip - ən poe.’lie * Een kalf - nə mut.tən * Een kanarie - nə ka.'nan.nə.voo.gəl; ən ‘pie.tə.kə * Een kikker - nə puit * Een kikkervisje - ən oe.kə.’doe.lə.kə * Een kip - ə 'kie.kən * Een kuikentje - ən ‘tsjiep.kə * Een leeuw - nə ljie * Een libel - nə ‘glou.zə.snɛ̃r (In de Vlaamse dialecten, zelfs in deze van het Waasland, verschillen de namen van insecten erg van elkaar; zie: e-WVD: Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, https://www.e-wvd.be/lid/wvd/f?p=131:1::::::) * Een lieveheersbeestje - ə pie.tər.’nel.lə.kə * Een mannetjesduif - nə koo.pə.rən * Een mannetjeskonijn - nə ‘rip.pər * Een meeuw en de meeuwen - nə mjie en də mjien * Een meikever - nə ‘meu.lə.njɛ̃r * Een merel - nə 'mjɛ̃r.lon * Een mier - nə 'mjuu.rə.zjie.kər * Een oorworm - nən ‘tjie.nə.nij.pər * Een pad - ən pad.də * Een papegaai - nə pap.pə.’gwjaa * Een parkiet - nə per.’ruusj * Een pauw - nə paa * Een regenworm - nə pie.lə.’wui.tər * Een spreeuw - ən sprjie * Een staart - nə stjɛ̃rt * Een steekvlieg - nən dous * Een stekelbaarsje - ə ’stee.kəl.bak.skə * Een uier - nən eur * Een vaars - ən vjɛ̃s * Een vleugel van een vogel - nə ‘vleu.rink * Een vrouwelijk konijn - ən vwjoe * Een zwaluw - nə ‘zwom.məl ===DOOD=== * Een dode - nən djuun * Een doodsprentje; een bidprentje - ən djuu.’bie.lə.kən * Een grafsteen - ə zɛ̃rk * Hij is begraven - i lee.tər oon.dər * Hij rouwt - i is in də raa * Iemand is overleden - i eet zin kjɛ̃s ut.gə.blouzn; i eet zin.nə kop gə.leen * Iemand is overleden en opgebaard - i ligt in ‘lij.kən ===FAMILIE EN SOCIAAL=== * De waarheid - də wo.red * Een babbeltje slaan - kat.tə.'naan.sə; kaa.tən * Een binnenvetter; iemand die zijn ontgoochelingen en frustraties niet onder woorden brengt - nən 'er.tə.fret.tər * Een CVP'er - nə 'kat.tə.kop * Een homo - ən zja.net * Een jubileum - nə zjuu.bie.'lee * Een meisje en een jongetje - ə mes.kə; mes.kən en ən jong.ske * Een man of een jongen die te beklagen is - nən duts * Een mens - nə mɛ̃ns * Een niet nader bepaald aantal chiroleden - də ‘gie.roos * Een niet nader bepaald aantal mannen - ‘man.nə.vol.lək * Een oom - nə noon.kəl * Een oudere mannelijke vrijgezel - nə 'joonk.man * Een socialist - nə sos * Een speciaal, nogal eigengereid iemand; iemand van wie je niet zomaar wat gedaan krijgt - tis nə 'num.mə.roo * Een stotteraar - nən ‘ak.kə.ljɛ̃r; nən ‘dod.də.ljɛ̃r * Een tante - ən taant * Een vleier - nə 'maa.vee.gər * Een vrouw die te beklagen is - ən sljuur * Een vrouw die veel tegenslag heeft - ən suk.kə.las * Een vrouw die voor zichzelf opkomt en tegen de wensen en eisen van haar man ingaat - ən dol.lə mie.na * Een vrouw en een man (personen waarover men verder amper iets weet) - ə ‘vraa.mens en ə ‘man.nə.mens * Een weduwe en een weduwnaar - ən weef en nə 'wee.və.njɛ̃r * Een zoon en zonen - nə zeun en zeuns * Het bejaardenhuis - taa.’pee.kəs.uis; tsticht * Het comité - 'tkom.mie.teit * Iemand die geen plagerijtjes kan verdragen - nə ‘sui.kə.rən * Iemand die liberaal stemt - i is vur de blaa * Iemand die onduidelijk spreekt - nən ‘broe.bə.ljɛ̃r * Iemand die overdreven vriendelijk is - nə ‘plat.tən * Iemand die praktische grappen uithaalt - nə far.’suir * Iemand die tegenspreekt - ən ‘fran.kə toot * Iemand die teruggetrokken leeft en niet sociaal is - i is op zin ‘ɛ̃.gən * Iemand van wie het sociaal gedrag niet alledaags te noemen is; iemand met bijzondere talenten - tis nə spis.’sjaa.lən * Kinderen - klɛ̃n man.nən * Mijn buurman - min.nə gə.buur * Mijn neef - min.nə koz.zən * Mijn vriend; mijn maat - min mot.sjə; min.nə mout * Moeder - moen * Onze vader - oonz vod.dər * Ouders die hun kind al tijdens hun leven het overgrote deel van hun vermogen hebben gegeven - zem.mən ul.dər ‘uit.gə.kljied * Schoonfamilie - 'oun.gə.traa.də fa.'mie.lə * Verre familie - van tzee.vəs.tə knjuups.gat * Ze krijgt weinig bezoek - zə ee wɛ̃.nəg oun.sprouk ===FIETS=== * Een bagagedrager - ə stoe.lə.kə * Een bakfiets - nən trie.por.’teur * Een fiets - nə ‘vee.loo; nən ar.lie trap.son * Een fiets met pedaalremmen - nən tor.’pee.doo; nən ‘tor.pə.doo * Een lekke band - nə ‘plat.tən tsjoep; min.nən baand ee.dən fwiet * Een reflector - ən ‘kat.tən.juug * Een spaak van een wiel - nə ri.’jong * Een spatbord - ən ‘moor.schelp * Een spatlap - nə ‘spjiet.lap * Een tandwiel van een fiets - nə pie.jon * Een ventiel - nə soe.’pap * Een versnellingsapparaat - ‘vie.tes.sən; ə vər.'zet * Een zadel - ən zoul * Remmen - frɛ̃ns * Velgen - ‘zjan.tən ===FINANCIEEL EN JURIDISCH=== * Armoede - ‘ɛ̃r.mwjoe * Cash - bour geld * De gevangenis - dən a.’mie.goo; dən bak * De opzegtermijn - dən ‘op.zeg * De verzekering - ‘das.graan.sə * Een kasticket - ə soesj.kə * Een klant - nə ka.'lant * Een koopje; iets dat men tweedehands koopt - ən ok.ko.zie * Een kwitantie - ən kie.'taan.sə * Een opslagplaats - nən die.'poo * Een waarschuwing van een gezagsdrager (bv. een agent) - ə rə.plə.’ment * Een zaak die duur is om aan te kopen of te onderhouden - tis ən run.nə.wien * Er is een juridische beslissing genomen - dər is bə.’schjied gə.doun * Er zijn verkiezingen - tis keuz; tis ‘kie.zink * Failliet zijn - op strout stoun * Geld op een spaarboekje of dat niet meteen aangewend wordt - lig.gənd geld * Het gemeentehuis - tgə.’mjien.tən.uis * Hij heeft geërfd - i ee gə.’djield * Hij is failliet - i is gə.rin.nə.weerd * Hij krijgt steun van de Openbare Onderstand (nu: het OCMW) - i leeft van dən ‘ɛ̃r.mən * Hij verdient goed - i ee.dən schjuun pree * Iemand die de prijs opdrijft bij een openbare verkoop - nə ‘strjuut.sjəs.man * Ik heb een officieel bericht gekregen - kəm tɛ̃nk gad * Ik heb mijn loon ontvangen (destijds om de veertien dagen) - kem ka.’zjiem gə.trokn * Schade - schwjaa * Werk - ‘wɛ̃.rək ===GEBAK=== * Amandel- of kokosrotsjes - ma.’krons * Een eclair - ə ‘sjoe.kən * Een gebakje in de vorm van een zwaan - ə zwon.tsjə * Een gebakje van meringue - ə mer.vi.’jeu.kə * Een hoorntje, gevuld met vanillecrème - ən ‘jɛ̃.rə.pijp * Een klein rond koekje met gekleurde harde suiker erop (van de Sint) - ə 'mok.skə * Een krentenkoek - nən ‘bee.zə.koek * Een rond broodje; een pistolet - nə pies.too.’lee * Een taart - ən toert * Een tompoes - ən ‘boek.skən [AVH] * Een wafel - nə ‘wof.fəl * Eender welk gebakje waarvoor geen aparte naam bestaat - ə pa.'tee.kən * Speculoos - spik.kə.lous ===GEREEDSCHAP EN MATERIAAL=== * Chroom - krom.'mee * De verlostang - dij.zərs * Een aarding (bv. in een stopcontact) - nən tjɛ̃r * Een aluminium drinkbus - ən pul.lə * Een boodschappentas - ən ka.lə.’bas; ən ka.’baa * Een condoom - ən ka.poot * Een dekzeil (ook om tegen de regen beschermd te zijn op de fiets) - ən basj * Een deuk (bv. in een auto of een kookpot) - nən bluts * Een dop - ən 'dop.səl * Een draagtas; een rugzak - ən ba.’zas * Een elastiek - nə 'rek.kər * Een flessenopener - nən ‘af.trek.kər; nə ‘stoe.pən.trek.kər * Een gaatje - ə got.sjən * Een hark - ən rijf * Een hechtpleister - nə ‘plak.kər * Een juten zak - ən boul * Een kaars - ən kjɛ̃s * Een kassei - nə kal.lə.sɛ̃ * Een knapzak - nə kan.’duit; nə ‘schoof.zak * Een ladder - ən ljier (let op: een jas van leer is "nə lee.rə frak") * Een lampfitting - ən sok.'ket * Een lucifer - ə ‘stek.skə * Een magneet - ə ‘plak.ij.zər * Een mand - ən man.də * Een olielamp - nə kin.’kee * Een portefeuille - nə por.tə.’fuul * Een postzegel - nen ‘tem.pər * Een rietje (om te drinken) - ə strjuu.kə * Een ringetje dat als pakking dient - ə ron.del.lə.kə * Een schaar - ən schjɛ̃r * Een schoffel; een hak - nə ‘kap.pər * Een schoudertas (gedragen over één schouder) - nən bal.lə.’son * Een schroevendraaier - ən toer.na.’vies * Een sleutel - nə ‘sneu.təl; nə ‘sleu.tər * Een spade - ən spwjaa * Een tuit (bv. van een koffiepot) - ən teut * Een veiligheidsspeld - ən ‘toe.spel * Een verdeelstekker - nə kat.tə.kop * Een vijs die niet kan worden aangedraaid - deez vijs drwjaat gə.lek zot * Een zaklamp - ən 'piel.lamp; ən 'piel.licht * Een zeis - ən zɛ̃s * Een zekering - nə plong; nə plon * Elektriciteit - dən el.lən.'triek * Iets waar je batterijen voor nodig hebt - da werkt op ‘pie.lən * Kippengaas - ol.lə.kəs.droud * Piepschuim - ie.sə.'moo * Potten van klei waarin gezouten groenten (bv.sperziebonen) werden bewaard – Kjuul.sə potn * Resten, andere dan bezinksel, die aan een recipiënt blijven kleven (bv. eten, melk) - ‘oun.lwjaa.səl * Rode menie - rjuu mien * Stopverf - mas.’tiek * Tape om een windel vast te maken of om een gaatje te dichten - ‘spar.rən.drap ===GROENTEN EN FRUIT=== * Aalbessen - ‘tros.kəs.beezn * Aardbeien - ‘jɛ̃.rə.beezn * Bramen - ‘brom.beezn * Een bloemkool - ən 'blom.kjuul * Een Clapp’s Favourite (peersoort) - ən klaps * Een kersenboom - nə 'kjɛ̃.zə.ljɛ̃r * Een mispel - ən ‘mup.səl * Een peer - ən pjɛ̃r * Een perzik - ən paas; ən pisj * Een pruim - ən prum * Een savooikool - ən sa.’vwjoe * Een schorseneer - ən schor.sə.'njiel * Een sinaasappel - nən ap.pəl.’sien * Een tomaat - ən tom.mat [AVH] * Een ui - nən ajuin * Een walnoot - ən ‘boe.rə.noot * Erwten en wortelen - ‘et.sjəs en ‘pee.kəs * Kersen - kaa.ze.’kriekn * Peterselie - pie.tər.’see.lie * Prei - ‘pa.rei * Rabarber - rə.’ber.bər * Rodekool - rjuu.'kjuul * Salade; sla - sa.lwjaa * Spinazie - ‘spie.nwjaa.zie * Stekelbessen - ‘stik.kəl.beezn ===HUIS=== * De beerput - dən 'bjɛ̃r.put * De bestekamer; het salon; de plaats waarin niet dagelijks werd geleefd, enkel hoog bezoek werd ontvangen - ‘tveur.uis * De betegeling rond het huis (meestal enkel aan de voorgevel) - ‘tplan.sier * De brievenbus - də bwjout * De eetplaats - ‘dit.kom.mər; ‘dit.plots * De koer achteraan het huis, bij de keuken - dən ach.tər.’buitn * De voordeur - də ‘veur.deur * De zolder - 'top.pər.stə * Een dakgoot - ən kor.’nisj * Een deurstijl - nə sjam.’brang * Een gemetseld waterreservoir - nən ‘tras.bak * Een gemetselde bak in de kelder waarin gepekeld vlees werd bewaard - ən ‘vljiez.kuip * Een hek - ən ek.kən * Een kalklaagje op een muur aanbrengen - witn * Een kamer waar erg veel gerookt is - dər angt nən dikn doemp * Een klink - ən kleenk * Een omheinde groentetuin - nə 'loch.tink * Een likje verf - ə lek.skə vɛ̃rf * Een plankenvloer - nə plan.’sjee * Een schouw - ən schaa * Een serre - ən sjɛ̃r * Een slaapkamer - ən ‘slop.kom.mər * Een spleet (bv. tussen planken of tegels) - nə 'gar.rəl * Een spoelbak in de keuken - nə 'pomp.stjien * Een stutbalk - nə pə.’trel; nə ‘poe.trel * Een tegel - nən ‘ti.chəl * Een tuin - nən hof * Een urinoir - ən pie.’sien * Een venster - ən ‘veng.stər; ən ‘vus.tər * Een vensterbank - ən 'veng.stər.blad; ən 'veng.stər.ta.blet * Een vensterluik - ən blaf.fə.’tuur * Een vloertegel in natuursteen of beton - nən dal * Een vochtige muur - ən ‘boch.tə.gə muur * Het achterhuis - ‘tpomp.uis * Het afvoerputje - ‘tmoor.put.tə.kən * Het grasveld waarop linnengoed aan de zon wordt blootgesteld om wit te worden - dən bljiek * Het portaal bovenaan een trap - dən al.’lee; dən ‘oo.vər.ljuup; də pal.’jee * Het toilet buiten, zonder stromend water - ‘tus.kən, tvər.trek, də koer * In de tocht zitten - in dən trok zitn * Rolluiken (later ook zonneblinden en luxaflex) - pər.’sjəns ===HUWELIJK=== * De huwelijkspartner verlaten en met iemand anders gaan samenwonen - er van.'oon.dər trekn * Een liefje (meestal van tijdelijke aard) - ə 'mok.skə * Het bruidspaar - də traars * Het huwelijksgevolg - də swiet * Hij heeft een affaire met iemand - i ee.tər mee iejn van.’doen; i aad oun * Hij is verloofd - i ee ‘ken.nis * Huwen; trouwen - traan * Lieverd (tussen echtgenoten) - ‘loe.kə ===KAARTEN=== * Abondance - ab.bən.’daans * De eerste kaart op tafel leggen - ‘uit.kom.mən * De kaarten niet correct verdelen - mis.’djie.lən * Een joker - nə zjoo * Een spelletje solitaire winnen - kzin uit.gə.rokt * Hoge kaarten: koning, koningin, boer - ‘prent.sjəs: nə 'keu.nink; nən jier, ən dam; ən vraa, nə zot * Kaarten - kor.tən * Kaarten in je hand volgens kleur en waarde ordenen - də kor.tən stee.kən * Kleuren in het kaarten: harten, klaveren, ruiten, schoppen - et.təs, er.təs; klou.və.rən, klou.vərs; ‘pij.kəs; ‘koe.kəs * Men heeft het aantal geboden slagen net gehaald - tis nə ‘zjuus.tən * Overtuigd zijn dat je bij wiezen geen enkele slag zult halen en al je kaarten op tafel leggen - mie.’zee.rie op tof.fəl * Solitaire - ‘af.leg.gər.kə ===KERK=== * Bidden - lee.zən * Bidden tot een heilige om van een ziekte te genezen of een kwaal te verhelpen - ‘af.lee.zən * De kerkbaljuw - də swies * De paashaas doet zijn aankopen in de Nopri - də ‘pous.klokn vər.trekn nor ‘Rjuu.mə * De parochie - də pa.’ro.chə * De pastoor - də 'pas.tər * De pastorie - də pas.tor.'rie * Een doopmeter - ən pit.tə; ən pit * Een dooppeter - nə ‘pee.tə.rən * Een kerk - ən kɛ̃rk * Een mis - nən dienst * Een opzichtig kerk- en pastoorsgezind iemand - nə piel.’jɛ̃.rən.bij.tər * Een schapulier - ə ska.pu:.’lier * Een schapulier in de vorm van een medaille - ə ma.’do.lie.kə * Het geld dat tijdens een misviering bij elke aanwezige wordt opgehaald voor het onderhoud van de kerk - ‘stoe.lə.kəs.geld * Het klooster - 'tkljuus.tər * Het koor - tkjuur * Het oksaal - ‘tjuug.zoul * Het vormsel - tvurm.səl * Kerstmis - ‘kest.dag * Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - aalf oest (eigenlijk: halverwege de oogst) * Op bedevaart gaan - gon 'bee.wee.gən * Palmzondag - pal.mə.zon.dag * Pinksteren - Sink.sən ===KEUKEN=== * De gootsteen - də pom.bak * Een vergiet - ə stra.’mien * Een aardappelmesje - nə pə.'tet.schel.dər * Een blikopener - nən 'oo.pən.doen.dər * Een bord - ən tal.’juur * Een deksel - ə scheel * Een dienblad - nə pla.'too * Een grote kookketel - nə mar.’miet * Een keukenhanddoek - nən ‘af.drjuu.gər * Een koffiezak in een koffiepot - ən ‘kaf.fə.buz * Een kookpot - nə kas.’trol * Een lepel - nə 'lee.pər * Een metalen rekje waarop de kookpot op tafel werd gezet - ən bar.rə.kən * Een roerzeef - nə paz.zə.’viet * Een schuimspaan - ən ‘schum.blad * Een soepbord - ən diep bord * Een vaatdoek - ən ‘schoo.təl.vod.də * Een voorschoot - nə ‘vus.schjuut * Een vork - ə vər.’ket; ən vurk * Een waterketel - nə mjuur * Het botervlootje - dən 'boo.tər.pot * Met de hand koffiezetten - op.gietn ===KIND=== * De jeugd - də jonk.ed * De kraamkliniek - tmoe.dər.uis * De lieveling van de juffrouw - də feb, də ‘feb.bə.kak * De plasser van een jongen - nə pie.zə.’wie.tər * De puberteit - də bib.bər.jou.rən * Doopsuiker - 'kin.nə.kəs.kak * Een baby'tje - ən ‘boe.lə.kə; ə plat keend * Een braaf, maar saai en klagerig meisje - ən ‘seu.tə.bees; ən ‘seu.tə.mie * Een buggy - ə stee.kər.kə [AVH] * Een fopspeen - nən ‘tuu.tər; ən ‘tie.kən * Een kind dat al flink is gegroeid of al behoorlijk zelfredzaam is - ə ferm bou.zə.kə; ə ferm bos.kə * Een kind dat iets heeft uitgespookt of regelmatig iets uitspookt - ə ‘snot.joonk * Een kind dat niet stil kan zitten, niet aandachtig is en niets ernstig neemt - nə ‘ruu.lə.’wuu.tər * Een kind dat nog in zijn bed plast - nən ‘bed.də.zjie.kər * Een kind kietelen op de buik - ‘krie.be.lən.buik doen * Een kinderwagen - ən vwja.’tuur; ən koets * Een kwajongen - ə pa.'tee.kə; ə pa.'tee.kən * Een luier - nə ‘pis.doek * Een park voor baby’s en peuters - nən boks * Een rakker; een deugniet - nə gal.’jaar * Een slabbetje - ən ba.'vet * Een stout kind - nə ‘fran.kord * Een wipstoeltje (voor baby’s) - ə ‘wip.pər.kən * Een zielig kind - nən duts * Geboorte - gə.bor.tə * Het jongste kind van een gezin - də ‘kak.kə.nest ===KLEDIJ=== * Een beha - nə soe.’tjen; nən ‘tet.zak * Een bontjas - nə pel.sə.frak * Een boord onderaan een jurk (of een ander stuk stof) - ən ‘bie.zə.kən * Een corset - nə kor.’see * Een das - nə 'plas.'tron * Een drukknoop – ə 'piet.sər.kə * Een fluwelen jas - nə floe.rə frak * Een gebreide sjaal - nə gə.'bree sjal * Een gesteven hemd - ə stijf em * Een gulp - ən spriet * Een hemd met ruitjes - ə ka.’roo əm * Een hielstuk aan de binnenzijde van een schoen - nə koun.trə.’fjuur (van het Franse contrefor) * Een jas - nə frak * Een jurk - ə kljied * Een kap (aan een jas) - ən kap.pə.’teut * Een kraag - nə kol * Een lange, meestal grijze, schort gedragen om de kleding te beschermen - nə stof.frak * Een lange jas - nə ga.bar.’dien * Een mouw - ən maa * Een muts - ən pots * Een nachtjapon - ə ‘slop.kljied * Een onderhemd - ən ‘oon.dər.lif.kə * Een onderrok - nə kom.bie.nə.’zong * Een opvouwbaar regenjasje - nə kaa.wee * Een panty; een collant - ən ‘kaa.sə.broek * Een pet - ən klak * Een pochet - ə ‘stoe.fər.kə * Een puntmuts - ən pin.nə.muts * Een regenjas - nən im.pər.mee.’jaa.bəl * Een rits - ən tie.'ret * Een rokkostuum - nə ‘pie.tə.ljɛ̃r * Een sjaal - nə sjal * Een sluier - ən vwjal * Een tuinbroek - ən sa.loo.pet * Een veter - nə ‘nes.tlink; nə ‘nes.tling * Een voering – ən voe.jə.rink * Hij draagt een kledingstuk binnenstebuiten - i ee ət ‘aa.və.rechs oun * Ik krijg jeuk van de trui die ik draag - min.nən trui piekt! * Kleren - kljie.rən * Klompen - blokn * Nylonkousen - zɛ̃.'kaa.sən * Rubberen laarzen - kat.’sjoe botn * Sandalen - ‘slet.sən * Sloffen (schoeisel) - ‘slef.fərs (enkel vooraan dicht); ‘sloe.fən (rondom dicht) * Suède - dɛ̃ * Teenslippers - ‘pie.lə.pjuu.tən ===LICHAAM=== * Bakkebaarden - fa.sjən * Blootsvoets - ‘ber.rə.voets * Blozende wangen - bloo.zə.’kriek.skəs * Bovenarmspieren - ‘fors.baln * Bruin bier stimuleert de borstvoeding - bruin bier is goe vər tzog * De bevalling - 'tkin.dər.bed.də * De menopauze - tkjie.rən van də jou.rən * De ouderdom - dən ‘aa.wər.dom * Dikke benen - ‘wɛ̃.pouln * Dikke snot die aan de neus blijft hangen - ən snot.kjɛ̃s * Donshaar - ‘paa.zə.wol * Dunne benen - ‘stek.kə.bjie.nən * Een appendix; een ontsteking van de blindedarm - nən ap.paan.də.'siet; ap.paan.də.'siet * Een borst - ən bust * Een brildrager - ən ‘bril.lə.kas * Een dikke man - nə ‘pap.zak * Een fors bovenlichaam - ən fer.mə ka.’ruur * Een gezicht - ə weezn * Een hart - ən ert * Een hoofd - nə kop * Een jongen met lang haar - nən bie.təl * Een knipoog - ən juug.skə trekn * Een kus - ən toot; ən beez; ən ‘too.tə.beez * Een lang, mager persoon - nən ‘bjuu.nə.stouk * Een lende - ən lee * Een lies - ən ‘jie.kə.nis * Een lip - ən lep * Een maaltand - nən ‘bok.tand * Een magere vrouw - ən ‘pan.lat; ən spie * Een navel - nə ‘nou.gə.lən.buik * Een ongelijkmatig gebit - ən ‘pjɛ̃r.də.muil * Een onverzorgd iemand - nə ‘mot.tə.gord * Een oog - ən juug; ən uujg * Een oude man - nən aa pee * Een oude vrouw - ən aa djuus * Een paardenstaart (van een meisje) - ən 'pjɛ̃r.də.kod.də;nə 'pjɛ̃r.də.stjeirt * Een piemel - nə flosj * Een schouder - ən schour * Een schriele mannelijke borst - ən kie.kə.bust * Een slungel - nə (lan.gə) zwiep * Een snottebel - ən ‘snot.kjɛ̃s * Een spottend lachje - nə ‘gree.məl * Een struise, sterke man - nən bjuum van nə vent * Een teen - nən tjien * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Een vrouw met grote borsten - dər is veel vol.lək in də stou.sə * Enkels - ‘knoe.səls * Gaatjes in de tanden vullen - plom.’bee.rən * Golvend haar - ‘bek.kən int our * Grote handen - ‘kool.schup.pən * Haar haar - eur our * Hersenen - ‘es.səs * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hoofdroos - ‘pel.lə.kəs * Iemand die niet tegen kietelen kan - i is 'kie.təl.ach.təg * Iemand is buiten adem - i eet op zin.nən os.səm gə.’trapt * Iemand met een onverzorgd uiterlijk - nən ‘boo.ee.mər * Iemand met ros haar - nə ‘ros.tə.kop * Kippenvel (van koude of emotie) - ‘kie.kə.vljiez * Klein en gedrongen - gə.blokt * Klein van gestalte - klɛ̃n van pos.'tuur * Lichaamsgeur - ‘lif.geur * Naakt - in zin.nə ‘pad.də.rən; in zin.nən ‘bljuu.tən; in zin.nə flik.kər * Naar het toilet gaan - nour tgə.mak goun * Rillen van de koude - ‘dou.və.rən van də kaa * Speeksel - ‘spug.səl;'spjiek.səl * Speeksel aangebracht om een kind te troosten na een val (in eerste instantie door de moeder) - ‘moe.dər.kəs.zalf * Sterk, maar klein en geblokt - gə.’stuukt * Stug haar - ne ‘vɛ̃r.kəs.bus.təl * Tanden van kinderen - tan.də.’bie.tərs * Teelballen - ‘klies.tərs * Vlechtjes - ‘kod.də.kəs * Wenkbrauwen - 'wenk.braan * X-benen - ‘mut.tə.kəs.knien * Ze is in verwachting - zis in po.'zie.sə * Zweetvoeten - ‘stink.pa.tees; ‘zwjiet.pa.tees ===MEUBELEN EN DECORATIE=== * Een bed - ən bed.də * Een beeld van O.-L.Vrouw onder een glazen stolp - ən lie.və.'vraa * Een deken - ən ‘soz.zə * Een divan - nən die.vang * Een doek dat men ter decoratie op een dressoir of tafel legt - nən twjol.sə.'ree * Een doos; een contactdoos - ən bwjaat * Een kast - ən kas * Een kleerkast - - ən ‘kljier.kas * Een matras - nən 'ee.pə.daa * Een onderstel van een bed met metalen veren - nə rəs.sour * Een overgordijn - nən dra.pə.’rie; ən ‘stoz.zə * Een porseleinen, romantische voorstelling van een of meerdere kinderen en/of dames - ə pop.pə.’stuur.kə * Een pronkkast - ən glou.zə kas * Een sierstuk op de schoorsteenmantel - ə schou.stuk * Een staande lamp – nə lam.pa.’deir * Een stekker (ook het stopcontact zelf) - ən pries * Een tafel - ən ‘tof.fəl * Een vaas - ən vous * Een versierde bloempot rond een aarden bloempot (meestal met crêpepapier om de bloempot heen) - nə kasj.'poo * Gordijnen - stor.zies ===MUZIEK=== * De fanfare speelt - tmuu.'ziek go.’duit * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een lp - ə scheel; ən plaut * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een orkestje dat in cafés speelt - nə zjas * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank ===NATUUR=== * Afrikaantjes (Tagetes) - 'steen.kər.kəs * Bloemetjes van seringen - ‘dum.kəs * Brandnetels - ‘tin.gəls * Doornen - djuurns * Een bloem - ən blom * Een bloementuil - nən blom.mə.’kee * Een dennenappel - ən 'spar.rə.noot; ən spər.rə.noot * Een dikke brok aarde - nə klot jɛ̃r.də * Een eik - nən iejk * Een haag - ən wjɛ̃r * Een klaproos - nə ‘koe.kə.’loe.rən.oun * Een knoest in het hout - nə wjier * Een korenbloem - ən 'kjuu.rə.blom * Een paardenbloem - ən ‘pis.blom * Een pit van een kers - nə ‘ker.rəl * Een roos - ən rjuus * Een sloot - nə sljuut * Een stronk - nən troonk * Een wormgat - ən ‘mwjaa.steek * In de schaduw - in də 'lom.mər.tə * Jasmijn - ‘zjaz.zə.mien * Kleefkruid - plak.kruid * Modder - moor * Muur (plant) - mjuur * Onkruid - vuil * Slijk - slik * Veldzuring (een merkwaardig plantje, want het wordt niet door koeien opgegeten vanwege het oxaalzuur) - koe.kə.’leut ===ONDERHOUD, SCHOONMAAK EN WAS=== * Bleekwater - ‘bljiek.wou.tər; ood.zja.'vel * De jaarlijkse grondige schoonmaak van het hele huis en de opruiming van de inboedel, in de lente - də grjuu.tə kuis * Een bezemsteel - nən ‘bes.səm.stok * Een borstel (bv. voor het haar of om te verven) - nən ‘bus.təl * Een borstel met stijve haren - nə schrob.bər; nə grov.vən ‘bus.təl * Een borstel met zachte haren om stof op het stofblik te vegen - ə 'vou.gər.kə * Een borstel om de vloer te vegen - nə ‘kjier.bus.təl * Een emmer - nen 'jie.mər * Een handdoek voor de badkamer - nə ‘spon.sən ‘and.doek * Een kleerborstel - nə 'klier.bus.təl * Een kuip van metaal - nən ‘bas.sing * Een ragebol - nə ‘kob.bə.jou.gər * Een stofblik - ə 'vul.blik * Een vloertrekker - nən ‘af.trek.kər * Een wasknijper (toen men enkel houten knijpers gebruikte) - ən ‘aa.tə.spel * Een zeemvel - nə zjie.mə.’lap * Heb je doorgespoeld (op het wc)? - ed.də ‘deur.gə.sjast? * Leidingwater - ‘kront.sjəs.wou.tər * Mijn huishouden - min ‘uis.aan * Netheid - pro.prə.’teit * Olie om hengsels, sloten, machineonderdelen, fietskettingen etc. te smeren - fijn ‘oo.lie * Schoensmeer - bleenk * Schoonmaken - kui.sən * Spatten op de ruiten - ‘spet.tə.lin.gən * Stijfsel toevoegen aan witgoed dat wordt gewassen - stis.sə.lən * Verbleekt of verkleurd door de langdurige blootstelling aan zonlicht (bv. gordijnen) - ver.’schee.nən * Water met soda of zeep - ljuug * Wc-papier - ‘schit.pa.pier ===OP CAFE=== * Bier met een laag alcoholpercentage - 'flut.sjəs.bier * De cafés - də sta.mie.’nees * Een bierviltje - ən 'bier.kort.sjə * Een biljartstoot die afschampt - nə fos.’keu * Een biljarttafel - nən biel.’jaar * Een café met vrouwen van licht allooi - ən kab.bər.’doesj * Een goed gevuld glas - das ‘Bee.vər.sə mout * Een jukebox - nə ‘zjuu.boks * Een kurk; een kroonkurk - ə ‘stop.səl * Een limonade a.u.b. - ə ‘lim.mə.nat.sjə as.tən.’blieft! * Een restje drank - ə klet.skən * Elixir - el.lek.'zier * Hij heeft heel zijn loon in de cafés gespendeerd - i ee jiel zin pree in də sta.mie.'nees 'op.gə.doun * Hij heeft veel gedronken - i ee.tər ‘nog.al wa ach.tər.oo.vər gə.kapt * Iemand die veel kan drinken zonder dronken te worden - i vər.zet.tər nog.al wa! * Iemand die veel koffie drinkt - ən ‘kaf.fie.loet * Neem een borrel! - pakt nən drup.pəl! ===OPSMUK=== * Eau de cologne - ‘rie.kə.də.wou.tər * Een armband - nən bran.zjə.’lee * Een bros (haarkapsel) - ən schor * Een gouden horloge - ən gaa or.’loo.zie * Een haarscheiding - ən schjie * Een halsketting - nə kol.’jee * Een handtas - ən sja.'kosj * Een pruik - ən ‘par.ruuk; ən ‘per.ruuk * Een ring - nə reenk * Een sjaaltje ter decoratie - ə ‘foe.lar.kə * Een vrouw met opvallende, overdreven make-up - ən schmink.djuus * Haar waarin watergolven zijn aangebracht - nə miez.aan.’plie * Haargel - brie.jan.’tien * Hij wast zich - i wast zən ‘ɛ̃.gən; i wast.em * Hoge hakken - juug ‘ie.lə * Iemand met een goed voorkomen - i ee.dən goe ‘dop.zicht * Mooi aangekleed en opgetut - ‘op.gə.tal.juurd * Poeder - ‘poe.jər * Zich elektrisch scheren - schjɛ̃.rən zoon.dər zjiep * Zijn beste kledij aandoen - ‘op.kljien ===PLAATS=== * Aan beide kanten - oun sweers.zɛ̃n * Amerikanen - Amee.ri.’kon.dərs * Antwerpenaren - die van oo.vər ‘twou.tər * België - Bel.lə.gə * Clinge - 'Dol.lan.sə Kling * De Klinge - Də Kling * De kaden - də kwjaan * De meersen - də mjɛ̃.sən * Dendermonde - ‘Djɛ̃.rə.mon.də * Drieschouwen (straat) - Drɛ̃.’schaan * Een dorp - ən durp * Een vrouw uit Brussel - ən ‘Bru:.sə.las * Engeland - ‘In.gə.laand * Ergens - ie.və.ranst * Heirweg (straat) - dən Jɛ̃r.weg * Italië - Ie.'tol.lə * In het midden - ‘taal.vən * Kemzekenaren - ‘Kem.zie.kə.njɛ̃.rən; 'Kem.zjie.kə.njɛ̃.rən * Meerdonk - ‘Mjɛ̃r.donk * Naast - nef.fəst; nee.vəst * Nergens - ‘nie.və.ranst * Rechtdoor - rech.tən.’deur * Sinaai - Snwjaa * Sint-Niklaas - Sin.nə.’klwjaas * Sint-Pauwels (voormalige buurgemeente) - Sin.’paals; Sim.’paals * Stationsstraat - stou.sie.strout * Stekenaars (spottend) - ‘mes.sən.trek.kərs * Temse - Temst * Veldweg op het afgebroken spoorwegtracé (nu: de verharde Spoorzate) - daa roet * Voorhoutstraat - 'Veur.aat.strout * Wegel over de akker tussen het kerkhof en het oude spoorwegtracé (nu: tussen de 2 bogen van de Reinaertlaan) - də Ker.kə.’wee.gəls ===SCHOOL=== * Carbonpapier - kal.’keer.pa.pier * De dag waarop de meester of de juffrouw in de klas werd opgesloten - slui.tər.kəs.dag * De examens (net voor een vakantieperiode) – də prijs.kamp * De kleuterschool - də ‘pap.school; də bə.’wour.school * De lieveling van de juffrouw - də ‘feb.bə.kak * De proclamatie van de schoolrapporten - də ‘prijs.uit.djee.link * De speelplaats - də koer * Een balpen - nən biek * Een boekentas - nə kan.nə.’sjɛ̃r; nə kan.nə.’sjeir * Een hoofdletter - nən ‘blok.let.tər * Een katheder - nə pə.’pie.tər * Een onderwijzeres - ən ‘juf.fra * Een potloodslijper - nə ‘pot.ljuud.scher.pər * Een ringmap; een opbergmap - ən far.də * Een woordenboek - nən diek.sjə.'neir * Gymnastiek - zjie.mə.’nas * Gympen - ‘turn.sloe.fən * Het schoolrapport - dən buu.le.’tɛ̃ * Hij behaalt goede cijfers - i ljiert goe * Hij is geslaagd voor zijn examen(s) - i is ər deur * In de rij staan - in də root stoun * Inkt - int * Kleurpotloden - ‘kleur.kəs ===SNOEP=== * Drank van zoethout - ka.’lie.sən.’dzjap * Een chocoladen figuurtje (van de Sint) - ə pos.’tuur.kə * Een cuberdon - nən ‘toep.neus * Een gelatineus snoepje - ə ‘zjie.zie.pə.kən * Een ijsje - ə pie.lə.kə.’kaat * Een ijsje op een stokje, bedekt met chocolade - nə fries.koo * Een lolly - nə ‘lek.stok; nə ‘lek.kə.stok; nə ‘gat.tə.klet.sər * Een ouwel (gevuld met een zuur poeder) - ən ‘os.tie * Een pomme d’amour - nə rjuun ap.pəl * Een reep chocolade - ən lat sjə.klat * Een snoepje om in de mond te laten smelten - ən ‘bol.lə.kən * Een zoetekauw - ən ‘zoe.tə.muil * Kauwgom - ‘tu:.tə.fruut; ən sjiek * Negerzoenen - nee.gə.’rin.nə.tetn * Pepermuntjes - mun.tə.bol.lə.kəs * Snoepjes in pastelkleur in de vorm van O.L.-Vrouw - lie.və.’vraa.kəs * Stiekem snoep of koekjes uit de voorraadkast wegnemen - i ee.din də kas gə.grwjaad * Zuur snoepgoed - ‘smoe.lən.trek.kərs; ‘mui.lən.trek.kərs; ‘too.tən.trek.kərs ===SPEL=== * Bikkels bij elkaar graaien - schɛ̃.rən * Blad-steen-schaar - ka.lie, lee.pəl of schɛ̃r (In eerste instantie is dit een nogal ruig spel. Het ene team levert spelers die in een rij met gebogen rug tegen elkaar staan. De eerste man van het team staat rechtop tegen een muur met zijn gezicht naar zijn medespelers gekeerd. Hij moet de sterkhouder van de rij zijn. Het andere team springt over en op de ruggen van het team dat in de rij staat. Het team dat springt verliest als een van hun spelers valt; het team dat in de rij staat verliest als een van hun spelers door zijn rug zakt. Pas als de wedstrijd geen verliezer kent moet een variant van blad-steen-schaar uitsluitsel bieden. Die beslissende ronde wordt gespeeld tussen de laatste springer en de man tegen de muur.) * Doen alsof men aan het koken is in een speelgoedkeukentje - koo.kən.’ee.tə.kə speeln op ə kwie.zə.’njɛ̃r.kən * Een grote knikker - nən biel * Een katapult - nə ‘mus.sə.schie.tər * Een knikker - nə ‘mer.rə.bol * Een lijn - ən meet * Een metalen knijper die, ingedrukt door de duim, een klakkend geluid maakte - nə klak.kər * Een schommel - ən bijs * Een schommelpaard - ən 'bij.zə.pjɛ̃rd * Een spel spelen zonder geld of ander gewin als doel - tis vər ‘tuu.tə.fru:t; tis vər ‘kie.kə.vljiez * Een step - ən trot.tie.’net * Een teerling - nən ‘tjɛ̃r.link * Glijden op een ijsbaantje - ‘slie.rən * Haasje-over - ‘bok.skə sprin.gən * Klappertjes voor een speelgoedpistool - moes.kəs * Met ballen tegen een muur gooien en ze opnieuw opvangen - ‘ket.sə.bal.lən * Met een tol spelen - non.nən * Spel waarbij twee groepen kinderen, één aan elke kant van het plein, proberen aan de andere kant te geraken, zonder door iemand van de andere groep getikt te worden. Wie getikt wordt, is 'gevangen' en moet aan de andere kant gaan staan, waarna iemand van zijn groep hem probeert te 'verlossen' door over te lopen en hem aan te tikken, zonder zelf getikt te worden. Wie kan overlopen heeft het voordeel dat hij de tegenpartij vanuit de rug kan aanvallen. De groep die op het einde van het spel het meest kinderen heeft gevangen, wint. - ‘stin.koo * Tafelvoetbal spelen - 'kik.kə.rən; mi də 'sjot.tər.kəs speeln * Tikkertje waarbij één kind eerst op een ander kind jaagt en het probeert aan te tikken. Wie getikt werd moet samen met het eerste kind, hand in hand, verder jagen op de andere kinderen. Zo vormt zich een duo, dan een trio en dan een steeds groter wordende menselijke ketting, die niet mag doorbroken worden in de jacht op andere kinderen. Het kind dat als laatste niet werd aangetikt, wint het spel. - ‘kat.sjə van də bɛ̃n.də * Tikkertje waarbij men niet kan worden getikt als men op een verhoogde plaats staat - 'kat.sjən 'om.juug * Twee bollen, verbonden door een koordje, die zodanig moeten worden bewogen dat ze een ratelend geluid maken - kloo.tər.kəs * Verstoppertje spelen - ‘piep.kən.duik ===TELLEN EN FREQUENTIE=== * Allemaal - am.məl * De even en oneven huisnummers - def.fə en don.əf.fə nu.mə.roos * De negende - də ‘nee.gəs.tə * De twaalfde - dən twelf.stə * De zevende - də ‘zee.vəs.tə * Drie en de derde - drɛ̃ en dən der.də * Duizend - duusd * Een (telwoord) - jien; iejn * Een beetje - ə ‘bit.tə.kə; ə bik.kə * Een handvol - ən ‘af.fəl * Een nummer - nə ‘num.mə.roo * Eerst - jiest; iejst * Geen - gjien; gjin * In twee gelijke delen verdelen - tal.vən.’deur doen * In twee stukken verdelen - in twjie.jən doen * Twee en de tweede - twjie en dən twjie.də * Veel te veel - vil tə veel * Vijf en de vijfde - vijf en də vif.də * Vijftig - fif.təg ===TIJD=== * Altijd al - al.zə.’lee.və * Alweer - wir.ral * Augustus - o.'guus.tuus * Binnenkort - ach.tər.’jien * Daarnet; zonet - zjuust; dər.zjuust; dor.straks; dour.straks * December - dis.’sem.bər * Deze morgen - van.də.’mɛ̃.rət * Een kwartier - ə kor.’tier * Een afgesproken periode loopt ten einde; een bepaalde datum komt dichterbij - tis ont kur.tən * En dan … - en ten … * Februari - fi.brə.'wou.rə * Het is bijna middag - tljuupt ‘tee.gən də noen * Het is buiten nog voldoende helder - tis nog kljɛ̃r * Het is half een - tis al.vər.jien * Het is kwart over elf - tis kort.sjə nou dən el.lə.vən * In de avond - sou.vəs * In de namiddag - sach.tər.’noens * In de ochtend - smɛ̃.rəs * In de voormiddag - ‘tveur.noens * In het duister van de avond of nacht - in dən ‘doon.kə.rən * Januari - jan.nə.'wou.rə * Maart - mjɛ̃rt * Mei - mɛ̃ * Morgen - ‘mɛ̃.rən; ‘mɛ̃.rə.gən * Om de twee dagen - om dən ‘oo.vər.aan.tən dag * Ondertussen - swinst; binst * Onlangs - oo.vər.’lest * Op dinsdag - ‘tis.tags * Op maandag - ‘smoon.dags; 'smoun.dags * Tegenwoordig - tsin.nə.’wor.rəg * Tijdens - binst; swinst * Tot over een week - tot oo.vər acht dougn * Vorige week - də week die gə.pas.seerd is; vər.lee.jə week * Volgende week - tnos.tə week * Weldra - ach.tər.jien * Zo meteen - ‘sef.fəst; ‘tsef.fəst; sə.’biet ===VERTIER=== * De ijzeren constructie met een reeks pinnen waarop met kleurige pluimen versierde stopjes staan (boogschieten) - də prang (van de liggende of staande wip) * De jaarmarkt - də ‘jour.mart * De kermis - də ‘ker.mes; tis ‘ker.rə.mes * De kwast met wollen draden op de kermismolen die je te pakken moet krijgen voor een gratis ritje - də flosj * De tabak - dən 'toe.bak * Een aansteker - nən brie.'kee * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een cowboyfilm - nə ‘koo.bouj.fielm; nə ‘kob.bouj.fielm * Een doelpaal - ən pie.ket * Een duivenmand - ən keef * Een feest - ən fjiest * Een foto van een persoon - ə por.’tret * Een glijbaan - ən rits * Een haring van een tent - ən pie.ket * Een ijsbaan gemaakt van aangestampte sneeuw - ən ‘slier.boun * Een jubileum - nə zjuu.bie.’lee * Een klok om de vluchttijd van duiven te registreren - nə koon.sta.’teur * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een masker - ə ‘mom.bak.kəs * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een penalty - nə pie.'nan.tie * Een podium - ə vər.’juug * Een prentje (bv. in een chocoladereep) - ən ‘bee.lə.kə; ən ‘bie.lə.kə * Een toneelvoorstelling - ə kon.’sjɛ̃r * Een zweefmolen - nə zwier.meu.lən * Er ontbreekt iemand om het gezelschap voltallig te maken - wə man.’kee.rən ie.mand * Het eet- en drankfeest van een vereniging - də ‘smɛ̃.ring * Het schot belandde op de doelpaal - pie.’ket! * Het zwembad - də ‘zwem.kom * Iemand die graag zwemt of graag in het water speelt - ə ‘wou.tər.kie.kən * In gezelschap - in kom.pa.’nie * Kop of munt - kop of let * Nieuwjaar - ‘nu:v.jor * Scheenbeschermers - scheen.lap.pən * Uitgaan - op schok goun; op zwier goun * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank * Vloeitjes (om zelf sigaretten te rollen) - ‘blet.sjəs * Zaal De Kroon - zoul De Krjuun ===VERVOER=== * De autobus stopt bij het bushokje - dən ot.too.bu:s stopt ont bu:s.kot.sjə' * De vuilniswagen - də ‘vul.kɛ̃r * Een aanhangwagen - nə rə.mork * Een bumper - nən baar.’sjok * Een claxon - nən ‘toe.tər * Een kar - ən kɛ̃r * Een motorfiets - ən mot.sie.’klet * Een motorkap - ən ka.’poot * Een nummerplaat - ən plak * Een personenauto (alle auto’s die niet bedoeld zijn voor vervoer van goederen) - ən ‘luuks.vwja.tuur * Een steekwagen met twee wielen - nə pie.rə.’wiet * Een trottoirband - nən bor.’duur * Een vorkheftruck - nə klark * Een vrachtwagen - nə kam.’jong * Een zijspan - ən ‘sie.tə.kɛ̃r * Het Centraal Station van Antwerpen - də ‘Mid.də.stou.sə * Ik heb een kortere weg genomen - kzin bin.nən.’deur gə.’reen * Ik heb vertraging - kem rə.taar * Richtingaanwijzers van een auto - ‘peen.kərs ===VERWARMING=== * Afval van kolen na verbranding - sin.təls * Centrale verwarming - sjo.'faa.zjə * De hendel en de rooster van de kachel om het vuur aan te wakkeren – tschof * Een bundel sprokkelhout of wissen; takkenbos - nə ‘pɛ̃n.sard (Het WNT schrijft ‘pensaard’ met een -d. De betekenis is: een dikbuik, die gelijkenis vertoont met een takkenbos.) * Een kachel - ən ‘stoo.və; ən stoof * Een klein kacheltje; een potkachel - ən ‘duu.vəl.kə * Een kolenkit - ən kjiet; ən 'koo.lə.kjiet * Een pook - nə 'stoof.ouk; nə 'koo.tər.ouk * Een warmwaterkruik - ən boe.'jot * Eivormige kolen - ɛ̃.rə.kooln; mus.sə.kopn * Het vuur aanwakkeren - ‘koo.tə.rən; ‘op.koo.tə.rən * Hout dat in een kachel wordt verbrand - ‘stoof.aat * Houtschilfers - ‘schof.fə.lin.gən ===VLEESWAREN=== * Biefstuk - ‘bief.stik * Blinde vinken - ljuu.zə vin.kən * Boulogne - wit mi zwart * Corned beef - kor.’ned bu:f * Doorregen spek - gə.’ree.gəld spek * Een bloedworst - ən ‘bul.link * Een bloedworst met krenten - ən zoe.tə ‘bul.link * Een frikandel - ən 'kur.rie.wust * Een gehaktbal - ən boe.’let * Een kotelet - ən ‘kor.tə.let * Een vleesbrood - fri.kan.'don; frie.kan.'don * Een worst - ən wust * Gebraden rundvlees - ros.’bu:f * Gehakt vlees - gə.’kapt * Gekookte ham - eps * Geperste varkenskop - grjuust * Gerookt paardenvlees - ‘pjɛ̃r.dən.aank * Gerookt rundvlees - ‘os.sən.aank * Gerookte en gedroogde achterham - raa eps * Het velletje rond de salami - tzwu.zə.kə * Ingedikt, slijmerig, gestold vleesnat, na het koken van vlees - jeugd * Salami - sos.'sies; aank * Soepvlees - bou.’lie * Spek in kleine reepjes gesneden - ‘pie.lə.kəs.spek * Stoofvlees - ker.mə.'nwjaan ===VOEDING=== * 250 gram - ən alf pond * Afgeroomde melk - ‘flut.sjəs.mel.lək * Appelmoes - 'ap.pəl.trut; 'ap.pəl.spijs * Bewerkt voedsel waaraan chemische producten zijn toegevoegd - das sjie.'miek * Boterhammetjes (voor kinderen) - 'boo.kəs * Broodbeleg - ‘toe.spijs * Cacao - ‘kak.ka.joo * Choco - ‘sjok.koo * Chocoladepudding - sjə.’klat.tə 'pud.dink * Drilpudding - 'schud.də.ma.tijs * Een boterham smeren - nən ‘bo.tram brɛ̃n * Een boterham zonder boter of beleg - nən 'drjuu.gən 'bo.tram * Een brood - ən brjuud * Een bruin brood - ə grof * Een ei - ən ɛ̃; ən tie.kən.’ɛ̃ (tegen kinderen) * Een ei dat niet lang genoeg is gekookt, waardoor het eiwit nog niet is gestold - da ɛ̃ is nog nis * Een haring om te bakken - nə ‘pan.jɛ̃.rink * Een haring op azijn - nə ‘pee.kəl.’jɛ̃.rink * Een korst (bv. van brood) - ən kust * Een koude schotel - nə kaa pla * Een omelet - nən ‘ɛ̃.rə.koek * Een peperkoek - nə ‘pom.koek * Een plakje kaas - ən schel kouz * Een spiegelei - ə ‘pjɛ̃r.dən.juug * Een tas koffie - ən zjat ‘kaf.fə * Eidooiers - ‘ɛ̃ .doo.jərs * Garnalen - ‘gjɛ̃r.nors * Gemalen cichorei toegevoegd aan koffie - par.’daf; Buis.man * Gestampte aardappelen - gə.ded.dər.də pə.tetn * Grenadine - ro.’zəl * Griesmeelpudding - ‘smoel.pap * Hagelslag - ‘mui.zə.stront.sjəs * Het eten is klaar - ‘tee.tən is gə.rjied * Honing - ‘eu.nink * Jam - koon.fie.tuur; zjə.’lɛ̃ * Kaas - kouz * Kabeljauw - kab.bəl,'jaa * Karnemelk - 'kjɛ̃.rə.mel.lək * Koffie - kaf.fie; kaf.fə * Kristalsuiker - kries.ta.lie.'zee; kries.ta.lie.'zee sui.kər * Mayonaise - ma.jə.'nɛ̃s * Meel - blom * Middagmaal; warm eten - gə.kokt 'ee.tən * Muskaatnoot - ‘kru.noot; ‘krui.noot * Paling - ‘pou.ling; ‘pol.link * Paneermeel - sja.pə.'luur * Pauze om te eten en te drinken - ‘schof.ted * Rijstpap - ‘ris.pap * Roomijs - krim.'glas * Slagroom - krim.'frisj * Soppen in de koffie - dop.pən in də ‘kaf.fə * Stroop - sa.’roop * Zetmeel (bv. om saus te binden) - pə.tet.blom ===WEER=== * De zon schijnt en het regent tegelijkertijd - ‘duu.vəl.kəs.’ker.mes * Droog weer dat dorstig maakt - tis dus.təg weer * Een bliksem - ən ‘ee.mə.licht * Een flinke regenbui - nə spjiet * Een stortbui - nən drasj * Het heeft gevroren - tee gə.vroo.zən; də ‘vrie.zə.man is gə.wist * Het is drukkend warm - tis doef weer * Het is heel erg warm - tis om tə 'bus.tən * Het is koud - tis kaad * Het regent fel - ‘tree.gənt aa wij.vən; tis ont stront.ree.gə.nən * Het regent lichtjes - 'tzjie.vərt * Het sneeuwt - ‘din.gel.kəs en ul.dər bed ut.gə.schud * Het zal gaan regenen - tis ont oo.vər.'trekn * In de felle zon - in də ‘blak.kə zon * Zwoel weer - tis laf ===ZIEKTE EN ONGEMAK=== * Aambeien - tspeen * Acne - ‘jeugd.braand * Aderontsteking - tflə.’biet * Braaksel - ‘spog.səl * Buikloop - dən ‘af.gank * De stuipen - də ‘ses.kəs * Een beroerte - ən gə.’rokt.ed * Een buil; een puist - nən ‘boe.bəl; nən oe.bəl * Een draai rond de oren; een oorvijg - ən zjie.'flət; ən pjɛ̃r rond zin juu.rən * Een flink pak rammel - ən pan.’doe.rink * Een groot stuk geschonden huid (door schaafwonden, een ontsteking of door roodheid) - ən pla.’mus.tər * Een hoestwerend snoepje met eucalyptus - ə ‘pie.kər.kən * Een injectie - ən pie.’kuur * Een inzinking krijgen na een of meerdere slapeloze nachten, na een langdurige inspanning of na een tegenslag - i krijg zin.nə klop * Een jaap; een gapende wonde - ən gab.bə * Een keelontsteking - ən an.'zjien * Een klap in het gezicht - ən mot * Een korst op een wond - ən roef; ən roef.kə * Een longontsteking - nə ‘flur.ries; nə ‘fleu.ries * Een miskraam - nə ‘mis.val * Een nijdnagel - nə ‘nɛ̃.nou.gəl * Een ontstoken oog - ə ‘pink.juug * Een puist - ən wuf.fəl * Een psychiatrische patiënt - nə zot * Een rammeling; een pak slaag - ən ‘peu.tə.ring; ən ‘smjɛ̃.ring; ən ‘roe.fəl; ən ‘dus.sink; ən ‘toe.fə.link * Een verkoudheid met hoestbuien - ən ‘val.link * Een verkoudheid met loopneus - ən ‘sneu.vring; ən ‘sneu.vrink * Een wonde die blijft etteren - da drougt * Een zweer - ən zwjɛ̃r * Een zwelling die ontzwelt - tis ont zeen.kən * Heftige diarree - tvlie.gənd schijt * Hij heeft een handicap - i is gə.'brek.kə.lek * Hij heeft een spraakgebrek - i sprikt gə.'brek.kə.lek * Hij heeft stress; hij is erg zenuwachtig - i ee də 'zee.nə.wən * Hij is daar gevallen en heeft zich erg verwondt of bezeerd - i ee tor nə wrjie ‘par.rəl gə.’doun; i is wrjie gə.tot.tərd * Hij is door de dokters verkeerd behandeld - i is mis.’mjies.tərd * Hij is gek aan het worden - i slou.tər nef.fəst; i slou.tər langs * Hij is naar het ziekenhuis gebracht - zem.mən em bin.nən gə.doun * Hij is opnieuw ziek - i is ər.’valn * Hij sukkelt al geruime tijd met zijn gezondheid – i is oon.dər də voet * Iemand die enorm veel pijn lijdt – i lig.tə krə.pee.rən van də pijn * Iemand die erge brandwonden heeft - i is ‘pol.fər vər.brand * Iemand die niet helemaal meer gezond is - i is wa ka.’duuk.kə.lek * Iemand die vaak moet gaan plassen - ən 'pis.kaas * Iemand hoest zwaar - i bast (gə.lek nən ond) * Iemand is duizelig, futloos en heeft braakneigingen - i is ‘kol.lək tə pas * Iemand valt bewusteloos - i go van zin ‘ɛ̃.gən; i go van zin zel.vən; i go van ‘zin.nə suus; i valt van ‘zin.nə stek; i go van zin.nə sen.tər * Ik ben aan de beterhand - kzin al veel gə.’bee.tərd * Ik heb een (hart)aanval gehad - kem ən kriez gad * Ik voel me onwel en heb braakneigingen - kzin ‘mot.təg * Jodiumtinctuur - tɛ̃n.’tuur.də.jod; Ar.’tuur.Də.Jood * Ischias - tsie.a.’tiek * Jeuk - ‘juuk.səl * Koorts - ’kur.sən * Lumbago - tvər.schot * Medicijnen - ‘mid.də.ka.men.tən * Men voelt zich niet wel, misselijk of draaierig - kzin on.’pas.sə.lek * Mijn been is gevoelloos - min bjien is vjuus * Niet kunnen ontlasten - nie kun.nə goun * Overmand door emotie - van al.tə.'rou.sə * Paté die de oorzaak is van maag-darmklachten - ries.'keer.pa.tee * Reuma - rum.ma.’ties * Spataders - va.’rie.sən * Tetanus - də klem * Zijn arm ligt in het gips - zin.nən ɛ̃.rəm zit in də 'plos.tər == Reacties == * Alles gaat verkeerd - al.ləs slout ‘tee.gən * Als ik hem te pakken krijg... - ‘az.zək em tə stek.kən krijg... * Als ik in jouw plaats was... - ‘az.zək van aa was… * Als je naar de bakker gaat, ga dan ook eens bij de slager langs - az.gə nor dən bak.kər got, springt (of: sprinkt) dan aan.pas.’saan is bi dən ‘bjien.aar bin.nən * Alstublieft (vanuit enige spot of tegenzin) - nim * Ben je niet goed wijs!? - gə vangt zə zee.kər!? * Ben je wel zeker van je stuk? - … sər.’jeus? * Daar ben ik sterk in! - das min.nə four! * Daar is iets mis - dour schilt wa * Daarvoor kan je gestraft worden (omdat je handelt tegen de wet) - gə zi ‘pak.bour * Dat gaat je niet aan! - get.tər gjien af.fei.rə mee! * Dat is algemeen geweten - das ‘al.gə.mjien gə.kend * Dat is bizar; dat werd niet verwacht - das ko.'miek * Dat is duur - das ‘kos.tə.lek * Dat is een vergissing - das ən mis.sink * Dat is mijn mening - das mijn gə.dacht * Dat is mogelijk, maar er blijven twijfels - da kan * Dat is niets waard; dat is brol - das kam.mə.’lot; das iets van kjes.kə.’schiet * Dat is redelijk - das ri.zə.’naa.bəl * Dat lijkt me het beste - das ‘tzui.vər.stə * Dat scheelt niet veel - da schil nie veel * Dat spreekt voor zich; uiteraard - van.’ɛ̃.gəst * Dat werkt niet, hoor! - da pakt nie, zul.lə!; da gon.nie zun.nə! * De afvoer loopt niet meer door - tis vər.’stropt * De elkaar verschuldigde bedragen zijn betaald - wə ston ef.fən; wə zin kiet * De kattin of de teef moet bevallen - zə moet jon.gə.rən * De kruidenier of slager denkt dat je al het nodige hebt - da zalt gə.wist zin? * De kwalijke gevolgen vallen al bij al nog mee - zon.dər veel ɛ̃rg * De ouders willen weten of hun kind in hun afwezigheid braaf is geweest? - twas ən in.gəl.tsjə, mi ən bee dər.'veur (Het antwoord is schertsend bedoeld.) * Dezelfde problemen duiken steeds weer op - tis van kom vər.drom * Doe al je kleren uit - spil dal.ləs mor uit * Doe je best - wjɛ̃r.do * Door een val is iets volledig kapot - tligt in stukn van.iejn * Door strategie of list iemand verslaan of te slim af zijn - kem.em zui.vər; kem.em bi zin.nə schree.pər * Door zelf bewust een leugentje te vertellen verneemt men na enige tijd de ware toedracht - mi leu.gəs ach.tər də wo.red kom.mən * Dreigen met een lichamelijke straf als een kind zich onhebbelijk blijft gedragen - straks nə klets ‘tee.gən a ‘juu.rən * Een groot deel van de vrouwelijke borsten is zichtbaar - mi hjiel eu.rən ‘tet.tə.kar.ree bljuut * Een artikel is in prijs verlaagd - tis in dən ‘af.slag * Een jongeman heeft nog altijd geen beroepskeuze gemaakt - wa wur.də lou.tər, 'stroont.schep.pər ach.tər dən tram? * Een kennis of familielid woont in het buitenland en komt je bezoeken - i kom.doo.vər * Een kind dat je niet voortdurend in de gaten moet houden - get.tər gjien om.zien nor * Een kind dat niet meer gehoorzaamt - get.tər nieks mjier oun tə zɛ̃.gən * Een kind dat onwennig is bij vreemden - tis jien.an.nəg * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun. * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun * Een kind geeft op zeurderige toon aan dat het dorst heeft - ‘Hed.də dust? ‘Gon.nor Jant.sjə Wust, die ‘ee.dən ‘ond,sjə en die piest in.a ‘mond.sje, die ‘ee.dən ‘kat.sjə en die krabt on.a gat.sjə * Een kind maakt een vuistje. Elke vinger wordt dan uit het vuistje genomen en benoemd, eerst de duim en tot slot de pink. Daarna wordt de vrijgekomen handpalm gekieteld - Ans Knap, 'Pie.le.fluit, Lan.gə Wap, 'Kor.tən Buik, ... Klɛ̃n Pie.tən.'deug.nuut.sjə ... kie.lə, kie.lə, kie.lə * Een kind probeert te hete soep te eten. - ee.da moe.dər a nie gə.’ljierd tə blouzn? * Een kind vraagt het cadeautje terug dat het eerder aan een ander kind gaf - gə.'gee.vən is gə.'gee.vən, tis al lank in del gə.schree.vən * Een kind vraagt naar de inhoud van een gesprek tussen volwassenen, waar het geen zaken mee heeft. - ‘pui.tən.our in də Kwak.kəl (de Kwakkel is een gehucht buiten het centrum) * Een kind zegt dat het iets niet kan - zet.ta kan in də goot! * Een klant rondt een te betalen bedrag af naar boven (geeft dus een fooi) - tis zjust gə.past * Een man wordt dikker na zijn huwelijk - i stod.op ən goei wɛ̃ * Een netelige kwestie - ən ‘dil.lə.kou.tə zouk * Een nieuwsgierig kind vraagt met wie volwassenen spraken - Mie.lə.kən Dən ‘Ui.lən.daan.sər (De voornaam mag dan vertrouwd klinken, het tweede lid van de fictieve familienaam moet het kind doen inzien dat het geen zaken heeft met het gesprek.) * Een opdracht is slecht aangepakt of rommelig afgewerkt - tis van kjes.kə schiet * Een stof die vergaan is - tis vər.duurd * Een vloek - vər.’doe.mə; miel.’jɛ̃r.də; də.’dzjuu * Een vloek in de overtreffende trap - ‘god.miel.jɛ̃r.də ‘vlam.məs.tə * Een voorwerp is helemaal door een ander voorwerp gegaan - tging ər ‘los.sən.deur * Een vraag die men niet kan beantwoorden - 'dak.kət nie.jən weet * Een vrouw die trouwt terwijl ze al in verwachting is - tis van moe.təs * Een vrouw vraagt haar man waarom hij zo laat thuis is - wə zin nog is nou.gə.wist (De man is onderweg nog naar een of meerdere cafés geweest, en met deze reactie vermijdt hij het woord ‘café’ te gebruiken.) * Een weinig appetijtelijk allegaartje; een mengelmoes - nə ‘miek.mak * Een winkelier wil een kind een snoepje aanbieden - wil.də snoe.pə.rən? (Als de moeder aanwezig is: mag um snoe.pə.rən?) * Er dreigt een straf - gə ries.’keer.dən straf * Er is geen haast bij - tpres.’seer nie * Er is onzorgvuldig werk afgeleverd - tis alf zin gat gə.doun * Er komt ergens veel volk samen - da was dor ‘nog.al ən bə.’gan.kə.nis * Er was heel wat aan de hand! - da was dor ən jiel bə.doe.nink! * Er zit houtworm in de plankenvloer - dər zit mulm in də plan.'sjee * Er zitten heel veel muggen (of: vliegen, slakken, donderbeestjes etc.) - das ier vər.’gee.vən van de mugn * Fictie op tv toont onwaarschijnlijke zaken en is de werkelijkheid niet - das al.lə.moul mor tel.lə.'vies * Flauwe praat - flaa.wən truut * Ga uit de weg! - mikt o!; ut min.nə schiet.lap! * Ga weg! - bol ət af!: dour is tgat van dən ‘tem.mər.man * Gedraag je fatsoenlijk! - gə.droug da kon.və.nou.bəl! * Geduld! - pa.’sjɛ̃n.sə! * Geef eens een handje (gevraagd aan een klein kind) - gif dis ə ‘pol.lə.kə! * Geef haar een schop onder haar kont - gif tər nən trok oon.dər ər gat! * Geef hem ervan langs! - toef.tər op! * Geen band met iemand hebben en die persoon zelfs mijden - ik kan nie mi em om * Goed gedaan! - sja.poo! * Goedendag (in het voorbijgaan op straat) - dzjuir; uij * Haast je wat! - af.fə.’seer do!; spoej do!; ost o! * Het gaat niet slecht, maar ook niet goed - kom.sie, ‘kom.sa * Het is heel druk, maar niets verloopt geordend, waardoor de zaak nauwelijks beheersbaar is ; een overrompeling - das ier ə ‘zot.tə.kot * Het is helemaal kapot - tis ‘jie.lə.ganst in fruut; tis in stukn van.iejn * Het is maar om te lachen; je moet dat niet ernstig nemen - tis mor om tə 'zwaan.sən * Het is tijd om te gaan slapen (tegen een kind) - wə gon doo.’doo.kəs doen * Het is zoekgeraakt of kwijt - tis rie.bə.də.’bie * Het kan me niet schelen! - tkan mə nie bom.mən! * Het moet correct zijn - tmoet zjuust zin! * Het valt mee - tis 'mee.gə.slou.gən * Hij blijft boos en wil van geen verzoening weten - i wɛ̃.rəkt zin.nə kop uit * Hij doet het helemaal verkeerd - i doe.dət koon.tə vər.kjierd * Hij heeft dikke pech; hij is in de luren gelegd - i is gə.’zjost * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hij heeft er geen plezier aan beleefd - i ee.tər gjin gə.niet van gad * Hij heeft het uitvoerig uitgelegd - i ee.dət int laank en int brjied ui.də doe.kən gə.doun * Hij heeft zijn werk goed gedaan - i eet zin də.vjuur gə.doun * Hij is een winkel nog geld schuldig - i 'sto.dop də poef * Hoe dom kan je zijn!? - waf.fər nə mut.tən zid.də gij!? * Hoe kan ik zo fout zijn!? - oe kan.nək zjuu a.'bu:s zin!? * Hoe laat is het? - wa.duur ist? * Hoepel op! - kust min gat! * Hou er nu maar mee op! - ge.dal on.dərd! * Hou je mond! - ‘aa.don.nə kwjɛ̃t!; ‘aa.da toot!; 'aa.da smoel!; 'aa.dan.nə smik.kəl!; ‘aa.don.nə kweb.bəl! * Hou je smoel! (heel dwingende toon) - ‘aa.da ‘bak.kəs! * Iemand aanmanen zich rustiger of beleefder te gedragen - ‘gog.gət zju wa! * Iemand aanporren die talmt - wa.'njier god.də na (ɛ̃.gə.lek) in gaank schietn? * Iemand beeldt zich wat in - das al.lə.moul ‘man.zjə.nie * Iemand berispen - kzal zin pan is in.'vetn; kzal em zin saas is gee.vən * Iemand de zekerheid geven dat een afspraak wordt nagekomen - tzal nie man.’keern * Iemand die aanstalten maakt te betalen laten merken dat hij dat niet moet doen - lot mor zitn * Iemand die bij het kaarten probeert de kaarten van een andere speler te bekijken - gij sə gie.’raf! * Iemand die de puntjes op de i wil - da stikt naa * Iemand die fout inschatte hoe zwaar een opdracht was - i ee dəm mis.’pakt * Iemand die geluk heeft - nə sjan.’saar; nə ‘piet.zak; nə gə.’luk.zak; i ee ‘mee.val; i ee ‘doe.rə,sjaans * Iemand die het leven na het overlijden van de echtgenoot niet meer ziet zitten - das.sə mi uk mor kom.mən ou.lən * Iemand die kaal wordt - i ee dour mi ka.rak.tər, tvalt lie.vər uit as grijs tə wor.rə * Iemand die lang op stap is en niemand weet hoe of waarheen - i is op ‘va.droej * Iemand die onnozele praat vertelt of onzinnige argumenten gebruikt - gə zi nə ‘zjie.və.rjɛ̃r! * Iemand die op veel onwil, tegenkanting of verzet is gebotst - i ee tər nə post gə.pakt * Iemand die pijn heeft vraagt een pijnstiller - gif mi is ən ‘poe.jər.kə Də Man (eigenlijk is de merknaam Mann) * Iemand die schijnbaar doelloos aan het werk is en geen vooruitgang boekt - wa ‘sto.də dor tə ‘des.tə.rən? * Iemand die veel durft; hij is me er eentje! - tis ‘nog.al nə kas.’taar! * Iemand die veel geld heeft - i ee veel kluitn * Iemand die voor de sfeer zorgt en plezier maakt - tis nə ‘leu.tə.gən * Iemand die voortdurend van hier naar daar loopt en telkens maar kort aanwezig blijft - i doe.tə pa.’troe.lə * Iemand die ze niet op een rijtje heeft - i is nie zjuust in zin ‘boo.və.kom.mər * Iemand die zich niet laat doen - i lot əm nie vər.’kib.bə.zak.kən * Iemand die zijn luxe overdreven etaleert - i is vur dən 'uit.kom * Iemand gaat plots weg - i is də piest in; i is də piest uit; i is roe.fəl.də.pijp; i is rie.bə.də.’bie * Iemand gedraagt zich alsof hij overal de baas is; iemand met kapsones - i ee veel zjest en zjaar; tis nə 'stree.kə.mou.kər * Iemand heeft de (sociale) regels erg overtreden - da got.tər oo.vər! * Iemand heeft de aard van en gedraagt zich als zijn pa of ma - i eet ət van gjien vrem.də * Iemand heeft iets onverwachts gedaan - da zud.dəm nie ‘oun.gə.’gee.vən em.mən * Iemand heeft iets onverwachts gedaan of houdt er vreemde ideeën op na (wat af te keuren is) - gij zin.nə fris.sə, gij! * Iemand heeft veel pech of tegenslag gehad en is daardoor de moed verloren; iemand ziet het niet meer zitten - i ee gjie.nən ie.vər nie.mjier * Iemand heeft zinnige dingen te vertellen - naa juu.rək a kou.tən * Iemand hetzelfde wensen (bij de nieuwjaarswens) - vans.gə.’lij.kən * Iemand is fel vermagerd - i is nog tvel oo.vər tbjien * Iemand is niet snel tevreden en maakt voortdurend opmerkingen - i eet veel ‘kom.plə.men.tə; tis ‘nog.al wa gə.’schee.tən * Iemand is op reis - i is op vwja.'jo.zjə * Iemand is op stap - i is op trot * Iemand is verbouwereerd - i is də kluts kwijt * Iemand is verdwenen zonder dat het werd opgemerkt - i is ər van oon.dər gə.muisd * Iemand is verkouden - ed.də mi o gat bljuut gə.leegn? * Iemand krijgt een uitkering van de ziekteverzekering - i sto.dop də zie.kə.kas * Iemand laat zien dat hij erg bang is - i doe.din zin broek van schot.tə * Iemand lijkt erg deugdzaam, maar is dat niet - gə zud.dəm də com.’mu:nə gee.vən zoon.dər tə biech.tən * Iemand maakt van zijn oren - i mokt van zin la'wɛ̃t; i mokt van zin.nən tak * Iemand moet een plasje gaan doen - kmoet nor də ‘klɛ̃.nə koer; kmoet ən ‘pies.kə gon doen * Iemand motiveren om niet snel op te geven, te blijven proberen en te blijven leren - das ən op.pak.kən! * Iemand neemt een emotieloze houding aan en is met geen stokken meer vooruit te krijgen - i zit dor gə.lek nə puit op nə kluit * Iemand stelt de zaken mooier of anders voor dan ze zijn - i gif.tər nən drwjaa oun; i vər.drwjaat də zouk * Iemand verzoeken via de achterdeur het huis binnen te komen - kom.mor langs ach.tər (of: ach.tə.rən) * Iemand welkom heten - kom bin.nə en zet o!; pakt nə stoel en zet o! * Iemand wil weten wat er gaande is en vraagt 'wa.dist?' ('wat is er?'), maar men heeft geen zin om op die vraag te reageren - ə pjɛ̃rd da pist! * Iemand wil zaken met je ruilen - wa krij.gək in də plots? * Iets dat een zaak meer uitstraling of waarde geeft - da gift ka.sjet * Iets dat toch niet helemaal zeker is - gə wit.ta njuut; gə wit.ta njuut nie * Iets hoort niet bij de rest - da stikt af * Iets is heel lastig of moeilijk - a.maj, min.nə frak; a.maj, min kljuu.tən * Iets is niet correct afgewerkt - tis mor 'al.və.lings gə.doun; tis mor 'alf.zin.gat gə.doun * Iets is van goede kwaliteit - das goe.jə mar.sjan.’dies * Iets is verstrengeld en daardoor moeilijk los te maken - da zit in də knos.səl; tis in de war.rəl * Iets loopt slecht af of is slecht uitgevoerd - tis van dən ond zin voe.tən * Iets vlakaf zeggen (bij wijze van samenvatting en meteen ook de verontschuldiging als men te hard zou zijn overgekomen) - das kurt en goed gə.’zeed * Ik ben bijna klaar - kzin vɛ̃r kljɛ̃r * Ik ben de hele dag in de weer geweest - kzin də ‘god.gan.sən dag ‘bee.zəg gə.wist * Ik ben erg geschrokken van je reactie! - wad.də! * Ik ben ervan aangedaan - da ee mi gə.’rokt * Ik ben ervandoor - kzin ‘schup.pəs * Ik ben gehaast - kzin gə.pres.seerd * Ik ben helemaal op; mijn bobijntje is op - kzin ‘ten.nən * Ik ben iets vergeten door me te haasten - kzin wa in də rap.tə vər.’gee.tən * Ik ben moe; ik heb het gehad - tschoup is də preut af * Ik ben voor schut gezet - kzin in 'af.froon.tə gə.valn * Ik doe in deze zaak geen inspanning meer - foert! * Ik erger me daar erg aan - tis om.mo kas op tə fretn * Ik ga me daar niet aan wagen - ik go mi nie a.və.’tuu.rən * Ik geloof het helemaal niet; ik ga niet doen wat je vraagt - jaa, dag jan!; ta.raa.ra! * Ik heb de gelegenheid nog niet gehad - ken dok.'ko.zie nog nie gad * Ik heb er een afkeer van - kem.mər nən dwjɛ̃g van; da stikt mi tee.gən * Ik heb geen zin - kem gjien ‘goes.ting * Ik heb hem te pakken - kem em tə stekn * Ik heb te veel gegeten - kzin oo.vər.'boeft * Ik heb te weinig plaats (bv. om comfortabel te zitten of ergens langs te komen) - tis tə nipt * Ik kom onmiddellijk - ik kom gə.lijk * Ik kon er niets aan doen - kos.tər nieks on doen * Ik krijg de schuld; ik ben de pineut - ken də ‘boo.tər gə.fret * Ik krijg het van jou op mijn heupen - i krijg van aa də ‘ses.kəs! * Ik loop achter op mijn (werk)schema - kzin tən ach.tər * Ik moet ergens naartoe, maar ik zal snel terug zijn - kmoet rap oo.vər en tweer * Ik versta je niet, herhaal dat eens a.u.b - wad.də!? * Ik was er me niet bewust van - kat.tər gjien ɛ̃rg in * Ik word altijd als laatste gekozen - ik schiet al.tid oo.vər * In de herinnering rondt men een bedrag dat iets hoger lag dan 50 frank af naar beneden - twas fig.təg frang en on.ef.fən * Ja, hoor; maar natuurlijk! - jaat * Je bent erg bedankt! - nən dik.kə mer.’sie! * Je bent wel erg laat met je voorstellen of met je acties! - en dor kom.də nou mi af! * Je broek staat open - a spriet sto.’doo.pən! * Je hebt er geen zaken mee! - get.tər gjien ‘uit.stouns mee!; get.tər gjien af.’fei.rə mee! * Je hebt het fout; je raakt je doel niet (bv. het oog van de naald) - gə zit dər nef.fəst * Je hebt het geluk aan jouw kant; het zit je helemaal mee - gi boft ‘nog.al! * Je hebt veel tijd nodig hebt om een klus te klaren - op die.nən tijd god.də nor Bruu.səl * Je houdt me voor de gek - gə zim.mi op flesn ont trekn; gə zi mi op ‘stoe.pə.kəs ont trekn! * Je moet geen onnodige risico's nemen - angt dən eld nie uit! * Je moet het nu niet meer proberen goed te maken! - gə moet naa nie.mjier af.kom.mə! * Je moet je haar laten knippen - gə moet a ka.lot lou.tən 'af.doen * Je moet kordaat optreden! - mok.tər kom.'af mee! * Je moet gehoorzamen - gə moet lus.tə.rən * Je moet niet langer de schijn ophouden - stop mor mi die sie.nə.maa * Je moet nu niets meer doen en zwijgen! - roer.da nie! * Je neemt een loopje met de waarheid! - gə ‘zit.tər mi ont ‘zwaan.sən!; gə 'zit.tər mi ont 'la.chən! * Je pakt het helemaal verkeerd aan - gə 'doe.dət 'koon.tə.vər.kjierd * Je weet wat je moet doen - gə wit wa.do tə doen stot * Je zal verplicht worden te betalen! - gə zut moe.tən ‘af.dokn!; gə zut moe.tən ‘lam.mə.rən! * Kom ik ongelegen?; stoor ik niet? - is ər gjien bə.let? * Laat hem maar doen - lot əm mor bə.’tɛ̃n * Laat me even tot rust komen! - lot mi ef.kəs op min ef.fə kom.mən! * Laat ons eens overleggen en samen tot een besluit komen - lo.tons is ri.zə.’nee.rən * Laat ons hopen op een goede afloop - a.la.bon.eur * Leg het eens uit! - eks.plie.’keert da is! * Leg je oor te luisteren en probeer meer te weten te komen - oon.dər.’juur.ta nə kjier * Luxe is overduidelijk aanwezig - mi veel tra.la.’laa * Maak dat je op tijd bent! - 'mok.dag.gər in tits.zit! * Maak dat je wegkomt! - foert! * Maak mijn groeten over - doe.sə də ‘kom.plə.men.tə * Men beweert iets maar men is niet helemaal zeker - kwil ər van.af zin, mor… * Men beweert iets met stellige zekerheid; wees maar zeker! - zun.nə! (bv. zis kon.'tent, zun.nə) * Men brengt na de begroeting het gesprek op gang - wa nuus?; en oe ist aan.dərs? * Men checkt of de ander je standpunt goed heeft begrepen - vər.stod.də mi? * Men denkt dat iemand moeite zal hebben om zich aan een nieuwe situatie aan te passen - tzal em ə gat.sjə vou.rən! * Men denkt dat iemand nog een grote inspanning moet leveren - i go zin.nə pjɛ̃.rə nog zien! * Men denkt dat iemand pas later de psychische gevolgen van de huidige tegenslagen zal ervaren - i zal zin.nə ‘weer.bots nog wel krijgn * Men doet iets niet graag maar het moet worden gedaan - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Men gaat na of er een zaakje te doen is of een voordeel te bekomen is - 'val.tər ier nog wa tə 'rou.pən? * Men gaat nog wachten vooraleer te handelen - kgon.nət nog ef.fəs ‘af.zien * Men geeft aan dat iets muf ruikt - da riekt vər.’duft * Men geeft aan dat men iets graag lust - das min.nə meug * Men geeft aan dat men niets heeft gedaan wat niet mocht - da.waz.zə kik nie! (in een uitroepende zin wordt het voornaamwoord niet verkort) * Men geeft aan dat men verschrikkelijk hard moet werken - ge moet dour a kljuutn ‘af.drwjaan * Men geeft de raad zijn lief te dumpen - lot zə zitn! * Men geeft een stille wenk - kad zjuu gə.docht * Men geeft te kennen dat men niet verder wil discussiëren - al.li, get dən ‘dik.stən! * Men geeft te kennen de ander niet zomaar te vertrouwen - kzin nie ‘ach.tər.lək * Men gooit je iets toe - a.zjuu smij.tə zə də ‘keu.nink zin ‘and.schoe.nən uk * Men handelt anders dan gewoonlijk (bv. stipt op tijd zijn maar vandaag te laat komen) - das nie van zin gə.'wen.tə * Men heeft blijkbaar niet gehoord wat er werd gezegd - zit.tər prut in a juur? * Men heeft geen fut meer waardoor elke uitnodiging voor een gezamenlijke ontspannende activiteit wordt afgewezen - ach, mi keend, kzin al blɛ̃ dak tlee.vən en * Men heeft nog heel wat te doen vooraleer een taak is afgehandeld - get.tər o wɛ̃.rək mee * Men hoopt dat een voornemen tot resultaten leidt of dat een plan goed wordt uitgevoerd - 'a.la bon.'uir * Men is aangenaam verrast over de kwaliteit - sjie.kə ‘din.gəs * Men is een loer gedraaid, maar men kan er al bij al nog schamper om lachen - gi sə vui.lən ond! * Men is geschrokken - da was vər.’schiet.ach.təg; kvər.’schoot mi nən bult! * Men is helemaal niet bereid te doen wat werd gevraagd - da zie.də van ier * Men is het gezeur en geklaag beu - wa was mə.da ən gə.grjɛ̃f * Men is het niet eens met de ander; toch wel! - tən.’doet! * Men is ontgoocheld over de reactie van de andere - ‘al.li.na?! * Men is sterk verbaasd - a.’god.mar.ja, wa zeg.də ‘naa?!; a.maj! * Men is verontwaardigd - wa is mə da na!;da trek.tər na toch nie op! * Men is zeker dat wat men beweert correct is - da is! * Men kan elkaar niet uitstaan - das piek.a.piek * Men kent een nieuwtje en wil de ander nieuwsgierig maken - grjout is wad.dək gjuurd em? * Men keurt de manier waarop iemand zich heeft aangekleed af - oe zi.də gij naa ‘oun.gə.stekt!? * Men krijgt te maken met een erg trieste of pijnlijke situatie - das vrjied * Men maakt zijn standpunt duidelijk - vur min part * Men maant iemand aan om iets snel te doen om zo een aanslepend conflict te vermijden - ‘doe.ta a.gaa * Men meent de oorzaak van een probleem te kennen - tkan.nie mis.sən (bv. tkan nie mis.sən da.ti 'bui.tən is gə.zwierd, want i was njuut op tijd) * Men neemt afscheid en herinnert eraan dat er afspraken zijn gemaakt (ook: stopwoord bij het afscheid) - lek da tgə.’zeen is * Men minimaliseert de omvang of de ernst van een probleem of van de inspanning die men geacht wordt te doen - as.'ta.mor.is * Men probeert een kind tot gehoorzaamheid te dwingen door het bang te maken - as gə nie lus.tərt, 'gee.və.ka.mee mi.də 'schjei.rə.sliep * Men raadt aan een vrouw te zoeken die veel geld heeft - pak.tər o mor jien mi veel sɛ̃ns! * Men regeert afwijzend op iemand die een boer laat - gift die.nən boer nə stoel! * Men snoert iemand onvriendelijk de mond (ook spottend bedoeld om te beklemtonen dat een persoon weinig beslissingsmacht heeft) - gij ed.dier nieks tə bas.sən! * Men spreekt over iemand die hogere studies heeft gedaan - i is gə.ljierd * Men staat er een beetje afwezig of ongeïnteresseerd bij - i stot.tər tə koe.kə.loe.rən * Men verdenkt iemand ervan dat hij bedrog pleegt of de kluit belazert - zid.də wir ont pjuu.tə.rən! * Men veronderstelt dat iemand niet goed is opgevoed en uit tegelijkertijd afkeuring voor die opvoeding - oe zid.də gij op.gə.bracht!? * Men vindt dat de oplossing van een probleem niet dichterbij komt - tis nieks gə.nod.dərd; tis gjien a.’vaans; das nieks gə.kurt * Men vindt dat iemand domme of onnozele dingen zegt of doet - zid.də op an.nə kop gə.val.lə? * Men vindt dat iemand zich aan het overhaasten is - gə zi zjuu 'os.təg!? * Men vindt dat men met goed materiaal te maken heeft - das gjie.nə krot * Men vindt de situatie erg onprettig, ongemakkelijk of zorgelijk - tis tjien en taan.dər * Men vreest dat iemand de gevolgen van een ziekte of tegenslag pas later zal ondervinden - i zal ‘zin.nə ‘bots nog wel krijgn * Men vreest dat vader een beslissing weer niet zal goedkeuren - on.zən aan zal wel wir nie tak.'koord zin * Men vreest voor een slechte afloop - dour kom.mə mal.’eurn van * Men weet iemand zijn naam niet meer - ik ken a van ziens * Men wenst iemand op het einde van een gesprek het beste - sa.luu en ta.mu:.zə.ment; a.mə.’zeer.da * Men wil dat de ander goed beseft wat er speelt - ag.gə da mor wit! * Men wil dat iemand ophoudt met tegenspreken - aa don.nə fran.kən teut mor al! * Men wil de andere verzekeren dat het beloofde ook wordt gedaan - gə kun.tər van.op.oun * Men wil een jongen plagen en laten uitschijnen dat hij verliefd is of veel met meisjes omgaat - gə zin.nə ‘mes.kəs.zot! * Men wil een probleem aankaarten of iemand heeft het net over een probleem gehad - tis nog.’al iets, i! * Men wil een vrouw in een slecht daglicht plaatsen - tis ən trien! * Men wil meebeslissen in een zaak die je ook aanbelangt - kmoet dər uk min.nə zeg ovər doen * Men wil niet nadenken over wat er allemaal verkeerd kan gaan - kmag.gər nie goe op pɛ̃zn * Men wordt geacht een wederdienst te bewijzen of je hebt van iemand een wederdienst gekregen - tjien plə.zier is tan.dər wjɛ̃rd * Men wordt gevraagd actief deel te nemen maar men heeft geen fut of geen zin meer en weigert - lot mi, kzin blɛ̃ dak tlee.vən en * Men ziet een heftig gevecht - as.sə ma.kour də ‘es.səs mor nie ‘in.sloun * Men ziet elkaar terug en brengt het gesprek op gang - oe ed.do? * Men ziet of hoort iets dat ongepast, beschamend of ongeloofwaardig is - gə zi.gi zot 'zee.kərst! * Men ziet veel mensen die een plaatsje willen bemachtigen door te trekken en te duwen - da was dor ‘nog.al ə gə.drum * Men ziet veel mensen passeren - das ier nog.al ən bə.gan.kə.nis * Mijn geheugen laat me even in de steek - i kan dər nie ‘op.kom.mə * Na een bezoek aan een winkel besluit men om toch nog niets aan te kopen - kgon.dər nog.is oo.vər peizn * Natuurlijk ga ik! - van.’ɛ̃.gəst gon.nək! * Neem mij als voorbeeld - kikt nor mij; pakt mij na * Nu heb ik wat meegemaakt! - naa em.mək wa veur gad! * Op het laatste moment - op də nip.pər * Probeer me niet uit te dagen! - ries.’keer da nie! * Proost! - schol; san.'tee! * Toast bij het drinken - da.wə zə nog laank meugn meugn * Tot de volgende keer! - tot iejn van dees dou.gən! * Uitroep van medelijden - ‘och.got.tə.kes (indien sarcastisch bedoeld wordt de eerste lettergreep gerekt en ligt de klemtoon op de tweede lettergreep: ouch.‘got.tə.kes) * Van lage kwaliteit - das bucht; wan.nə krot is mə da! * Vanaf de puberteit begint een kind meer dan vroeger te eten - i is in zin.nən eet * Verstop je! - vər.’dukt a!; vər.stikt a! * Vol gas! - plan.’sjee! * Voor mij is het om het even - vur mij is tjien.dər * Vragen hoe laat het is - kik.is op a or.'loo.zjə - kik.tis op dor.'loo.zjə * Waar ga je heen? - wour god.də nor.toe? * Wacht eens even, klopt het wel wat je zegt? - ouw zee.kər, is.da wel zjuust? * Wanneer komen we nog eens tezamen? - wan.njier kom.mə wə nog is tjuup? * Wat blijft er voor mij over? - wa schie.tər vur mij oo.vər? * Wat heb je je nu laten opdringen? - wa həd.da naa lou.tən op.sol.fə.rən?  * Wat heb je nodig? - wa ed.də van.’doen? * Wat voor een bizar voorstel doe je nu!? - mi wa kom.də nou af!? * Wat voor een gulzigaard ben jij! - wa.sə nə schroep zid.də gij! * Wat voor een serpent ben jij! - gi.sə ros! * We gaan hem eens voor schut zetten (maar zonder kwade bedoeling) - wə gon.dər em is deur.sleu.rən * We hebben het gezellig - wem.mən oonz am.mə.zou.sə * We verdragen hem niet; we kunnen hem niet uitstaan - we keu.nan em nie af * Welterusten - slop.pal * Werk verder! - doe vjuurt! * Wie heeft er hier een windje gelaten? - wie ee.tər ier gə.prot? * Ze is in verwachting - zis in pos.’sie.sə * Ze loopt er pront bij (maar ook: ze is hovaardig) - zis ‘grjuut.səg * Ze volgt een dieet - zə sto.dop rə.’giem * Zoek je ruzie? - zoek.tə mot?; zoek.tə am.bras? * Zou dat wenselijk of mogelijk zijn? - zu.da? == Uitdrukkingen == * Als je bij wiezen maar één hoge kaart van een bepaalde kleur hebt, bv. de dame (waar je dan weinig of niets mee kan doen) - ən bljuu.tə dam ("nən bljuu.tə zot" heb ik nooit gehoord) * Als je een zaakje wil doen omwille van de voordelen, dan moet je er de nadelen bij nemen - das də bluts mi də buil * Blijf er met je poten af! - ‘blif.tər mi a ‘tin.gəls af! * Chinese vrijwilliger zijn; op een overtreding worden betrapt - kem ət on min.nə ‘rek.kər * Daar krijg je nog problemen mee! - dour god.də nog lij.nən mi rjuun * Daar zijn we vanaf! - da em.mə ach.tər tgat! * Dat ben ik erg beu - da angt min keel uit * Dat doe ik niet! - ge kun.zə kus.sən! * Dat is geen nieuws - das aa vuil * Dat is helemaal niet correct - da klopt van gjien kan.tən * Dat is lang geleden - das van de jou.rən stil.lə.kəs * Dat is overdreven - das bi də ou.rən gə.trokn * Dat is spijtig; dat is heel erg - das zoon.də * De regels voor het welvoeglijke, het wenselijke of het toelaatbare zijn te vaak overtreden - tgot oo.vər zin aat * De rekening is fel overdreven - dər is mi ə grjuut (of: dik) ‘pot.ljuud gə.’schree.vən * De toestand is vrij dramatisch - tzin nog.al lap.pən * Denk maar niet dat ik nog langer gedienstig ben en alles doe wat je wil - stop mor al mi al die ser.və.'tuu.tən! (eigenlijk: erfdienstbaarheid of servituut) * Een bits antwoord krijgen - ən snaa en ən beet; ə schjief antwoord krijgn * Een kind dat al de maniertjes van volwassenen aanneemt - tis nə ‘klɛ̃.nə ‘grjuu.tə * Een kind dat niet kan stilzitten; een ADHD’er - ə kwik.kəl.gat (verwijzing naar het vloeibaar metaal kwik dat wegspringt als je het probeert vast te nemen) * Een kind dat tegen de normale gang van zaken in, braaf lijkt te zijn - tis pər.’sies ən ei.ləg ‘bie.lə.kən * Een kind dat verwend is - tis nən bə.’dor.vən daans; tis nən bə.’dor.vən stroont * Een kind dat, na het spelen, heel vuil is geworden - i zie zjuu zwart as ‘mjuu.rə.kəs gat * Een man lacht zijn bierbuik weg - goei mar.sjan.die.zə stod oon.dər ən af.dak * Een ongeordend zootje van alles en nog veel meer - jiel dən ‘ba.ta.klang; jiel dən ut.sə.kluts; jiel də miek.mak; nen ‘an.nə.kəs.nest * Een plasje gaan doen - kgo kijkn of.dak nog ə man.nə.kə zin * Een vrouw van wie de man vaak uithuizig is - ən ‘lee.vən.də weef * Er is een vrouw verkracht - zem.mən ən vraa gar.ran.'zjeerd * Er was een felle ruzie - tee.tər gə.'klet.tərd; tzat.tər ‘boo.vən.ɛ̃rms op * Er was eerst onenigheid, maar nu zijn de problemen opgelost - tis wir ‘koe.ken.bak * Geen geluk hebben - mal.’sjaans em.mən * Grote schoenen - ‘oo.vər.zet.tərs * Heel snel - op nə kik en nə mik * Helemaal niets - rjɛ̃n də knots * Het ga je goed! - sa.luu ən də wind van ach.tər! (De reactie kan ook ironisch bedoeld zijn als men blij is wanneer iemand ophoepelt.) * Het gaat niet snel vooruit - da go.’dier vər.uit lek ‘bjuu.nə knjuu.pən * Het is heel stil - das ier tstil.stə van də mis; də muizn zitn in tmeel * Het is in orde!; ik heb het voor elkaar - tis (dik) in də sja.kosj! * Het is om zeep - tis nor də kljuu.tən * Het lied dat men het liefst hoort - min lijf.stuk * Het loopt in het honderd - da drwjaat ier vier.kant * Hij doet geen grote inspanning; hij trekt het zich niet aan - i voug.tər zin botn oun * Hij dramt door over de schadelijke gevolgen van wat eigenlijk maar een futiliteit is - i mok.tər nog.’al ə spel van! * Hij gaat slapen - i krupt in zin.nə nest * Hij gedraagt zich heel gek - i is zjuu zot as ən ‘ach.tər.deur; i ee nə slag van də meu.lən gad * Hij heeft dat heel snel gedaan - i ee.da gə.doun in nə kik en nə mik * Hij is bang - i nipt zə * Hij is blut - i ee gjie.nə rot.tə frang; i ee gjie.nə rot.tən bal * Hij is dronken - i ee.dən stuk in zin kroug; i ee.dən stuk in zin voetn * Hij is erg mager geworden - i is nog tvel oo.vər tbjien * Hij is ergens langer gebleven dan gepland - i is blij.ven plakn * Hij is in een arm gezin geboren - i is ui.tən ɛ̃.rəm broek gə.schud * Hij is misnoegd - i lot zin lep angn * Hij kan veel verdragen - i ee nən brjie rug * Hij kent iedereen - i kent God en klɛ̃n Pjie.rə.kə * Hij kon al dat werk niet gedaan krijgen - i kost da nie ‘bol.wɛ̃.rə.kən * Hij krijgt zijn deel van de erfenis - i krigt zin port * Hij maakt snel vorderingen; hij amuseert zich kostelijk (bv. op de dansvloer) - i go nog.’al nə gank * Hij maakt van zijn oren - i mokt van zin.nən tak * Hij valt in de smaak bij het andere geslacht - i ee veel oun.trok * Hij weet van niets - i wit van toe.tən noch blou.zən * Hou je goed! - aa.da struis! * Iedereen werkt op zichzelf, zonder gemeenschappelijke afspraken, waardoor tegenstrijdige besluiten worden afgekondigd en chaos ontstaat - ə ‘zot.tə.kəs.spel * Iemand aanmanen geen ijdele hoop te koesteren - kzun dər min ‘bjuun.tsjəs nie op tə wjiek leg.gən * Iemand aanmanen iets te doen - ach.tər zin ‘vod.dən (of: gat) zitn * Iemand aanmanen niet langer onzin uit te kramen of onwaarheden te vertellen - wast o weezn! * Iemand bij de kraag vatten (ook letterlijk: iemand immobiliseren door hem bij het nekvel vast te pakken) - kem em bi zin.nə schab.bər.’nak * Iemand deed iets stiekem; zonder dat iemand op de hoogte was - i eet ət ach.tər tgat gə.doun * Iemand die altijd met iets bezig is en geen rust neemt - i ee gjien ‘zit.tənd gat * Iemand die geen kant meer op kan; iemand die niet meer weggeraakt uit een penibele situatie - i is ər oun lek kal.lək on də muur * Iemand die goed zwemt of graag in het water speelt - ən ‘wou.tər.rat * Iemand die heel braaf en zachtaardig oogt - ge zud.dəm ‘dab.soo.lu:.sə ‘gee.vən zon.dər tə ‘biech.tən * Iemand die heel zat is - i ee dən stuk in zin ‘kljuu.tən; i ee dən stuk in zin ‘voe.tən * Iemand die het Nederlands keurig uitspreekt - i sprikt op də let.tər * Iemand die met of door zijn acties geen winst heeft geboekt - i komt van ən kaa ker.mes tuis * Iemand die veel eet - i ee nən ‘ol.lən tand; i ee zin kas vol gə.’stoo.kən; i is in zin.nən eet * Iemand die verzorgd is en de hygiëneregels toepast - i is proo.pər op zin ɛ̃.gən * Iemand doet of zegt iets dat veel te laat komt of erg onverwacht is - mi wa kom.de naa vur də pin.nən * Iemand dwingend duidelijk maken dat hij niet langer is gewenst - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Iemand een sarcastische opmerking maken, maar in een ietwat omfloerste formulering - nə stek 'gee.vən * Iemand foppen; iemand bedriegen - ən pee stoo.vən * Iemand gaat laat naar bed en is daardoor de volgende ochtend niet fris en amper in staat te werken - sou.ves grjuu.tə Jan en smɛ̃.rəs klɛ̃.nə man * Iemand gedraagt zich alsof hij de meerdere is of in alles de beste is - i ee.dət juug in ‘zin.nən bol; i ee.dət juug in zin stɛ̃r * Iemand geeft geen aandacht of zit met zorgen - i is ər mi zin.nə kop nie bij * Iemand heeft altijd wat voor of veroorzaakt altijd problemen - tis ol.ted a joenk of ən ɛ̃ * Iemand heeft een lelijk of onsympathiek gezicht - i ee.dən wee.zən om 'stoof.aat op tə kapn * Iemand heeft een ziekte opgedaan - i ee wa ‘op.gə.schɛ̃rd * Iemand heeft helemaal geen kracht - i ee mor 'pui.tə.macht * Iemand heeft kapsones - tis nog.al wa gə.scheetn * Iemand heeft sproeten - i ee.dach.tər də ‘bjɛ̃r.kɛ̃r gə.ljuu.pən * Iemand houdt zich van de domme - i gə.’bourt van krom.mən ous * Iemand iets op een zachte manier aan zijn verstand brengen - kzal tem is in zin juur blou.zən * Iemand iets wijsmaken - ie.mand ‘blos.kəs wijs.mou.kən; ən blous in zin.nə nek sloun * Iemand in het water kopje onder duwen - ən zeup gee.vən * Iemand is aan de deur gezet, met het weinige dat hij nog bezat – i is mi zin klie.kən en zin klak.kən ‘bui.tən.gə.smee.tən * Iemand is in slaap gevallen - zin blaf.fə.’tuu.rən val.lən toe * Iemand is niet geneigd over de brug te komen of van gedachten te veranderen - i boe.’zjeert nie * Iemand is nukkig of wil niet toegeven - i ee.dət in zin stɛ̃r * Iemand is overdreven spaarzaam - i zun.nə frang in twjie.jən bijtn; i zi.top zin gɛ̃ld * Iemand is zijn goede naam kwijt; iemand is in ongenade gevallen - i ee.tər gə.leen * Iemand kijkt de verkeerde kant op (of ruimer: doet alsof hij het probleem niet ziet) - i kikt van də ‘wɛ̃.rək * Iemand komt de afspraken niet na - gə kun.tər gjie.nə stout op ‘mou.kən * Iemand komt op een eerdere beslissing terug - i trekt zin.nə kak in * Iemand laat zich de mond niet snoeren en heeft telkens een weerwoord klaar - i ee.dən laank blad * Iemand met lange benen - i ee lan.gə treemn * Iemand moet dringend urineren - i moet gon blusn * Iemand niet kunnen uitstaan - i kan nie op zin weezn * Iemand opzettelijk doen vallen door je voet voor de voet van de andere te plaatsen - pjuut.sjə lapn; pjuut.sjə schɛ̃rn * Iemand stinkt heel erg - i stinkt uu.rən in.'trond * Iemand stopt met werken - i kust zin schup af * Iemand verdient goed de kost - i kan goe zin broek 'op.aan * Iemand voelt zich onheus behandeld - i is in zin gat gə.beetn * Iemand vraagt je alles tot in de kleinste details te vertellen, desnoods op een dwingende manier - i vrougt mi də pie.rən ut min.nə neus * Iemand wil zo graag iemand anders behagen - i ljuupt zin bjie.nən van oon.dər zin gat * Iemand wordt je vijand - i kjiert əm tee.gən ou * Iemand zet een grote mond op - i ee veel klap * Iets buitengewoons; een sterke prestatie - ‘straf.fən ‘toe.bak * Iets dat lang op je gemoed inwerkt - da blif.don də reb.bən plakn * Iets is helemaal doordrenkt - tis zo nat as mes (eigenlijk: mest) * Iets is uitstekend gedaan of goed geregeld - das ‘jies.tə klas * Iets kan gemakkelijk worden gedaan - ət go gə.lek ə ‘flut.sjən van nə sent * Iets snel tussen andere zaken afhandelen - tus.sən də soep en də pə.'tet.tən * Iets verkopen zonder verlies, maar ook zonder winst - kzin.dər zjuust on 'uit.gə.kom.mən * Iets wekt afgunst op - da stikt zin juugn uit * Ik ben bedrogen; ik heb tegenslag gehad - kzin gə.scheetn * Ik ben de pineut - kem ət vlagn; kem ət zitn * Ik ben het erg beu - kzint zjuu beu as kaa pap * Ik ga hem een veeg uit de pan geven - kzal zin pan is 'in.vetn * Ik heb er veel voor moeten doen; ik heb veel afgezien - kem min.nə ‘pjjɛ̃.rə gə.zien * Ik heb lang en verveeld staan wachten - ken dor ston ‘schjɛ̃l.juu.gən * Ik moest het onderspit delven - ‘ken.dər gə.’leen * Ik moet gaan kakken - kmoet nən baat gon legn * Ik vertrouw hem helemaal niet - kbə.traan em vur gjien our * Ik word steeds door hem geviseerd; ik word steeds door hem onheus bejegend - i ee nə piek op mij * Ik zal jouw geheimen en duistere zaakjes eens aan het licht brengen - kzal is ən ‘boek.skən oo.vər aa ‘oo.pən.doen * In onmin leven; niet met elkaar door dezelfde deur kunnen - zə lign oo.vər.’juup * Je bent teleurgesteld in iemand - kem.mi on aa mis.pakt * Je bent verschrikkelijk dom - gə zi zjuu loemp as ‘tach.tər.stə van ə ‘vɛ̃r.kən * Je hebt het perfect begrepen - gə 'zit.tər op * Je hebt het te bont gemaakt of te vaak geklaagd en je wordt wandelen gestuurd - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Je houdt me voor de gek - gə spilt mi min voetn * Je kan iedereen proberen te belazeren, maar bij mij lukt dat niet - mi jiel Aant.wɛ̃r.pə, mor nie mi mij * Je moet je er niet druk over maken - gə moe.tər a nie dik in mou.kən * Je zal de geldelijke gevolgen van je foute beslissing moeten dragen! - gə zut moe.tən bloe.jən! * Kwaad worden - uit zin kram.mən schietn * Lulkoek; onzin - zjie.vər in pak.skəs * Men ergert zich ergens aan - i krij.gə.tər tspeen van * Men gaat traag vooruit (letterlijk, maar ook in de afhandeling van een opdracht) - op zin duusd gə.’mak * Men geeft aan dat men in een zware periode zit - tzin kwjaa doug * Men geeft de raad een leugenachtig iemand niet te geloven - aa.do zak.kən toe! * Men geeft te kennen dat iemand erg bang is voor een zaak - i zit mit.tə ‘poe.pərs * Men geeft te kennen dat iemand erg zenuwachtig is - i wit mi zin ‘ɛ̃.gən ‘gjie.nən blijf * Men geeft te kennen dat iemand niets voor de kost doet - i leeft van dən ‘ee.məl.sən daa * Men heeft bedenkingen bij iemands opvoeding - oe is die op.gə.bracht? * Men heeft veel moeite voor niets gedaan - das al.lə.moul vur dən ond zin botn * Men is rechtdoorzee - klin.kət nie dan bot.sət mor * Men kan een actie van de ander niet waarderen - a.zjuu zin wə nie gə.’traad!; zjuu got.tə vlie.gər nie op! * Men leeft op kosten van iemand anders - i leeft op də kap van ən aan.dər * Men moet besluiten dat de rekening hoog oploopt wanneer men de prijs van alle afzonderlijke delen bij elkaar optelt - da rɛ̃.'dop * Men raadt aan niet langer over een zaak te piekeren - brik.tər an.nə kop nie oo.vər * Men raadt aan zich niet langer tegen een zaak te verzetten - leg.tər an.nə kop nef.fəst * Men vindt dat het slecht voor iemand is afgelopen - i ee zin bə.komst gad * Men vindt een vrouw te mager - get.tər gjie.nə pak oun * Men vindt iets te duur; men vindt dat men zich geen exuberante uitgaven kan veroorloven - da kan min.nən blaan (of: brui.nən) nie trekn! * Men voelt zich bedot - zən dər mi ‘op.gə.leen * Men vreest dat een probleem nog lang niet is opgelost - wə zin nog nie oun də nief pə.tet.sjəs * Men vreest dat iets heel lang gaat duren voor het af is - da zit.top tspel van zee.vən wee.kən * Men wil dat iemand van toon of onderwerp verandert - wast o weezn! * Men ziet geen heil in de voorgestelde oplossing - dour zin.nək vet mee! * Mensen die al te graag hun materiële welstand laten zien - zə zin vur dən uit.kom * Mijn schoenen knellen - min schoe.nən nij.pən * Mijn schoenen zijn te groot - min schoe.nən slokn * Ook al heb je geen zin, je moet het toch doen! - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Op goed geluk, zonder plan - op də wil.dən boef; opt goe val.lend uit * Oude spullen - aa nest * Voortdurend commentaar en kritiek krijgen van iemand - i zit al.tid op min.nə kap * Vreemdgaan - nef.fəst de pot pie.sən * Wat ben jij stom geweest! - gij.sən a.’juin! * Werk hard en snel door! - gif.tər ən ga.’let op!; gif.tər ən lap op! * Ze heeft een miskraam gehad - zə ee dər ‘bed.də af.gə.’gjuud * Zeuren - ən zoug span.nən [[Categorie:Taal]] 8fz5g2ka5hn401ufmr51adbe7jqkbqo 387944 387943 2024-04-26T09:00:02Z 2A02:1810:1C13:D600:C5CA:BA3:6565:81B9 /* GEBAK */ wikitext text/x-wiki {{Bi}} == Inleiding == ===Ontstaan en opbouw=== Het Kemzieks woordenboek: een nostalgische verzameling woorden, commentaren, reacties en uitdrukkingen die ik hoorde in mijn jeugd, zeg maar de jaren 60 en 70 (tussen haakjes een periode waarin woke niet bestond). Het is in opbouw. Dat betekent dat correcties, nieuwe lemma's en uitzonderingen op de uitspraakregels van harte welkom zijn (via mail: kemzieks.dialect@gmail.com of op de overlegpagina van dit woordenboek). In het woordenboek zijn de lemma's verdeeld over drie groepen: woordenschat, reacties en uitdrukkingen: a) De ‘woordenschat’ is verdeeld in woordsoorten (Werkwoord, Adjectief, Voornaamwoord, Bijwoord) en in een veertigtal arbitraire en niet-exclusieve thema’s (bv. Dier, Groenten en fruit, Snoep, Spel, Vleeswaren). b) In ‘reacties’ staan zinnen die men gebruikt om in het sociale verkeer (de pragmatiek) gevoelens, meningen en gedachten te uiten, om anderen te bevelen, om te reageren op wat anderen zeggen of doen,… c) In ‘uitdrukkingen’ wordt minstens één taalelement figuurlijk gebruikt. Samen met de zoekfunctie 'Doorzoek Wikibooks' moet die verdeling het opzoeken vergemakkelijken en de lezer aansporen om zelf naar woorden te zoeken die nog niet in dit woordenboek zijn opgenomen. De lemma's zijn alfabetisch geordend (apart binnen een groep, woordsoort of thema). ===Situering=== ==== Dialect van het Waasland==== Kemzieks heeft unieke woorden, maar veel meer deelt het de woordenschat met andere dialecten uit het Waasland (zoals het dialect van Sinaai, https://www.sinaaileeft.be/heemkring-den-dissel/#2018, of van Sint-Niklaas, https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Sint-Niklaas) en zelfs daarbuiten (zoals over de grens met Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen, https://oostzeeuwsvlaamsdialect.com). ==== Belgisch-Nederlands==== Het lexicon van het Kemzieks behoort vaak tot het "algemeen Vlaams", door Van Dale "Belgisch-Nederlands" of "gewestelijk" genoemd (zie ook: https://www.vlaamswoordenboek.be), bv. vuilblik, draperie, kozijn en muit, in het Kemzieks respectievelijk 'vul.blik, dra.pə.'rie, 'koz.zən en muit. ====Tussentaal==== Kemzieks (zoals ik het leerde kennen en gebruiken) heeft alle kenmerken van wat “de tussentaal” wordt genoemd. We beseffen dat de term "tussentaal" een negatieve connotatie heeft, maar de term is nu eenmaal ingeburgerd om de transitie van dialect naar AN te benoemen. Voor een overzicht van de kenmerken van de tussentaal in Vlaanderen, zie: https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/508/354/RUG01-002508354_2018_0001_AC.pdf (Vergeet niet dat ook Nederlanders een tussentaal hanteren, met kenmerken die soms afwijken van de tussentaal in Vlaanderen, zoals het gebruik van 'hun' als subject, bv. hun hebben dat niet geweten.) =====I. Fonologie===== * 1. Procope van de h-. De h aan het begin van een woord wordt niet aangeblazen en valt weg, bv. das eel goe (dat is heel goed), ond (hond), em (hemd), uiln (huilen). * 2. Procope van de eerste klinker of de eerste lettergreep, bv. kmag nor uis (ik mag naar huis), tuur.lək kom.mək! (natuurlijk kom ik!). * 3. Apocope. De eindmedeklinker of de eindlettergreep in korte woorden valt weg, bv. kem da nie gə.doun (ik heb dat niet gedaan). * 4. Syncope. De medeklinker of lettergreep in het midden van een woord valt weg, bv. das am.məl gə.loo.gən (dat is allemaal gelogen). * 5. Apocope van toonloze e op het einde van een woord. De toonloze e valt weg als het volgende woord met een klinker begint of met een h-procope, bv. zis (ze is), zee.'don.gər (ze heeft honger). * 6. Progressieve assimilatie. Als een woord begint met een d- én volgt op een woord dat eindigt op een -t, dan wordt die d- ook als t- uitgesproken, bv. i zit mit tə poe.pərs (hij heeft schrik – “hij zit met de poepers”), da.'doe.nə.kik nie (dat doe ik niet). * 7. Apocope van de eind-d. Werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, verliezen de eind-d, bv. kvin da nie (ik vind dat niet), win da nie op! (wind je niet op!). * 8. De svarabhaktivocaal. Toevoeging van een klinker, meestal de doffe e, in lettergrepen die eindigen op twee medeklinkers waarvan de eerste de l of de r is én de tweede geen t- of s-klank is, bv. mel.lək, wɛ̃.rək (werk), vol.lək. * 9. De auslaut van de eind-t. Als een woord begint met een klinker én volgt op een woord dat eindigt met een -t, dan wordt die -t als -d uitgesproken, bv. wa.dist? (wat is er?). * 10. Onomasiologie, met name de vervanging van ‘er’ en ‘daar’ door ‘dər’ of ‘dər-', bv. der is wa gə.beurd, kem em dər.straks nog gə.zien (ik heb hem daarstraks nog gezien), dər.veur zin.nək nie gə.kom.mən (daarvoor ben ik niet gekomen). * 11. De intervocale d wordt vervangen. Als een d tussen twee klinkers staat, dan wordt die -d- vervangen door een j of een w, bv. das ou.wən brol (dat zijn oude spullen), rij.jə wi nor uis? (rijden we naar huis?). =====II. Morfologie===== * 12. Verbuiging van de onbepaalde lidwoorden. Voor wie Kemzieks praat is het in principe een koud kunstje om te weten of een nomen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is: als je voor het nomen ‘nə’ of ‘nən’ kan plaatsen, dan is het mannelijk, in het geval van ‘ən’ is het vrouwelijk en in het geval van ‘ə’ is het onzijdig. * a) Als een mannelijk nomen begint met een klinker, een t, d, h of b, dan zegt men ‘nən’, in de andere gevallen zegt men ‘nə’, bv. nən ap.pəl, nən braar (een brouwer), nə man (een man). * b) Een onzijdig nomen krijgt als onbepaald lidwoord enkel een ə als het niet begint met een h of een klinker, bv. ə keend (een kind), maar ən uis (een huis). * 13. De verbuiging van functiewoorden (bv. voornaamwoorden en telwoorden) gebeurt zoals de verbuiging van onbepaalde lidwoorden, bv. min.nən ot.too (mijn au.to, want auto is mannelijk en begint met een klinker), min.nə koz.zən (mijn neef, want neef is mannelijk en begint met een n), min vraa (mijn vrouw, want vrouw is vrouwelijk), mi keend (mijn kind, want kind is onzijdig), dən twjie.dən elft (de tweede helft). Ook adjectieven worden vaak op dezelfde manier verbogen, bv. nə schjuu.nən ot.too (een mooie auto, want auto is mannelijk en begint met een klinker). * 14. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘jij’ of ‘je’ door ‘gij’ of ‘ge’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘gi’). Vervanging van het bezittelijk voornaamwoord ‘je’ of ‘jouw’ door ‘uw’ (in het Kemzieks vaak vervormd tot ‘aa’, ‘aa.nə’ of ‘aa.nən’). * 15. Vervanging van het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ door ‘i’, maar enkel in bevestigende of vragende zinnen, niet in uitroepende zinnen waarin de nadruk op het onderwerp ligt, bv. i komt (hij komt), kom.ti? (komt hij?), maar: ij ee.ta gə.doun! (hij heeft dat gedaan!). * 16. De verkleinvorm -kə(n) (of: -skə; -əkə) in plaats van -jə, bv. to.fəl.kə, koek.skə, bal.lə.kə. * 17. Cliticum. Persoonlijke voornaamwoorden vormen vaak een geheel met het voorgaande woord, meestal een werkwoord, en worden samen uitgesproken. Je hoort dan een -de of een -te na het werkwoord, bv. moog.də.gi da wel? (mag je dat wel?), wa heb.də zo.al? (wat heb je zoal?), wa moet.tə kom.mən doen? (wat moet je komen doen?). * 18. Wijziging van de meervoudsvorm van -s naar -n, en omgekeerd, bv. eieren wordt 'ɛ̃.rən maar ook 'ei.jərs, zonen wordt zeuns, draperieën wordt dra.pə.'ries. * 19. Wijziging van de werkwoordsvorm. * a) In de eerste persoon enkelvoud wordt vaak een -n toegevoegd, bv. wa ston.nək ier nog tə doen? (wat sta ik hier nog te doen?), wa.toen.nək naa!? (wat doe ik nu!?). * b) In de gebiedende wijs wordt vaak een -t toegevoegd, bv. zegt ət na mor! (zeg het nu maar!). * c) De persoonsvorm van het werkwoord ‘zijn’ wordt gewijzigd, zowel deze van de eerste als van de tweede persoon enkelvoud, bv. gə zit.tər (je bent er), gə zi schou (jij bent bang), kzin in dən hof ount spetn (ik ben in de tuin aan het spitten). =====III. Lexicon===== * 20. Woorden maar vooral uitdrukkingen uit het AN krijgen in tussentaal een alternatief, bv. kzin al veel gə.’bee.tərd (ik ben aan de beterhand), nən ‘et.tə.kop (een koppig persoon), tis om.mo kas op tə fretn (ik erger me daar erg aan maar ik kan er niets aan veranderen). * 21. Wijziging van het aanwijzend voornaamwoord ‘zulke’ in ‘zo’n’ (in het Kemzieks is dat zjuun) wanneer men het meervoud hanteert, bv. zjuun schjuu.nə ‘kaa.sən (zulke mooie kousen). * 22. Tussenwerpsels. Die hebben in principe geen betekenis in de zin, maar drukken vaak een emotionele appreciatie van de spreker uit, bv. al.li, wa stod.də dər na te doen!? (wat sta je daar te doen… dat verbaast me of dat ergert me), der was wijn, bier, kur.tən drank en.al (er was wijn, bier, sterkedrank… er was van alles, maar vraag me niet in detail wat precies). * 23. Archaïsmen. Plechtig klinkende, maar ouderwetse woorden, bv. desalniettemin (toch), gjɛ̃.rə (“gaarne”) (graag), vər.niet (gratis), mi ət spoor (per trein), in.dien (als), bee.zən (“bezigen”) (gebruiken), kriek ət nie (ik ruik het niet). * 24. Purismen. Een poging om schijnbaar vreemde woorden te vernederlandsen, bv. duimspijkər (punaise), droog.zwier.dər (centrifuge). =====IV. Syntaxis===== * 25. Redundantie. Men voegt aan het begin van een bijzin ‘dat’ toe, na een vraagwoord of een voornaamwoordelijk bijwoord, bv. kwil wel is zien of dat i vər.mou.gərd is (ik wil wel eens zien of hij vermagerd is), tjie.nəg.stə waar dak min.nə kop oo.vər breek (het enige waar ik me zorgen over maak…). * 26. Subjectduplicatie. Zowel de zwakke als de sterke vorm van het onderwerp komt voor in een zin, waarbij de sterke vorm soms wordt weggelaten, bv. da dur.vək ik nie (dat durf ik niet), pɛ̃s.də gi da? (denk je dat?). * 27. Toevoeging van het hulpwerkwoord gaan in de toekomende tijd, bv. kzal straks gon kookn (ik zal straks koken), kzal da mɛ̃.rən wel gon mwjaan (ik zal dat morgen wel maaien). * 28. Inkorting van het voegwoord zodat tot ‘dat’, bv. gə.brukt mor ə kom.pas, da gə nie vər.loo.rən ljuupt (gebruik maar een kompas zodat je niet verdwaalt). * 29. Voornamen van mannen worden vaak voorafgegaan door ‘de’, bv. de Guust komt. Vrouwelijke voornamen krijgen geen ‘de’, wel vaak ‘oonz’ (ons), bv. der is zə zi, oonz Mar.ja! (daar zie, daar heb je Maria!) * 30. De vervanging van hoeven door ‘moeten’ in negatieve zinnen, bv. gə moet.ta nie doen (je hoeft dat niet te doen). * 31. De vervanging van mochten door ‘moeten’ in hypothetische zinnen, bv. moest.ək rijk zin, kging nie.mjier wɛ̃.rə.kən (Mocht ik rijk zijn, ik ging niet meer werken, of, als ik rijk was, ging ik niet meer werken). * 32. Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep. In AN is de regel: alle niet-vervoegde werkwoorden op het einde van de zin mogen niet worden doorbroken door een deelwoord of een ander woord dan een werkwoord. In tussentaal geldt die regel niet, bv. zə zou.dən moe.tən gə.pro.beerd heb.bən hem te helpen (ze zouden moeten hebben geprobeerd hem te helpen), i zal nie kun.nən met də kɛ̃r vər.trekn (hij zal niet met de kar kunnen vertrekken). * 33. Adjectieven verliezen de eind-s na het gebruik van iets, veel of niets, bv. das iet spee.sjaal (dat is iets speciaals), gi et veel goed gə.doun (je hebt veel goeds gedaan). * 34. Redundant gebruik van ‘geworden’ en ‘geweest’ in passieve zinnen, bv. i is deur zin.nə koz.zən gə.roe.pən gə.wist (hij is door zijn neef geroepen), i is deur de mjies.tər vər.plotst gə.wor.rə (hij is door de leraar verplaatst). * 35. Het gebruik van 'als' als bijwoord van tijd in plaats van ‘toen’, bv. "Als ik hem nog eens bekeek, ..." * 36. De betrekkelijke voornaamwoorden ‘die’ en ‘dat’ stemmen niet overeen met het grammaticale geslacht van hun naamwoorden (De regel is: 'die' heeft betrekking op de-woorden en het meervoud, 'dat' heeft enkel betrekking op het-woorden), bv. die gast da goe kan shotn (die kerel die goed kan voetballen). ====Frans==== De invloed van het Frans is bovendien overduidelijk: tal van woorden zijn letterlijk uit het Frans overgenomen, bv. ən boe.'jot (een warmwaterkruik) of zijn aangepast aan de Kemziekse uitspraakregels, bv. nə koun.trə.’fjuur (een contrefort), nə soe.’tjen (een beha), nə paz.zə.’viet (een roerzeef), nə kas.’trol (een kookpot). == Uitspraakregels == Los van de regels uit de tussentaal heeft het Kemzieks enkele opvallende klankwisselingen. Die verschillen zelfs van deze van naburige dialecten, zoals het Stekens. Daarom eerst een introductie op de uitspraakregels. === De fonetische notatie in dit woordenboek === Dialect is niet bedoeld om geschreven te worden. Toch proberen we de uitspraak in het schrift te vatten, zonder exact fonetisch schrift omdat de lezing dan wordt bemoeilijkt voor wie niet vertrouwd is met fonetisch schrift. (Een voorbeeld van Kemzieks dialect in exact fonetisch schrift: https://www.dialectzinnen.ugent.be/wp-content/uploads/2016/05/I172_Kemzeke.pdf.) We zoeken een compromis tussen de spelling in het AN en de uitspraak van de woorden en zinnen. Daarbij worden de transscriptieregels beperkt gehouden. - c: als k geschreven als die als een /k/ klinkt; als een s als die als een /s/ klinkt - sch resp. ch blijven sch (een enkele keer sk, bv. ska.pu:.’lier) resp. ch; in woorden van het Frans afgeleid schrijven we ch als sj - d of t aan het einde van een woord: we volgen de spelling in het AN - '''de doffe e''' (of: onbeklemtoonde e; sjwa): we noteren '''een ə''' wanneer in het AN een klinker wordt geschreven die niet klinkt zoals het klinkerteken e, ee, i of ij, maar als de doffe e, bv. in de eerste en de laatste lettergreep van vervelend (vər.’vee.lənd), maar ook in heilig (‘ei.ləg), en in de laatste en voorlaatste lettergreep van zakelijk (‘zaa.kə.lək) - '''de ‘vuile’ ei''': genoteerd '''als de neusklank ɛ̃''' (zoals te horen in het Franse il tient, pain en enfin, dus verschillend van de Franse è in élève), wat in het Kemzieks dan woorden oplevert als als mɛ̃ (mei), bjɛ̃r (beer), pjɛ̃rd (paard), dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei) en zjə.'lɛ̃ (gelei) - een lange klank, ook in een open lettergreep: we noteren steeds een dubbele klinker - h: we noteren geen h, ook al zou je die soms wel enigszins horen - ou en au: allebei als ou geschreven - x: als ks geschreven Bovendien splitsen we de woorden in lettergrepen met een punt (.) Merk hierbij op dat in het Kemzieks korte woorden vaak worden samengetrokken tot één woord en zelfs tot één lettergreep, bv. tis (het is), kem (ik heb), 'doe.ta (doe dat), 'kem.mər (ik heb er), ag.gə (als je). Waar nodig wordt de beklemtoonde lettergreep voorafgegaan door een accent ('). Merk hierbij op dat een lettergreep met een doffe e nooit wordt beklemtoond. In woorden die van het Frans zijn afgeleid wordt in principe de klemtoon gelegd op de laatste lettergreep, op voorwaarde dat die geen doffe e bevat. Vormvarianten en synoniemen worden gescheiden door een kommapunt (;). === Lange en korte klinkers === 1. De belangrijkste klankwissel is die van de /aa/ in de /ou/(au) en omgekeerd, wat betekent dat bv. zaad zoud wordt en, omgekeerd, zout zaat. De /aa/ wordt in principe /ou/, bv. gebraad wordt gə.broud, baan wordt boun, baal wordt boul en kaas wordt kous, zaak wordt zouk, Spaans wordt Spouns (ook: Spons). Maar er zijn uitzonderingen, bv. laag wordt ljieg. 2. Indien de /aa/ gevolgd wordt door een /r/ of /f/, hebben we een geval dat nauwelijks van regels kan worden voorzien. * De regel hierboven is dan soms nog van toepassing, bv. baard wordt bourd, braaf wordt brouf. * Soms krijgen we twee uitspraakmogelijkheden, bv. kaarten wordt 'kour.ten, soms verkort tot 'kor.ten; vaart wordt vourt, soms verkort tot vort. * Soms wordt de /aa/ dan een /oe/, bv. taart wordt toert. * Soms wordt de /aa/ dan een /jɛ̃/, bv. paard wordt pjɛ̃rd, vaars wordt vjɛ̃s, klaar wordt kljɛ̃r, staart wordt stjɛ̃rt, gaaf wordt gjɛ̃f. De ɛ̃ klinkt als de uitroep wanneer men iets smerigs ziet, een 'vuile' ɛ̃ dus, zoals in dwɛ̃l (dweil), zɛ̃s (zeis), ɛ̃ (ei). Door de voorafgaande j klinkt het geheel voor buitenstaanders dan nog 'vuiler'. We merken op dat de toegevoegde /j/ in het Kemzieks (maar ook in andere dialecten) essentieel is. Het is dan ook verwonderlijk dat slechts een enkel werk die klank systematisch opneemt, als men probeert de uitspraak van een dialect in het schrift te vatten. 3. Indien de /aa/ in een open lettergreep gevolgd wordt door een /d/, hoort men /wjaa/, bv. made wordt mwjaa, lade wordt lwjaa, kade wordt kwjaa. 4. De /ee/ wordt /ie/, bv. been wordt bjien, zeem wordt zjiem, verkeerd wordt vər.'kjierd, zeer wordt zjier, zeel wordt zjiel, mees wordt mjies, geleerd wordt gə.'ljierd, speeksel wordt 'spjiek.səl. Ook in deze gevallen hoor je de voorafgaande /j/. Merk op dat de /ie/, na een klankwisseling met /ee/, iets meer langgerekt is dan de /ie/ in woorden zoals dier of bier. * Maar als de /ee/ gevolgd wordt door een /r/, dan wijzigt de klank in /jɛ̃/, bv. beer wordt bjɛ̃r, peer wordt pjɛ̃r, verteren wordt vər.tjɛ̃rn. * Soms wijzigt de /ee/ gevolgd door /k/ of /l/ in een korte i, bv. preekstoel wordt 'prik.stoel, speeltuin wordt 'spil.tuin en steekt wordt stikt. * En soms blijft de /ee/ gewoon /ee/, bv. keel, meel, 'dee.kən, 'kee.təl. 5. De /ei/ (maar niet de ij!) wordt als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. klein wordt klɛ̃n, trein wordt trɛ̃n, sprei wordt sprɛ̃, maar lijn blijft lijn, fijn blijft fijn, kwijt blijft kwijt en wijs blijft wijs. * Soms wordt de /ei/ een /iej/ (of: /jie/), bv. eik wordt iejk. * Merk op dat in de vergrotende trap de /ei/ een doffe ə wordt, bv. klein wordt klɛ̃n, maar kleiner wordt 'klən.dər. De /ij/ wordt in dat geval een korte i, bv. fijn blijft fijn, maar fijner wordt 'fin.dər. Dat is ook zo in het verkleinwoord, bv. onderlijf blijft 'oon.dər.lijf, maar onderlijfje wordt 'oon.dər.lif.kə, wijfje wordt wif.ke. * In woorden die eindigen op -ij wordt de /ij/ toch ook als ɛ̃ uitgesproken, bv. melkerij wordt mel.kə.'rɛ̃, brouwerij wordt braa.wə.'rɛ̃, koterij wordt koo.tə.'rɛ̃, vrij en blij wordt vrɛ̃ en blɛ̃. * Soms wordt de -ij- een korte i, bv. zijn wordt zin, slijpsteen wordt 'slip.stjien. * Het achtervoegsel -lijk wordt meestal als /-lek/ uitgesproken, maar ook wel als /-lək/. 6. De /ie/ wijzigt niet, bv. bier blijft bier, lief blijft lief en liegen blijft 'lie.gən. * Maar in een open lettergreep wijzigt de /ie/ gevolgd door een -d, in /jie/, zonder -d, bv. wieden wordt wjien en bieden wordt bjien. 7. De /oo/ wordt /uu/, bv. poot wordt pjuut, dood wordt djuud, koord wordt kjuurd, doe voort wordt doe vjuurt, doos wordt djuus, pastoor wordt pas.'tjuur (of pas.tər), hoger wordt 'hjuu.gər, kantoor wordt kan.'tjuur. De /uu/ wordt telkens voorafgegaan door de /j/. * Soms wordt de /oo/ een /eu/, bv. voordeur wordt veur.deur, voordat wordt 'veur.da (let op: een voor op een veld is een vjuur). * Een enkele keer wordt de /oo/ een /oe/, bv. oogst wordt oest. * En soms hoor je geen klankwisseling, bv. woord blijft woord en boter blijft 'boo.tər. 8. De /ou/ (ook als au geschreven) wordt /aa/, bv. koud wordt kaad, zout wordt zaat, kous wordt kaas, dauw wordt daa, grauw wordt graa, brouwer wordt braar, verkouden wordt vər.'kaan, verbouwen wordt vər.'baan. * In de laatste drie voorbeelden is bovendien te horen dat woorden die een doffe e bevatten in de laatste lettergreep, die lettergreep verliezen. Die wordt "opgegeten" (Dat woord wordt zelf opgegeten en klinkt als "op.geetn". De doffe e valt tweemaal weg, alleen de lange ee blijft over.) 9. De /ui/ wijzigt in principe niet, de /eu/ en de /oe/ ook niet, bv. ruin blijft ruin, deur blijft deur en boer blijft boer. 10. De /uu/ wijzigt niet, bv. gebuur blijft gə.’buur en zuur blijft zuur. * Soms wordt de /uu/ als /ie/ uitgesproken, bv. vuur wordt vier, duur wordt dier. 11. In de rubriek Tussentaal werd al vermeld dat de doffe e wegvalt, indien het volgende woord begint met een klinker of een h. Het Kemzieks gaat nog een stap verder. Een doffe e op het einde van een meerlettergrepig woord eindigend op -en is soms nauwelijks hoorbaar, waardoor de voorlaatste medeklinker samen met de eind-n als een combinatie wordt uitgesproken, bv. pə.'tet.tən klinkt meer als pə.'tetn, gə.'val.lən wordt gə.'valn, bə.'spree.kən wordt bə.'spreekn. Hierdoor klinkt de eind-n wat langer, zoiets in de aard van "-neuh". Of de doffe e wordt uitgesproken of niet varieert van persoon tot persoon (een mompelende spreker zal de ə sneller weglaten) en van situatie tot situatie (in een enerverende situatie zal de ə sneller worden weggelaten dan in een rustige situatie). 12. Korte klinkers veranderen meestal niet, bv. pad blijft pad, tas blijft tas, pit blijft pit, pet blijft pet, pot blijft pot, put blijft put, zus blijft zus. Een enkele keer wordt de /u/ wat langer uitgesproken, maar niet zo lang als de lange u, bv. in autobus en bushokje. We noteren in dat geval /u:/ in 'ot.too.bu:s en 'bu:s.kot.sjə. * Toch zijn er ook weer uitzonderingen en wordt de korte klinker een lange klank, bv. gas wordt gaaz en butaangas wordt 'buu.tə.gaaz, film wordt fielm, klink wordt kleenk, dansen wordt 'daan.sən. * De /a/ en /e/, gevolgd door een /r/, worden als /ɛ̃/ uitgesproken, bv. varken wordt 'vɛ̃r.kən, hart wordt ɛ̃rt, werken wordt 'wɛ̃.rə.kən, weliswaar zonder toegevoegde /j/, zoals in het geval van de lange aa en ee. Hoewel, soms wordt toch weer een /j/ toegevoegd, bv. karnemelk wordt kjɛ̃.rə.melk. * Soms wijzigt de /a/ in /e/, bv. trakteren wordt trek.'tee.rən. * De /o/ gevolgd door een /r/ wordt als /u/ uitgesproken, bv. kort wordt kurt, dorp wordt durp. === Tweeklanken === 13. De /ɔi/ wijzigt in ouj, bv. hoi wordt ouj en cowboy wordt koo.bouj. 14. De /ai/ wijzigt niet en wordt als /aj/ geschreven. 15. De /aai/ wordt een nauwelijks in fonetisch schrift te vatten eindklank /aa/, voorafgegaan door een combinatie die nog het best wordt voorgesteld als een half-ingeslikte w en een j, na de voorgaande medeklinker, bv. maaien wordt mwjaan, zwaaien (maar ook zaaien) wordt zwjaan, kraaien wordt krwjaan, draaimolen wordt 'drwjaa.meu.lən. 16. De /eeu/ wordt /jie/, bv. leeuw wordt ljie en meeuw wordt mjie. 17. De /ieu/ wijzigt niet, behalve: nieuws wordt nu:s en nieuw wordt nu:f. 18. De /oei/ wijzigt niet, bv. bemoeial blijft bə.'moei.al. 19. De /ooi/ wijzigt een enkele keer in /wjoe/, bv. hooi wordt wjoe, savooi wordt sa.'vwjoe, dooien wordt dwjoen, maar meestal in /juu/, bv. gooien wordt gjuun, rooien wordt rjuun, dooien wordt djuun, strooien wordt strjuun, schoon wordt schjuun. * Maar meestal is er geen klankwisseling, bv. mooi blijft mooi. (Misschien had er geen klankwisseling plaats omdat Kemziekənjɛ̃rən nooit "mooi", maar altijd "schjuun" zeggen? Ze zeggen: ‘ən schjuu.nə vraa’, ‘ə schjuun kind’, 'ən schjuu.nə pree' en ‘ne schjuu.nən boek’.) === Medeklinkers === 20. In het Kemzieks, zoals in andere dialecten, komt de weglating van een medeklinker vaak voor (zie rubriek Tussentaal: procope, apocope en syncope), bv. gerst wordt gjest, peinzen wordt peizn, gras wordt gas, hemd wordt em. Maar een enkele keer wordt een medeklinker toegevoegd, bv. kotelet wordt kor.tə.’let. 21. Een bijzonder geval van apocope: woorden eindigend op -w verliezen altijd de eind-w, bv. mouw wordt maa, gauw wordt gaa, een duw wordt nən daa, vrouw wordt vraa, schouw wordt schaa, gebouw wordt gə.’baa, touw wordt taa. 22. Een enkele keer wijzigt een medeklinker, bv. blauw wordt blaat, hebben wordt 'em.mən. 23. Soms wordt een enkelvoudige medeklinker verdubbeld, bv. elektriciteit wordt el.lən.'triek, notaris wordt no.'tor.ries, kamer wordt kom.mər. Maar het omgekeerde gebeurt soms ook: een dubbele medeklinker wordt enkelvoudig uitgesproken (of is nauwelijks hoorbaar), bv. geribbeld wordt gə.re.bəld. 24. Hersyllabisering. Een medeklinker wordt naar de volgende lettergreep verplaatst, bv. ont.er.ven wordt on.'tɛ̃r.vən, hij ziet er goed uit wordt i zie.tər 'goe.duit. 25. De -ng op het einde van een woord wordt als /ng/ uitgesproken, maar nog vaker als /nk/, bv. paling wordt 'pol.link, vertelling wordt vər.'tel.link, ring wordt rink. 26. Na een lange klinker in het Kemzieks klinkt de -s soms eerder als -z, bv. kouz (kaas), gaaz (gas). == Woordsoorten == ===ADJECTIEF=== * Aangedampt (bv. een spiegel of een ruit) - 'oun.gə.doempt * Bang - bə.’naat; ‘schou * Barstensvol - pro.pəs.tə.vol * Bekaf - pomp.af * Beschamend - ‘schom.tə.lek * Bezopen; stomdronken - 'poe.pə.loe.rə.zat; ‘stroont.zat * Breed - brjied * Doorzichtig - gə zie.tər ‘los.sən.deur * Duur en goedkoop - dier;’kos.tə.lek en ‘goe.je.kjuup * Eigenaardig; bizar; vreemd - our.dəg * Erg; in hoge mate - nɛ̃g; 'bjies.təg * Gaaf - gjɛ̃f * Gaar (bv. gekookte aardappelen of groenten) - zocht * Geribbeld - gə.’re.bəld * Gerimpeld (huid); gekreukt (bv. hemd, blad papier) - vər.’rom.pəld * Geschift (bv. melk) - gə.kab.bəld * Glad - ‘glat.təg * Graag - gjɛ̃.rə * Gratis - vər.’niet * Hard en zacht - et en zocht * Heel donker - 'pik.kən.don.kər * Heel droog - poe.jər.drjuug * Hoog - juug; uujg * Hoorndol; gek gemaakt, in het bijzonder door lawaai of te veel informatie - juu.rən.dul * In een gebukte houding - i zit op zin uk.kən * Jaloers - zja.’loes * Jong en oud - joonk en aad * Klein, kleiner, kleinst - klɛ̃n, 'klen.dər, klenst; klɛ̃nst * Kort - kurt * Lager en hoger - 'ljie.gər en 'juu.gər * Lang en langer - laank en lan.gər * Lelijk en mooi - ljulk en schjuun * Met bladgoud bekleed - vər.guld * Nadelig - schwjaa.lek * Niet duur - ‘prij.sə.lek * Nieuw en oud - nuuf en aad * Nipt - nip * Onbeleefd; vrijpostig - as.'grant * Ongeduldig - on.gə.'duu.rəg * Opvallend (met een negatieve bijklank) - per.mɛ̃n.təg * Opzettelijk - as.’pres * Ouderwets - ‘aa.wets; ‘aa.rə.wets * Overdadig; buitensporig - van ‘kan.nie.mjier * Overrijp - ‘maa.tər * Plezant; leuk - 'leu.təg * Precies - pər.'sies * Ranzig (bv. boter die niet koel werd bewaard) - rens * Razend - 'ros.təg; kol.jɛ̃.rəg * Roze - roos * Schoon en schoner - schjuun en schjuun.dər * Verschillend - tə.’frent * Vervallen (bv. een gebouw dat niet onderhouden is) - 'oon.dər.kom.mən * Vervelend - am.bə.’taant * Verwelkt - vər.schruun.səlt * Vlaams - Vloms * Voos (bv. een hand of een been) - vjuus  * Vriendelijk - ‘vrien.də.lek * Vrij en blij - vrɛ̃ en blɛ̃ * Warm en koud - wɛ̃rm en kaad; kaa * Weinig - wɛ̃.nəg * Wreed - wrjied * Zacht - zocht ===BIJWOORD=== * Alles samen - al.tə.gour * Altijd en nooit - al.tid en njuut * Bijna - ost; bə.kan; bə.kans; bə.kanst; vɛ̃r; bots * Bijvoorbeeld - 'pak.na * Daar - gin.tər * Dat daar! - ‘da.dour!; ‘da.tor! * Dikwijls - dik.kəls * Doorgaans; gewoonlijk - 'deur.gons * Eender - jien.dər * Eender wie - jien.dərt wie  * Even - 'ee.və.kəs; 'ef.kəs * Heen en terug - ‘oo.vər.en.tweer * Helemaal - ‘gjie.lə.gans; ‘gjie.lə.ganst * Helemaal niet - bə.lan.gə nie * Helemaal niets - rjɛ̃n.də.knots * Hoe langer hoe meer - al.langs.om.’mjier * Ieder om de beurt - elk zin.nən toer  * Immers - om.mərst * Maar - mo; mor * Naargelang - ‘nou.və.nant * Nee - njie * Nadien - nor.’dien * Nochtans - pər.’tang * Ook - uk; juuk * Om het eerst - ‘om.tər.jiest * Ongeveer - a.peu.’pri * Onophoudelijk - gə.’duu.rəg * Opnieuw - op.tər.’nuuf * Per ongeluk - per mal.’eur * Per se - mal.gree * Plots - al.mi.nə.’kjier * Rakelings - ‘schjɛ̃r.lings * Samen - tjuup * Soms - a.mets; som.tets * Steeds opnieuw - ‘alt.mor * Trouwens - en.dər.bij (gebruikt als introductie op het finale argument als men een discussie dreigt te verliezen) * Uitermate - tee.gən də 'stɛ̃.rən op * Van zodra - van.ast; zju.gaa * Vanzelfsprekend - van.ɛ̃.gəst * Veel te veel - veels tə veel * Vooraf betalen - in a.’vaans bə.’touln * Vooraleer dat… - veur.dak; veur.da.gə; veur.da.tij; veur.das.sə; veur.dam.mə; veur.da.gul.dər * Zeer traag - op zin ‘el.fən.der.təg.stə * Zo een... - a.zjuu (mannelijk of onzijdig); a.zjuun (vrouwelijk) * Zoals - gə.lek ===VOORNAAMWOORD=== * Dat (aanwijzend voornaamwoord) - da (onzijdig); die (vrouwelijk); die.nə; die.nən (mannelijk) * Dat is van haar (bezittelijk voornaamwoord) - das teur * Dat is van hen (bezittelijk voornaamwoord) - das tul.dər; da van ul.dər * Die; dat (betrekkelijk voornaamwoord): de man die (mannelijk); het kind dat (onzijdig); de vrouw die (vrouwelijk); zij die (meervoud) - dən die.nən; tkeend da; zij die; də die * Dit; deze (aanwijzend voornaamwoord) - deez (onzijdig of vrouwelijk); dee.zə; dee.zən (mannelijk) * Elkaar - ma.'kour * Haar (bezittelijk voornaamwoord) - eur (onzijdig of vrouwelijk); eu.rən of eu.rə (mannelijk) * Jouw; je; uw (bezittelijk voornaamwoord) - aa of o (onzijdig of vrouwelijk); aa.nə, aa.nən of o.nə (mannelijk) * Jullie (bezittelijk voornaamwoord) - ul.dər (onzijdig of vrouwelijk); ul.də.rə of ul.də.rən (mannelijk) * Mijn (bezittelijk voornaamwoord) - min (onzijdig of vrouwelijk); min.nə (mannelijk) * Ons (bezittelijk voornaamwoord) - oonz (onzijdig of vrouwelijk); oon.zən (mannelijk) * Van wie...? (vragend voornaamwoord) - wie.zə…?; wies…?; wie.zən…? * Waar? (vragend voornaamwoord) - wour? * Wanneer? (vragend voornaamwoord) - wa.'njier? * Wat voor een...? (vragend voornaamwoord) - 'oe.kən...? (onzijdig of vrouwelijk); 'oe.kə.nə...? (mannelijk) * Welke...? (vragend voornaamwoord) - waf.fər...; waf.fə.rə...? * Zijn (bezittelijk voornaamwoord) - zin (onzijdig of vrouwelijk); zin.nə of zin.nən (mannelijk) ===WERKWOORD=== Vooraf: de tweede persoon jij (enkelvoud) en jullie (meervoud) is in het Kemzieks gij of gi respectievelijk gul.dər. * Ademen - ‘os.sə.mən * Afbieden - ‘af.bjien * Afduwen - ‘af.dougn * Applaudisseren; spreken - klapn * Bedelen; schooien - schwjoen * Beentje lichten - ‘pjuut.sjə schɛ̃.rən * Behanglijm aanbrengen - ‘in.papn * Beledigen - af.fron.’teern * Bespieden; op slinkse wijze afhandig maken - ‘af.loern * Bevroren - bə.’vroo.zən * Bidden om onheil af te wenden - 'oo.vər.lee.zən * Biljarten - biel.'jaa.rən * Boodschappen doen - om kom.’mis.sies goun * Bouwen - baan * Braken - ‘spou.gən * Branden - bran.nən * Breien - brɛ̃n * Brouwen - braan * Dansen - 'daan.sən * Dat ben ik - da ‘ben.nə.kik; da ‘zin.nə.kik * Dat is goed besteed - das goe bə.'stjied * De kerkklokken luiden - də klokn luin * Denk je dat? - ‘pɛ̃s.də gi da? * Draaien - drwjaan * Druk bezig zijn - in də weer zin * Duw een beetje - daat ən bik.kə! * Duwen - daan; dou.gən * Een beetje opzij of achteruit gaan - ‘dɛ̃.zən * Een heftig, overtuigend betoog houden - 'af.stee.kən * Een leiding of een kabel in huis brengen - bin.nən.trekn * Een nieuwe pastoor feestelijk ontvangen - ‘in.hou.lən * Een omheining plaatsen (bv. rond een weide) - ‘af.mou.kən * Een stukje losmaken; afbieden - 'af.piet.sən * Een taak voortijdig beëindigen; ergens mee stoppen - 'uit.schjien * Er is gevochten - dər is gə.’bad.dərd * Erwtjes uit de peul losmaken - ert.sjəs puurn * Eten, in het bijzonder op kamp - ‘bie.kən * Flink doorwerken - buz.zə gee.vən * Fluiten - schuf.fə.lən * Fruit stelen uit een boomgaard - 'bun.də.rən * Gaan: ik ga; gij gaat, hij gaat, wij gaan, jullie gaan - goun: ik go;kgon, gij got, i go, wij gon, gulder got * Gaan, maar dreigen te vallen; waggelen - 'zwɛ̃n.sə.lən * Gebruiken - ‘bee.zən * Gedacht - gə.docht * Geeuwen - ‘gou.pən * Geregeld in het gezelschap van iemand vertoeven - ‘op.trekn * Gescheiden - gə.’schjien * Gooi het - ‘rjuu.gət * Gooien - rjuun; piern * Gulzig en veel eten - fretn; boe.fən * Hakkelend spreken - ‘dod.də * Hard vallen - 'tot.tə.rən * Hard werken - tra.’vakn * Hardnekkig weigeren iets te doen - ət vər.rek.kən * Hebben - ɛ̃n; tegenwoordige tijd: kem of ken, gij et, i eet of i ee, wi em.mən, gul.dər et; verleden tijd: ik aa, gij ad (of: aad), i ad, wi em.mən gad, gul.dər et gad (in het meervoud gebruikt men een voltooid tegenwoordige tijd in plaats van een onvoltooid verleden tijd); voltooid deelwoord: gad * Hebben (bij inversie) - em.mək?, ed.də gij?; ee.ti?, em.mə wi?, ed.də gul.dər? * Heftig discussiëren - strɛ̃n * Herstellen; oplappen - ‘op.kal.lə.’faa.tə.rən * Hij denkt dat wij het waren - i pɛ̃st dam.me wij ət wou.rən * Hij heeft een hele taart opgegeten - i ee dən jiel toert ‘bin.nən.gə.spild * Hij heeft het gezegd - i ee.dət gə.zeed; i ee.dət gə.zeen * Hij is begonnen! - ij is bə.gost! (in een uitroepende zin wordt de /ij/ in het voornaamwoord behouden) * Hij is geslagen - i is 'af.gə.toept * Hij is verdwenen - i is scham.pa.’vie * Hij is vertrokken - i is vju:rs (of: vju:s) gə.goun * Iemand aanspreken om wat van die persoon te bekomen of om hem terecht te wijzen - ie.mand ‘oun.pieln * Iemand een ferme loer draaien - nə kljuut ‘af.drwjaan * Iemand goederen of geld afhandig maken - ‘af.lui.zən; ‘af.loe.rən * Iemand iets opdringen - ‘op.sol.fə.rən * Iemand polsen of uithoren - ‘lut.sən * Iemand prijzen en bewieroken - bə.’bof.fən * Iets afwijzen - ‘af.ket.sən * Iets doen wat niet mag; kattekwaad uithalen - iets ‘uit.stee.kən * Iets goed afwerken - tə.goei doen * Iets in elkaar flansen; iets zelf proberen te herstellen - fa.brie.’kee.rən * Iets snel afhandelen - ‘af.lapn * Iets stouts doen - mis.peu.tə.rən * Iets vluchtig lezen - oo.vər.’lee.zən * Iets zodanig behandelen dat het onbruikbaar is geworden - vər.rin.nə.'wee.rən * Ik dacht - kdocht * Ik heb dorst - kem dust; ken dust * Ik heb gespeeld - ken gə.spild * Ik kon - i kost * Ik moet het niet hebben - kmoet ət nie ɛ̃n * Ik schrok - kvər.’schoot mi * Ik schrok heel erg - kvər.’schoot mi nən bult * Ik spreek, jij spreekt, hij spreekt - kspreek, gij sprikt, i sprikt * Ik zou, hij zou, wij zouden - ik zo; ik zon, i zo; wi zon * In het water stoeien - in twou.tər plet.sən * Indien het zou regenen - moest ət gon reeg.nən * Inmaken; wecken - ‘op.leg.gən * Je hebt gemorst - get gə.’smod.dərd * Je hebt het begrepen! (ironisch) - get ət gə.’snoo.pən! * Klauteren - ‘klef.fə.rən * Knellen (bv. een deur of schoen) - pran.gən * Knijpen - piet.sən * Kritiek geven op een venijnige manier - 'deur.steekn * Kwijlen - zab.bə.rən * Laden - lwjaan * Langskomen; bij iemand op bezoek gaan - ‘af.kom.mən * Lawaai maken - la.’wɛ̃t mou.kən * Liften - ot.too.’stop doen * Lijken op - trekn op * Lippenstift aanbrengen - ‘rjuud.sə.lən * Luisteren - lus.tə.rən * Mank lopen - ‘pik.kə.lən * Men gunt iemand iets - tis a gə.jond * Men is nog niet aan een nieuwe situatie gewend - da vourt * Men wordt in verlegenheid gebracht - kzin in af.’fron.tə gə.valn * Mengen - 'oon.dər.jien doen * Moeten - moes.tən; moetn * Mogen, ik mag, jij mag, hij mag - meu.gən, kmag, gij meugt, i mag * Mompelen - 'moom.pə.lən * Morsen; knoeien - 'mjuu.sən * Nabootsen - ach.tər.’nou.doen * Omgooien - 'om.piern * Omvallen - stuikn * Onderzoekend, krig - tisch bekijken - ‘mie.rən; ‘af.let.tən * Onrustig en voortdurend kleine bewegingen maken (bv. mieren) - kra.'wie.tələn * Ontkennen; heftig weerleggen - ‘af.strɛ̃n * Op een hoop gooien - op nən juup klet.sən * Opgegeten - ‘op.geetn * Opjagen - ‘af.staan * Opzichtig kauwen - ma.sjən * Pesten - koe.jə.'nee.rən * Piekeren - prak.kə.zee.rən * Pochen - bof.fən * Prakken - ‘ded.də.rən * Pruilen - moon.kən * Raden; gokken - grwjaan * Remmen - ‘frɛ̃.nən * Rijden - rɛ̃n * Roddelen - kom.’mee.rən * Ronddolen - ‘tsjoo.lən * Ruien (bv. een hond of een kip) - rui.vən * Ruilen - ‘man.gə.lən * Schaatsen - schet.sən * Schommelen - bie.zə.’bij.zən; ‘bij.zən * Slippen (met de auto) - pa.tie.nee.rən * Sloffen (gaan); traag komen aanlopen - ‘stes.sə.lən * Smakelijk lachen - gib.bə.rən * Sneeuwen - snjien * Snel naar meerdere plaatsten gaan -‘rond.sjeezn * Snijden, ik snij, ik heb gesneden - snɛ̃n, ksnɛ̃, kem gesneen * Snurken - ‘roon.kən * Spitten - spetn * Spreken - klapn; kou.tən; ri.zə.'nee.rən * Spuwen in één fluim - spjiekn * Spuwen in meerdere korte stoten - ‘spug.gə.lən * Stelen - schoepn; piekn; ‘schjief.sloun * Sterven - 'stɛ̃.rə.vən; 'stɛ̃r.vən * Stevig gaan drinken - pin.tə.'lie.rən * Stoeien (maar met het grote risico dat het eindigt in ruzie) - fiek.fak.kən * Struikelen - ‘soe.sə.lən * Tegenwerken - ‘kljuu.tən * Tijdens een examen de antwoorden van je buur bekijken - ‘af.kijkn * Uit de echt scheiden - van ma.kour goun * Uit een fles drinken - toe.tə.rən * Uitglijden - oon.dər.’uit goun * Uitlachen - 'uit.schijtn * Urineren - zjie.kən; pis.sən; pie.sən; wou.tə.rən (geordend van dysfemisme naar eufemisme) * Valsspelen - ‘zeu.rən; sa.’leu.rən * Vechten - bat.tə.rən * Veel heisa maken; keet schoppen - ba.’gaar ‘mou.kən * Vegen (bv. de kamer of het voetpad); hooi omdraaien zodat de onderste laag ook aan de zon wordt blootgesteld en droogt - kjie.rən * Veinzen - gə.’bou.rən * Verkeerd rijden - mis.rɛ̃n * Verklikken - ‘oo.vər.drou.gən * Verraden - və.rwjaan * Vertrekken - ‘oun.goun * Verven - ‘vɛ̃.rə.vən * Verwelken - vər.'slens.tə.rən * Voederen - voe.jə.rən * Voetballen - sjot.tən * Vrijen - vrɛ̃n * Waaien - wjaan * Wecken - ster.rə.lie.'zee.rən * Weggaan - er van.’oon.der trekn * Weigeren (bv. een aanbod of een geschenk) - rə.fə.’zee.rən * Wenen - schrjien; blɛ̃tn * Wieden - wjien * Wij konden - wə kos.tən * Wij kunnen - wə keu.nən * Wij laten ons fotograferen - wə lou.tən os trekn * Wij wilden met hem meegaan - wi ‘wil.də.gən mee em ‘mee.goun * Wij zijn verzekerd - wə zin vər.as.’suu.reerd * Worden - wər.rə(n) of wor.rə(n); tegenwoordige tijd: kwor, gij wordt, i word, wi wor.rən, gulder word; verleden tijd: kwier, gij wierdt, i wierd, wi wie.rən, gul.dər wierd; voltooid deelwoord: gə.wər.rən * Wriemelend bewegen - kra.’wie.tə.lən * Wuiven (om goedendag te zeggen) - ‘zwie.rən * Zaaien; zwaaien - zwjaan * Zaken bijeen leggen - ram.ma.’see.rən * Zeer hard lachen - gib.bə.rən * Zeuren - ‘mem.mən; ‘sem.mə.lən * Zich informeren - oon.dər,’juu.rən * Zich verstoppen - a vər.'stee.kən * Zij die dat gedaan hebben… - də.die da ta gə.doun em.mə… * Zijn (bij inversie) - zin.nək?; zid.də gij?; is i?; is zi?; zim.mən wi?; zid.də gul.dər? * Zijn (werkwoord) - zin; tegenwoordige tijd: kzin, gij of gə zit of zi, i is, wi zin of zim.mən, gul.dər zit of zi; verleden tijd: kwas, gij wourt, i was, wi wou.rən, gul.dər wourt; voltooid deelwoord: gə.wist * Zijn we te laat? - zim.mə tə lout? * Zou je? - zod.də? * Zouden (bij inversie) - zon.nək? of zun.nək?, zod.də gij? of zud.də gij?, zo.ti? of zu.ti?, zo.zə? of zu.zə?, zom.mə wi? of zum.mə wi?, zod.də gul.dər? of zud.də gul.dər? * Zullen (bij inversie) - zal.lək?, zul.də gij?, zu.ti?, zu.zə?, zul.lə wi?, zul.də gul.dər? == Thema's == ===APPARAAT=== * Een apparaat (bv. hoorapparaat en fototoestel); een kunstgebit - nən ap.pa.’rel * Een centrifuge - nə ‘zwier.dər; nən 'drjuug.zwier.dər * Een fototoestel - nə ko.'dak * Een gasfornuis - ə ‘gaa.zə.vuur * Een mangel - nə vrin.gər * Een naaimachine - ə ‘stik.ma.sjien; ə ‘nwjaa.ma.sjien * Een slingeruurwerk - nə rig.gə.la.’tuir * Een telefoon - nən tel.lə.’fon * Een televisie - nən tel.lə.’vies ===BEROEP=== * De apotheker - dən ap.’tee.kər * De beheerder van een postfiliaal - də post.mjies.tər * De boswachter - də ‘gar.dən * De dierenarts - də ‘pjɛ̃r.də.mjies.tər * De douanebeambten - də kom.’mie.zən * De drankenhandelaar - dən braar * De grafdelver - də ‘graf.mou.kər * De man die je op de bus een kaartje kwam verkopen - də koon.vwjo.'juir * De notaris - də no.’tor.ries * De oogarts - dən 'uujg.mjies.tər * De pastoor - də ‘pas.tər; də pas.'tjuur * De directeur van de lagere school - dən ‘boo.və.mjies.tər * De slager - dən ‘bjien.aar * Een administratief bediende - i zi.top dən bu.roo * Een advocaat - nən av.və.’kout * Een agent - nə po.'lies; nən a.'zjent * Een arbeider die zwaar grondwerk doet - i zi.top dən tra.’voo * Een boekhouder - nən ‘boek.aar * Een brandweerman - nə pom.’pier * Een dokter - nən dok.teur * Een fietshersteller - nə ‘vee.loo.mou.kər * Een fotograaf - nə por.'tretn.trek.kər * Een handelaar - nə mar.’sjan; nə kom.mer.'sant * Een heier - nə ‘pou.lə.stam.pər * Een kapster - ən kwja.’feus * Een kinesist - nə mas.’seur * Een kokkin - ən ‘koo.kas * Een matroos - nə ma.trjuus * Een mecanicien - nə mik.ka.'nie.kər * Een molenaar - nə ‘mul.dər * Een ober - nə gar.'son * Een onervaren persoon; een beginneling - ən bleu.kə * Een rijkswachter - nə flik * Een schaapherder - nə schou.pər * Een scharenslijper - nə 'schjei.rə.sliep * Een soldaat - nən ‘boe.fer (eerder negatief); nə pa.jot (eerder vaderlandslievend, tevens gebruikt voor iemand die niet in het leger dient en toch erg vaderlandslievend is) * Een tandarts - nən daan.'tiest * Een veehandelaar - nən ‘bjiez.tə.kjuu.pər * Een veldwachter - nə sjam.’pet.tər * Een venter - nə leur.dər * Een vrouw die het huishouden doet van rijke burgers - zə dient * Een werkloze - nən dop.pər * Een werkster - ən 'kus.vraa * In het leger gaan - nor dən troep goun ===BOER=== * Bieten - bjie.tən * Bundels graan rechtop bij elkaar plaatsen - ‘stui.kən * De aardappelsoort Sumatra - ‘su:r.tə.maa * De bergplaats voor karren en machines - ‘tker.rə.kot * De bovenste laag van een mijt zodanig plaatsen dat regen niet in de mijt kan doordringen - 'af.dek.kən * De melkerij - də mel.kə.'rɛ̃ * De oogst - dən oest * De kuil waarin aardappelen werden gelegd en afgedekt om bewaard te worden - də pə.tet.mijn * De pacht betalen - de sɛ̃s bə.tou.lən * De toegang tot een akker over een gracht - ‘tmen.nə.gat * De twee houten, lange staken of balken van een lamoen - treemn * Diep ploegen - ‘diep.rɛ̃n * Dorsen - dus.sən * Een aalputemmer aan een stok - ən bjɛ̃r.loet * Een akker die heel snel droog ligt - ən voug * Een balk of hek waarmee de opening van een weide wordt afgesloten - nən 'dren.bjuum * Een behoorlijk lange, dikke stok (bv. om vee te drijven) - nə klip.pəl * Een boomgaard - nən ‘boo.gard * Een dier dat bevrucht is (in het bijzonder een koe of merrie) - zis gə.'dekt * Een dorsmachine - nən ‘dus.meu.lən * Een eg - ən ee.gə.də * Een riek met gekromde tanden - nə ‘mes.ouk * Een hoeve; een boerderij - ən ‘doe.nink * Een hooi- of strozolder boven een stal - nə schelf * Een hoop hooi of graan zorgvuldig bij elkaar plaatsen - ‘schel.vən * Een kar om aal (naar de akkers) te vervoeren - ən 'bjɛ̃r.kɛ̃r * Een koe die bereid is om te paren - zis spee.ləg * Een koe die geen kalf (meer) kan krijgen - ən kween * Een koeienvlaai - nə pla.’des.tər * Een konijn doden door het nek te breken - tfas ‘af.sloun * Een maaidorser - ə kom.’bien * Een mijt zorgvuldig opbouwen - tas.sən * Een paard leiden: vooruit!, stoppen!, naar links, naar rechts - ə pjɛ̃rd in dand aan: juu!, ou!; ouw!, 'ɛ̃.rom, 'u:.tom * Een paardenjuk - ən oum * Een rij aardappelen - ən root pə.tetn * Een sikkel - ən ‘zig.gəl * Een stoeltje met drie poten om te melken - nə pik.kəl * Een taps toelopend stuk land - nən tip * Een tractor - nən trek.’tuir * Een vaalt - nə mes.put; nə ‘mes.sing * Een voor (na het ploegen) - ən vjuur * Een zwangere koe of merrie - zə zit vol * Ervoor zorgen dat een grote lading hooi of stro tijdens het vervoer niet van de kar schuift, door touwen op de lading aan te spannen - ‘rjie.pən * Gemaaid koren bijeen brengen en binden - schjuu.vən * Gemet (oppervlaktemaat voor akkers) - gə.meet * Gerst - gjest * Gier over akkers verspreiden - ‘bjɛ̃.rən * Graan met de hand maaien - pik.kən * Graan naar de hoeve brengen - men.nən * Gras of graan machinaal maaien - ‘af.rɛ̃n * Haver - ou.vər * Het geldbedragje dat aan een kind van de boer werd gegeven nadat een rund was verkocht, om het nog goed te verzorgen totdat het werd opgehaald om naar het slachthuis gevoerd te worden - ‘stjert.jəs.geld * Gras - tgas * Het vilbeluik - 'tvul.blik * Hooi stapelen op het veld - ‘op.pə.rən * Iets over een akker verspreiden (gier, mest of kunstmest) - ‘uit.rɛn * Jonge plantjes (bv. van bieten of wortelen) verwijderen zodat andere plantjes meer ruimte krijgen om te groeien - dun.nən * Maïskorrels - ‘Spon.sə tɛ̃rf * Mestvocht - ma.’sol.lie * Met een stok graan uit de aren slaan; erwten uit de gedroogde peulen slaan; rijp fruit uit een boom schudden - ’klip.pə.lən * Mond- en klauwzeer - də muil.ploug * Planken bovenop een kar plaatsen waardoor meer lading kan worden vervoerd - bar.dəs zetn * Prikkeldraad - ‘pin.nə.kəs.droud * Schrikdraad - dən el.lən.’trie.kən droud * Stro - strjuu * Tarwe - tɛ̃rf * Vroege aardappelen - ‘jies.tə.lingn ===DE MAN EN ZIJN ONDEUGDEN=== * De lokale vrouwenversierder - də pa.’ro.chə.stier * Een armoedzaaier - nən 'ɛ̃r.mwjoe.lij.ər; nən 'ɛ̃r.mwjoe.zou.jər * Een bangerik - nən ‘broek.schij.tər; nən bə.’naat.schij.tər; ən ban.gə.scheet * Een dwarsligger; een koppigaard - nən ‘dwjɛ̃.zən; i ligt dwjɛ̃z; nən ‘et.tə.kop * Een egoïst - nən urk * Een gemene, egoïstische man - nə 'schurf.tə.rik * Een geniepige man die onrust en tweedracht stookt - nən ‘drum.mər * Een gierigaard - nən ‘dui.tə.klie.vər * Een handelaar die niet te vertrouwen is - nə ‘sjag.gə.rjɛ̃r * Een hielenlikker; een slijmerd - nən bou.zə.poe.pər * Een hovaardig iemand - nə jan.min.’kljuu.tən * Een knoeier - nə ‘mjuus.kljuut; nə ‘mjuus.pot, nə ‘mjuu.sər * Een losbol - nə ‘kwies.tən.bie.bəl; nə kwiet * Een man die de sociale regels niet volgt; een dommerik - nən an.nə.’wui.tən * Een man die hooghartig is - nə ‘stree.kə.vent * Een man met een sterke, maar af te keuren, seksuele appetijt - ən jiet ‘vɛ̃r.kən; ən jiet pa.’tee.kən * Een nietsnut - nə ‘kloef.kap.pər * Een nietsnut die van anderen profiteert - nən ‘biet.skoe.pər * Een nieuwsgierig iemand - nə kur.’jeu.zə.’neus; nə kur.’jeu.zə.’neu.zə.’mos.tərd.pot * Een onhandige sul die slecht presteert en niet aan de verwachtingen voldoet - nə ‘krab.bə.koo.kər * Een onnozele, waardeloze vent - nən ‘oe.lə.wap.pər * Een onsympathieke, vervelende vent - nən ‘beu.rik; nə ‘jan.min.gat * Een onuitstaanbare vent - nən ‘bad.dən * Een opschepper - nən bla.’geur.mou.kər; nə stoe.fər; ən ‘wind.blous * Een slappeling; iemand die niets durft - nə 'la.bə.kak * Een slome - nə ‘lam.zak * Een sullig persoon - nən dzoe.bən * Een valsspeler - nən ‘or.zak * Een vitter; iemand die misbaar maakt over onbenulligheden - nə ‘pee.zə.wee.vər * Een zonderling - nən our.də.gən * Iemand die achterbaks is - die is oon.dər.’dums * Iemand die allerlei zaakjes ritselt; een bedrieger - nə ‘foe.fə.ljɛ̃r * Iemand die als minderwaardig werd behandeld - die wierd schjief bə.’kee.kən * Iemand die anderen ophitst - nən ‘op.mou.kər * Iemand die anderen tegenwerkt - nə vrin.gər * Iemand die de zaken lastig maakt - nən ‘troe.tən; nə ‘schjief.zjie.kər * Iemand die echt niet deugt - nə 'niet.op; ə stuk stroont; nə 'gang.stər * Iemand die een onsympathiek karakter heeft - i ee dən (slecht) kar.rə.’tjɛ̃r * Iemand die egoïstisch is en zich enkel materieel wil verrijken - nən eb.bər * Iemand die geen enkele ambitie heeft of geen goed werk aflevert - nə vod.də.vent * Iemand die gemeen kan zijn - die kan ljulk uit dən oek kom.mən * Iemand die iedereen naar de mond praat - nən ‘too.tən.trek.kər * Iemand die in alles het negatieve ziet en geen levensvreugde uitstraalt - nən a.'zijn.pis.sər * Iemand die je nooit ziet lachen of plezier maken - nən ‘drjuug.kljuut * Iemand die niet aandachtig is en de gevolgen van z’n daden niet bekijkt - i is nee.glie.’zjent * Iemand die niet gemotiveerd is om te werken; iemand die geen orde en regelmaat kent - nə ‘flie.rə.flui.tər * Iemand die niet goed wijs is - nən ‘al.və ‘gou.rən * Iemand die niet te vertrouwen is - nə fie.’loe * Iemand die niet veel durft; een flauwerik - nə ‘lab.bə.kak * Iemand die ongewenste seksuele handelingen stelt - ə vet.zak.skə * Iemand die overal zijn voordeel haalt, desnoods met illegale middelen - nə scha.mo.’tuir (oorspronkelijk een kleibaggeraar of escavateur in de gelaagputten) * Iemand die snel en veel eet - nən ‘deur.jou.gər; nə ‘fret.zak * Iemand die snel geïrriteerd wordt als hij moet wachten - nən on.gə.’duu.rəg.ord * Iemand die vaak gemene dingen doet, maar zijn ware aard weet te verbergen - nən 'ei.mə.lek.kən * Iemand die vaak onrustig en gestresseerd is - ən ‘zee.nə.pees * Iemand die van mening is veranderd - i ee zin.nə ka.’zak gə.drwjaad * Iemand die verschrikkelijk koppig is - nə ‘stjien.ee.zəl * Iemand die voor het minste pijntje gaat klagen - nə ‘klɛ̃n.zjie.rə.gən * Iemand die weinig of niets zelf doet en profiteert van het werk van anderen; iemand die over het minste pijntje gaat klagen, vaak om zich aan een taak te onttrekken - nə ka.’rot.tən.trek.kər * Iemand die zich vlug kwaad maakt - tis nə ko.’trie.kə.gən * Iemand die zijn standpunt per se wil doordrijven; iemand die in een geschil geen toegeving wil doen - i aa zin.nə kop stijf * Iemand op wie je niet kan rekenen; iemand die niet doet wat hij belooft - nə ‘zjie.kər ===DE VROUW EN HAAR ONDEUGDEN=== * Een bazige vrouw (tegenover haar man) - nə sjam.pet.tər * Een bitsige vrouw - ən pie.kə.’tijn * Een gierige vrouw - ən ‘gie.rə.gə pin * Een dwaze vrouw - ən kal * Een onhebbelijke, gemene vrouw - ən tang; ən vui.lə ros * Een opgetutte vrouw - ən mies.taan.’get * Een venijnige vrouw - ən (‘smjɛ̃.rə.gə) tiek * Een vrouw die hooghartig is - ən ‘stree.kə.ma.dam; ən kak.ma.dam * Een vrouw die liegt - ən leu.gə.nas * Een vrouw die luid praat of lacht - zə ‘schet.tərt; tis ən ‘schet.tər.kont * Een vrouw die onsympathiek overkomt - ən trees * Een vrouw die verschrikkelijk aan 't zagen is - da mɛ̃ns is vrjied ont per.mə.’tee.rən * Een vrouw die zich niet verzorgt of haar huis niet onderhoudt - ən slons * Een vrouw van lichte zeden - ən kie.lə.’boes; tis ər iejn van ach.tər troum ===DIER=== * De houtworm - də mulm * Een bromvlieg - nə 'roon.kord * Een bunzing - nə vis; nə fis * Een cavia - ən stjien.sə rat * Een dikke vlieg - nə mwjaa.schij.tər * Een eend - ən piel (een piel is eigenlijk een eendenkuiken) * Een egel - ə 'stee.kəl.vɛ̃r.kən * Een hommel - ən 'bom.bie * Een jonge kip - ən poe.’lie * Een kalf - nə mut.tən * Een kanarie - nə ka.'nan.nə.voo.gəl; ən ‘pie.tə.kə * Een kikker - nə puit * Een kikkervisje - ən oe.kə.’doe.lə.kə * Een kip - ə 'kie.kən * Een kuikentje - ən ‘tsjiep.kə * Een leeuw - nə ljie * Een libel - nə ‘glou.zə.snɛ̃r (In de Vlaamse dialecten, zelfs in deze van het Waasland, verschillen de namen van insecten erg van elkaar; zie: e-WVD: Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, https://www.e-wvd.be/lid/wvd/f?p=131:1::::::) * Een lieveheersbeestje - ə pie.tər.’nel.lə.kə * Een mannetjesduif - nə koo.pə.rən * Een mannetjeskonijn - nə ‘rip.pər * Een meeuw en de meeuwen - nə mjie en də mjien * Een meikever - nə ‘meu.lə.njɛ̃r * Een merel - nə 'mjɛ̃r.lon * Een mier - nə 'mjuu.rə.zjie.kər * Een oorworm - nən ‘tjie.nə.nij.pər * Een pad - ən pad.də * Een papegaai - nə pap.pə.’gwjaa * Een parkiet - nə per.’ruusj * Een pauw - nə paa * Een regenworm - nə pie.lə.’wui.tər * Een spreeuw - ən sprjie * Een staart - nə stjɛ̃rt * Een steekvlieg - nən dous * Een stekelbaarsje - ə ’stee.kəl.bak.skə * Een uier - nən eur * Een vaars - ən vjɛ̃s * Een vleugel van een vogel - nə ‘vleu.rink * Een vrouwelijk konijn - ən vwjoe * Een zwaluw - nə ‘zwom.məl ===DOOD=== * Een dode - nən djuun * Een doodsprentje; een bidprentje - ən djuu.’bie.lə.kən * Een grafsteen - ə zɛ̃rk * Hij is begraven - i lee.tər oon.dər * Hij rouwt - i is in də raa * Iemand is overleden - i eet zin kjɛ̃s ut.gə.blouzn; i eet zin.nə kop gə.leen * Iemand is overleden en opgebaard - i ligt in ‘lij.kən ===FAMILIE EN SOCIAAL=== * De waarheid - də wo.red * Een babbeltje slaan - kat.tə.'naan.sə; kaa.tən * Een binnenvetter; iemand die zijn ontgoochelingen en frustraties niet onder woorden brengt - nən 'er.tə.fret.tər * Een CVP'er - nə 'kat.tə.kop * Een homo - ən zja.net * Een jubileum - nə zjuu.bie.'lee * Een meisje en een jongetje - ə mes.kə; mes.kən en ən jong.ske * Een man of een jongen die te beklagen is - nən duts * Een mens - nə mɛ̃ns * Een niet nader bepaald aantal chiroleden - də ‘gie.roos * Een niet nader bepaald aantal mannen - ‘man.nə.vol.lək * Een oom - nə noon.kəl * Een oudere mannelijke vrijgezel - nə 'joonk.man * Een socialist - nə sos * Een speciaal, nogal eigengereid iemand; iemand van wie je niet zomaar wat gedaan krijgt - tis nə 'num.mə.roo * Een stotteraar - nən ‘ak.kə.ljɛ̃r; nən ‘dod.də.ljɛ̃r * Een tante - ən taant * Een vleier - nə 'maa.vee.gər * Een vrouw die te beklagen is - ən sljuur * Een vrouw die veel tegenslag heeft - ən suk.kə.las * Een vrouw die voor zichzelf opkomt en tegen de wensen en eisen van haar man ingaat - ən dol.lə mie.na * Een vrouw en een man (personen waarover men verder amper iets weet) - ə ‘vraa.mens en ə ‘man.nə.mens * Een weduwe en een weduwnaar - ən weef en nə 'wee.və.njɛ̃r * Een zoon en zonen - nə zeun en zeuns * Het bejaardenhuis - taa.’pee.kəs.uis; tsticht * Het comité - 'tkom.mie.teit * Iemand die geen plagerijtjes kan verdragen - nə ‘sui.kə.rən * Iemand die liberaal stemt - i is vur de blaa * Iemand die onduidelijk spreekt - nən ‘broe.bə.ljɛ̃r * Iemand die overdreven vriendelijk is - nə ‘plat.tən * Iemand die praktische grappen uithaalt - nə far.’suir * Iemand die tegenspreekt - ən ‘fran.kə toot * Iemand die teruggetrokken leeft en niet sociaal is - i is op zin ‘ɛ̃.gən * Iemand van wie het sociaal gedrag niet alledaags te noemen is; iemand met bijzondere talenten - tis nə spis.’sjaa.lən * Kinderen - klɛ̃n man.nən * Mijn buurman - min.nə gə.buur * Mijn neef - min.nə koz.zən * Mijn vriend; mijn maat - min mot.sjə; min.nə mout * Moeder - moen * Onze vader - oonz vod.dər * Ouders die hun kind al tijdens hun leven het overgrote deel van hun vermogen hebben gegeven - zem.mən ul.dər ‘uit.gə.kljied * Schoonfamilie - 'oun.gə.traa.də fa.'mie.lə * Verre familie - van tzee.vəs.tə knjuups.gat * Ze krijgt weinig bezoek - zə ee wɛ̃.nəg oun.sprouk ===FIETS=== * Een bagagedrager - ə stoe.lə.kə * Een bakfiets - nən trie.por.’teur * Een fiets - nə ‘vee.loo; nən ar.lie trap.son * Een fiets met pedaalremmen - nən tor.’pee.doo; nən ‘tor.pə.doo * Een lekke band - nə ‘plat.tən tsjoep; min.nən baand ee.dən fwiet * Een reflector - ən ‘kat.tən.juug * Een spaak van een wiel - nə ri.’jong * Een spatbord - ən ‘moor.schelp * Een spatlap - nə ‘spjiet.lap * Een tandwiel van een fiets - nə pie.jon * Een ventiel - nə soe.’pap * Een versnellingsapparaat - ‘vie.tes.sən; ə vər.'zet * Een zadel - ən zoul * Remmen - frɛ̃ns * Velgen - ‘zjan.tən ===FINANCIEEL EN JURIDISCH=== * Armoede - ‘ɛ̃r.mwjoe * Cash - bour geld * De gevangenis - dən a.’mie.goo; dən bak * De opzegtermijn - dən ‘op.zeg * De verzekering - ‘das.graan.sə * Een kasticket - ə soesj.kə * Een klant - nə ka.'lant * Een koopje; iets dat men tweedehands koopt - ən ok.ko.zie * Een kwitantie - ən kie.'taan.sə * Een opslagplaats - nən die.'poo * Een waarschuwing van een gezagsdrager (bv. een agent) - ə rə.plə.’ment * Een zaak die duur is om aan te kopen of te onderhouden - tis ən run.nə.wien * Er is een juridische beslissing genomen - dər is bə.’schjied gə.doun * Er zijn verkiezingen - tis keuz; tis ‘kie.zink * Failliet zijn - op strout stoun * Geld op een spaarboekje of dat niet meteen aangewend wordt - lig.gənd geld * Het gemeentehuis - tgə.’mjien.tən.uis * Hij heeft geërfd - i ee gə.’djield * Hij is failliet - i is gə.rin.nə.weerd * Hij krijgt steun van de Openbare Onderstand (nu: het OCMW) - i leeft van dən ‘ɛ̃r.mən * Hij verdient goed - i ee.dən schjuun pree * Iemand die de prijs opdrijft bij een openbare verkoop - nə ‘strjuut.sjəs.man * Ik heb een officieel bericht gekregen - kəm tɛ̃nk gad * Ik heb mijn loon ontvangen (destijds om de veertien dagen) - kem ka.’zjiem gə.trokn * Schade - schwjaa * Werk - ‘wɛ̃.rək ===GEBAK=== * Amandel- of kokosrotsjes - ma.’krons * Een eclair - ə ‘sjoe.kən * Een gebakje in de vorm van een zwaan - ə zwon.tsjə * Een gebakje van meringue - ə mer.vi.’jeu.kə * Een hoorntje, gevuld met vanillecrème - ən ‘jɛ̃.rə.pijp * Een klein rond koekje met gekleurde harde suiker erop (van de Sint) - ə 'mok.skə * Een krentenkoek - nən ‘bee.zə.koek * Een rond broodje; een pistolet - nə pies.too.’lee * Een taart - ən toert * Een tompoes - ən ‘boek.skən [AVH] * Een vlaai - ən vlwjaa * Een wafel - nə ‘wof.fəl * Eender welk gebakje waarvoor geen aparte naam bestaat - ə pa.'tee.kən * Speculoos - spik.kə.lous ===GEREEDSCHAP EN MATERIAAL=== * Chroom - krom.'mee * De verlostang - dij.zərs * Een aarding (bv. in een stopcontact) - nən tjɛ̃r * Een aluminium drinkbus - ən pul.lə * Een boodschappentas - ən ka.lə.’bas; ən ka.’baa * Een condoom - ən ka.poot * Een dekzeil (ook om tegen de regen beschermd te zijn op de fiets) - ən basj * Een deuk (bv. in een auto of een kookpot) - nən bluts * Een dop - ən 'dop.səl * Een draagtas; een rugzak - ən ba.’zas * Een elastiek - nə 'rek.kər * Een flessenopener - nən ‘af.trek.kər; nə ‘stoe.pən.trek.kər * Een gaatje - ə got.sjən * Een hark - ən rijf * Een hechtpleister - nə ‘plak.kər * Een juten zak - ən boul * Een kaars - ən kjɛ̃s * Een kassei - nə kal.lə.sɛ̃ * Een knapzak - nə kan.’duit; nə ‘schoof.zak * Een ladder - ən ljier (let op: een jas van leer is "nə lee.rə frak") * Een lampfitting - ən sok.'ket * Een lucifer - ə ‘stek.skə * Een magneet - ə ‘plak.ij.zər * Een mand - ən man.də * Een olielamp - nə kin.’kee * Een portefeuille - nə por.tə.’fuul * Een postzegel - nen ‘tem.pər * Een rietje (om te drinken) - ə strjuu.kə * Een ringetje dat als pakking dient - ə ron.del.lə.kə * Een schaar - ən schjɛ̃r * Een schoffel; een hak - nə ‘kap.pər * Een schoudertas (gedragen over één schouder) - nən bal.lə.’son * Een schroevendraaier - ən toer.na.’vies * Een sleutel - nə ‘sneu.təl; nə ‘sleu.tər * Een spade - ən spwjaa * Een tuit (bv. van een koffiepot) - ən teut * Een veiligheidsspeld - ən ‘toe.spel * Een verdeelstekker - nə kat.tə.kop * Een vijs die niet kan worden aangedraaid - deez vijs drwjaat gə.lek zot * Een zaklamp - ən 'piel.lamp; ən 'piel.licht * Een zeis - ən zɛ̃s * Een zekering - nə plong; nə plon * Elektriciteit - dən el.lən.'triek * Iets waar je batterijen voor nodig hebt - da werkt op ‘pie.lən * Kippengaas - ol.lə.kəs.droud * Piepschuim - ie.sə.'moo * Potten van klei waarin gezouten groenten (bv.sperziebonen) werden bewaard – Kjuul.sə potn * Resten, andere dan bezinksel, die aan een recipiënt blijven kleven (bv. eten, melk) - ‘oun.lwjaa.səl * Rode menie - rjuu mien * Stopverf - mas.’tiek * Tape om een windel vast te maken of om een gaatje te dichten - ‘spar.rən.drap ===GROENTEN EN FRUIT=== * Aalbessen - ‘tros.kəs.beezn * Aardbeien - ‘jɛ̃.rə.beezn * Bramen - ‘brom.beezn * Een bloemkool - ən 'blom.kjuul * Een Clapp’s Favourite (peersoort) - ən klaps * Een kersenboom - nə 'kjɛ̃.zə.ljɛ̃r * Een mispel - ən ‘mup.səl * Een peer - ən pjɛ̃r * Een perzik - ən paas; ən pisj * Een pruim - ən prum * Een savooikool - ən sa.’vwjoe * Een schorseneer - ən schor.sə.'njiel * Een sinaasappel - nən ap.pəl.’sien * Een tomaat - ən tom.mat [AVH] * Een ui - nən ajuin * Een walnoot - ən ‘boe.rə.noot * Erwten en wortelen - ‘et.sjəs en ‘pee.kəs * Kersen - kaa.ze.’kriekn * Peterselie - pie.tər.’see.lie * Prei - ‘pa.rei * Rabarber - rə.’ber.bər * Rodekool - rjuu.'kjuul * Salade; sla - sa.lwjaa * Spinazie - ‘spie.nwjaa.zie * Stekelbessen - ‘stik.kəl.beezn ===HUIS=== * De beerput - dən 'bjɛ̃r.put * De bestekamer; het salon; de plaats waarin niet dagelijks werd geleefd, enkel hoog bezoek werd ontvangen - ‘tveur.uis * De betegeling rond het huis (meestal enkel aan de voorgevel) - ‘tplan.sier * De brievenbus - də bwjout * De eetplaats - ‘dit.kom.mər; ‘dit.plots * De koer achteraan het huis, bij de keuken - dən ach.tər.’buitn * De voordeur - də ‘veur.deur * De zolder - 'top.pər.stə * Een dakgoot - ən kor.’nisj * Een deurstijl - nə sjam.’brang * Een gemetseld waterreservoir - nən ‘tras.bak * Een gemetselde bak in de kelder waarin gepekeld vlees werd bewaard - ən ‘vljiez.kuip * Een hek - ən ek.kən * Een kalklaagje op een muur aanbrengen - witn * Een kamer waar erg veel gerookt is - dər angt nən dikn doemp * Een klink - ən kleenk * Een omheinde groentetuin - nə 'loch.tink * Een likje verf - ə lek.skə vɛ̃rf * Een plankenvloer - nə plan.’sjee * Een schouw - ən schaa * Een serre - ən sjɛ̃r * Een slaapkamer - ən ‘slop.kom.mər * Een spleet (bv. tussen planken of tegels) - nə 'gar.rəl * Een spoelbak in de keuken - nə 'pomp.stjien * Een stutbalk - nə pə.’trel; nə ‘poe.trel * Een tegel - nən ‘ti.chəl * Een tuin - nən hof * Een urinoir - ən pie.’sien * Een venster - ən ‘veng.stər; ən ‘vus.tər * Een vensterbank - ən 'veng.stər.blad; ən 'veng.stər.ta.blet * Een vensterluik - ən blaf.fə.’tuur * Een vloertegel in natuursteen of beton - nən dal * Een vochtige muur - ən ‘boch.tə.gə muur * Het achterhuis - ‘tpomp.uis * Het afvoerputje - ‘tmoor.put.tə.kən * Het grasveld waarop linnengoed aan de zon wordt blootgesteld om wit te worden - dən bljiek * Het portaal bovenaan een trap - dən al.’lee; dən ‘oo.vər.ljuup; də pal.’jee * Het toilet buiten, zonder stromend water - ‘tus.kən, tvər.trek, də koer * In de tocht zitten - in dən trok zitn * Rolluiken (later ook zonneblinden en luxaflex) - pər.’sjəns ===HUWELIJK=== * De huwelijkspartner verlaten en met iemand anders gaan samenwonen - er van.'oon.dər trekn * Een liefje (meestal van tijdelijke aard) - ə 'mok.skə * Het bruidspaar - də traars * Het huwelijksgevolg - də swiet * Hij heeft een affaire met iemand - i ee.tər mee iejn van.’doen; i aad oun * Hij is verloofd - i ee ‘ken.nis * Huwen; trouwen - traan * Lieverd (tussen echtgenoten) - ‘loe.kə ===KAARTEN=== * Abondance - ab.bən.’daans * De eerste kaart op tafel leggen - ‘uit.kom.mən * De kaarten niet correct verdelen - mis.’djie.lən * Een joker - nə zjoo * Een spelletje solitaire winnen - kzin uit.gə.rokt * Hoge kaarten: koning, koningin, boer - ‘prent.sjəs: nə 'keu.nink; nən jier, ən dam; ən vraa, nə zot * Kaarten - kor.tən * Kaarten in je hand volgens kleur en waarde ordenen - də kor.tən stee.kən * Kleuren in het kaarten: harten, klaveren, ruiten, schoppen - et.təs, er.təs; klou.və.rən, klou.vərs; ‘pij.kəs; ‘koe.kəs * Men heeft het aantal geboden slagen net gehaald - tis nə ‘zjuus.tən * Overtuigd zijn dat je bij wiezen geen enkele slag zult halen en al je kaarten op tafel leggen - mie.’zee.rie op tof.fəl * Solitaire - ‘af.leg.gər.kə ===KERK=== * Bidden - lee.zən * Bidden tot een heilige om van een ziekte te genezen of een kwaal te verhelpen - ‘af.lee.zən * De kerkbaljuw - də swies * De paashaas doet zijn aankopen in de Nopri - də ‘pous.klokn vər.trekn nor ‘Rjuu.mə * De parochie - də pa.’ro.chə * De pastoor - də 'pas.tər * De pastorie - də pas.tor.'rie * Een doopmeter - ən pit.tə; ən pit * Een dooppeter - nə ‘pee.tə.rən * Een kerk - ən kɛ̃rk * Een mis - nən dienst * Een opzichtig kerk- en pastoorsgezind iemand - nə piel.’jɛ̃.rən.bij.tər * Een schapulier - ə ska.pu:.’lier * Een schapulier in de vorm van een medaille - ə ma.’do.lie.kə * Het geld dat tijdens een misviering bij elke aanwezige wordt opgehaald voor het onderhoud van de kerk - ‘stoe.lə.kəs.geld * Het klooster - 'tkljuus.tər * Het koor - tkjuur * Het oksaal - ‘tjuug.zoul * Het vormsel - tvurm.səl * Kerstmis - ‘kest.dag * Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - aalf oest (eigenlijk: halverwege de oogst) * Op bedevaart gaan - gon 'bee.wee.gən * Palmzondag - pal.mə.zon.dag * Pinksteren - Sink.sən ===KEUKEN=== * De gootsteen - də pom.bak * Een vergiet - ə stra.’mien * Een aardappelmesje - nə pə.'tet.schel.dər * Een blikopener - nən 'oo.pən.doen.dər * Een bord - ən tal.’juur * Een deksel - ə scheel * Een dienblad - nə pla.'too * Een grote kookketel - nə mar.’miet * Een keukenhanddoek - nən ‘af.drjuu.gər * Een koffiezak in een koffiepot - ən ‘kaf.fə.buz * Een kookpot - nə kas.’trol * Een lepel - nə 'lee.pər * Een metalen rekje waarop de kookpot op tafel werd gezet - ən bar.rə.kən * Een roerzeef - nə paz.zə.’viet * Een schuimspaan - ən ‘schum.blad * Een soepbord - ən diep bord * Een vaatdoek - ən ‘schoo.təl.vod.də * Een voorschoot - nə ‘vus.schjuut * Een vork - ə vər.’ket; ən vurk * Een waterketel - nə mjuur * Het botervlootje - dən 'boo.tər.pot * Met de hand koffiezetten - op.gietn ===KIND=== * De jeugd - də jonk.ed * De kraamkliniek - tmoe.dər.uis * De lieveling van de juffrouw - də feb, də ‘feb.bə.kak * De plasser van een jongen - nə pie.zə.’wie.tər * De puberteit - də bib.bər.jou.rən * Doopsuiker - 'kin.nə.kəs.kak * Een baby'tje - ən ‘boe.lə.kə; ə plat keend * Een braaf, maar saai en klagerig meisje - ən ‘seu.tə.bees; ən ‘seu.tə.mie * Een buggy - ə stee.kər.kə [AVH] * Een fopspeen - nən ‘tuu.tər; ən ‘tie.kən * Een kind dat al flink is gegroeid of al behoorlijk zelfredzaam is - ə ferm bou.zə.kə; ə ferm bos.kə * Een kind dat iets heeft uitgespookt of regelmatig iets uitspookt - ə ‘snot.joonk * Een kind dat niet stil kan zitten, niet aandachtig is en niets ernstig neemt - nə ‘ruu.lə.’wuu.tər * Een kind dat nog in zijn bed plast - nən ‘bed.də.zjie.kər * Een kind kietelen op de buik - ‘krie.be.lən.buik doen * Een kinderwagen - ən vwja.’tuur; ən koets * Een kwajongen - ə pa.'tee.kə; ə pa.'tee.kən * Een luier - nə ‘pis.doek * Een park voor baby’s en peuters - nən boks * Een rakker; een deugniet - nə gal.’jaar * Een slabbetje - ən ba.'vet * Een stout kind - nə ‘fran.kord * Een wipstoeltje (voor baby’s) - ə ‘wip.pər.kən * Een zielig kind - nən duts * Geboorte - gə.bor.tə * Het jongste kind van een gezin - də ‘kak.kə.nest ===KLEDIJ=== * Een beha - nə soe.’tjen; nən ‘tet.zak * Een bontjas - nə pel.sə.frak * Een boord onderaan een jurk (of een ander stuk stof) - ən ‘bie.zə.kən * Een corset - nə kor.’see * Een das - nə 'plas.'tron * Een drukknoop – ə 'piet.sər.kə * Een fluwelen jas - nə floe.rə frak * Een gebreide sjaal - nə gə.'bree sjal * Een gesteven hemd - ə stijf em * Een gulp - ən spriet * Een hemd met ruitjes - ə ka.’roo əm * Een hielstuk aan de binnenzijde van een schoen - nə koun.trə.’fjuur (van het Franse contrefor) * Een jas - nə frak * Een jurk - ə kljied * Een kap (aan een jas) - ən kap.pə.’teut * Een kraag - nə kol * Een lange, meestal grijze, schort gedragen om de kleding te beschermen - nə stof.frak * Een lange jas - nə ga.bar.’dien * Een mouw - ən maa * Een muts - ən pots * Een nachtjapon - ə ‘slop.kljied * Een onderhemd - ən ‘oon.dər.lif.kə * Een onderrok - nə kom.bie.nə.’zong * Een opvouwbaar regenjasje - nə kaa.wee * Een panty; een collant - ən ‘kaa.sə.broek * Een pet - ən klak * Een pochet - ə ‘stoe.fər.kə * Een puntmuts - ən pin.nə.muts * Een regenjas - nən im.pər.mee.’jaa.bəl * Een rits - ən tie.'ret * Een rokkostuum - nə ‘pie.tə.ljɛ̃r * Een sjaal - nə sjal * Een sluier - ən vwjal * Een tuinbroek - ən sa.loo.pet * Een veter - nə ‘nes.tlink; nə ‘nes.tling * Een voering – ən voe.jə.rink * Hij draagt een kledingstuk binnenstebuiten - i ee ət ‘aa.və.rechs oun * Ik krijg jeuk van de trui die ik draag - min.nən trui piekt! * Kleren - kljie.rən * Klompen - blokn * Nylonkousen - zɛ̃.'kaa.sən * Rubberen laarzen - kat.’sjoe botn * Sandalen - ‘slet.sən * Sloffen (schoeisel) - ‘slef.fərs (enkel vooraan dicht); ‘sloe.fən (rondom dicht) * Suède - dɛ̃ * Teenslippers - ‘pie.lə.pjuu.tən ===LICHAAM=== * Bakkebaarden - fa.sjən * Blootsvoets - ‘ber.rə.voets * Blozende wangen - bloo.zə.’kriek.skəs * Bovenarmspieren - ‘fors.baln * Bruin bier stimuleert de borstvoeding - bruin bier is goe vər tzog * De bevalling - 'tkin.dər.bed.də * De menopauze - tkjie.rən van də jou.rən * De ouderdom - dən ‘aa.wər.dom * Dikke benen - ‘wɛ̃.pouln * Dikke snot die aan de neus blijft hangen - ən snot.kjɛ̃s * Donshaar - ‘paa.zə.wol * Dunne benen - ‘stek.kə.bjie.nən * Een appendix; een ontsteking van de blindedarm - nən ap.paan.də.'siet; ap.paan.də.'siet * Een borst - ən bust * Een brildrager - ən ‘bril.lə.kas * Een dikke man - nə ‘pap.zak * Een fors bovenlichaam - ən fer.mə ka.’ruur * Een gezicht - ə weezn * Een hart - ən ert * Een hoofd - nə kop * Een jongen met lang haar - nən bie.təl * Een knipoog - ən juug.skə trekn * Een kus - ən toot; ən beez; ən ‘too.tə.beez * Een lang, mager persoon - nən ‘bjuu.nə.stouk * Een lende - ən lee * Een lies - ən ‘jie.kə.nis * Een lip - ən lep * Een maaltand - nən ‘bok.tand * Een magere vrouw - ən ‘pan.lat; ən spie * Een navel - nə ‘nou.gə.lən.buik * Een ongelijkmatig gebit - ən ‘pjɛ̃r.də.muil * Een onverzorgd iemand - nə ‘mot.tə.gord * Een oog - ən juug; ən uujg * Een oude man - nən aa pee * Een oude vrouw - ən aa djuus * Een paardenstaart (van een meisje) - ən 'pjɛ̃r.də.kod.də;nə 'pjɛ̃r.də.stjeirt * Een piemel - nə flosj * Een schouder - ən schour * Een schriele mannelijke borst - ən kie.kə.bust * Een slungel - nə (lan.gə) zwiep * Een snottebel - ən ‘snot.kjɛ̃s * Een spottend lachje - nə ‘gree.məl * Een struise, sterke man - nən bjuum van nə vent * Een teen - nən tjien * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Een vrouw met grote borsten - dər is veel vol.lək in də stou.sə * Enkels - ‘knoe.səls * Gaatjes in de tanden vullen - plom.’bee.rən * Golvend haar - ‘bek.kən int our * Grote handen - ‘kool.schup.pən * Haar haar - eur our * Hersenen - ‘es.səs * Het voorste kootje van een vinger - dən tsjoep * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hoofdroos - ‘pel.lə.kəs * Iemand die niet tegen kietelen kan - i is 'kie.təl.ach.təg * Iemand is buiten adem - i eet op zin.nən os.səm gə.’trapt * Iemand met een onverzorgd uiterlijk - nən ‘boo.ee.mər * Iemand met ros haar - nə ‘ros.tə.kop * Kippenvel (van koude of emotie) - ‘kie.kə.vljiez * Klein en gedrongen - gə.blokt * Klein van gestalte - klɛ̃n van pos.'tuur * Lichaamsgeur - ‘lif.geur * Naakt - in zin.nə ‘pad.də.rən; in zin.nən ‘bljuu.tən; in zin.nə flik.kər * Naar het toilet gaan - nour tgə.mak goun * Rillen van de koude - ‘dou.və.rən van də kaa * Speeksel - ‘spug.səl;'spjiek.səl * Speeksel aangebracht om een kind te troosten na een val (in eerste instantie door de moeder) - ‘moe.dər.kəs.zalf * Sterk, maar klein en geblokt - gə.’stuukt * Stug haar - ne ‘vɛ̃r.kəs.bus.təl * Tanden van kinderen - tan.də.’bie.tərs * Teelballen - ‘klies.tərs * Vlechtjes - ‘kod.də.kəs * Wenkbrauwen - 'wenk.braan * X-benen - ‘mut.tə.kəs.knien * Ze is in verwachting - zis in po.'zie.sə * Zweetvoeten - ‘stink.pa.tees; ‘zwjiet.pa.tees ===MEUBELEN EN DECORATIE=== * Een bed - ən bed.də * Een beeld van O.-L.Vrouw onder een glazen stolp - ən lie.və.'vraa * Een deken - ən ‘soz.zə * Een divan - nən die.vang * Een doek dat men ter decoratie op een dressoir of tafel legt - nən twjol.sə.'ree * Een doos; een contactdoos - ən bwjaat * Een kast - ən kas * Een kleerkast - - ən ‘kljier.kas * Een matras - nən 'ee.pə.daa * Een onderstel van een bed met metalen veren - nə rəs.sour * Een overgordijn - nən dra.pə.’rie; ən ‘stoz.zə * Een porseleinen, romantische voorstelling van een of meerdere kinderen en/of dames - ə pop.pə.’stuur.kə * Een pronkkast - ən glou.zə kas * Een sierstuk op de schoorsteenmantel - ə schou.stuk * Een staande lamp – nə lam.pa.’deir * Een stekker (ook het stopcontact zelf) - ən pries * Een tafel - ən ‘tof.fəl * Een vaas - ən vous * Een versierde bloempot rond een aarden bloempot (meestal met crêpepapier om de bloempot heen) - nə kasj.'poo * Gordijnen - stor.zies ===MUZIEK=== * De fanfare speelt - tmuu.'ziek go.’duit * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een lp - ə scheel; ən plaut * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een orkestje dat in cafés speelt - nə zjas * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank ===NATUUR=== * Afrikaantjes (Tagetes) - 'steen.kər.kəs * Bloemetjes van seringen - ‘dum.kəs * Brandnetels - ‘tin.gəls * Doornen - djuurns * Een bloem - ən blom * Een bloementuil - nən blom.mə.’kee * Een dennenappel - ən 'spar.rə.noot; ən spər.rə.noot * Een dikke brok aarde - nə klot jɛ̃r.də * Een eik - nən iejk * Een haag - ən wjɛ̃r * Een klaproos - nə ‘koe.kə.’loe.rən.oun * Een knoest in het hout - nə wjier * Een korenbloem - ən 'kjuu.rə.blom * Een paardenbloem - ən ‘pis.blom * Een pit van een kers - nə ‘ker.rəl * Een roos - ən rjuus * Een sloot - nə sljuut * Een stronk - nən troonk * Een wormgat - ən ‘mwjaa.steek * In de schaduw - in də 'lom.mər.tə * Jasmijn - ‘zjaz.zə.mien * Kleefkruid - plak.kruid * Modder - moor * Muur (plant) - mjuur * Onkruid - vuil * Slijk - slik * Veldzuring (een merkwaardig plantje, want het wordt niet door koeien opgegeten vanwege het oxaalzuur) - koe.kə.’leut ===ONDERHOUD, SCHOONMAAK EN WAS=== * Bleekwater - ‘bljiek.wou.tər; ood.zja.'vel * De jaarlijkse grondige schoonmaak van het hele huis en de opruiming van de inboedel, in de lente - də grjuu.tə kuis * Een bezemsteel - nən ‘bes.səm.stok * Een borstel (bv. voor het haar of om te verven) - nən ‘bus.təl * Een borstel met stijve haren - nə schrob.bər; nə grov.vən ‘bus.təl * Een borstel met zachte haren om stof op het stofblik te vegen - ə 'vou.gər.kə * Een borstel om de vloer te vegen - nə ‘kjier.bus.təl * Een emmer - nen 'jie.mər * Een handdoek voor de badkamer - nə ‘spon.sən ‘and.doek * Een kleerborstel - nə 'klier.bus.təl * Een kuip van metaal - nən ‘bas.sing * Een ragebol - nə ‘kob.bə.jou.gər * Een stofblik - ə 'vul.blik * Een vloertrekker - nən ‘af.trek.kər * Een wasknijper (toen men enkel houten knijpers gebruikte) - ən ‘aa.tə.spel * Een zeemvel - nə zjie.mə.’lap * Heb je doorgespoeld (op het wc)? - ed.də ‘deur.gə.sjast? * Leidingwater - ‘kront.sjəs.wou.tər * Mijn huishouden - min ‘uis.aan * Netheid - pro.prə.’teit * Olie om hengsels, sloten, machineonderdelen, fietskettingen etc. te smeren - fijn ‘oo.lie * Schoensmeer - bleenk * Schoonmaken - kui.sən * Spatten op de ruiten - ‘spet.tə.lin.gən * Stijfsel toevoegen aan witgoed dat wordt gewassen - stis.sə.lən * Verbleekt of verkleurd door de langdurige blootstelling aan zonlicht (bv. gordijnen) - ver.’schee.nən * Water met soda of zeep - ljuug * Wc-papier - ‘schit.pa.pier ===OP CAFE=== * Bier met een laag alcoholpercentage - 'flut.sjəs.bier * De cafés - də sta.mie.’nees * Een bierviltje - ən 'bier.kort.sjə * Een biljartstoot die afschampt - nə fos.’keu * Een biljarttafel - nən biel.’jaar * Een café met vrouwen van licht allooi - ən kab.bər.’doesj * Een goed gevuld glas - das ‘Bee.vər.sə mout * Een jukebox - nə ‘zjuu.boks * Een kurk; een kroonkurk - ə ‘stop.səl * Een limonade a.u.b. - ə ‘lim.mə.nat.sjə as.tən.’blieft! * Een restje drank - ə klet.skən * Elixir - el.lek.'zier * Hij heeft heel zijn loon in de cafés gespendeerd - i ee jiel zin pree in də sta.mie.'nees 'op.gə.doun * Hij heeft veel gedronken - i ee.tər ‘nog.al wa ach.tər.oo.vər gə.kapt * Iemand die veel kan drinken zonder dronken te worden - i vər.zet.tər nog.al wa! * Iemand die veel koffie drinkt - ən ‘kaf.fie.loet * Neem een borrel! - pakt nən drup.pəl! ===OPSMUK=== * Eau de cologne - ‘rie.kə.də.wou.tər * Een armband - nən bran.zjə.’lee * Een bros (haarkapsel) - ən schor * Een gouden horloge - ən gaa or.’loo.zie * Een haarscheiding - ən schjie * Een halsketting - nə kol.’jee * Een handtas - ən sja.'kosj * Een pruik - ən ‘par.ruuk; ən ‘per.ruuk * Een ring - nə reenk * Een sjaaltje ter decoratie - ə ‘foe.lar.kə * Een vrouw met opvallende, overdreven make-up - ən schmink.djuus * Haar waarin watergolven zijn aangebracht - nə miez.aan.’plie * Haargel - brie.jan.’tien * Hij wast zich - i wast zən ‘ɛ̃.gən; i wast.em * Hoge hakken - juug ‘ie.lə * Iemand met een goed voorkomen - i ee.dən goe ‘dop.zicht * Mooi aangekleed en opgetut - ‘op.gə.tal.juurd * Poeder - ‘poe.jər * Zich elektrisch scheren - schjɛ̃.rən zoon.dər zjiep * Zijn beste kledij aandoen - ‘op.kljien ===PLAATS=== * Aan beide kanten - oun sweers.zɛ̃n * Amerikanen - Amee.ri.’kon.dərs * Antwerpenaren - die van oo.vər ‘twou.tər * België - Bel.lə.gə * Clinge - 'Dol.lan.sə Kling * De Klinge - Də Kling * De kaden - də kwjaan * De meersen - də mjɛ̃.sən * Dendermonde - ‘Djɛ̃.rə.mon.də * Drieschouwen (straat) - Drɛ̃.’schaan * Een dorp - ən durp * Een vrouw uit Brussel - ən ‘Bru:.sə.las * Engeland - ‘In.gə.laand * Ergens - ie.və.ranst * Heirweg (straat) - dən Jɛ̃r.weg * Italië - Ie.'tol.lə * In het midden - ‘taal.vən * Kemzekenaren - ‘Kem.zie.kə.njɛ̃.rən; 'Kem.zjie.kə.njɛ̃.rən * Meerdonk - ‘Mjɛ̃r.donk * Naast - nef.fəst; nee.vəst * Nergens - ‘nie.və.ranst * Rechtdoor - rech.tən.’deur * Sinaai - Snwjaa * Sint-Niklaas - Sin.nə.’klwjaas * Sint-Pauwels (voormalige buurgemeente) - Sin.’paals; Sim.’paals * Stationsstraat - stou.sie.strout * Stekenaars (spottend) - ‘mes.sən.trek.kərs * Temse - Temst * Veldweg op het afgebroken spoorwegtracé (nu: de verharde Spoorzate) - daa roet * Voorhoutstraat - 'Veur.aat.strout * Wegel over de akker tussen het kerkhof en het oude spoorwegtracé (nu: tussen de 2 bogen van de Reinaertlaan) - də Ker.kə.’wee.gəls ===SCHOOL=== * Carbonpapier - kal.’keer.pa.pier * De dag waarop de meester of de juffrouw in de klas werd opgesloten - slui.tər.kəs.dag * De examens (net voor een vakantieperiode) – də prijs.kamp * De kleuterschool - də ‘pap.school; də bə.’wour.school * De lieveling van de juffrouw - də ‘feb.bə.kak * De proclamatie van de schoolrapporten - də ‘prijs.uit.djee.link * De speelplaats - də koer * Een balpen - nən biek * Een boekentas - nə kan.nə.’sjɛ̃r; nə kan.nə.’sjeir * Een hoofdletter - nən ‘blok.let.tər * Een katheder - nə pə.’pie.tər * Een onderwijzeres - ən ‘juf.fra * Een potloodslijper - nə ‘pot.ljuud.scher.pər * Een ringmap; een opbergmap - ən far.də * Een woordenboek - nən diek.sjə.'neir * Gymnastiek - zjie.mə.’nas * Gympen - ‘turn.sloe.fən * Het schoolrapport - dən buu.le.’tɛ̃ * Hij behaalt goede cijfers - i ljiert goe * Hij is geslaagd voor zijn examen(s) - i is ər deur * In de rij staan - in də root stoun * Inkt - int * Kleurpotloden - ‘kleur.kəs ===SNOEP=== * Drank van zoethout - ka.’lie.sən.’dzjap * Een chocoladen figuurtje (van de Sint) - ə pos.’tuur.kə * Een cuberdon - nən ‘toep.neus * Een gelatineus snoepje - ə ‘zjie.zie.pə.kən * Een ijsje - ə pie.lə.kə.’kaat * Een ijsje op een stokje, bedekt met chocolade - nə fries.koo * Een lolly - nə ‘lek.stok; nə ‘lek.kə.stok; nə ‘gat.tə.klet.sər * Een ouwel (gevuld met een zuur poeder) - ən ‘os.tie * Een pomme d’amour - nə rjuun ap.pəl * Een reep chocolade - ən lat sjə.klat * Een snoepje om in de mond te laten smelten - ən ‘bol.lə.kən * Een zoetekauw - ən ‘zoe.tə.muil * Kauwgom - ‘tu:.tə.fruut; ən sjiek * Negerzoenen - nee.gə.’rin.nə.tetn * Pepermuntjes - mun.tə.bol.lə.kəs * Snoepjes in pastelkleur in de vorm van O.L.-Vrouw - lie.və.’vraa.kəs * Stiekem snoep of koekjes uit de voorraadkast wegnemen - i ee.din də kas gə.grwjaad * Zuur snoepgoed - ‘smoe.lən.trek.kərs; ‘mui.lən.trek.kərs; ‘too.tən.trek.kərs ===SPEL=== * Bikkels bij elkaar graaien - schɛ̃.rən * Blad-steen-schaar - ka.lie, lee.pəl of schɛ̃r (In eerste instantie is dit een nogal ruig spel. Het ene team levert spelers die in een rij met gebogen rug tegen elkaar staan. De eerste man van het team staat rechtop tegen een muur met zijn gezicht naar zijn medespelers gekeerd. Hij moet de sterkhouder van de rij zijn. Het andere team springt over en op de ruggen van het team dat in de rij staat. Het team dat springt verliest als een van hun spelers valt; het team dat in de rij staat verliest als een van hun spelers door zijn rug zakt. Pas als de wedstrijd geen verliezer kent moet een variant van blad-steen-schaar uitsluitsel bieden. Die beslissende ronde wordt gespeeld tussen de laatste springer en de man tegen de muur.) * Doen alsof men aan het koken is in een speelgoedkeukentje - koo.kən.’ee.tə.kə speeln op ə kwie.zə.’njɛ̃r.kən * Een grote knikker - nən biel * Een katapult - nə ‘mus.sə.schie.tər * Een knikker - nə ‘mer.rə.bol * Een lijn - ən meet * Een metalen knijper die, ingedrukt door de duim, een klakkend geluid maakte - nə klak.kər * Een schommel - ən bijs * Een schommelpaard - ən 'bij.zə.pjɛ̃rd * Een spel spelen zonder geld of ander gewin als doel - tis vər ‘tuu.tə.fru:t; tis vər ‘kie.kə.vljiez * Een step - ən trot.tie.’net * Een teerling - nən ‘tjɛ̃r.link * Glijden op een ijsbaantje - ‘slie.rən * Haasje-over - ‘bok.skə sprin.gən * Klappertjes voor een speelgoedpistool - moes.kəs * Met ballen tegen een muur gooien en ze opnieuw opvangen - ‘ket.sə.bal.lən * Met een tol spelen - non.nən * Spel waarbij twee groepen kinderen, één aan elke kant van het plein, proberen aan de andere kant te geraken, zonder door iemand van de andere groep getikt te worden. Wie getikt wordt, is 'gevangen' en moet aan de andere kant gaan staan, waarna iemand van zijn groep hem probeert te 'verlossen' door over te lopen en hem aan te tikken, zonder zelf getikt te worden. Wie kan overlopen heeft het voordeel dat hij de tegenpartij vanuit de rug kan aanvallen. De groep die op het einde van het spel het meest kinderen heeft gevangen, wint. - ‘stin.koo * Tafelvoetbal spelen - 'kik.kə.rən; mi də 'sjot.tər.kəs speeln * Tikkertje waarbij één kind eerst op een ander kind jaagt en het probeert aan te tikken. Wie getikt werd moet samen met het eerste kind, hand in hand, verder jagen op de andere kinderen. Zo vormt zich een duo, dan een trio en dan een steeds groter wordende menselijke ketting, die niet mag doorbroken worden in de jacht op andere kinderen. Het kind dat als laatste niet werd aangetikt, wint het spel. - ‘kat.sjə van də bɛ̃n.də * Tikkertje waarbij men niet kan worden getikt als men op een verhoogde plaats staat - 'kat.sjən 'om.juug * Twee bollen, verbonden door een koordje, die zodanig moeten worden bewogen dat ze een ratelend geluid maken - kloo.tər.kəs * Verstoppertje spelen - ‘piep.kən.duik ===TELLEN EN FREQUENTIE=== * Allemaal - am.məl * De even en oneven huisnummers - def.fə en don.əf.fə nu.mə.roos * De negende - də ‘nee.gəs.tə * De twaalfde - dən twelf.stə * De zevende - də ‘zee.vəs.tə * Drie en de derde - drɛ̃ en dən der.də * Duizend - duusd * Een (telwoord) - jien; iejn * Een beetje - ə ‘bit.tə.kə; ə bik.kə * Een handvol - ən ‘af.fəl * Een nummer - nə ‘num.mə.roo * Eerst - jiest; iejst * Geen - gjien; gjin * In twee gelijke delen verdelen - tal.vən.’deur doen * In twee stukken verdelen - in twjie.jən doen * Twee en de tweede - twjie en dən twjie.də * Veel te veel - vil tə veel * Vijf en de vijfde - vijf en də vif.də * Vijftig - fif.təg ===TIJD=== * Altijd al - al.zə.’lee.və * Alweer - wir.ral * Augustus - o.'guus.tuus * Binnenkort - ach.tər.’jien * Daarnet; zonet - zjuust; dər.zjuust; dor.straks; dour.straks * December - dis.’sem.bər * Deze morgen - van.də.’mɛ̃.rət * Een kwartier - ə kor.’tier * Een afgesproken periode loopt ten einde; een bepaalde datum komt dichterbij - tis ont kur.tən * En dan … - en ten … * Februari - fi.brə.'wou.rə * Het is bijna middag - tljuupt ‘tee.gən də noen * Het is buiten nog voldoende helder - tis nog kljɛ̃r * Het is half een - tis al.vər.jien * Het is kwart over elf - tis kort.sjə nou dən el.lə.vən * In de avond - sou.vəs * In de namiddag - sach.tər.’noens * In de ochtend - smɛ̃.rəs * In de voormiddag - ‘tveur.noens * In het duister van de avond of nacht - in dən ‘doon.kə.rən * Januari - jan.nə.'wou.rə * Maart - mjɛ̃rt * Mei - mɛ̃ * Morgen - ‘mɛ̃.rən; ‘mɛ̃.rə.gən * Om de twee dagen - om dən ‘oo.vər.aan.tən dag * Ondertussen - swinst; binst * Onlangs - oo.vər.’lest * Op dinsdag - ‘tis.tags * Op maandag - ‘smoon.dags; 'smoun.dags * Tegenwoordig - tsin.nə.’wor.rəg * Tijdens - binst; swinst * Tot over een week - tot oo.vər acht dougn * Vorige week - də week die gə.pas.seerd is; vər.lee.jə week * Volgende week - tnos.tə week * Weldra - ach.tər.jien * Zo meteen - ‘sef.fəst; ‘tsef.fəst; sə.’biet ===VERTIER=== * De ijzeren constructie met een reeks pinnen waarop met kleurige pluimen versierde stopjes staan (boogschieten) - də prang (van de liggende of staande wip) * De jaarmarkt - də ‘jour.mart * De kermis - də ‘ker.mes; tis ‘ker.rə.mes * De kwast met wollen draden op de kermismolen die je te pakken moet krijgen voor een gratis ritje - də flosj * De tabak - dən 'toe.bak * Een aansteker - nən brie.'kee * Een accordeon - nən ‘trek.zak; ən ar.’mon.nie.kaa * Een cowboyfilm - nə ‘koo.bouj.fielm; nə ‘kob.bouj.fielm * Een doelpaal - ən pie.ket * Een duivenmand - ən keef * Een feest - ən fjiest * Een foto van een persoon - ə por.’tret * Een glijbaan - ən rits * Een haring van een tent - ən pie.ket * Een ijsbaan gemaakt van aangestampte sneeuw - ən ‘slier.boun * Een jubileum - nə zjuu.bie.’lee * Een klok om de vluchttijd van duiven te registreren - nə koon.sta.’teur * Een liedje; een deuntje - ən jer.kə, ə lie.kə * Een masker - ə ‘mom.bak.kəs * Een mondharmonica - ə ‘mond.mə.ziek.skə * Een penalty - nə pie.'nan.tie * Een podium - ə vər.’juug * Een prentje (bv. in een chocoladereep) - ən ‘bee.lə.kə; ən ‘bie.lə.kə * Een toneelvoorstelling - ə kon.’sjɛ̃r * Een zweefmolen - nə zwier.meu.lən * Er ontbreekt iemand om het gezelschap voltallig te maken - wə man.’kee.rən ie.mand * Het eet- en drankfeest van een vereniging - də ‘smɛ̃.ring * Het schot belandde op de doelpaal - pie.’ket! * Het zwembad - də ‘zwem.kom * Iemand die graag zwemt of graag in het water speelt - ə ‘wou.tər.kie.kən * In gezelschap - in kom.pa.’nie * Kop of munt - kop of let * Nieuwjaar - ‘nu:v.jor * Scheenbeschermers - scheen.lap.pən * Uitgaan - op schok goun; op zwier goun * Vals gezang; muziek die men niet wil horen - ‘kat.te.gə.jank * Vloeitjes (om zelf sigaretten te rollen) - ‘blet.sjəs * Zaal De Kroon - zoul De Krjuun ===VERVOER=== * De autobus stopt bij het bushokje - dən ot.too.bu:s stopt ont bu:s.kot.sjə' * De vuilniswagen - də ‘vul.kɛ̃r * Een aanhangwagen - nə rə.mork * Een bumper - nən baar.’sjok * Een claxon - nən ‘toe.tər * Een kar - ən kɛ̃r * Een motorfiets - ən mot.sie.’klet * Een motorkap - ən ka.’poot * Een nummerplaat - ən plak * Een personenauto (alle auto’s die niet bedoeld zijn voor vervoer van goederen) - ən ‘luuks.vwja.tuur * Een steekwagen met twee wielen - nə pie.rə.’wiet * Een trottoirband - nən bor.’duur * Een vorkheftruck - nə klark * Een vrachtwagen - nə kam.’jong * Een zijspan - ən ‘sie.tə.kɛ̃r * Het Centraal Station van Antwerpen - də ‘Mid.də.stou.sə * Ik heb een kortere weg genomen - kzin bin.nən.’deur gə.’reen * Ik heb vertraging - kem rə.taar * Richtingaanwijzers van een auto - ‘peen.kərs ===VERWARMING=== * Afval van kolen na verbranding - sin.təls * Centrale verwarming - sjo.'faa.zjə * De hendel en de rooster van de kachel om het vuur aan te wakkeren – tschof * Een bundel sprokkelhout of wissen; takkenbos - nə ‘pɛ̃n.sard (Het WNT schrijft ‘pensaard’ met een -d. De betekenis is: een dikbuik, die gelijkenis vertoont met een takkenbos.) * Een kachel - ən ‘stoo.və; ən stoof * Een klein kacheltje; een potkachel - ən ‘duu.vəl.kə * Een kolenkit - ən kjiet; ən 'koo.lə.kjiet * Een pook - nə 'stoof.ouk; nə 'koo.tər.ouk * Een warmwaterkruik - ən boe.'jot * Eivormige kolen - ɛ̃.rə.kooln; mus.sə.kopn * Het vuur aanwakkeren - ‘koo.tə.rən; ‘op.koo.tə.rən * Hout dat in een kachel wordt verbrand - ‘stoof.aat * Houtschilfers - ‘schof.fə.lin.gən ===VLEESWAREN=== * Biefstuk - ‘bief.stik * Blinde vinken - ljuu.zə vin.kən * Boulogne - wit mi zwart * Corned beef - kor.’ned bu:f * Doorregen spek - gə.’ree.gəld spek * Een bloedworst - ən ‘bul.link * Een bloedworst met krenten - ən zoe.tə ‘bul.link * Een frikandel - ən 'kur.rie.wust * Een gehaktbal - ən boe.’let * Een kotelet - ən ‘kor.tə.let * Een vleesbrood - fri.kan.'don; frie.kan.'don * Een worst - ən wust * Gebraden rundvlees - ros.’bu:f * Gehakt vlees - gə.’kapt * Gekookte ham - eps * Geperste varkenskop - grjuust * Gerookt paardenvlees - ‘pjɛ̃r.dən.aank * Gerookt rundvlees - ‘os.sən.aank * Gerookte en gedroogde achterham - raa eps * Het velletje rond de salami - tzwu.zə.kə * Ingedikt, slijmerig, gestold vleesnat, na het koken van vlees - jeugd * Salami - sos.'sies; aank * Soepvlees - bou.’lie * Spek in kleine reepjes gesneden - ‘pie.lə.kəs.spek * Stoofvlees - ker.mə.'nwjaan ===VOEDING=== * 250 gram - ən alf pond * Afgeroomde melk - ‘flut.sjəs.mel.lək * Appelmoes - 'ap.pəl.trut; 'ap.pəl.spijs * Bewerkt voedsel waaraan chemische producten zijn toegevoegd - das sjie.'miek * Boterhammetjes (voor kinderen) - 'boo.kəs * Broodbeleg - ‘toe.spijs * Cacao - ‘kak.ka.joo * Choco - ‘sjok.koo * Chocoladepudding - sjə.’klat.tə 'pud.dink * Drilpudding - 'schud.də.ma.tijs * Een boterham smeren - nən ‘bo.tram brɛ̃n * Een boterham zonder boter of beleg - nən 'drjuu.gən 'bo.tram * Een brood - ən brjuud * Een bruin brood - ə grof * Een ei - ən ɛ̃; ən tie.kən.’ɛ̃ (tegen kinderen) * Een ei dat niet lang genoeg is gekookt, waardoor het eiwit nog niet is gestold - da ɛ̃ is nog nis * Een haring om te bakken - nə ‘pan.jɛ̃.rink * Een haring op azijn - nə ‘pee.kəl.’jɛ̃.rink * Een korst (bv. van brood) - ən kust * Een koude schotel - nə kaa pla * Een omelet - nən ‘ɛ̃.rə.koek * Een peperkoek - nə ‘pom.koek * Een plakje kaas - ən schel kouz * Een spiegelei - ə ‘pjɛ̃r.dən.juug * Een tas koffie - ən zjat ‘kaf.fə * Eidooiers - ‘ɛ̃ .doo.jərs * Garnalen - ‘gjɛ̃r.nors * Gemalen cichorei toegevoegd aan koffie - par.’daf; Buis.man * Gestampte aardappelen - gə.ded.dər.də pə.tetn * Grenadine - ro.’zəl * Griesmeelpudding - ‘smoel.pap * Hagelslag - ‘mui.zə.stront.sjəs * Het eten is klaar - ‘tee.tən is gə.rjied * Honing - ‘eu.nink * Jam - koon.fie.tuur; zjə.’lɛ̃ * Kaas - kouz * Kabeljauw - kab.bəl,'jaa * Karnemelk - 'kjɛ̃.rə.mel.lək * Koffie - kaf.fie; kaf.fə * Kristalsuiker - kries.ta.lie.'zee; kries.ta.lie.'zee sui.kər * Mayonaise - ma.jə.'nɛ̃s * Meel - blom * Middagmaal; warm eten - gə.kokt 'ee.tən * Muskaatnoot - ‘kru.noot; ‘krui.noot * Paling - ‘pou.ling; ‘pol.link * Paneermeel - sja.pə.'luur * Pauze om te eten en te drinken - ‘schof.ted * Rijstpap - ‘ris.pap * Roomijs - krim.'glas * Slagroom - krim.'frisj * Soppen in de koffie - dop.pən in də ‘kaf.fə * Stroop - sa.’roop * Zetmeel (bv. om saus te binden) - pə.tet.blom ===WEER=== * De zon schijnt en het regent tegelijkertijd - ‘duu.vəl.kəs.’ker.mes * Droog weer dat dorstig maakt - tis dus.təg weer * Een bliksem - ən ‘ee.mə.licht * Een flinke regenbui - nə spjiet * Een stortbui - nən drasj * Het heeft gevroren - tee gə.vroo.zən; də ‘vrie.zə.man is gə.wist * Het is drukkend warm - tis doef weer * Het is heel erg warm - tis om tə 'bus.tən * Het is koud - tis kaad * Het regent fel - ‘tree.gənt aa wij.vən; tis ont stront.ree.gə.nən * Het regent lichtjes - 'tzjie.vərt * Het sneeuwt - ‘din.gel.kəs en ul.dər bed ut.gə.schud * Het zal gaan regenen - tis ont oo.vər.'trekn * In de felle zon - in də ‘blak.kə zon * Zwoel weer - tis laf ===ZIEKTE EN ONGEMAK=== * Aambeien - tspeen * Acne - ‘jeugd.braand * Aderontsteking - tflə.’biet * Braaksel - ‘spog.səl * Buikloop - dən ‘af.gank * De stuipen - də ‘ses.kəs * Een beroerte - ən gə.’rokt.ed * Een buil; een puist - nən ‘boe.bəl; nən oe.bəl * Een draai rond de oren; een oorvijg - ən zjie.'flət; ən pjɛ̃r rond zin juu.rən * Een flink pak rammel - ən pan.’doe.rink * Een groot stuk geschonden huid (door schaafwonden, een ontsteking of door roodheid) - ən pla.’mus.tər * Een hoestwerend snoepje met eucalyptus - ə ‘pie.kər.kən * Een injectie - ən pie.’kuur * Een inzinking krijgen na een of meerdere slapeloze nachten, na een langdurige inspanning of na een tegenslag - i krijg zin.nə klop * Een jaap; een gapende wonde - ən gab.bə * Een keelontsteking - ən an.'zjien * Een klap in het gezicht - ən mot * Een korst op een wond - ən roef; ən roef.kə * Een longontsteking - nə ‘flur.ries; nə ‘fleu.ries * Een miskraam - nə ‘mis.val * Een nijdnagel - nə ‘nɛ̃.nou.gəl * Een ontstoken oog - ə ‘pink.juug * Een puist - ən wuf.fəl * Een psychiatrische patiënt - nə zot * Een rammeling; een pak slaag - ən ‘peu.tə.ring; ən ‘smjɛ̃.ring; ən ‘roe.fəl; ən ‘dus.sink; ən ‘toe.fə.link * Een verkoudheid met hoestbuien - ən ‘val.link * Een verkoudheid met loopneus - ən ‘sneu.vring; ən ‘sneu.vrink * Een wonde die blijft etteren - da drougt * Een zweer - ən zwjɛ̃r * Een zwelling die ontzwelt - tis ont zeen.kən * Heftige diarree - tvlie.gənd schijt * Hij heeft een handicap - i is gə.'brek.kə.lek * Hij heeft een spraakgebrek - i sprikt gə.'brek.kə.lek * Hij heeft stress; hij is erg zenuwachtig - i ee də 'zee.nə.wən * Hij is daar gevallen en heeft zich erg verwondt of bezeerd - i ee tor nə wrjie ‘par.rəl gə.’doun; i is wrjie gə.tot.tərd * Hij is door de dokters verkeerd behandeld - i is mis.’mjies.tərd * Hij is gek aan het worden - i slou.tər nef.fəst; i slou.tər langs * Hij is naar het ziekenhuis gebracht - zem.mən em bin.nən gə.doun * Hij is opnieuw ziek - i is ər.’valn * Hij sukkelt al geruime tijd met zijn gezondheid – i is oon.dər də voet * Iemand die enorm veel pijn lijdt – i lig.tə krə.pee.rən van də pijn * Iemand die erge brandwonden heeft - i is ‘pol.fər vər.brand * Iemand die niet helemaal meer gezond is - i is wa ka.’duuk.kə.lek * Iemand die vaak moet gaan plassen - ən 'pis.kaas * Iemand hoest zwaar - i bast (gə.lek nən ond) * Iemand is duizelig, futloos en heeft braakneigingen - i is ‘kol.lək tə pas * Iemand valt bewusteloos - i go van zin ‘ɛ̃.gən; i go van zin zel.vən; i go van ‘zin.nə suus; i valt van ‘zin.nə stek; i go van zin.nə sen.tər * Ik ben aan de beterhand - kzin al veel gə.’bee.tərd * Ik heb een (hart)aanval gehad - kem ən kriez gad * Ik voel me onwel en heb braakneigingen - kzin ‘mot.təg * Jodiumtinctuur - tɛ̃n.’tuur.də.jod; Ar.’tuur.Də.Jood * Ischias - tsie.a.’tiek * Jeuk - ‘juuk.səl * Koorts - ’kur.sən * Lumbago - tvər.schot * Medicijnen - ‘mid.də.ka.men.tən * Men voelt zich niet wel, misselijk of draaierig - kzin on.’pas.sə.lek * Mijn been is gevoelloos - min bjien is vjuus * Niet kunnen ontlasten - nie kun.nə goun * Overmand door emotie - van al.tə.'rou.sə * Paté die de oorzaak is van maag-darmklachten - ries.'keer.pa.tee * Reuma - rum.ma.’ties * Spataders - va.’rie.sən * Tetanus - də klem * Zijn arm ligt in het gips - zin.nən ɛ̃.rəm zit in də 'plos.tər == Reacties == * Alles gaat verkeerd - al.ləs slout ‘tee.gən * Als ik hem te pakken krijg... - ‘az.zək em tə stek.kən krijg... * Als ik in jouw plaats was... - ‘az.zək van aa was… * Als je naar de bakker gaat, ga dan ook eens bij de slager langs - az.gə nor dən bak.kər got, springt (of: sprinkt) dan aan.pas.’saan is bi dən ‘bjien.aar bin.nən * Alstublieft (vanuit enige spot of tegenzin) - nim * Ben je niet goed wijs!? - gə vangt zə zee.kər!? * Ben je wel zeker van je stuk? - … sər.’jeus? * Daar ben ik sterk in! - das min.nə four! * Daar is iets mis - dour schilt wa * Daarvoor kan je gestraft worden (omdat je handelt tegen de wet) - gə zi ‘pak.bour * Dat gaat je niet aan! - get.tər gjien af.fei.rə mee! * Dat is algemeen geweten - das ‘al.gə.mjien gə.kend * Dat is bizar; dat werd niet verwacht - das ko.'miek * Dat is duur - das ‘kos.tə.lek * Dat is een vergissing - das ən mis.sink * Dat is mijn mening - das mijn gə.dacht * Dat is mogelijk, maar er blijven twijfels - da kan * Dat is niets waard; dat is brol - das kam.mə.’lot; das iets van kjes.kə.’schiet * Dat is redelijk - das ri.zə.’naa.bəl * Dat lijkt me het beste - das ‘tzui.vər.stə * Dat scheelt niet veel - da schil nie veel * Dat spreekt voor zich; uiteraard - van.’ɛ̃.gəst * Dat werkt niet, hoor! - da pakt nie, zul.lə!; da gon.nie zun.nə! * De afvoer loopt niet meer door - tis vər.’stropt * De elkaar verschuldigde bedragen zijn betaald - wə ston ef.fən; wə zin kiet * De kattin of de teef moet bevallen - zə moet jon.gə.rən * De kruidenier of slager denkt dat je al het nodige hebt - da zalt gə.wist zin? * De kwalijke gevolgen vallen al bij al nog mee - zon.dər veel ɛ̃rg * De ouders willen weten of hun kind in hun afwezigheid braaf is geweest? - twas ən in.gəl.tsjə, mi ən bee dər.'veur (Het antwoord is schertsend bedoeld.) * Dezelfde problemen duiken steeds weer op - tis van kom vər.drom * Doe al je kleren uit - spil dal.ləs mor uit * Doe je best - wjɛ̃r.do * Door een val is iets volledig kapot - tligt in stukn van.iejn * Door strategie of list iemand verslaan of te slim af zijn - kem.em zui.vər; kem.em bi zin.nə schree.pər * Door zelf bewust een leugentje te vertellen verneemt men na enige tijd de ware toedracht - mi leu.gəs ach.tər də wo.red kom.mən * Dreigen met een lichamelijke straf als een kind zich onhebbelijk blijft gedragen - straks nə klets ‘tee.gən a ‘juu.rən * Een groot deel van de vrouwelijke borsten is zichtbaar - mi hjiel eu.rən ‘tet.tə.kar.ree bljuut * Een artikel is in prijs verlaagd - tis in dən ‘af.slag * Een jongeman heeft nog altijd geen beroepskeuze gemaakt - wa wur.də lou.tər, 'stroont.schep.pər ach.tər dən tram? * Een kennis of familielid woont in het buitenland en komt je bezoeken - i kom.doo.vər * Een kind dat je niet voortdurend in de gaten moet houden - get.tər gjien om.zien nor * Een kind dat niet meer gehoorzaamt - get.tər nieks mjier oun tə zɛ̃.gən * Een kind dat onwennig is bij vreemden - tis jien.an.nəg * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun. * Een kind dat zich heel fatsoenlijk gedraagt - get.tər gjien kind oun * Een kind geeft op zeurderige toon aan dat het dorst heeft - ‘Hed.də dust? ‘Gon.nor Jant.sjə Wust, die ‘ee.dən ‘ond,sjə en die piest in.a ‘mond.sje, die ‘ee.dən ‘kat.sjə en die krabt on.a gat.sjə * Een kind maakt een vuistje. Elke vinger wordt dan uit het vuistje genomen en benoemd, eerst de duim en tot slot de pink. Daarna wordt de vrijgekomen handpalm gekieteld - Ans Knap, 'Pie.le.fluit, Lan.gə Wap, 'Kor.tən Buik, ... Klɛ̃n Pie.tən.'deug.nuut.sjə ... kie.lə, kie.lə, kie.lə * Een kind probeert te hete soep te eten. - ee.da moe.dər a nie gə.’ljierd tə blouzn? * Een kind vraagt het cadeautje terug dat het eerder aan een ander kind gaf - gə.'gee.vən is gə.'gee.vən, tis al lank in del gə.schree.vən * Een kind vraagt naar de inhoud van een gesprek tussen volwassenen, waar het geen zaken mee heeft. - ‘pui.tən.our in də Kwak.kəl (de Kwakkel is een gehucht buiten het centrum) * Een kind zegt dat het iets niet kan - zet.ta kan in də goot! * Een klant rondt een te betalen bedrag af naar boven (geeft dus een fooi) - tis zjust gə.past * Een man wordt dikker na zijn huwelijk - i stod.op ən goei wɛ̃ * Een netelige kwestie - ən ‘dil.lə.kou.tə zouk * Een nieuwsgierig kind vraagt met wie volwassenen spraken - Mie.lə.kən Dən ‘Ui.lən.daan.sər (De voornaam mag dan vertrouwd klinken, het tweede lid van de fictieve familienaam moet het kind doen inzien dat het geen zaken heeft met het gesprek.) * Een opdracht is slecht aangepakt of rommelig afgewerkt - tis van kjes.kə schiet * Een stof die vergaan is - tis vər.duurd * Een vloek - vər.’doe.mə; miel.’jɛ̃r.də; də.’dzjuu * Een vloek in de overtreffende trap - ‘god.miel.jɛ̃r.də ‘vlam.məs.tə * Een voorwerp is helemaal door een ander voorwerp gegaan - tging ər ‘los.sən.deur * Een vraag die men niet kan beantwoorden - 'dak.kət nie.jən weet * Een vrouw die trouwt terwijl ze al in verwachting is - tis van moe.təs * Een vrouw vraagt haar man waarom hij zo laat thuis is - wə zin nog is nou.gə.wist (De man is onderweg nog naar een of meerdere cafés geweest, en met deze reactie vermijdt hij het woord ‘café’ te gebruiken.) * Een weinig appetijtelijk allegaartje; een mengelmoes - nə ‘miek.mak * Een winkelier wil een kind een snoepje aanbieden - wil.də snoe.pə.rən? (Als de moeder aanwezig is: mag um snoe.pə.rən?) * Er dreigt een straf - gə ries.’keer.dən straf * Er is geen haast bij - tpres.’seer nie * Er is onzorgvuldig werk afgeleverd - tis alf zin gat gə.doun * Er komt ergens veel volk samen - da was dor ‘nog.al ən bə.’gan.kə.nis * Er was heel wat aan de hand! - da was dor ən jiel bə.doe.nink! * Er zit houtworm in de plankenvloer - dər zit mulm in də plan.'sjee * Er zitten heel veel muggen (of: vliegen, slakken, donderbeestjes etc.) - das ier vər.’gee.vən van de mugn * Fictie op tv toont onwaarschijnlijke zaken en is de werkelijkheid niet - das al.lə.moul mor tel.lə.'vies * Flauwe praat - flaa.wən truut * Ga uit de weg! - mikt o!; ut min.nə schiet.lap! * Ga weg! - bol ət af!: dour is tgat van dən ‘tem.mər.man * Gedraag je fatsoenlijk! - gə.droug da kon.və.nou.bəl! * Geduld! - pa.’sjɛ̃n.sə! * Geef eens een handje (gevraagd aan een klein kind) - gif dis ə ‘pol.lə.kə! * Geef haar een schop onder haar kont - gif tər nən trok oon.dər ər gat! * Geef hem ervan langs! - toef.tər op! * Geen band met iemand hebben en die persoon zelfs mijden - ik kan nie mi em om * Goed gedaan! - sja.poo! * Goedendag (in het voorbijgaan op straat) - dzjuir; uij * Haast je wat! - af.fə.’seer do!; spoej do!; ost o! * Het gaat niet slecht, maar ook niet goed - kom.sie, ‘kom.sa * Het is heel druk, maar niets verloopt geordend, waardoor de zaak nauwelijks beheersbaar is ; een overrompeling - das ier ə ‘zot.tə.kot * Het is helemaal kapot - tis ‘jie.lə.ganst in fruut; tis in stukn van.iejn * Het is maar om te lachen; je moet dat niet ernstig nemen - tis mor om tə 'zwaan.sən * Het is tijd om te gaan slapen (tegen een kind) - wə gon doo.’doo.kəs doen * Het is zoekgeraakt of kwijt - tis rie.bə.də.’bie * Het kan me niet schelen! - tkan mə nie bom.mən! * Het moet correct zijn - tmoet zjuust zin! * Het valt mee - tis 'mee.gə.slou.gən * Hij blijft boos en wil van geen verzoening weten - i wɛ̃.rəkt zin.nə kop uit * Hij doet het helemaal verkeerd - i doe.dət koon.tə vər.kjierd * Hij heeft dikke pech; hij is in de luren gelegd - i is gə.’zjost * Hij heeft een dutje gedaan - i ee nən trok gə.doun * Hij heeft er geen plezier aan beleefd - i ee.tər gjin gə.niet van gad * Hij heeft het uitvoerig uitgelegd - i ee.dət int laank en int brjied ui.də doe.kən gə.doun * Hij heeft zijn werk goed gedaan - i eet zin də.vjuur gə.doun * Hij is een winkel nog geld schuldig - i 'sto.dop də poef * Hoe dom kan je zijn!? - waf.fər nə mut.tən zid.də gij!? * Hoe kan ik zo fout zijn!? - oe kan.nək zjuu a.'bu:s zin!? * Hoe laat is het? - wa.duur ist? * Hoepel op! - kust min gat! * Hou er nu maar mee op! - ge.dal on.dərd! * Hou je mond! - ‘aa.don.nə kwjɛ̃t!; ‘aa.da toot!; 'aa.da smoel!; 'aa.dan.nə smik.kəl!; ‘aa.don.nə kweb.bəl! * Hou je smoel! (heel dwingende toon) - ‘aa.da ‘bak.kəs! * Iemand aanmanen zich rustiger of beleefder te gedragen - ‘gog.gət zju wa! * Iemand aanporren die talmt - wa.'njier god.də na (ɛ̃.gə.lek) in gaank schietn? * Iemand beeldt zich wat in - das al.lə.moul ‘man.zjə.nie * Iemand berispen - kzal zin pan is in.'vetn; kzal em zin saas is gee.vən * Iemand de zekerheid geven dat een afspraak wordt nagekomen - tzal nie man.’keern * Iemand die aanstalten maakt te betalen laten merken dat hij dat niet moet doen - lot mor zitn * Iemand die bij het kaarten probeert de kaarten van een andere speler te bekijken - gij sə gie.’raf! * Iemand die de puntjes op de i wil - da stikt naa * Iemand die fout inschatte hoe zwaar een opdracht was - i ee dəm mis.’pakt * Iemand die geluk heeft - nə sjan.’saar; nə ‘piet.zak; nə gə.’luk.zak; i ee ‘mee.val; i ee ‘doe.rə,sjaans * Iemand die het leven na het overlijden van de echtgenoot niet meer ziet zitten - das.sə mi uk mor kom.mən ou.lən * Iemand die kaal wordt - i ee dour mi ka.rak.tər, tvalt lie.vər uit as grijs tə wor.rə * Iemand die lang op stap is en niemand weet hoe of waarheen - i is op ‘va.droej * Iemand die onnozele praat vertelt of onzinnige argumenten gebruikt - gə zi nə ‘zjie.və.rjɛ̃r! * Iemand die op veel onwil, tegenkanting of verzet is gebotst - i ee tər nə post gə.pakt * Iemand die pijn heeft vraagt een pijnstiller - gif mi is ən ‘poe.jər.kə Də Man (eigenlijk is de merknaam Mann) * Iemand die schijnbaar doelloos aan het werk is en geen vooruitgang boekt - wa ‘sto.də dor tə ‘des.tə.rən? * Iemand die veel durft; hij is me er eentje! - tis ‘nog.al nə kas.’taar! * Iemand die veel geld heeft - i ee veel kluitn * Iemand die voor de sfeer zorgt en plezier maakt - tis nə ‘leu.tə.gən * Iemand die voortdurend van hier naar daar loopt en telkens maar kort aanwezig blijft - i doe.tə pa.’troe.lə * Iemand die ze niet op een rijtje heeft - i is nie zjuust in zin ‘boo.və.kom.mər * Iemand die zich niet laat doen - i lot əm nie vər.’kib.bə.zak.kən * Iemand die zijn luxe overdreven etaleert - i is vur dən 'uit.kom * Iemand gaat plots weg - i is də piest in; i is də piest uit; i is roe.fəl.də.pijp; i is rie.bə.də.’bie * Iemand gedraagt zich alsof hij overal de baas is; iemand met kapsones - i ee veel zjest en zjaar; tis nə 'stree.kə.mou.kər * Iemand heeft de (sociale) regels erg overtreden - da got.tər oo.vər! * Iemand heeft de aard van en gedraagt zich als zijn pa of ma - i eet ət van gjien vrem.də * Iemand heeft iets onverwachts gedaan - da zud.dəm nie ‘oun.gə.’gee.vən em.mən * Iemand heeft iets onverwachts gedaan of houdt er vreemde ideeën op na (wat af te keuren is) - gij zin.nə fris.sə, gij! * Iemand heeft veel pech of tegenslag gehad en is daardoor de moed verloren; iemand ziet het niet meer zitten - i ee gjie.nən ie.vər nie.mjier * Iemand heeft zinnige dingen te vertellen - naa juu.rək a kou.tən * Iemand hetzelfde wensen (bij de nieuwjaarswens) - vans.gə.’lij.kən * Iemand is fel vermagerd - i is nog tvel oo.vər tbjien * Iemand is niet snel tevreden en maakt voortdurend opmerkingen - i eet veel ‘kom.plə.men.tə; tis ‘nog.al wa gə.’schee.tən * Iemand is op reis - i is op vwja.'jo.zjə * Iemand is op stap - i is op trot * Iemand is verbouwereerd - i is də kluts kwijt * Iemand is verdwenen zonder dat het werd opgemerkt - i is ər van oon.dər gə.muisd * Iemand is verkouden - ed.də mi o gat bljuut gə.leegn? * Iemand krijgt een uitkering van de ziekteverzekering - i sto.dop də zie.kə.kas * Iemand laat zien dat hij erg bang is - i doe.din zin broek van schot.tə * Iemand lijkt erg deugdzaam, maar is dat niet - gə zud.dəm də com.’mu:nə gee.vən zoon.dər tə biech.tən * Iemand maakt van zijn oren - i mokt van zin la'wɛ̃t; i mokt van zin.nən tak * Iemand moet een plasje gaan doen - kmoet nor də ‘klɛ̃.nə koer; kmoet ən ‘pies.kə gon doen * Iemand motiveren om niet snel op te geven, te blijven proberen en te blijven leren - das ən op.pak.kən! * Iemand neemt een emotieloze houding aan en is met geen stokken meer vooruit te krijgen - i zit dor gə.lek nə puit op nə kluit * Iemand stelt de zaken mooier of anders voor dan ze zijn - i gif.tər nən drwjaa oun; i vər.drwjaat də zouk * Iemand verzoeken via de achterdeur het huis binnen te komen - kom.mor langs ach.tər (of: ach.tə.rən) * Iemand welkom heten - kom bin.nə en zet o!; pakt nə stoel en zet o! * Iemand wil weten wat er gaande is en vraagt 'wa.dist?' ('wat is er?'), maar men heeft geen zin om op die vraag te reageren - ə pjɛ̃rd da pist! * Iemand wil zaken met je ruilen - wa krij.gək in də plots? * Iets dat een zaak meer uitstraling of waarde geeft - da gift ka.sjet * Iets dat toch niet helemaal zeker is - gə wit.ta njuut; gə wit.ta njuut nie * Iets hoort niet bij de rest - da stikt af * Iets is heel lastig of moeilijk - a.maj, min.nə frak; a.maj, min kljuu.tən * Iets is niet correct afgewerkt - tis mor 'al.və.lings gə.doun; tis mor 'alf.zin.gat gə.doun * Iets is van goede kwaliteit - das goe.jə mar.sjan.’dies * Iets is verstrengeld en daardoor moeilijk los te maken - da zit in də knos.səl; tis in de war.rəl * Iets loopt slecht af of is slecht uitgevoerd - tis van dən ond zin voe.tən * Iets vlakaf zeggen (bij wijze van samenvatting en meteen ook de verontschuldiging als men te hard zou zijn overgekomen) - das kurt en goed gə.’zeed * Ik ben bijna klaar - kzin vɛ̃r kljɛ̃r * Ik ben de hele dag in de weer geweest - kzin də ‘god.gan.sən dag ‘bee.zəg gə.wist * Ik ben erg geschrokken van je reactie! - wad.də! * Ik ben ervan aangedaan - da ee mi gə.’rokt * Ik ben ervandoor - kzin ‘schup.pəs * Ik ben gehaast - kzin gə.pres.seerd * Ik ben helemaal op; mijn bobijntje is op - kzin ‘ten.nən * Ik ben iets vergeten door me te haasten - kzin wa in də rap.tə vər.’gee.tən * Ik ben moe; ik heb het gehad - tschoup is də preut af * Ik ben voor schut gezet - kzin in 'af.froon.tə gə.valn * Ik doe in deze zaak geen inspanning meer - foert! * Ik erger me daar erg aan - tis om.mo kas op tə fretn * Ik ga me daar niet aan wagen - ik go mi nie a.və.’tuu.rən * Ik geloof het helemaal niet; ik ga niet doen wat je vraagt - jaa, dag jan!; ta.raa.ra! * Ik heb de gelegenheid nog niet gehad - ken dok.'ko.zie nog nie gad * Ik heb er een afkeer van - kem.mər nən dwjɛ̃g van; da stikt mi tee.gən * Ik heb geen zin - kem gjien ‘goes.ting * Ik heb hem te pakken - kem em tə stekn * Ik heb te veel gegeten - kzin oo.vər.'boeft * Ik heb te weinig plaats (bv. om comfortabel te zitten of ergens langs te komen) - tis tə nipt * Ik kom onmiddellijk - ik kom gə.lijk * Ik kon er niets aan doen - kos.tər nieks on doen * Ik krijg de schuld; ik ben de pineut - ken də ‘boo.tər gə.fret * Ik krijg het van jou op mijn heupen - i krijg van aa də ‘ses.kəs! * Ik loop achter op mijn (werk)schema - kzin tən ach.tər * Ik moet ergens naartoe, maar ik zal snel terug zijn - kmoet rap oo.vər en tweer * Ik versta je niet, herhaal dat eens a.u.b - wad.də!? * Ik was er me niet bewust van - kat.tər gjien ɛ̃rg in * Ik word altijd als laatste gekozen - ik schiet al.tid oo.vər * In de herinnering rondt men een bedrag dat iets hoger lag dan 50 frank af naar beneden - twas fig.təg frang en on.ef.fən * Ja, hoor; maar natuurlijk! - jaat * Je bent erg bedankt! - nən dik.kə mer.’sie! * Je bent wel erg laat met je voorstellen of met je acties! - en dor kom.də nou mi af! * Je broek staat open - a spriet sto.’doo.pən! * Je hebt er geen zaken mee! - get.tər gjien ‘uit.stouns mee!; get.tər gjien af.’fei.rə mee! * Je hebt het fout; je raakt je doel niet (bv. het oog van de naald) - gə zit dər nef.fəst * Je hebt het geluk aan jouw kant; het zit je helemaal mee - gi boft ‘nog.al! * Je hebt veel tijd nodig hebt om een klus te klaren - op die.nən tijd god.də nor Bruu.səl * Je houdt me voor de gek - gə zim.mi op flesn ont trekn; gə zi mi op ‘stoe.pə.kəs ont trekn! * Je moet geen onnodige risico's nemen - angt dən eld nie uit! * Je moet het nu niet meer proberen goed te maken! - gə moet naa nie.mjier af.kom.mə! * Je moet je haar laten knippen - gə moet a ka.lot lou.tən 'af.doen * Je moet kordaat optreden! - mok.tər kom.'af mee! * Je moet gehoorzamen - gə moet lus.tə.rən * Je moet niet langer de schijn ophouden - stop mor mi die sie.nə.maa * Je moet nu niets meer doen en zwijgen! - roer.da nie! * Je neemt een loopje met de waarheid! - gə ‘zit.tər mi ont ‘zwaan.sən!; gə 'zit.tər mi ont 'la.chən! * Je pakt het helemaal verkeerd aan - gə 'doe.dət 'koon.tə.vər.kjierd * Je weet wat je moet doen - gə wit wa.do tə doen stot * Je zal verplicht worden te betalen! - gə zut moe.tən ‘af.dokn!; gə zut moe.tən ‘lam.mə.rən! * Kom ik ongelegen?; stoor ik niet? - is ər gjien bə.let? * Laat hem maar doen - lot əm mor bə.’tɛ̃n * Laat me even tot rust komen! - lot mi ef.kəs op min ef.fə kom.mən! * Laat ons eens overleggen en samen tot een besluit komen - lo.tons is ri.zə.’nee.rən * Laat ons hopen op een goede afloop - a.la.bon.eur * Leg het eens uit! - eks.plie.’keert da is! * Leg je oor te luisteren en probeer meer te weten te komen - oon.dər.’juur.ta nə kjier * Luxe is overduidelijk aanwezig - mi veel tra.la.’laa * Maak dat je op tijd bent! - 'mok.dag.gər in tits.zit! * Maak dat je wegkomt! - foert! * Maak mijn groeten over - doe.sə də ‘kom.plə.men.tə * Men beweert iets maar men is niet helemaal zeker - kwil ər van.af zin, mor… * Men beweert iets met stellige zekerheid; wees maar zeker! - zun.nə! (bv. zis kon.'tent, zun.nə) * Men brengt na de begroeting het gesprek op gang - wa nuus?; en oe ist aan.dərs? * Men checkt of de ander je standpunt goed heeft begrepen - vər.stod.də mi? * Men denkt dat iemand moeite zal hebben om zich aan een nieuwe situatie aan te passen - tzal em ə gat.sjə vou.rən! * Men denkt dat iemand nog een grote inspanning moet leveren - i go zin.nə pjɛ̃.rə nog zien! * Men denkt dat iemand pas later de psychische gevolgen van de huidige tegenslagen zal ervaren - i zal zin.nə ‘weer.bots nog wel krijgn * Men doet iets niet graag maar het moet worden gedaan - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Men gaat na of er een zaakje te doen is of een voordeel te bekomen is - 'val.tər ier nog wa tə 'rou.pən? * Men gaat nog wachten vooraleer te handelen - kgon.nət nog ef.fəs ‘af.zien * Men geeft aan dat iets muf ruikt - da riekt vər.’duft * Men geeft aan dat men iets graag lust - das min.nə meug * Men geeft aan dat men niets heeft gedaan wat niet mocht - da.waz.zə kik nie! (in een uitroepende zin wordt het voornaamwoord niet verkort) * Men geeft aan dat men verschrikkelijk hard moet werken - ge moet dour a kljuutn ‘af.drwjaan * Men geeft de raad zijn lief te dumpen - lot zə zitn! * Men geeft een stille wenk - kad zjuu gə.docht * Men geeft te kennen dat men niet verder wil discussiëren - al.li, get dən ‘dik.stən! * Men geeft te kennen de ander niet zomaar te vertrouwen - kzin nie ‘ach.tər.lək * Men gooit je iets toe - a.zjuu smij.tə zə də ‘keu.nink zin ‘and.schoe.nən uk * Men handelt anders dan gewoonlijk (bv. stipt op tijd zijn maar vandaag te laat komen) - das nie van zin gə.'wen.tə * Men heeft blijkbaar niet gehoord wat er werd gezegd - zit.tər prut in a juur? * Men heeft geen fut meer waardoor elke uitnodiging voor een gezamenlijke ontspannende activiteit wordt afgewezen - ach, mi keend, kzin al blɛ̃ dak tlee.vən en * Men heeft nog heel wat te doen vooraleer een taak is afgehandeld - get.tər o wɛ̃.rək mee * Men hoopt dat een voornemen tot resultaten leidt of dat een plan goed wordt uitgevoerd - 'a.la bon.'uir * Men is aangenaam verrast over de kwaliteit - sjie.kə ‘din.gəs * Men is een loer gedraaid, maar men kan er al bij al nog schamper om lachen - gi sə vui.lən ond! * Men is geschrokken - da was vər.’schiet.ach.təg; kvər.’schoot mi nən bult! * Men is helemaal niet bereid te doen wat werd gevraagd - da zie.də van ier * Men is het gezeur en geklaag beu - wa was mə.da ən gə.grjɛ̃f * Men is het niet eens met de ander; toch wel! - tən.’doet! * Men is ontgoocheld over de reactie van de andere - ‘al.li.na?! * Men is sterk verbaasd - a.’god.mar.ja, wa zeg.də ‘naa?!; a.maj! * Men is verontwaardigd - wa is mə da na!;da trek.tər na toch nie op! * Men is zeker dat wat men beweert correct is - da is! * Men kan elkaar niet uitstaan - das piek.a.piek * Men kent een nieuwtje en wil de ander nieuwsgierig maken - grjout is wad.dək gjuurd em? * Men keurt de manier waarop iemand zich heeft aangekleed af - oe zi.də gij naa ‘oun.gə.stekt!? * Men krijgt te maken met een erg trieste of pijnlijke situatie - das vrjied * Men maakt zijn standpunt duidelijk - vur min part * Men maant iemand aan om iets snel te doen om zo een aanslepend conflict te vermijden - ‘doe.ta a.gaa * Men meent de oorzaak van een probleem te kennen - tkan.nie mis.sən (bv. tkan nie mis.sən da.ti 'bui.tən is gə.zwierd, want i was njuut op tijd) * Men neemt afscheid en herinnert eraan dat er afspraken zijn gemaakt (ook: stopwoord bij het afscheid) - lek da tgə.’zeen is * Men minimaliseert de omvang of de ernst van een probleem of van de inspanning die men geacht wordt te doen - as.'ta.mor.is * Men probeert een kind tot gehoorzaamheid te dwingen door het bang te maken - as gə nie lus.tərt, 'gee.və.ka.mee mi.də 'schjei.rə.sliep * Men raadt aan een vrouw te zoeken die veel geld heeft - pak.tər o mor jien mi veel sɛ̃ns! * Men regeert afwijzend op iemand die een boer laat - gift die.nən boer nə stoel! * Men snoert iemand onvriendelijk de mond (ook spottend bedoeld om te beklemtonen dat een persoon weinig beslissingsmacht heeft) - gij ed.dier nieks tə bas.sən! * Men spreekt over iemand die hogere studies heeft gedaan - i is gə.ljierd * Men staat er een beetje afwezig of ongeïnteresseerd bij - i stot.tər tə koe.kə.loe.rən * Men verdenkt iemand ervan dat hij bedrog pleegt of de kluit belazert - zid.də wir ont pjuu.tə.rən! * Men veronderstelt dat iemand niet goed is opgevoed en uit tegelijkertijd afkeuring voor die opvoeding - oe zid.də gij op.gə.bracht!? * Men vindt dat de oplossing van een probleem niet dichterbij komt - tis nieks gə.nod.dərd; tis gjien a.’vaans; das nieks gə.kurt * Men vindt dat iemand domme of onnozele dingen zegt of doet - zid.də op an.nə kop gə.val.lə? * Men vindt dat iemand zich aan het overhaasten is - gə zi zjuu 'os.təg!? * Men vindt dat men met goed materiaal te maken heeft - das gjie.nə krot * Men vindt de situatie erg onprettig, ongemakkelijk of zorgelijk - tis tjien en taan.dər * Men vreest dat iemand de gevolgen van een ziekte of tegenslag pas later zal ondervinden - i zal ‘zin.nə ‘bots nog wel krijgn * Men vreest dat vader een beslissing weer niet zal goedkeuren - on.zən aan zal wel wir nie tak.'koord zin * Men vreest voor een slechte afloop - dour kom.mə mal.’eurn van * Men weet iemand zijn naam niet meer - ik ken a van ziens * Men wenst iemand op het einde van een gesprek het beste - sa.luu en ta.mu:.zə.ment; a.mə.’zeer.da * Men wil dat de ander goed beseft wat er speelt - ag.gə da mor wit! * Men wil dat iemand ophoudt met tegenspreken - aa don.nə fran.kən teut mor al! * Men wil de andere verzekeren dat het beloofde ook wordt gedaan - gə kun.tər van.op.oun * Men wil een jongen plagen en laten uitschijnen dat hij verliefd is of veel met meisjes omgaat - gə zin.nə ‘mes.kəs.zot! * Men wil een probleem aankaarten of iemand heeft het net over een probleem gehad - tis nog.’al iets, i! * Men wil een vrouw in een slecht daglicht plaatsen - tis ən trien! * Men wil meebeslissen in een zaak die je ook aanbelangt - kmoet dər uk min.nə zeg ovər doen * Men wil niet nadenken over wat er allemaal verkeerd kan gaan - kmag.gər nie goe op pɛ̃zn * Men wordt geacht een wederdienst te bewijzen of je hebt van iemand een wederdienst gekregen - tjien plə.zier is tan.dər wjɛ̃rd * Men wordt gevraagd actief deel te nemen maar men heeft geen fut of geen zin meer en weigert - lot mi, kzin blɛ̃ dak tlee.vən en * Men ziet een heftig gevecht - as.sə ma.kour də ‘es.səs mor nie ‘in.sloun * Men ziet elkaar terug en brengt het gesprek op gang - oe ed.do? * Men ziet of hoort iets dat ongepast, beschamend of ongeloofwaardig is - gə zi.gi zot 'zee.kərst! * Men ziet veel mensen die een plaatsje willen bemachtigen door te trekken en te duwen - da was dor ‘nog.al ə gə.drum * Men ziet veel mensen passeren - das ier nog.al ən bə.gan.kə.nis * Mijn geheugen laat me even in de steek - i kan dər nie ‘op.kom.mə * Na een bezoek aan een winkel besluit men om toch nog niets aan te kopen - kgon.dər nog.is oo.vər peizn * Natuurlijk ga ik! - van.’ɛ̃.gəst gon.nək! * Neem mij als voorbeeld - kikt nor mij; pakt mij na * Nu heb ik wat meegemaakt! - naa em.mək wa veur gad! * Op het laatste moment - op də nip.pər * Probeer me niet uit te dagen! - ries.’keer da nie! * Proost! - schol; san.'tee! * Toast bij het drinken - da.wə zə nog laank meugn meugn * Tot de volgende keer! - tot iejn van dees dou.gən! * Uitroep van medelijden - ‘och.got.tə.kes (indien sarcastisch bedoeld wordt de eerste lettergreep gerekt en ligt de klemtoon op de tweede lettergreep: ouch.‘got.tə.kes) * Van lage kwaliteit - das bucht; wan.nə krot is mə da! * Vanaf de puberteit begint een kind meer dan vroeger te eten - i is in zin.nən eet * Verstop je! - vər.’dukt a!; vər.stikt a! * Vol gas! - plan.’sjee! * Voor mij is het om het even - vur mij is tjien.dər * Vragen hoe laat het is - kik.is op a or.'loo.zjə - kik.tis op dor.'loo.zjə * Waar ga je heen? - wour god.də nor.toe? * Wacht eens even, klopt het wel wat je zegt? - ouw zee.kər, is.da wel zjuust? * Wanneer komen we nog eens tezamen? - wan.njier kom.mə wə nog is tjuup? * Wat blijft er voor mij over? - wa schie.tər vur mij oo.vər? * Wat heb je je nu laten opdringen? - wa həd.da naa lou.tən op.sol.fə.rən?  * Wat heb je nodig? - wa ed.də van.’doen? * Wat voor een bizar voorstel doe je nu!? - mi wa kom.də nou af!? * Wat voor een gulzigaard ben jij! - wa.sə nə schroep zid.də gij! * Wat voor een serpent ben jij! - gi.sə ros! * We gaan hem eens voor schut zetten (maar zonder kwade bedoeling) - wə gon.dər em is deur.sleu.rən * We hebben het gezellig - wem.mən oonz am.mə.zou.sə * We verdragen hem niet; we kunnen hem niet uitstaan - we keu.nan em nie af * Welterusten - slop.pal * Werk verder! - doe vjuurt! * Wie heeft er hier een windje gelaten? - wie ee.tər ier gə.prot? * Ze is in verwachting - zis in pos.’sie.sə * Ze loopt er pront bij (maar ook: ze is hovaardig) - zis ‘grjuut.səg * Ze volgt een dieet - zə sto.dop rə.’giem * Zoek je ruzie? - zoek.tə mot?; zoek.tə am.bras? * Zou dat wenselijk of mogelijk zijn? - zu.da? == Uitdrukkingen == * Als je bij wiezen maar één hoge kaart van een bepaalde kleur hebt, bv. de dame (waar je dan weinig of niets mee kan doen) - ən bljuu.tə dam ("nən bljuu.tə zot" heb ik nooit gehoord) * Als je een zaakje wil doen omwille van de voordelen, dan moet je er de nadelen bij nemen - das də bluts mi də buil * Blijf er met je poten af! - ‘blif.tər mi a ‘tin.gəls af! * Chinese vrijwilliger zijn; op een overtreding worden betrapt - kem ət on min.nə ‘rek.kər * Daar krijg je nog problemen mee! - dour god.də nog lij.nən mi rjuun * Daar zijn we vanaf! - da em.mə ach.tər tgat! * Dat ben ik erg beu - da angt min keel uit * Dat doe ik niet! - ge kun.zə kus.sən! * Dat is geen nieuws - das aa vuil * Dat is helemaal niet correct - da klopt van gjien kan.tən * Dat is lang geleden - das van de jou.rən stil.lə.kəs * Dat is overdreven - das bi də ou.rən gə.trokn * Dat is spijtig; dat is heel erg - das zoon.də * De regels voor het welvoeglijke, het wenselijke of het toelaatbare zijn te vaak overtreden - tgot oo.vər zin aat * De rekening is fel overdreven - dər is mi ə grjuut (of: dik) ‘pot.ljuud gə.’schree.vən * De toestand is vrij dramatisch - tzin nog.al lap.pən * Denk maar niet dat ik nog langer gedienstig ben en alles doe wat je wil - stop mor al mi al die ser.və.'tuu.tən! (eigenlijk: erfdienstbaarheid of servituut) * Een bits antwoord krijgen - ən snaa en ən beet; ə schjief antwoord krijgn * Een kind dat al de maniertjes van volwassenen aanneemt - tis nə ‘klɛ̃.nə ‘grjuu.tə * Een kind dat niet kan stilzitten; een ADHD’er - ə kwik.kəl.gat (verwijzing naar het vloeibaar metaal kwik dat wegspringt als je het probeert vast te nemen) * Een kind dat tegen de normale gang van zaken in, braaf lijkt te zijn - tis pər.’sies ən ei.ləg ‘bie.lə.kən * Een kind dat verwend is - tis nən bə.’dor.vən daans; tis nən bə.’dor.vən stroont * Een kind dat, na het spelen, heel vuil is geworden - i zie zjuu zwart as ‘mjuu.rə.kəs gat * Een man lacht zijn bierbuik weg - goei mar.sjan.die.zə stod oon.dər ən af.dak * Een ongeordend zootje van alles en nog veel meer - jiel dən ‘ba.ta.klang; jiel dən ut.sə.kluts; jiel də miek.mak; nen ‘an.nə.kəs.nest * Een plasje gaan doen - kgo kijkn of.dak nog ə man.nə.kə zin * Een vrouw van wie de man vaak uithuizig is - ən ‘lee.vən.də weef * Er is een vrouw verkracht - zem.mən ən vraa gar.ran.'zjeerd * Er was een felle ruzie - tee.tər gə.'klet.tərd; tzat.tər ‘boo.vən.ɛ̃rms op * Er was eerst onenigheid, maar nu zijn de problemen opgelost - tis wir ‘koe.ken.bak * Geen geluk hebben - mal.’sjaans em.mən * Grote schoenen - ‘oo.vər.zet.tərs * Heel snel - op nə kik en nə mik * Helemaal niets - rjɛ̃n də knots * Het ga je goed! - sa.luu ən də wind van ach.tər! (De reactie kan ook ironisch bedoeld zijn als men blij is wanneer iemand ophoepelt.) * Het gaat niet snel vooruit - da go.’dier vər.uit lek ‘bjuu.nə knjuu.pən * Het is heel stil - das ier tstil.stə van də mis; də muizn zitn in tmeel * Het is in orde!; ik heb het voor elkaar - tis (dik) in də sja.kosj! * Het is om zeep - tis nor də kljuu.tən * Het lied dat men het liefst hoort - min lijf.stuk * Het loopt in het honderd - da drwjaat ier vier.kant * Hij doet geen grote inspanning; hij trekt het zich niet aan - i voug.tər zin botn oun * Hij dramt door over de schadelijke gevolgen van wat eigenlijk maar een futiliteit is - i mok.tər nog.’al ə spel van! * Hij gaat slapen - i krupt in zin.nə nest * Hij gedraagt zich heel gek - i is zjuu zot as ən ‘ach.tər.deur; i ee nə slag van də meu.lən gad * Hij heeft dat heel snel gedaan - i ee.da gə.doun in nə kik en nə mik * Hij is bang - i nipt zə * Hij is blut - i ee gjie.nə rot.tə frang; i ee gjie.nə rot.tən bal * Hij is dronken - i ee.dən stuk in zin kroug; i ee.dən stuk in zin voetn * Hij is erg mager geworden - i is nog tvel oo.vər tbjien * Hij is ergens langer gebleven dan gepland - i is blij.ven plakn * Hij is in een arm gezin geboren - i is ui.tən ɛ̃.rəm broek gə.schud * Hij is misnoegd - i lot zin lep angn * Hij kan veel verdragen - i ee nən brjie rug * Hij kent iedereen - i kent God en klɛ̃n Pjie.rə.kə * Hij kon al dat werk niet gedaan krijgen - i kost da nie ‘bol.wɛ̃.rə.kən * Hij krijgt zijn deel van de erfenis - i krigt zin port * Hij maakt snel vorderingen; hij amuseert zich kostelijk (bv. op de dansvloer) - i go nog.’al nə gank * Hij maakt van zijn oren - i mokt van zin.nən tak * Hij valt in de smaak bij het andere geslacht - i ee veel oun.trok * Hij weet van niets - i wit van toe.tən noch blou.zən * Hou je goed! - aa.da struis! * Iedereen werkt op zichzelf, zonder gemeenschappelijke afspraken, waardoor tegenstrijdige besluiten worden afgekondigd en chaos ontstaat - ə ‘zot.tə.kəs.spel * Iemand aanmanen geen ijdele hoop te koesteren - kzun dər min ‘bjuun.tsjəs nie op tə wjiek leg.gən * Iemand aanmanen iets te doen - ach.tər zin ‘vod.dən (of: gat) zitn * Iemand aanmanen niet langer onzin uit te kramen of onwaarheden te vertellen - wast o weezn! * Iemand bij de kraag vatten (ook letterlijk: iemand immobiliseren door hem bij het nekvel vast te pakken) - kem em bi zin.nə schab.bər.’nak * Iemand deed iets stiekem; zonder dat iemand op de hoogte was - i eet ət ach.tər tgat gə.doun * Iemand die altijd met iets bezig is en geen rust neemt - i ee gjien ‘zit.tənd gat * Iemand die geen kant meer op kan; iemand die niet meer weggeraakt uit een penibele situatie - i is ər oun lek kal.lək on də muur * Iemand die goed zwemt of graag in het water speelt - ən ‘wou.tər.rat * Iemand die heel braaf en zachtaardig oogt - ge zud.dəm ‘dab.soo.lu:.sə ‘gee.vən zon.dər tə ‘biech.tən * Iemand die heel zat is - i ee dən stuk in zin ‘kljuu.tən; i ee dən stuk in zin ‘voe.tən * Iemand die het Nederlands keurig uitspreekt - i sprikt op də let.tər * Iemand die met of door zijn acties geen winst heeft geboekt - i komt van ən kaa ker.mes tuis * Iemand die veel eet - i ee nən ‘ol.lən tand; i ee zin kas vol gə.’stoo.kən; i is in zin.nən eet * Iemand die verzorgd is en de hygiëneregels toepast - i is proo.pər op zin ɛ̃.gən * Iemand doet of zegt iets dat veel te laat komt of erg onverwacht is - mi wa kom.de naa vur də pin.nən * Iemand dwingend duidelijk maken dat hij niet langer is gewenst - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Iemand een sarcastische opmerking maken, maar in een ietwat omfloerste formulering - nə stek 'gee.vən * Iemand foppen; iemand bedriegen - ən pee stoo.vən * Iemand gaat laat naar bed en is daardoor de volgende ochtend niet fris en amper in staat te werken - sou.ves grjuu.tə Jan en smɛ̃.rəs klɛ̃.nə man * Iemand gedraagt zich alsof hij de meerdere is of in alles de beste is - i ee.dət juug in ‘zin.nən bol; i ee.dət juug in zin stɛ̃r * Iemand geeft geen aandacht of zit met zorgen - i is ər mi zin.nə kop nie bij * Iemand heeft altijd wat voor of veroorzaakt altijd problemen - tis ol.ted a joenk of ən ɛ̃ * Iemand heeft een lelijk of onsympathiek gezicht - i ee.dən wee.zən om 'stoof.aat op tə kapn * Iemand heeft een ziekte opgedaan - i ee wa ‘op.gə.schɛ̃rd * Iemand heeft helemaal geen kracht - i ee mor 'pui.tə.macht * Iemand heeft kapsones - tis nog.al wa gə.scheetn * Iemand heeft sproeten - i ee.dach.tər də ‘bjɛ̃r.kɛ̃r gə.ljuu.pən * Iemand houdt zich van de domme - i gə.’bourt van krom.mən ous * Iemand iets op een zachte manier aan zijn verstand brengen - kzal tem is in zin juur blou.zən * Iemand iets wijsmaken - ie.mand ‘blos.kəs wijs.mou.kən; ən blous in zin.nə nek sloun * Iemand in het water kopje onder duwen - ən zeup gee.vən * Iemand is aan de deur gezet, met het weinige dat hij nog bezat – i is mi zin klie.kən en zin klak.kən ‘bui.tən.gə.smee.tən * Iemand is in slaap gevallen - zin blaf.fə.’tuu.rən val.lən toe * Iemand is niet geneigd over de brug te komen of van gedachten te veranderen - i boe.’zjeert nie * Iemand is nukkig of wil niet toegeven - i ee.dət in zin stɛ̃r * Iemand is overdreven spaarzaam - i zun.nə frang in twjie.jən bijtn; i zi.top zin gɛ̃ld * Iemand is zijn goede naam kwijt; iemand is in ongenade gevallen - i ee.tər gə.leen * Iemand kijkt de verkeerde kant op (of ruimer: doet alsof hij het probleem niet ziet) - i kikt van də ‘wɛ̃.rək * Iemand komt de afspraken niet na - gə kun.tər gjie.nə stout op ‘mou.kən * Iemand komt op een eerdere beslissing terug - i trekt zin.nə kak in * Iemand laat zich de mond niet snoeren en heeft telkens een weerwoord klaar - i ee.dən laank blad * Iemand met lange benen - i ee lan.gə treemn * Iemand moet dringend urineren - i moet gon blusn * Iemand niet kunnen uitstaan - i kan nie op zin weezn * Iemand opzettelijk doen vallen door je voet voor de voet van de andere te plaatsen - pjuut.sjə lapn; pjuut.sjə schɛ̃rn * Iemand stinkt heel erg - i stinkt uu.rən in.'trond * Iemand stopt met werken - i kust zin schup af * Iemand verdient goed de kost - i kan goe zin broek 'op.aan * Iemand voelt zich onheus behandeld - i is in zin gat gə.beetn * Iemand vraagt je alles tot in de kleinste details te vertellen, desnoods op een dwingende manier - i vrougt mi də pie.rən ut min.nə neus * Iemand wil zo graag iemand anders behagen - i ljuupt zin bjie.nən van oon.dər zin gat * Iemand wordt je vijand - i kjiert əm tee.gən ou * Iemand zet een grote mond op - i ee veel klap * Iets buitengewoons; een sterke prestatie - ‘straf.fən ‘toe.bak * Iets dat lang op je gemoed inwerkt - da blif.don də reb.bən plakn * Iets is helemaal doordrenkt - tis zo nat as mes (eigenlijk: mest) * Iets is uitstekend gedaan of goed geregeld - das ‘jies.tə klas * Iets kan gemakkelijk worden gedaan - ət go gə.lek ə ‘flut.sjən van nə sent * Iets snel tussen andere zaken afhandelen - tus.sən də soep en də pə.'tet.tən * Iets verkopen zonder verlies, maar ook zonder winst - kzin.dər zjuust on 'uit.gə.kom.mən * Iets wekt afgunst op - da stikt zin juugn uit * Ik ben bedrogen; ik heb tegenslag gehad - kzin gə.scheetn * Ik ben de pineut - kem ət vlagn; kem ət zitn * Ik ben het erg beu - kzint zjuu beu as kaa pap * Ik ga hem een veeg uit de pan geven - kzal zin pan is 'in.vetn * Ik heb er veel voor moeten doen; ik heb veel afgezien - kem min.nə ‘pjjɛ̃.rə gə.zien * Ik heb lang en verveeld staan wachten - ken dor ston ‘schjɛ̃l.juu.gən * Ik moest het onderspit delven - ‘ken.dər gə.’leen * Ik moet gaan kakken - kmoet nən baat gon legn * Ik vertrouw hem helemaal niet - kbə.traan em vur gjien our * Ik word steeds door hem geviseerd; ik word steeds door hem onheus bejegend - i ee nə piek op mij * Ik zal jouw geheimen en duistere zaakjes eens aan het licht brengen - kzal is ən ‘boek.skən oo.vər aa ‘oo.pən.doen * In onmin leven; niet met elkaar door dezelfde deur kunnen - zə lign oo.vər.’juup * Je bent teleurgesteld in iemand - kem.mi on aa mis.pakt * Je bent verschrikkelijk dom - gə zi zjuu loemp as ‘tach.tər.stə van ə ‘vɛ̃r.kən * Je hebt het perfect begrepen - gə 'zit.tər op * Je hebt het te bont gemaakt of te vaak geklaagd en je wordt wandelen gestuurd - go nor uis, a moe.dər ee vis.kəs gə.bakn! * Je houdt me voor de gek - gə spilt mi min voetn * Je kan iedereen proberen te belazeren, maar bij mij lukt dat niet - mi jiel Aant.wɛ̃r.pə, mor nie mi mij * Je moet je er niet druk over maken - gə moe.tər a nie dik in mou.kən * Je zal de geldelijke gevolgen van je foute beslissing moeten dragen! - gə zut moe.tən bloe.jən! * Kwaad worden - uit zin kram.mən schietn * Lulkoek; onzin - zjie.vər in pak.skəs * Men ergert zich ergens aan - i krij.gə.tər tspeen van * Men gaat traag vooruit (letterlijk, maar ook in de afhandeling van een opdracht) - op zin duusd gə.’mak * Men geeft aan dat men in een zware periode zit - tzin kwjaa doug * Men geeft de raad een leugenachtig iemand niet te geloven - aa.do zak.kən toe! * Men geeft te kennen dat iemand erg bang is voor een zaak - i zit mit.tə ‘poe.pərs * Men geeft te kennen dat iemand erg zenuwachtig is - i wit mi zin ‘ɛ̃.gən ‘gjie.nən blijf * Men geeft te kennen dat iemand niets voor de kost doet - i leeft van dən ‘ee.məl.sən daa * Men heeft bedenkingen bij iemands opvoeding - oe is die op.gə.bracht? * Men heeft veel moeite voor niets gedaan - das al.lə.moul vur dən ond zin botn * Men is rechtdoorzee - klin.kət nie dan bot.sət mor * Men kan een actie van de ander niet waarderen - a.zjuu zin wə nie gə.’traad!; zjuu got.tə vlie.gər nie op! * Men leeft op kosten van iemand anders - i leeft op də kap van ən aan.dər * Men moet besluiten dat de rekening hoog oploopt wanneer men de prijs van alle afzonderlijke delen bij elkaar optelt - da rɛ̃.'dop * Men raadt aan niet langer over een zaak te piekeren - brik.tər an.nə kop nie oo.vər * Men raadt aan zich niet langer tegen een zaak te verzetten - leg.tər an.nə kop nef.fəst * Men vindt dat het slecht voor iemand is afgelopen - i ee zin bə.komst gad * Men vindt een vrouw te mager - get.tər gjie.nə pak oun * Men vindt iets te duur; men vindt dat men zich geen exuberante uitgaven kan veroorloven - da kan min.nən blaan (of: brui.nən) nie trekn! * Men voelt zich bedot - zən dər mi ‘op.gə.leen * Men vreest dat een probleem nog lang niet is opgelost - wə zin nog nie oun də nief pə.tet.sjəs * Men vreest dat iets heel lang gaat duren voor het af is - da zit.top tspel van zee.vən wee.kən * Men wil dat iemand van toon of onderwerp verandert - wast o weezn! * Men ziet geen heil in de voorgestelde oplossing - dour zin.nək vet mee! * Mensen die al te graag hun materiële welstand laten zien - zə zin vur dən uit.kom * Mijn schoenen knellen - min schoe.nən nij.pən * Mijn schoenen zijn te groot - min schoe.nən slokn * Ook al heb je geen zin, je moet het toch doen! - kak of gjie.nə kak, də pot op! * Op goed geluk, zonder plan - op də wil.dən boef; opt goe val.lend uit * Oude spullen - aa nest * Voortdurend commentaar en kritiek krijgen van iemand - i zit al.tid op min.nə kap * Vreemdgaan - nef.fəst de pot pie.sən * Wat ben jij stom geweest! - gij.sən a.’juin! * Werk hard en snel door! - gif.tər ən ga.’let op!; gif.tər ən lap op! * Ze heeft een miskraam gehad - zə ee dər ‘bed.də af.gə.’gjuud * Zeuren - ən zoug span.nən [[Categorie:Taal]] qiw8pxvxj21zjsr01i4xvyvi26ayebz Wikibooks:Lerarenkamer/Nieuwsbrieven 2024 4 42300 387937 387936 2024-04-25T20:19:57Z MediaWiki message delivery 11625 Nieuw kopje aangemaakt: /* Vote now to select members of the first U4C */ wikitext text/x-wiki {{TOC beperkt|2|2|klein}} == Do you use Wikidata in Wikimedia sibling projects? Tell us about your experiences == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> ''Note: Apologies for cross-posting and sending in English.'' Hello, the '''[[m:WD4WMP|Wikidata for Wikimedia Projects]]''' team at Wikimedia Deutschland would like to hear about your experiences using Wikidata in the sibling projects. If you are interested in sharing your opinion and insights, please consider signing up for an interview with us in this '''[https://wikimedia.sslsurvey.de/Wikidata-for-Wikimedia-Interviews Registration form]'''.<br> ''Currently, we are only able to conduct interviews in English.'' The front page of the form has more details about what the conversation will be like, including how we would '''compensate''' you for your time. For more information, visit our ''[[m:WD4WMP/AddIssue|project issue page]]'' where you can also share your experiences in written form, without an interview.<br>We look forward to speaking with you, [[m:User:Danny Benjafield (WMDE)|Danny Benjafield (WMDE)]] ([[m:User talk:Danny Benjafield (WMDE)|talk]]) 08:53, 5 January 2024 (UTC) </div> <!-- Bericht verzonden door User:Danny Benjafield (WMDE)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/WD4WMP/ScreenerInvite&oldid=26027495 --> == Technieuws: 2024-02 == <section begin="technews-2024-W02"/><div class="plainlinks"> Het laatste '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|technieuws]]''' van de technische Wikimedia-gemeenschap. Deel dit nieuws vooral met andere gebruikers. Niet alle veranderingen zullen op jou van invloed zijn. Er zijn [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/02|vertalingen]] beschikbaar. '''Recente wijzigingen''' * [https://mediawiki2latex.wmflabs.org/ mediawiki2latex] is een hulpprogramma dat wiki-inhoud converteert naar de formaten LaTeX, PDF, ODT en EPUB. De code draait nu vele malen sneller door recente verbeteringen. Er is ook een optionele Docker-container die je kunt [[b:de:Benutzer:Dirk_Hünniger/wb2pdf/install#Using_Docker|installeren]] op je eigen computer. * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Geavanceerd onderwerp]] De manier waarop willekeurige pagina's worden geselecteerd is aangepast. Dit zal langzaam het probleem verminderen dat sommige pagina's minder kans hebben om te verschijnen. [https://phabricator.wikimedia.org/T309477] '''Wijzigingen later deze week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Terugkerend onderwerp]] De [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.13|nieuwe versie]] van MediaWiki zal vanaf {{#time:j xg|2024-01-09|nl}} op testwiki's en MediaWiki.org staan. Vanaf {{#time:j xg|2024-01-10|nl}} staat deze op de niet-Wikipedia-wiki's en enkele Wikipedia's. Deze versie staat vanaf {{#time:j xg|2024-01-11|nl}} op alle wiki's ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|agenda]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Technieuws]]''' is samengesteld door [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|de schrijvers van het technieuws]] en wordt gepost door een [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Draag bij]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/02|Vertaal]]&nbsp;• [[m:Tech|Vraag hulp]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Geef feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Abonneren en afmelden]].'' </div><section end="technews-2024-W02"/> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 9 jan 2024 02:19 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:Quiddity (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26026251 --> == Reusing references: Can we look over your shoulder? == ''Apologies for writing in English.'' The Technical Wishes team at Wikimedia Deutschland is planning to [[m:WMDE Technical Wishes/Reusing references|make reusing references easier]]. For our research, we are looking for wiki contributors willing to show us how they are interacting with references. * The format will be a 1-hour video call, where you would share your screen. [https://wikimedia.sslsurvey.de/User-research-into-Reusing-References-Sign-up-Form-2024/en/ More information here]. * Interviews can be conducted in English, German or Dutch. * [[mw:WMDE_Engineering/Participate_in_UX_Activities#Compensation|Compensation is available]]. * Sessions will be held in January and February. * [https://wikimedia.sslsurvey.de/User-research-into-Reusing-References-Sign-up-Form-2024/en/ Sign up here if you are interested.] * Please note that we probably won’t be able to have sessions with everyone who is interested. Our UX researcher will try to create a good balance of wiki contributors, e.g. in terms of wiki experience, tech experience, editing preferences, gender, disability and more. If you’re a fit, she will reach out to you to schedule an appointment. We’re looking forward to seeing you, [[m:User:Thereza Mengs (WMDE)| Thereza Mengs (WMDE)]] <!-- Bericht verzonden door User:Thereza Mengs (WMDE)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=WMDE_Technical_Wishes/Technical_Wishes_News_list_all_village_pumps&oldid=25956752 --> == ''The Signpost'': 10 January 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * From the editor: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/From the editor|NINETEEN MORE YEARS! NINETEEN MORE YEARS!]] * Special report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Special report|Public Domain Day 2024]] * Technology report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Technology report|Wikipedia: A Multigenerational Pursuit]] * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/News and notes|In other news ... see ya in court!]] * In focus: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/In focus|The long road of a featured article candidate]] * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/In the media|What is plagiarism? Oklahoma Disneyland? Reaching a human being at Wikipedia?]] * WikiProject report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/WikiProject report|WikiProjects Israel and Palestine]] * Obituary: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Obituary|Anthony Bradbury]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Traffic report|The most viewed articles of 2023]] * Crossword: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Crossword|everybody gangsta till the style sheets start cascading]] * Comix: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-10/Comix|Conflict resolution]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 12 jan 2024 13:51 (CET) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:JPxG@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26044843 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-03</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W03"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/03|Translations]] are available. '''Recent changes''' * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] Pages that use the JSON [[mw:Special:MyLanguage/Manual:ContentHandler|contentmodel]] will now use tabs instead of spaces for auto-indentation. This will significantly reduce the page size. [https://phabricator.wikimedia.org/T326065] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Gadgets|Gadgets]] and personal user scripts may now use JavaScript syntax introduced in ES6 (also known as "ES2015") and ES7 ("ES2016"). MediaWiki validates the source code to protect other site functionality from syntax errors, and to ensure scripts are valid in all [[mw:Special:MyLanguage/Compatibility#Browsers|supported browsers]]. Previously, Gadgets could use the <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code><nowiki>requiresES6</nowiki></code></bdi> option. This option is no longer needed and will be removed in the future. [https://phabricator.wikimedia.org/T75714] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] [[mw:Special:MyLanguage/Manual:Bot passwords|Bot passwords]] and [[mw:Special:MyLanguage/OAuth/Owner-only consumers|owner-only OAuth consumers]] can now be restricted to allow editing only specific pages. [https://phabricator.wikimedia.org/T349957] * You can now [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Thanks|thank]] edits made by bots. [https://phabricator.wikimedia.org/T341388] * An update on the status of the Community Wishlist Survey for 2024 [[m:Special:MyLanguage/Community Wishlist Survey/Future Of The Wishlist/January 4, 2024 Update|has been published]]. Please read and give your feedback. '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.14|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-01-16|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-01-17|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-01-18|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * Starting on January 17, it will not be possible to login to Wikimedia wikis from some specific old versions of the Chrome browser (versions 51–66, released between 2016 and 2018). Additionally, users of iOS 12, or Safari on Mac OS 10.14, may need to login to each wiki separately. [https://phabricator.wikimedia.org/T344791] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] The <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>jquery.cookie</code></bdi> module was deprecated and replaced with the <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>mediawiki.cookie</code></bdi> module last year. A script has now been run to replace any remaining uses, and this week the temporary alias will be removed. [https://phabricator.wikimedia.org/T354966] '''Future changes''' * Wikimedia Deutschland is working to [[m:WMDE Technical Wishes/Reusing references|make reusing references easier]]. They are looking for people who are interested in participating in [https://wikimedia.sslsurvey.de/User-research-into-Reusing-References-Sign-up-Form-2024/en/ individual video calls for user research in January and February]. '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/03|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W03"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 16 jan 2024 01:12 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:Quiddity (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26074460 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Vote on the Charter for the Universal Code of Conduct Coordinating Committee</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> :''[[m:Special:MyLanguage/wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - voting opens|You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]] [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - voting opens}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]'' Hello all, I am reaching out to you today to announce that the voting period for the [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee|Universal Code of Conduct Coordinating Committee]] (U4C) Charter is now open. Community members may [[m:Special:MyLanguage/Universal_Code_of_Conduct/Coordinating_Committee/Charter/Voter_information|cast their vote and provide comments about the charter via SecurePoll]] now through '''2 February 2024'''. Those of you who voiced your opinions during the development of the [[foundation:Special:MyLanguage/Policy:Universal_Code_of_Conduct/Enforcement_guidelines|UCoC Enforcement Guidelines]] will find this process familiar. The [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter|current version of the U4C Charter]] is on Meta-wiki with translations available. Read the charter, go vote and share this note with others in your community. I can confidently say the U4C Building Committee looks forward to your participation. On behalf of the UCoC Project team,<section end="announcement-content" /> </div> [[m:User:RamzyM (WMF)|RamzyM (WMF)]] 19 jan 2024 19:07 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:RamzyM (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=25853527 --> == Technieuws: 2024-04 == <section begin="technews-2024-W04"/><div class="plainlinks"> Het laatste '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|technieuws]]''' van de technische Wikimedia-gemeenschap. Deel dit nieuws vooral met andere gebruikers. Niet alle veranderingen zullen op jou van invloed zijn. Er zijn [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/04|vertalingen]] beschikbaar. '''Problemen''' * Door een bug in de UploadWizard kon de gebruikerspagina van de uploader niet aan de upload gekoppeld worden. Dit is nu rechtgezet. [https://phabricator.wikimedia.org/T354529] '''Wijzigingen later deze week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Terugkerend onderwerp]] De [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.15|nieuwe versie]] van MediaWiki zal vanaf {{#time:j xg|2024-01-23|nl}} op testwiki's en MediaWiki.org staan. Vanaf {{#time:j xg|2024-01-24|nl}} staat deze op de niet-Wikipedia-wiki's en enkele Wikipedia's. Deze versie staat vanaf {{#time:j xg|2024-01-25|nl}} op alle wiki's ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|agenda]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Technieuws]]''' is samengesteld door [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|de schrijvers van het technieuws]] en wordt gepost door een [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Draag bij]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/04|Vertaal]]&nbsp;• [[m:Tech|Vraag hulp]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Geef feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Abonneren en afmelden]].'' </div><section end="technews-2024-W04"/> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 23 jan 2024 02:03 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:Quiddity (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26096197 --> == Nieuwsbrief 128 Wikimedia Nederland == {| class="plainlinks" style="width:100%;" | valign="top" align="center" style="border:1px gray solid; padding:1em;" | {| align="center" |- | [[File:Wikimedia nederland.svg|80px|center|link=wmnl:Nieuwsbrief]]<br> <hr> <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Nieuwsbrief van januari 2024 </div><div style="font-size:11pt; font-family:Arial; text-align:center;"> Save the date: 18 Mei WikiconNL! </div> <hr><br> |- style="font-size:10pt; font-family:Times New Roman; text-align:left;" | <div style="text-align:left; column-count:2; column-width:28em; -moz-column-count:2; -moz-column-width:28em; -webkit-column-count:2; -webkit-column-width:28em;"> * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Save the date: zaterdag 18 mei WikiconNL 2024|Save the date: zaterdag 18 mei WikiconNL 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Wikikring Twente is verhuisd|Wikikring Twente is verhuisd]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Monumental monuments: tentoonstelling Wiki loves Monuments Sint Eustatius|Monumental monuments: tentoonstelling Wiki loves Monuments Sint Eustatius]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Terugblik: Publiek Domein Dag 2024|Terugblik: Publiek Domein Dag 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Prijsuitreiking Wiki Loves Monuments Suriname 2023|Prijsuitreiking Wiki Loves Monuments Suriname 2023]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#WikiWoordenboek kijkt terug op mooi 2023|WikiWoordenboek kijkt terug op mooi 2023]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128##100wikiwomenchallenge|#100wikiwomenchallenge]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Verbindingsprijs 2024|Verbindingsprijs 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Opgeknapt kantoor|Opgeknapt kantoor]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Terugblik nieuwjaarsbijeenkomst|Terugblik nieuwjaarsbijeenkomst]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Radio-interview: Wikipedia blaast 23 kaarsjes uit|Radio-interview: Wikipedia blaast 23 kaarsjes uit]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Steun Wikimedia Nederland|Steun Wikimedia Nederland]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/128#Zien we jou binnenkort?|Zien we jou binnenkort?]] </div> |- | <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Oude edities vindt u [[wmnl:Nieuwsbrief|hier]]</div> |- |} |} <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[w:nl:Wikipedia:Wikimedia/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Info over nieuwsbrief]] · [[m:Global message delivery/Targets/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Inschrijven/Uitschrijven]] · [[m:MassMessage|Global message delivery]] · [[User:Germien Cox|Germien Cox (WMNL)]] ([[User talk:Germien Cox|overleg]]) 23 jan 2024 13:26 (CEST)(CET)</div> <!-- Bericht verzonden door User:Germien Cox@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Nieuwsbrief_Wikimedia_Nederland&oldid=25944159 --> == Technieuws: 2024-05 == <section begin="technews-2024-W05"/><div class="plainlinks"> Het laatste '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|technieuws]]''' van de technische Wikimedia-gemeenschap. Deel dit nieuws vooral met andere gebruikers. Niet alle veranderingen zullen op jou van invloed zijn. Er zijn [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/05|vertalingen]] beschikbaar. '''Recente wijzigingen''' * Vanaf maandag 29 januari worden alle tijdstempels op overlegpagina's een link. Dit zijn permanente links naar de respectievelijke opmerking. Dit stelt gebruikers in staat om opmerkingen ook terug te vinden als deze naar elders zijn verplaatst. Dit treedt in werking op alle wiki's behalve de Engelstalige Wikipedia. [https://diff.wikimedia.org/2024/01/29/talk-page-permalinks-dont-lose-your-threads/ In Diff] en [[mw:Special:MyLanguage/Help:DiscussionTools#Talk_pages_permalinking|op Mediawiki.org]] kan je hier meer over lezen.<!-- The Diff post will be published on Monday morning UTC--> [https://phabricator.wikimedia.org/T302011] * Er zijn wat verbeteringen aan de CAPTCHA om het voor spambots en scripts moeilijker te maken er aan voorbij te gaan. Als je opmerkingen over deze wijzigingen hebt dan is je feedback zeer welkom bij [[phab:T141490|de taak]]. De statistieken aangaande de CAPTCHA worden extra scherp in de gaten gehouden, inclusief gerelateerde statistieken zoals aantallen aangemaakte accounts en gemaakte bewerkingen. '''Wijzigingen later deze week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Terugkerend onderwerp]] De [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.16|nieuwe versie]] van MediaWiki zal vanaf {{#time:j xg|2024-01-30|nl}} op testwiki's en MediaWiki.org staan. Vanaf {{#time:j xg|2024-01-31|nl}} staat deze op de niet-Wikipedia-wiki's en enkele Wikipedia's. Deze versie staat vanaf {{#time:j xg|2024-02-01|nl}} op alle wiki's ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|agenda]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * [[File:Octicons-gift.svg|12px|link=|alt=|Van het verlanglijstje]] Op 1 februari wordt een link aan het menu "Hulpmiddelen" toegevoegd om een [[w:nl:QR-code|QR-code]] te downloaden die verwijst naar het item dat je bekijkt. Er zal ook een nieuwe pagina [[{{#special:QrCode}}]] verschijnen waarmee QR-codes voor eender welke Wikipedia-URL kunnen worden gemaakt. Hiermee gaat een van de [[m:Community Wishlist Survey 2023/Mobile and apps/Add ability to share QR code for a page in any Wikimedia project|19 meest gekozen]] wensen van de [[m:Community Wishlist Survey 2023/Results|2023 Community Wishlist Survey]] in vervulling. [https://phabricator.wikimedia.org/T329973] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Geavanceerd onderwerp]] [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Gadgets|Gadgets]] die niet in alle skins werken gebruikten soms de optie <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>targets</code></bdi> om te zorgen dat je ze niet overal kan gebruiken. Vanaf deze week werkt dat niet meer. Gebruik in plaats daarvan <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>skins</code></bdi>. [https://phabricator.wikimedia.org/T328497] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Technieuws]]''' is samengesteld door [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|de schrijvers van het technieuws]] en wordt gepost door een [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Draag bij]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/05|Vertaal]]&nbsp;• [[m:Tech|Vraag hulp]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Geef feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Abonneren en afmelden]].'' </div><section end="technews-2024-W05"/> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 29 jan 2024 20:31 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:Quiddity (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26137870 --> == ''The Signpost'': 31 January 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/News and notes|Wikipedian Osama Khalid celebrated his 30th birthday in jail]] * Opinion: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/Opinion|Until it happens to you]] * Disinformation report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/Disinformation report|How paid editors squeeze you dry]] * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/In the media|Katherine Maher new NPR CEO, go check Wikipedia, race in the race]] * In focus: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/In focus|The long road of a featured article candidate, part 2]] * Recent research: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/Recent research|Croatian takeover was enabled by "lack of bureaucratic openness and rules constraining [admins]"]] * Comix: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/Comix|We've all got to start somewhere]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-01-31/Traffic report|DJ, gonna burn this goddamn house right down]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 31 jan 2024 16:16 (CET) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:Bri@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26086360 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Last days to vote on the Charter for the Universal Code of Conduct Coordinating Committee</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> :''[[m:Special:MyLanguage/wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - voting reminder|You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]] [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - voting reminder}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]'' Hello all, I am reaching out to you today to remind you that the voting period for the [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee|Universal Code of Conduct Coordinating Committee]] (U4C) charter will close on '''2 February 2024'''. Community members may [[m:Special:MyLanguage/Universal_Code_of_Conduct/Coordinating_Committee/Charter/Voter_information|cast their vote and provide comments about the charter via SecurePoll]]. Those of you who voiced your opinions during the development of the [[foundation:Special:MyLanguage/Policy:Universal_Code_of_Conduct/Enforcement_guidelines|UCoC Enforcement Guidelines]] will find this process familiar. The [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter|current version of the U4C charter]] is on Meta-wiki with translations available. Read the charter, go vote and share this note with others in your community. I can confidently say the U4C Building Committee looks forward to your participation. On behalf of the UCoC Project team,<section end="announcement-content" /> </div> [[m:User:RamzyM (WMF)|RamzyM (WMF)]] 31 jan 2024 17:59 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:RamzyM (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=25853527 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-06</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W06"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/06|Translations]] are available. '''Recent changes''' *The mobile site history pages now use the same HTML as the desktop history pages. If you hear of any problems relating to mobile history usage please point them to [[phab:T353388|the phabricator task]]. *On most wikis, admins can now block users from making specific actions. These actions are: uploading files, creating new pages, moving (renaming) pages, and sending thanks. The goal of this feature is to allow admins to apply blocks that are adequate to the blocked users' activity. [[m:Special:MyLanguage/Community health initiative/Partial blocks#action-blocks|Learn more about "action blocks"]]. [https://phabricator.wikimedia.org/T242541][https://phabricator.wikimedia.org/T280531] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.17|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-02-06|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-02-07|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-02-08|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * Talk pages permalinks that included diacritics and non-Latin script were malfunctioning. This issue is fixed. [https://phabricator.wikimedia.org/T356199] '''Future changes''' * [[m:WMDE Technical Wishes/ReferencePreviews#24WPs|24 Wikipedias]] with [[mw:Special:MyLanguage/Reference_Tooltips|Reference Tooltips]] as a default gadget are encouraged to remove that default flag. This would make [[mw:Special:MyLanguage/Help:Reference_Previews|Reference Previews]] the new default for reference popups, leading to a more consistent experience across wikis. For [[m:WMDE Technical Wishes/ReferencePreviews#46WPs|46 Wikipedias]] with less than 4 interface admins, the change is already scheduled for mid-February, [[m:Talk:WMDE Technical Wishes/ReferencePreviews#Reference Previews to become the default for previewing references on more wikis.|unless there are concerns]]. The older Reference Tooltips gadget will still remain usable and will override this feature, if it is available on your wiki and you have enabled it in your settings. [https://meta.wikimedia.org/wiki/WMDE_Technical_Wishes/ReferencePreviews#Reference_Previews_to_become_the_default_for_previewing_references_on_more_wikis][https://phabricator.wikimedia.org/T355312] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/06|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W06"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 5 feb 2024 20:22 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26180971 --> == This Month in Education: January 2024 == <div class="plainlinks mw-content-ltr" lang="en" dir="ltr">Apologies for writing in English. Please help to translate in your language. <div style="text-align: center;"> <span style="font-weight:bold; color:#00A7E2; font-size:2.9em; font-family:'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">This Month in Education</span> <span style="font-weight:bold; color:#00A7E2; font-size:1.4em; font-family:'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> Volume 13 • Issue 1 • January 2024</span> <div style="border-top:1px solid #a2a9b1; border-bottom:1px solid #a2a9b1; padding:0.5em; font-size:larger; margin-bottom:0.2em">[[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/January 2024|Contents]] • [[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/January 2024/Headlines|Headlines]] • [[m:Special:MyLanguage/Global message delivery/Targets/This Month in Education|Subscribe]]</div> <div style="color:white; font-size:1.8em; font-family:Montserrat; background:#92BFB1;">In This Issue</div></div> <div style="text-align: left; column-count: 2; column-width: 35em;"> * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Cross-Continental Wikimedia Activities: A Dialogue between Malaysia and Estonia|Cross-Continental Wikimedia Activities: A Dialogue between Malaysia and Estonia]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Czech programme SWW in 2023 – how have we managed to engage students|Czech programme SWW in 2023 – how have we managed to engage students]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Extending Updates on Wikipedia in Education – Elbasan, Albania|Extending Updates on Wikipedia in Education – Elbasan, Albania]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Reading Wikipedia in the Classroom Teacher’s guide – now available in Bulgarian language|Reading Wikipedia in the Classroom Teacher’s guide – now available in Bulgarian language]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Summer students at Auckland Museum|Summer students at Auckland Museum]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/WikiDunong: EduWiki Initiatives in the Philippines Project|WikiDunong: EduWiki Initiatives in the Philippines Project]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Wikimedia Armenia's Educational Workshops|Wikimedia Armenia's Educational Workshops]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/January 2024/Wikimedia Foundation publishes its first Child Rights Impact Assessment|Wikimedia Foundation publishes its first Child Rights Impact Assessment]] </div> <div style="margin-top:10px; text-align: center; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/About|About ''This Month in Education'']] · [[m:Global message delivery/Targets/This Month in Education|Subscribe/Unsubscribe]] · [[m:Special:MyLanguage/MassMessage|Global message delivery]] · For the team: [[:m:User:ZI Jony|ZI Jony]] 10 feb 2024 11:02 (CET)</div> </div> <!-- Bericht verzonden door User:ZI Jony@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/This_Month_in_Education&oldid=26091771 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Announcing the results of the UCoC Coordinating Committee Charter ratification vote</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> :''[[m:Special:MyLanguage/wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - results|You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]] [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:wiki/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Announcement - results}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]'' Dear all, Thank you everyone for following the progress of the Universal Code of Conduct. I am writing to you today to announce the outcome of the [[m:Special:MyLanguage/Universal_Code_of_Conduct/Coordinating_Committee/Charter/Voter_information|ratification vote]] on the [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter|Universal Code of Conduct Coordinating Committee Charter]]. 1746 contributors voted in this ratification vote with 1249 voters supporting the Charter and 420 voters not. The ratification vote process allowed for voters to provide comments about the Charter. A report of voting statistics and a summary of voter comments will be published on Meta-wiki in the coming weeks. Please look forward to hearing about the next steps soon. On behalf of the UCoC Project team,<section end="announcement-content" /> </div> [[m:User:RamzyM (WMF)|RamzyM (WMF)]] 12 feb 2024 19:23 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:RamzyM (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=26160150 --> == ''The Signpost'': 13 February 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/News and notes|Wikimedia Russia director declared "foreign agent" by Russian gov; EU prepares to pile on the papers]] * Disinformation report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Disinformation report|How low can the scammers go?]] * Gallery: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Gallery|Before and After: Why you don't need to touch grass to dramatically improve images of flora and fauna]] * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/In the media|Speaking in tongues, toeing the line, and dressing the part]] * Serendipity: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Serendipity|Is this guy the same as the one who was a Nazi?]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Traffic report|Griselda, Nikki, Carl, Jannik and two types of football]] * Crossword: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Crossword|Our crossword to bear]] * Comix: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-02-13/Comix|Strongly]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 13 feb 2024 05:38 (CET) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:JPxG@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26223997 --> == Technieuws: 2024-07 == <section begin="technews-2024-W07"/><div class="plainlinks"> Het laatste '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|technieuws]]''' van de technische Wikimedia-gemeenschap. Deel dit nieuws vooral met andere gebruikers. Niet alle veranderingen zullen op jou van invloed zijn. Er zijn [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/07|vertalingen]] beschikbaar. '''Recente wijzigingen''' * Het [[d:Wikidata:SPARQL query service/WDQS graph split|WDQS-experiment voor het splitsen van grafen]] werkt en is op 3 test-servers geladen. Het verantwoordelijke team test de impact van de splitsing en heeft feedback nodig van WDQS-gebruikers via de UI of programmatisch via verschillende kanalen. Met de feedback van gebruikers van [https://www.wikidata.org/wiki/Wikidata_talk:SPARQL_query_service/WDQS_graph_split][https://phabricator.wikimedia.org/T356773][https://www.wikidata.org/wiki/User:Sannita_(WMF)] zal de impact van verschillende use cases en workflows rond de Wikidata Query service worden gevalideerd. [https://www.wikidata.org/wiki/Wikidata:SPARQL_query_service/WDQS_backend_update/October_2023_scaling_update][https://www.mediawiki.org/wiki/Wikidata_Query_Service/User_Manual#Federation] '''Problemen en onderhoud''' *Er was een bug die de weergave van bezochte koppelingen beïnvloedde bij gebruik van een mobiel apparaat. De links werden zwart weergegeven; [[phab:T356928|dit probleem]] is verholpen. '''Wijzigingen later deze week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Terugkerend onderwerp]] De [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.18|nieuwe versie]] van MediaWiki zal vanaf {{#time:j xg|2024-02-13|nl}} op testwiki's en MediaWiki.org staan. Vanaf {{#time:j xg|2024-02-14|nl}} staat deze op de niet-Wikipedia-wiki's en enkele Wikipedia's. Deze versie staat vanaf {{#time:j xg|2024-02-15|nl}} op alle wiki's ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|agenda]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Geavanceerd onderwerp]] Het uitfaseren van de ''grid engine'' vordert gestaag. Als volgende stap worden vanaf 14 februari 2024 tools gestopt. [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/News/Toolforge_Grid_Engine_deprecation] Mocht je tools aan het migreren zijn maar ben je daar nog niet helemaal mee klaar, dan kan je om verlenging vragen zodat ze niet worden gestopt. [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Portal:Toolforge/About_Toolforge#Communication_and_support] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Technieuws]]''' is samengesteld door [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|de schrijvers van het technieuws]] en wordt gepost door een [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Draag bij]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/07|Vertaal]]&nbsp;• [[m:Tech|Vraag hulp]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Geef feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Abonneren en afmelden]].'' </div><section end="technews-2024-W07"/> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 13 feb 2024 06:48 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26223994 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-08</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W08"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/08|Translations]] are available. '''Recent changes''' * If you have the "{{int:Tog-enotifwatchlistpages}}" option enabled, edits by bot accounts no longer trigger notification emails. Previously, only minor edits would not trigger the notification emails. [https://phabricator.wikimedia.org/T356984] * There are changes to how user and site scripts load for [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Vector/2022| Vector 2022]] on specific wikis. The changes impacted the following Wikis: all projects with [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Vector|Vector legacy]] as the default skin, Wikivoyage, and Wikibooks. Other wikis will be affected over the course of the next three months. Gadgets are not impacted. If you have been affected or want to minimize the impact on your project, see [[Phab:T357580| this ticket]]. Please coordinate and take action proactively. *Newly auto-created accounts (the accounts you get when you visit a new wiki) now have the same local notification preferences as users who freshly register on that wiki. It is effected in four notification types listed in the [[phab:T353225|task's description]]. *The maximum file size when using [[c:Special:MyLanguage/Commons:Upload_Wizard|Upload Wizard]] is now 5 GiB. [https://phabricator.wikimedia.org/T191804] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.19|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-02-20|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-02-21|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-02-22|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] Selected tools on the grid engine have been [[wikitech:News/Toolforge_Grid_Engine_deprecation|stopped]] as we prepare to shut down the grid on March 14th, 2024. The tool's code and data have not been deleted. If you are a maintainer and you want your tool re-enabled reach out to the [[wikitech:Portal:Toolforge/About_Toolforge#Communication_and_support|team]]. Only tools that have asked for extension are still running on the grid. * The CSS <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>[https://developer.mozilla.org/en-US/docs/Web/CSS/filter filter]</code></bdi> property can now be used in HTML <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>style</code></bdi> attributes in wikitext. [https://phabricator.wikimedia.org/T308160] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/08|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W08"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 19 feb 2024 16:36 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26254282 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-09</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W09"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/09|Translations]] are available. '''Recent changes''' * The [[mw:Special:MyLanguage/VisualEditor_on_mobile|mobile visual editor]] is now the default editor for users who never edited before, at a small group of wikis. [[mw:Special:MyLanguage/VisualEditor_on_mobile/VE_mobile_default#A/B_test_results| Research ]] shows that users using this editor are slightly more successful publishing the edits they started, and slightly less successful publishing non-reverted edits. Users who defined the wikitext editor as their default on desktop will get the wikitext editor on mobile for their first edit on mobile as well. [https://phabricator.wikimedia.org/T352127] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] The [[mw:Special:MyLanguage/ResourceLoader/Core modules#mw.config|mw.config]] value <code>wgGlobalGroups</code> now only contains groups that are active in the wiki. Scripts no longer have to check whether the group is active on the wiki via an API request. A code example of the above is: <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>if (/globalgroupname/.test(mw.config.get("wgGlobalGroups")))</code></bdi>. [https://phabricator.wikimedia.org/T356008] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.20|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-02-27|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-02-28|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-02-29|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''Future changes''' * The right to change [[mw:Special:MyLanguage/Manual:Tags|edit tags]] (<bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>changetags</code></bdi>) will be removed from users in Wikimedia sites, keeping it by default for admins and bots only. Your community can ask to retain the old configuration on your wiki before this change happens. Please indicate in [[phab:T355639|this ticket]] to keep it for your community before the end of March 2024. '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/09|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W09"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 26 feb 2024 20:23 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26294125 --> == Nieuwsbrief 129 Wikimedia Nederland == {| class="plainlinks" style="width:100%;" | valign="top" align="center" style="border:1px gray solid; padding:1em;" | {| align="center" |- | [[File:Wikimedia nederland.svg|80px|center|link=wmnl:Nieuwsbrief]]<br> <hr > <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Nieuwsbrief van februari 2024 </div><div style="font-size:11pt; font-family:Arial; text-align:center;"> Officiële inschrijving WiconNL geopend! </div> <hr ><br > |- style="font-size:10pt; font-family:Times New Roman; text-align:left;" | <div style="text-align:left; column-count:2; column-width:28em; -moz-column-count:2; -moz-column-width:28em; -webkit-column-count:2; -webkit-column-width:28em;"> * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#WikiconNL 2024|WikiconNL 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129##100wikiwomenchallenge|#100wikiwomenchallenge]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Wist je dat...|Wist je dat...]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Verbindingsprijs 2024|Verbindingsprijs 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Tool: Wikimedia Commons Chrome tab|Tool: Wikimedia Commons Chrome tab]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Gulle donatie voor Wikimedia Nederland|Gulle donatie voor Wikimedia Nederland]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#De WikiZaterdag is terug!|De WikiZaterdag is terug!]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#WikiZaterdag: Internationale Vrouwendag|WikiZaterdag: Internationale Vrouwendag]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Steun Wikimedia Nederland|Steun Wikimedia Nederland]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/129#Zien we jou binnenkort?|Zien we jou binnenkort?]] </div> |- | <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Oude edities vindt u [[wmnl:Nieuwsbrief|hier]]</div> |- |} |} <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[w:nl:Wikipedia:Wikimedia/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Info over nieuwsbrief]] · [[m:Global message delivery/Targets/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Inschrijven/Uitschrijven]] · [[m:MassMessage|Global message delivery]] [[User:Germien Cox|Germien Cox (WMNL)]] ([[User talk:Germien Cox|overleg]]) 29 feb 2024 11:08 (CET) (CEST) </div> <!-- Bericht verzonden door User:Germien Cox@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Nieuwsbrief_Wikimedia_Nederland&oldid=25944159 --> == ''The Signpost'': 2 March 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/News and notes|Wikimedia enters US Supreme court hearings as "the dolphin inadvertently caught in the net"]] * Recent research: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/Recent research|Images on Wikipedia "amplify gender bias"]] * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/In the media|The Scottish Parliament gets involved, a wikirace on live TV, and the Foundation's CTO goes on record]] * Obituary: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/Obituary|Vami_IV]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/Traffic report|Supervalentinefilmbowlday]] * WikiCup report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-02/WikiCup report|High-scoring WikiCup first round comes to a close]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 2 mrt 2024 12:03 (CET) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:JPxG@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26310391 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-10</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W10"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/10|Translations]] are available. '''Recent changes''' * The <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>Special:Book</code></bdi> page (as well as the associated "Create a book" functionality) provided by the old [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Collection|Collection extension]] has been removed from all Wikisource wikis, as it was broken. This does not affect the ability to download normal books, which is provided by the [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Wikisource|Wikisource extension]]. [https://phabricator.wikimedia.org/T358437] * [[m:Wikitech|Wikitech]] now uses the next-generation [[mw:Special:MyLanguage/Parsoid|Parsoid]] wikitext parser by default to generate all pages in the Talk namespace. Report any problems on the [[mw:Talk:Parsoid/Parser_Unification/Known_Issues|Known Issues discussion page]]. You can use the [[mw:Special:MyLanguage/Extension:ParserMigration|ParserMigration]] extension to control the use of Parsoid; see the [[mw:Special:MyLanguage/Help:Extension:ParserMigration|ParserMigration help documentation]] for more details. * Maintenance on [https://etherpad.wikimedia.org etherpad] is completed. If you encounter any issues, please indicate in [[phab:T316421|this ticket]]. * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=| Advanced item]] [[mw:Special:MyLanguage/Extension:Gadgets|Gadgets]] allow interface admins to create custom features with CSS and JavaScript. The <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>Gadget</code></bdi> and <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>Gadget_definition</code></bdi> namespaces and <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>gadgets-definition-edit</code></bdi> user right were reserved for an experiment in 2015, but were never used. These were visible on Special:Search and Special:ListGroupRights. The unused namespaces and user rights are now removed. No pages are moved, and no changes need to be made. [https://phabricator.wikimedia.org/T31272] * A usability improvement to the "Add a citation" in Wikipedia workflow has been made, the insert button was moved to the popup header. [https://phabricator.wikimedia.org/T354847] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.21|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-03-05|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-03-06|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-03-07|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''Future changes''' * All wikis will be read-only for a few minutes on March 20. This is planned at 14:00 UTC. More information will be published in Tech News and will also be posted on individual wikis in the coming weeks. [https://phabricator.wikimedia.org/T358233] * The HTML markup of headings and section edit links will be changed later this year to improve accessibility. See [[mw:Special:MyLanguage/Heading_HTML_changes|Heading HTML changes]] for details. The new markup will be the same as in the new Parsoid wikitext parser. You can test your gadget or stylesheet with the new markup if you add <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>?useparsoid=1</code></bdi> to your URL ([[mw:Special:MyLanguage/Help:Extension:ParserMigration#Selecting_a_parser_using_a_URL_query_string|more info]]) or turn on Parsoid read views in your user options ([[mw:Special:MyLanguage/Help:Extension:ParserMigration#Enabling_via_user_preference|more info]]). * '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/10|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W10"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 4 mrt 2024 20:47 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26329807 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> Report of the U4C Charter ratification and U4C Call for Candidates now available</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> :''[[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024/Announcement – call for candidates| You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]] [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024/Announcement – call for candidates}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]'' Hello all, I am writing to you today with two important pieces of information. First, the [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter/Vote results|report of the comments from the Universal Code of Conduct Coordinating Committee (U4C) Charter ratification]] is now available. Secondly, the call for candidates for the U4C is open now through April 1, 2024. The [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee|Universal Code of Conduct Coordinating Committee]] (U4C) is a global group dedicated to providing an equitable and consistent implementation of the UCoC. Community members are invited to submit their applications for the U4C. For more information and the responsibilities of the U4C, please [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter|review the U4C Charter]]. Per the charter, there are 16 seats on the U4C: eight community-at-large seats and eight regional seats to ensure the U4C represents the diversity of the movement. Read more and submit your application on [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024|Meta-wiki]]. On behalf of the UCoC project team,<section end="announcement-content" /> </div> [[m:User:RamzyM (WMF)|RamzyM (WMF)]] 5 mrt 2024 17:25 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:RamzyM (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=26276337 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-11</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W11"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/11|Translations]] are available. '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.22|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-03-12|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-03-13|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-03-14|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * After consulting with various communities, the line height of the text on the [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Minerva Neue|Minerva skin]] will be increased to its previous value of 1.65. Different options for typography can also be set using the options in the menu, as needed. [https://phabricator.wikimedia.org/T358498] *The active link color in [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Minerva Neue|Minerva]] will be changed to provide more consistency with our other platforms and best practices. [https://phabricator.wikimedia.org/T358516] * [[c:Special:MyLanguage/Commons:Structured data|Structured data on Commons]] will no longer ask whether you want to leave the page without saving. This will prevent the “information you’ve entered may not be saved” popups from appearing when no information have been entered. It will also make file pages on Commons load faster in certain cases. However, the popups will be hidden even if information has indeed been entered. If you accidentally close the page before saving the structured data you entered, that data will be lost. [https://phabricator.wikimedia.org/T312315] '''Future changes''' * All wikis will be read-only for a few minutes on March 20. This is planned at 14:00 UTC. More information will be published in Tech News and will also be posted on individual wikis in the coming weeks. [https://phabricator.wikimedia.org/T358233][https://meta.wikimedia.org/wiki/Special:MyLanguage/Tech/Server_switch] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/11|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W11"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 12 mrt 2024 00:04 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26374013 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> Wikimedia Foundation Board of Trustees 2024 Selection</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> : ''[[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation elections/2024/Announcement/Selection announcement| You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]]'' : ''<div class="plainlinks">[[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation elections/2024/Announcement/Selection announcement|{{int:interlanguage-link-mul}}]] • [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:Wikimedia Foundation elections/2024/Announcement/Selection announcement}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]</div>'' Dear all, This year, the term of 4 (four) Community- and Affiliate-selected Trustees on the Wikimedia Foundation Board of Trustees will come to an end [1]. The Board invites the whole movement to participate in this year’s selection process and vote to fill those seats. The [[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation elections committee|Elections Committee]] will oversee this process with support from Foundation staff [2]. The Board Governance Committee created a Board Selection Working Group from Trustees who cannot be candidates in the 2024 community- and affiliate-selected trustee selection process composed of Dariusz Jemielniak, Nataliia Tymkiv, Esra'a Al Shafei, Kathy Collins, and Shani Evenstein Sigalov [3]. The group is tasked with providing Board oversight for the 2024 trustee selection process, and for keeping the Board informed. More details on the roles of the Elections Committee, Board, and staff are here [4]. Here are the key planned dates: * May 2024: Call for candidates and call for questions * June 2024: Affiliates vote to shortlist 12 candidates (no shortlisting if 15 or less candidates apply) [5] * June-August 2024: Campaign period * End of August / beginning of September 2024: Two-week community voting period * October–November 2024: Background check of selected candidates * Board's Meeting in December 2024: New trustees seated Learn more about the 2024 selection process - including the detailed timeline, the candidacy process, the campaign rules, and the voter eligibility criteria - on [[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation elections/2024|this Meta-wiki page]], and make your plan. '''Election Volunteers''' Another way to be involved with the 2024 selection process is to be an Election Volunteer. Election Volunteers are a bridge between the Elections Committee and their respective community. They help ensure their community is represented and mobilize them to vote. Learn more about the program and how to join on this [[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation elections/2024/Election Volunteers|Meta-wiki page]]. Best regards, [[m:Special:MyLanguage/User:Pundit|Dariusz Jemielniak]] (Governance Committee Chair, Board Selection Working Group) [1] https://meta.wikimedia.org/wiki/Special:MyLanguage/Wikimedia_Foundation_elections/2021/Results#Elected [2] https://foundation.wikimedia.org/wiki/Committee:Elections_Committee_Charter [3] https://foundation.wikimedia.org/wiki/Minutes:2023-08-15#Governance_Committee [4] https://meta.wikimedia.org/wiki/Wikimedia_Foundation_elections_committee/Roles [5] Even though the ideal number is 12 candidates for 4 open seats, the shortlisting process will be triggered if there are more than 15 candidates because the 1-3 candidates that are removed might feel ostracized and it would be a lot of work for affiliates to carry out the shortlisting process to only eliminate 1-3 candidates from the candidate list.<section end="announcement-content" /> </div> [[User:MPossoupe_(WMF)|MPossoupe_(WMF)]]12 mrt 2024 20:56 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:MPossoupe (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=26349432 --> == Jouw wiki zal binnenkort in de 'alleen-lezen' modus te gebruiken zijn == <section begin="server-switch"/><div class="plainlinks"> [[:m:Special:MyLanguage/Tech/Server switch|Lees dit bericht in een andere taal]] • [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-Tech%2FServer+switch&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}] De [[foundation:|Wikimedia Foundation]] gaat overschakelen naar een ander datacenter. Dit zal er voor zorgen dat Wikipedia en andere Wikimedia-wiki's, zelfs na een ramp beschikbaar blijven. Al het internetverkeer zal omgeschakeld worden op '''{{#time:j xg|2024-03-20|nl}}'''. De test zal beginnen om '''[https://zonestamp.toolforge.org/{{#time:U|2024-03-20T14:00|en}} {{#time:H:i e|2024-03-20T14:00}}]'''. Vanwege bepaalde beperkingen in [[mw:Special:MyLanguage/Manual:What is MediaWiki?|MediaWiki]] is het helaas nodig om het bewerken van de wiki's tijdelijk in de 'alleen-lezen' modus te zetten. We verontschuldigen ons voor dit ongemak, en we doen onze uiterste best om de negatieve gevolgen, in de toekomst te minimaliseren. '''U zult wel in staat zijn om artikelen te lezen, maar niet om deze te bewerken, gedurende een korte periode. Dit geldt voor alle wiki's.''' *U zult gedurende een uur of langer lang niet in staat zijn bewerkingen door te voeren op {{#time:l j xg Y|2024-03-20|nl}}. *Tijdens het bewerken of opslaan gedurende deze tijd zult u een foutmelding zien. Wij hopen dat er geen bewerkingen verloren gaan, maar zijn hier niet zeker van. Wanneer u deze foutmelding te zien krijgt, wacht dan alstublieft tot alles weer normaal functioneert. Hierna kunt u uw bewerking opslaan. Toch raden we het ten zeerste aan dat u eerst een kopie maakt van uw bewerkingen maakt, gewoon uit voorzorg. ''Andere effecten'': *Het uitvoeren van achtergrondtaken zal langzamer gaan, en sommige taken zouden mogelijk kunnen worden geannuleerd. Roodgekleurde koppelingen kunnen mogelijk niet zo snel bijgewerkt worden als gebruikelijk. Als u een artikel aanmaakt waarin ergens anders al naar verwezen wordt, zal de koppeling langer roodgekleurd blijven dan gebruikelijk. Sommige langlopende scripts zullen moeten worden onderbroken. * We verwachten dat de uitrol van nieuwe code gebeurt zoals dat iedere week plaatsvindt. Het kan echter voorkomen dat sommige codewijzigingen per geval geblokkeerd worden, als de operatie ze later weer nodig heeft. * [[mw:Special:MyLanguage/GitLab|GitLab]] zal ongeveer 90 minuten onbereikbaar zijn. Dit project zal indien noodzakelijk worden uitgesteld. U kunt de [[wikitech:Switch_Datacenter|planning lezen op wikitech.wikimedia.org]]. Wijzigingen zullen in de planning worden aangekondigd. Er zullen meer berichtgevingen volgen. Er zal een melding worden weergegeven op alle wiki's, 30 minuten voordat de wissel plaats vindt. '''Deel deze informatie alstublieft met uw gemeenschap.'''</div><section end="server-switch"/> [[user:Trizek (WMF)|Trizek (WMF)]], 15 mrt 2024 01:01 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:Trizek (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Non-Technical_Village_Pumps_distribution_list&oldid=25636619 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-12</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W12"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/12|Translations]] are available. '''Recent changes''' * The notice "Language links are at the top of the page" that appears in the [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Vector/2022|Vector 2022 skin]] main menu has been removed now that users have learned the new location of the Language switcher. [https://phabricator.wikimedia.org/T353619] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] [[m:Special:MyLanguage/IP_Editing:_Privacy_Enhancement_and_Abuse_Mitigation/IP_Info_feature|IP info feature]] displays data from Spur, an IP addresses database. Previously, the only data source for this feature was MaxMind. Now, IP info is more useful for patrollers. [https://phabricator.wikimedia.org/T341395] * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] The Toolforge Grid Engine services have been shut down after the final migration process from Grid Engine to Kubernetes. [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Obsolete:Toolforge/Grid][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/News/Toolforge_Grid_Engine_deprecation][https://techblog.wikimedia.org/2022/03/14/toolforge-and-grid-engine/] * Communities can now customize the default reasons for undeleting a page by creating [[MediaWiki:Undelete-comment-dropdown]]. [https://phabricator.wikimedia.org/T326746] '''Problems''' * [[m:Special:MyLanguage/WMDE_Technical_Wishes/RevisionSlider|RevisionSlider]] is an interface to interactively browse a page's history. Users in [[mw:Special:MyLanguage/Extension:RevisionSlider/Developing_a_RTL-accessible_feature_in_MediaWiki_-_what_we%27ve_learned_while_creating_the_RevisionSlider|right-to-left]] languages reported RevisionSlider reacting wrong to mouse clicks. This should be fixed now. [https://phabricator.wikimedia.org/T352169] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.23|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-03-19|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-03-20|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-03-21|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * All wikis will be read-only for a few minutes on March 20. This is planned at [https://zonestamp.toolforge.org/1710943200 14:00 UTC]. [https://phabricator.wikimedia.org/T358233][https://meta.wikimedia.org/wiki/Special:MyLanguage/Tech/Server_switch] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/12|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W12"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 18 mrt 2024 18:39 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26410165 --> == This Month in Education: February 2024 == <div class="plainlinks mw-content-ltr" lang="en" dir="ltr">Apologies for writing in English. Please help to translate in your language. <div style="text-align: center;"> <span style="font-weight:bold; color:#00A7E2; font-size:2.9em; font-family:'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">This Month in Education</span> <span style="font-weight:bold; color:#00A7E2; font-size:1.4em; font-family:'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> Volume 13 • Issue 2 • February 2024</span> <div style="border-top:1px solid #a2a9b1; border-bottom:1px solid #a2a9b1; padding:0.5em; font-size:larger; margin-bottom:0.2em">[[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/February 2024|Contents]] • [[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/February 2024/Headlines|Headlines]] • [[m:Special:MyLanguage/Global message delivery/Targets/This Month in Education|Subscribe]]</div> <div style="color:white; font-size:1.8em; font-family:Montserrat; background:#92BFB1;">In This Issue</div></div> <div style="text-align: left; column-count: 2; column-width: 35em;"> * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/2 new courses in Students Write Wikipedia Starting this February|2 new courses in Students Write Wikipedia Starting this February]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/More two wiki-education partnerships|More two wiki-education partnerships]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/Open Education Week 2024 in Mexico|Open Education Week 2024 in Mexico]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/Reading Wikipedia in Bolivia, the community grows|Reading Wikipedia in Bolivia, the community grows]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/Wiki Education Philippines promotes OERs utilization|Wiki Education Philippines promotes OERs utilization]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/Wiki Loves Librarians, Kaduna|Wiki Loves Librarians, Kaduna]] * [[m:Special:MyLanguage/Education/News/February 2024/Wiki Workshop 2024 CfP - Call for Papers Research track|Wiki Workshop 2024 CfP – Call for Papers Research track]] </div> <div style="margin-top:10px; text-align: center; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[m:Special:MyLanguage/Education/Newsletter/About|About ''This Month in Education'']] · [[m:Global message delivery/Targets/This Month in Education|Subscribe/Unsubscribe]] · [[m:Special:MyLanguage/MassMessage|Global message delivery]] · For the team: [[:m:User:ZI Jony|ZI Jony]] 20 mrt 2024 19:38 (CET)</div> </div> <!-- Bericht verzonden door User:ZI Jony@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/This_Month_in_Education&oldid=26310117 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-13</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W13"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/13|Translations]] are available. '''Recent changes''' * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] An update was made on March 18th 2024 to how various projects load site, user JavaScript and CSS in [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Vector/2022|Vector 2022 skin]]. A [[phab:T360384|checklist]] is provided for site admins to follow. '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.24|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-03-26|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-03-27|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-03-28|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/13|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W13"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 25 mrt 2024 19:56 (CET) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26446209 --> == Nieuwsbrief 130 Wikimedia Nederland == {| class="plainlinks" style="width:100%;" | valign="top" align="center" style="border:1px gray solid; padding:1em;" | {| align="center" |- | [[File:Wikimedia nederland.svg|80px|center|link=wmnl:Nieuwsbrief]]<br> <hr > <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Nieuwsbrief van maart 2024 </div><div style="font-size:11pt; font-family:Arial; text-align:center;"> Officiële inschrijving WiconNL geopend! </div> <hr ><br > |- style="font-size:10pt; font-family:Times New Roman; text-align:left;" | <div style="text-align:left; column-count:2; column-width:28em; -moz-column-count:2; -moz-column-width:28em; -webkit-column-count:2; -webkit-column-width:28em;"> * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#WikiconNL 2024|WikiconNL 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Schrijfbijeenkomst Universiteit van Curaçao|Schrijfbijeenkomst Universiteit van Curaçao]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Wist je dat...|Wist je dat...]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#100wikiwomenchallenge|#100wikiwomenchallenge]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130Verbindingsprijs 2024|Verbindingsprijs 2024]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Wiki goes Caribbean: Nieuwe perspectieven op Wikipedia|Wiki goes Caribbean: Nieuwe perspectieven op Wikipedia]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Roma Day Edit-a-thon|Roma Day Edit-a-thon]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Friday Salon: Vrouwen in openbaar zicht|Friday Salon: Vrouwen in openbaar zicht]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Steun Wikimedia Nederland|Steun Wikimedia Nederland]] * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Zien we jou binnenkort?|Zien we jou binnenkort?]]\ * [[wmnl:Nieuwsbrief/130#Wist je dat...|Wist je dat...]] </div> |- | <div style="font-size:14pt; font-family:Arial; text-align:center; color:darkslategray"> Oude edities vindt u [[wmnl:Nieuwsbrief|hier]]</div> |- |} |} <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[w:nl:Wikipedia:Wikimedia/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Info over nieuwsbrief]] · [[m:Global message delivery/Targets/Nieuwsbrief Wikimedia Nederland|Inschrijven/Uitschrijven]] · [[m:MassMessage|Global message delivery]][[User:Germien Cox|Germien Cox (WMNL)]] ([[User talk:Germien Cox|overleg]]) 26 mrt 2024 11:35 (CET) (CEST) </div> <!-- Bericht verzonden door User:Germien Cox@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Nieuwsbrief_Wikimedia_Nederland&oldid=25944159 --> == ''The Signpost'': 29 March 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * Technology report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Technology report|Millions of readers still seeing broken pages as "temporary" disabling of graph extension nears its second year]] * Interview: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Interview|Interview on Wikimedia Foundation fundraising and finance strategy]] * Special report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Special report|19-page PDF accuses Wikipedia of bias against Israel, suggests editors be forced to reveal their real names, and demands a new feature allowing people to view the history of Wikipedia articles]] * Op-Ed: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Op-Ed|Wikipedia in the age of personality-driven knowledge]] * Recent research: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Recent research|"Newcomer Homepage" feature mostly fails to boost new editors]] * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/News and notes|Universal Code of Conduct Coordinating Committee Charter ratified]] * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/In the media|"For me it’s the autism": AARoard editors on the fork more traveled]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Traffic report|He rules over everything, on the land called planet Dune]] * Humour: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Humour|Letters from the editors]] * Comix: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-03-29/Comix|Layout issue]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 29 mrt 2024 23:42 (CET) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:JPxG@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26349119 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-14</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W14"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/14|Translations]] are available. '''Recent changes''' * Users of the [[mw:Special:MyLanguage/Reading/Web/Accessibility_for_reading|reading accessibility]] beta feature will notice that the default line height for the standard and large text options has changed. [https://phabricator.wikimedia.org/T359030] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.25|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-04-02|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-04-03|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-04-04|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''Future changes''' * The Wikimedia Foundation has an annual plan. The annual plan decides what the Wikimedia Foundation will work on. You can now read [[m:Special:MyLanguage/Wikimedia Foundation Annual Plan/2024-2025/Product & Technology OKRs#Draft Key Results|the draft key results]] for the Product and Technology department. They are suggestions for what results the Foundation wants from big technical changes from July 2024 to June 2025. You can [[m:Talk:Wikimedia Foundation Annual Plan/2024-2025/Product & Technology OKRs|comment on the talk page]]. '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/14|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W14"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 2 apr 2024 05:35 (CEST) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26462933 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-15</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W15"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/15|Translations]] are available. '''Recent changes''' * Web browsers can use tools called [[:w:en:Browser extension|extensions]]. There is now a Chrome extension called [[m:Future Audiences/Experiment:Citation Needed|Citation Needed]] which you can use to see if an online statement is supported by a Wikipedia article. This is a small experiment to see if Wikipedia can be used this way. Because it is a small experiment, it can only be used in Chrome in English. * [[File:Octicons-gift.svg|12px|link=|alt=|Wishlist item]] A new [[mw:Special:MyLanguage/Help:Edit Recovery|Edit Recovery]] feature has been added to all wikis, available as a [[Special:Preferences#mw-prefsection-editing|user preference]]. Once you enable it, your in-progress edits will be stored in your web browser, and if you accidentally close an editing window or your browser or computer crashes, you will be prompted to recover the unpublished text. Please leave any feedback on the [[m:Special:MyLanguage/Talk:Community Wishlist Survey 2023/Edit-recovery feature|project talk page]]. This was the #8 wish in the 2023 Community Wishlist Survey. * Initial results of [[mw:Special:MyLanguage/Edit check|Edit check]] experiments [[mw:Special:MyLanguage/Edit_check#4_April_2024|have been published]]. Edit Check is now deployed as a default feature at [[phab:T342930#9538364|the wikis that tested it]]. [[mw:Talk:Edit check|Let us know]] if you want your wiki to be part of the next deployment of Edit check. [https://phabricator.wikimedia.org/T342930][https://phabricator.wikimedia.org/T361727] * Readers using the [[mw:Special:MyLanguage/Skin:Minerva Neue|Minerva skin]] on mobile will notice there has been an improvement in the line height across all typography settings. [https://phabricator.wikimedia.org/T359029] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.42/wmf.26|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-04-09|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-04-10|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-04-11|en}} ([[mw:MediaWiki 1.42/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * New accounts and logged-out users will get the [[mw:Special:MyLanguage/VisualEditor|visual editor]] as their default editor on mobile. This deployment is made at all wikis except for the English Wikipedia. [https://phabricator.wikimedia.org/T361134] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/15|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W15"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 9 apr 2024 01:37 (CEST) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26564838 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-16</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W16"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/16|Translations]] are available. '''Problems''' * Between 2 April and 8 April, on wikis using [[mw:Special:MyLanguage/Extension:FlaggedRevs|Flagged Revisions]], the "{{Int:tag-mw-reverted}}" tag was not applied to undone edits. In addition, page moves, protections and imports were not autoreviewed. This problem is now fixed. [https://phabricator.wikimedia.org/T361918][https://phabricator.wikimedia.org/T361940] '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.43/wmf.1|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-04-16|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-04-17|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-04-18|en}} ([[mw:MediaWiki 1.43/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] * [[mw:Special:MyLanguage/Help:Magic words#DEFAULTSORT|Default category sort keys]] will now affect categories added by templates placed in [[mw:Special:MyLanguage/Help:Cite|footnotes]]. Previously footnotes used the page title as the default sort key even if a different default sort key was specified (category-specific sort keys already worked). [https://phabricator.wikimedia.org/T40435] * A new variable <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>page_last_edit_age</code></bdi> will be added to [[Special:AbuseFilter|abuse filters]]. It tells how many seconds ago the last edit to a page was made. [https://phabricator.wikimedia.org/T269769] '''Future changes''' * Volunteer developers are kindly asked to update the code of their tools and features to handle [[mw:Special:MyLanguage/Trust and Safety Product/Temporary Accounts|temporary accounts]]. [[mw:Special:MyLanguage/Trust and Safety Product/Temporary Accounts/For developers/2024-04 CTA|Learn more]]. * [[File:Octicons-tools.svg|12px|link=|alt=|Advanced item]] Four database fields will be removed from database replicas (including [[quarry:|Quarry]]). This affects only the <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>abuse_filter</code></bdi> and <bdi lang="zxx" dir="ltr"><code>abuse_filter_history</code></bdi> tables. Some queries might need to be updated. [https://phabricator.wikimedia.org/T361996] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/16|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W16"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 16 apr 2024 01:28 (CEST) <!-- Bericht verzonden door User:UOzurumba (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26564838 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Tech News: 2024-17</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="technews-2024-W17"/><div class="plainlinks"> Latest '''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|tech news]]''' from the Wikimedia technical community. Please tell other users about these changes. Not all changes will affect you. [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/17|Translations]] are available. '''Recent changes''' * Starting this week, newcomers editing Wikipedia [[mw:Special:MyLanguage/Growth/Positive reinforcement#Leveling up 3|will be encouraged]] to try structured tasks. [[mw:Special:MyLanguage/Growth/Feature summary#Newcomer tasks|Structured tasks]] have been shown to [[mw:Special:MyLanguage/Growth/Personalized first day/Structured tasks/Add a link/Experiment analysis, December 2021|improve newcomer activation and retention]]. [https://phabricator.wikimedia.org/T348086] * You can [[m:Special:MyLanguage/Coolest Tool Award|nominate your favorite tools]] for the fifth edition of the Coolest Tool Award. Nominations will be open until May 10. '''Changes later this week''' * [[File:Octicons-sync.svg|12px|link=|alt=|Recurrent item]] The [[mw:MediaWiki 1.43/wmf.2|new version]] of MediaWiki will be on test wikis and MediaWiki.org from {{#time:j xg|2024-04-23|en}}. It will be on non-Wikipedia wikis and some Wikipedias from {{#time:j xg|2024-04-24|en}}. It will be on all wikis from {{#time:j xg|2024-04-25|en}} ([[mw:MediaWiki 1.43/Roadmap|calendar]]). [https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Train][https://wikitech.wikimedia.org/wiki/Deployments/Yearly_calendar] '''Future changes''' * This is the last warning that by the end of May 2024 the Vector 2022 skin will no longer share site and user scripts/styles with old Vector. For user-scripts that you want to keep using on Vector 2022, copy the contents of [[{{#special:MyPage}}/vector.js]] to [[{{#special:MyPage}}/vector-2022.js]]. There are [[mw:Special:MyLanguage/Reading/Web/Desktop Improvements/Features/Loading Vector 2010 scripts|more technical details]] available. Interface administrators who foresee this leading to lots of technical support questions may wish to send a mass message to your community, as was done on French Wikipedia. [https://phabricator.wikimedia.org/T362701] '''''[[m:Special:MyLanguage/Tech/News|Tech news]]''' prepared by [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/Writers|Tech News writers]] and posted by [[m:Special:MyLanguage/User:MediaWiki message delivery|bot]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News#contribute|Contribute]]&nbsp;• [[m:Special:MyLanguage/Tech/News/2024/17|Translate]]&nbsp;• [[m:Tech|Get help]]&nbsp;• [[m:Talk:Tech/News|Give feedback]]&nbsp;• [[m:Global message delivery/Targets/Tech ambassadors|Subscribe or unsubscribe]].'' </div><section end="technews-2024-W17"/> </div> <bdi lang="en" dir="ltr">[[User:MediaWiki message delivery|MediaWiki message delivery]]</bdi> 22 apr 2024 22:27 (CEST) <!-- Bericht verzonden door User:Quiddity (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Tech_ambassadors&oldid=26647188 --> == ''The Signpost'': 25 April 2024 == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr" style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">[[File:WikipediaSignpostIcon.svg|40px|right]] ''News, reports and features from the English Wikipedia's newspaper''</div> <div style="column-count:2;"> * In the media: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/In the media|Censorship and wikiwashing looming over RuWiki, edit wars over San Francisco politics and another wikirace on live TV]] * News and notes: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/News and notes|A sigh of relief for open access as Italy makes a slight U-turn on their cultural heritage reproduction law]] * WikiConference report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/WikiConference report|WikiConference North America 2023 in Toronto recap]] * WikiProject report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/WikiProject report|WikiProject Newspapers (Not WP:NOTNEWS)]] * Recent research: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/Recent research|New survey of over 100,000 Wikipedia users]] * Traffic report: [[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost/2024-04-25/Traffic report|O.J., cricket and a three body problem]] </div> <div style="margin-top:10px; font-size:90%; padding-left:5px; font-family:Georgia, Palatino, Palatino Linotype, Times, Times New Roman, serif;">'''[[w:en:Wikipedia:Wikipedia Signpost|Read this Signpost in full]]''' · [[w:en:Wikipedia:Signpost/Single|Single-page]] · [[m:Global message delivery/Targets/Signpost|Unsubscribe]] · [[m:Global message delivery|Global message delivery]] 25 apr 2024 13:51 (CEST) <!-- Sent via script ([[w:en:User:JPxG/SPS]]) --></div> <!-- Bericht verzonden door User:JPxG@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Global_message_delivery/Targets/Signpost&oldid=26669718 --> == <span lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr">Vote now to select members of the first U4C</span> == <div lang="en" dir="ltr" class="mw-content-ltr"> <section begin="announcement-content" /> :''[[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024/Announcement – vote opens|You can find this message translated into additional languages on Meta-wiki.]] [https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Special:Translate&group=page-{{urlencode:Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024/Announcement – vote opens}}&language=&action=page&filter= {{int:please-translate}}]'' Dear all, I am writing to you to let you know the voting period for the Universal Code of Conduct Coordinating Committee (U4C) is open now through May 9, 2024. Read the information on the [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Election/2024|voting page on Meta-wiki]] to learn more about voting and voter eligibility. The Universal Code of Conduct Coordinating Committee (U4C) is a global group dedicated to providing an equitable and consistent implementation of the UCoC. Community members were invited to submit their applications for the U4C. For more information and the responsibilities of the U4C, please [[m:Special:MyLanguage/Universal Code of Conduct/Coordinating Committee/Charter|review the U4C Charter]]. Please share this message with members of your community so they can participate as well. On behalf of the UCoC project team,<section end="announcement-content" /> </div> [[m:User:RamzyM (WMF)|RamzyM (WMF)]] 25 apr 2024 22:19 (CEST) <!-- Bericht verzonden door User:RamzyM (WMF)@metawiki via de lijst op de pagina https://meta.wikimedia.org/w/index.php?title=Distribution_list/Global_message_delivery&oldid=26390244 --> m8ytifzykj9oc5stjjy1b7hasp41l91 Computersystemen/Werking computersystemen 0 42842 387939 383833 2024-04-26T04:11:27Z Mattias.Campe 572 /* Geheugen */ wikitext text/x-wiki == Doelstellingen == Deze pagina bespreekt leerplandoel 15 uit het leerplan 'Informatica- en communicatiewetenschappen' (D/2023/13.758/): * LPD 15: De leerlingen lichten de opbouw, de werking en de samenwerking toe van de componenten van een computersysteem. ** Processor, intern geheugen, gegevenstransport ** Invoer, uitvoer, opslag * Wenk. Belangrijk is inzicht te creëren in wat een processor is en wat een processor doet. Hiertoe ga je in op het gegevenstransport tussen de verschillende componenten: processor, bussen, geheugen. Je geeft de belangrijkste componenten van een processor en hun samenhang schematisch weer: stuurorgaan, rekenorgaan, enkele registers, klok, cachegeheugen. * Wenk. Je kan de belangrijkste stappen bij de verwerking van eenvoudige instructies, nl. halen, interpreteren en uitvoeren, beschrijven en de functie van de klok daarbij toelichten. Het is niet de bedoeling om hier diep op in te gaan maar de leerlingen moeten inzicht krijgen in hoe de processor een instructie verwerkt. * Wenk. Je kan de soorten intern geheugen van verschillende computersystemen en hun werking toelichten: werkgeheugen, cachegeheugen, programmageheugen, datageheugen. Er zijn overeenkomsten met leerplandoelen uit Informaticabeheer: bv. [[Computersystemen/Computerbussen|Computerbussen]], [[Computersystemen/Processor|Processor]] en [[Computersystemen/Geheugen|Geheugen]]. == Gegevensverwerking == De meest eenvoudig manier om gegevensverwerking voor te stellen is als invoer (''input'') ➡️ verwerken (''processing'') ➡️ uitvoer (''output''). Dit kan je verder uitbreiden: <gallery> IPOS structuurschema Babbage.jpg Information processing system (english).svg Computing Devices.PNG </gallery> * Vaak wil je ook iets kunnen bewaren en is er opslag nodig. Merk de dubbele pijl in de eerste afbeelding op. * De tweede afbeelding toont aan dat er informatie uit de buitenwereld als invoer gegeven wordt aan een gegevensverwerkend systeem. Idem voor de uitvoer. Merk ook op dat de afbeelding ook weergeeft dat er niet altijd opslag nodig is. * De derde afbeelding geeft enkele concrete voorbeelden van de onderdelen. ** Bij invoer zijn er enkele "klassieke" voorbeelden zoals toetsenbord, muis, scanner, microfoon, webcam, of aanraakscherm. In een gsm heb je ook nog een [[w:Versnellingsmeter|accelerometer]] (bv. schudden om een afspeellijst te shufflen), [[w:Gyroscoop|gyroscoop]] (kompas), [[w:magnetometer|magnetometer]], [[w:en:Biometric device|biometric apparaat]] (bv. vingerafdruksensor), [[w:Afstandssensor|proximity sensor]] (bv. om het scherm te dimmen als je jouw gsm tegen je oor houdt), [[w:en:Ambient light sensor|ambient light sensor]] (bv. om het schermlicht aan te passen aan het omgevingslicht). ** Communicatie is hier niet onder invoer of uitvoer geplaatst, maar als een apart item. == Gegevenstransport == Tussen verschillende componenten op een moederbord is communicatie nodig, waarvoor bussen kunnen worden gebruikt. We lichten dit gegevenstransport toe d.m.v. de [[w:Systeembus|systeembus]]: een enkele computerbus die o.a. de processor met het werkgeheugen verbindt. Afhankelijk van de situatie is er een lees- of een schrijfoperatie. De systeembus bestaat uit drie deelbussen, ingedeeld volgens hun functie: * '''databus''' (of gegevensbus) voor het transport van gegevens; * '''adresbus''' voor het transport van geheugenadressen; * '''controlebus''' (of besturingsbus) voor het signaal van de bewerking (lezen of schrijven), maar ook voor het doorgeven klokpulsen van de klokgenerator naar de processor. === Lezen === Programma's worden in eerste instantie ingeladen in het geheugen (MEM), maar om het te kunnen uitvoeren moet dit gebeuren in de CPU. Stel dat twee getallen moeten opgeteld worden, dan is "optellen" de instructie. Er zijn echter ook twee getallen nodig, dus ook data komt van het geheugen. Er is dus een leesoperatie nodig van het geheugen naar de processor. [[File:Cpu-mem-read.png]] # CPU stuurt het adres van de geheugenplaats langs de adresbus naar het geheugen (MEM). # CPU zet het leessignaal op de controlebus en de CPU doet ondertussen iets anders (de CPU is namelijk veel sneller dan MEM en hem met zijn vingers laten draaien zou zonde van de tijd zijn). # Door 1 en 2 weet het geheugen dat hij verwacht wordt om de waarde te zoeken die staat op het aangegeven geheugenadres. Eens gevonden zet hij deze klaar op de databus. # Geheugen geeft via de controlebus door dat de waarde klaarstaat op de databus. # CPU neemt de gegevens over vanop de databus. === Schrijven === Als de CPU een bepaald resultaat berekend heeft moet dit bewaard kunnen worden. Dit resultaat moet dus geschreven worden in/naar het geheugen (MEM). [[File:Cpu-mem-write.png]] # CPU stuurt het adres van de geheugenplaats langs de adresbus naar het geheugen. # CPU zet het schrijfsignaal op de controlebus. # CPU stuurt de data naar het geheugen. De CPU zijn schrijftaak zit erop en dus kan hij iets anders doen. # Door 1 en 2 weet het geheugen dat er data zal verstuurd worden over de databus en dat hij verwacht wordt om die data (zie 3) op te slaan in zijn geheugen op het adres zoals aangegeven bij stap 1. == Processor == === Definitie === De '''[[w:Processor (computer)|processor]]''', ook bekend als CPU (Engels: ''central processing unit''), is de hardware in een computer die de instructies van een computerprogramma uitvoert. De processor bepaalt voor een groot deel de snelheid van het volledige systeem. Natuurlijk zal bij een snelle processor met een traag opslagmedium, deze laatste de snelheid voor het volledige systeem negatief beïnvloeden. Er zijn verschillende soorten processoren: * Bij een desktop, laptop en server gaat het om '''socketprocessoren'''. Zo'n processor kan je dan loshalen van de socket op het moederbord (zie verder). * Bij tablets en smartphone is het vaak [[w:en:System on a chip|SoC]] ('''System on a chip'''): dan heb je bv. CPU, GPU en geheugen op één enkele chip, "vastgesoldeerd" aan een soort van moederbord. Ook bij andere embedded toepassingen wordt dit gebruikt. * Bij het gebruik van de term '''microcontroller''' heeft men het vaak over een minder krachtige SoC, bv. de microcontroller ATmega328P op het board van Arduino UNO. Dit is voor embedded toepassingen die minder geheugen of geen GPU nodig hebben. <gallery> Socket_AM3_and_AMD_Phenom_II_X3_720_Black_Edition.jpg|Socket-processor Philips BDP3280-12 - MediaTek MT8560BAAG-1770.jpg|Blu-Ray SoC Arduino uno r3.jpg|Arduino UNO met microcontroller </gallery> === Componenten === [[File:ABasicComputer.gif|right|thumb|Samenhang van enkele onderdelen. Zwarte lijnen is data, rode is controle. De pijlen duiden op de richting.]] Als de grootte van de processor vergeleken wordt met wat hij allemaal kan, dan is dit een knap staaltje techniek! Bovendien is de eigenlijke [[w:Microchip|microchip]] (Engels: ''[[w:en:Die (integrated circuit)|die]]'') nog een pak kleiner: er is een omhulling nodig om de microchip hanteerbaar te maken.<ref>En ze willen de techniek nog verbeteren: [https://tweakers.net/reviews/3306/klein-kleiner-kleinst-de-weg-naar-5nm-chips.html Tweakers.net: Klein, kleiner, kleinst: de weg naar 5nm-chips]</ref> In de processor vind je onderstaande componenten terug.<ref>In de filmpjes [https://www.youtube.com/watch?v=qm67wbB5GmI How a CPU is made], [https://www.youtube.com/watch?v=aWVywhzuHnQ How do they make Silicon Wafers and Computer Chips?] of [https://www.youtube.com/watch?v=LWfCqpJzJYM&feature=share&list=PLD793ECD925206C9F Silicon Wafer Processing Animation] kan je mooi enkele processen zien van hoe een CPU is gemaakt.</ref> ==== ALU (rekenorgaan) ==== [[Afbeelding:ALU symbol.svg|right|thumb|Arithmetic Logic Unit schematisch symbool. A en B is de invoer, R is het Resultaat, F is de functie selector (optellen, aftrekken,...) en D is de uitvoer status (bijvoorbeeld Carry en Zero bits en fout-condities zoals delen door 0)]] De [[w:Arithmetic Logic Unit|Arithmetic logic unit]] is het centrale onderdeel van de processor van een computer dat o.a. de rekenkundige (''arithmetic'': +, -, *, /,...) en logische (''logic'': AND, NOT, OR, XOR) bewerkingen uitvoert. Met deze eenvoudige basisbewerkingen kunnen andere complexe bewerkingen worden uitgevoerd. ==== Controle unit (stuurorgaan) ==== De CU of [[w:Control unit|controle unit]] is het controlecentrum van de CPU. Zo vertelt de CU hoe het RAM-geheugen en andere onderdelen moeten reageren op instructies van een programma. ==== Registers ==== De processor is niet bekend voor het opslaan van gegevens: daarvoor gebruiken we bv. RAM-geheugen, harde schijven of SSDs. Het probleem is echter dat zelfs het RAM-geheugen veel te traag is voor de processor. Dus heeft men besloten om heel snel geheugen rechtstreeks op de processor te plaatsen: het snelste geheugen is [[w:Registergeheugen|registergeheugen]]. Omwille van de kostprijs en de beperkte oppervlakte is dit geheugen echter ook klein. Er zijn verschillende soorten registers: * '''Werk'''registers: dit zijn registers met een algemeen doel, bv. voor het bewaren van (tussen)resultaten. * '''Instructie'''register: niet alleen data, maar ook instructies zijn belangrijk, anders kan de processor niets doen. De huidige uit te voeren instructie wordt hierin bewaard. * '''Adres'''register (''program counter''): bevat het (RAM-geheugen)adres van de eerst volgende uit te voeren instructie. Deze instructie moet dan nl. worden opgehaald, zodat deze in het instructieregister terecht kan komen. Dit adresregister houdt dus bij hoe ver het programma al gevorderd is. * '''Vlag'''register: in dit register kunnen verschillende zaken worden bijgehouden, bv.: ** De zero-vlag geeft aan of het resultaat van een aftrekking 0 was of dat twee elementen gelijk waren. ** De sign-vlag wordt gezet bij een negatief getal. ==== Caches ==== [[Bestand:Cache operation diagram.svg|miniatuur|300px|Schematische samenhang CPU-cache-MEM]] In het hoofdstuk "[[Basiskennis_informatica/Snelheid#Cache|Basiskennis informatica]]" lees je dat als er tussen twee samenwerkende onderdelen een snelheidsverschil is, de uiteindelijke snelheid wordt bepaald door de snelheid van de traagste component. Door gebruik te maken van een cache wordt dit snelheidsverschil verkleind: binnen deze snellere opslag worden zaken bewaard in de hoop dat ze (opnieuw) nodig zijn. Deze info hoeft dan niet van het tragere deel opgehaald te worden. Bij de CPU heeft men al een snelle geheugenvorm op de processor: de registers. Deze bleken echter te klein te zijn om aan alle eisen te kunnen voldoen. Het RAM-geheugen was dan wel groot genoeg, maar de geheugenbus is te traag t.o.v. processorsnelheid. Dus bedacht men een tussenstap: de CPU-caches. De eerste keer haalt de CPU sowieso de data van het RAM-geheugen, maar deze data wordt ook in de caches opgeslagen. Daarna wordt eerst de cache bekeken in de hoop dat er data of instructies te vinden zijn, zodat deze niet meer van het tragere RAM-geheugen gehaald moeten worden. Grotere caches hebben een hogere hit rate: de kans is groter dat data er al inzit. Helaas zijn grotere caches vaak ook trager. Vandaar bestaat er een [[w:Cache_(tijdelijk_geheugen)#Caches_in_hardware|multi-level cachehiërarchie]]: eerst wordt de kleinere maar snelle L1-cache bekeken, daarna de iets grotere, maar tragere L2-cache. <gallery> Cache Organization.png|Generic Multi-Level Cache Organization Nehalem_EP.png|Cache Organisatie bij Intel Nehalem Cache Hierarchy Updated.png|Cache hiërarchie Cache,missrate.png|Cache miss rate </gallery> De cache is te klein om alles te bewaren. Dus moet er soms ruimte vrijgemaakt worden. Het groter maken van een cache betekent niet per definitie snelheidswinst: als je iets bewaart in de cache dat in de toekomst toch niet meer nodig is, zal je geen snelheidswinst halen. Vandaar is niet op ieder systeem een L3-cache aanwezig.<ref>Meer details over de werking van deze caches kan je lezen op [https://www.extremetech.com/extreme/188776-how-l1-and-l2-cpu-caches-work-and-why-theyre-an-essential-part-of-modern-chips extremetech.com: How L1 and L2 CPU caches work, and why they’re an essential part of modern chips].</ref> ==== Hulpprocessor ==== Een processor is zodanig ontworpen dat hij verschillende soorten van berekeningen en bewerkingen kan uitvoeren. Soms wordt besloten om naast de "gewone" processor ook een "hulpprocessor" te voorzien. Dit kan de volgende voordelen hebben: * De gewone processor wordt zo ontlast. * Deze hulpprocessor kan gespecialiseerd zijn in iets, waardoor hij het ook sneller kan uitvoeren dan de gewone processor. De bekendste hulpprocessor is waarschijnlijk de [[w:Graphics processing unit|GPU]] en als die op dezelfde chip is uitgevoerd als de CPU spreekt men over IGP (''integrated graphics processor''). Zo heb je bij AMD de [[w:Accelerated processing unit|accelerated processing unit]] (APU), bij Intel [[w:en:Intel HD and Iris Graphics|HD Graphics]] en bij Nvidia [[w:en:Project Denver|Project Denver]]. <ref>Een uitgebreide review van AMD Kaveri staat op [https://tweakers.net/reviews/3364/12/amd-kaveri-cpu-en-gpu-op-gelijke-voet-conclusie.html AMD Kaveri Review - Cpu en gpu op gelijke voet]</ref> === Werking === [[Bestand:The Fetch-Execute Cycle.svg|thumb|400px|Cyclus: fetch uit RAM - decode in CU - execute in ALU - store in RAM]] Een processor kan niet onmiddellijk iets uitvoeren, want er zijn minstens eerst nog twee andere stappen nodig: * De processor is geen geheugenopslag: de eigenlijke programma's staan op een opslagmedium. Vervolgens worden deze bij het uitvoeren geladen in het RAM-geheugen en tenslotte moet de processor deze nog ophalen. Dit laatste staat bekend als '''fetch uit RAM'''. * Dan weet de processor nog niet wat hij moet doen: voor het uitvoeren van een optelling moet hij zichzelf anders organiseren, dan bij het uitvoeren van een deling. Hij zal dus eerst nog de instructie moeten '''decoderen in de CU''', om te weten wat hij moet doen. * Dan pas kan de processor iets uitvoeren. Dit staat bekend als '''execute in de ALU'''. * Tenslotte moet een eventueel resultaat terug opgeslagen worden: '''store in RAM'''. Deze drie stappen (''fases'') worden steeds herhaald: hoe hoger dus de klok, hoe sneller deze stappen elkaar opvolgen. Zoals je al kon lezen in [[Basiskennis informatica/Snelheid|de basiscursus]] zijn kloksnelheid en processorsnelheid wel geen synoniemen (cfr. de [[w:en:Megahertz myth|Megahertz myth]])! Hoe worden instructies dan gecodeerd? Stel dat we een héél eenvoudige processorarchitectuur hebben, die enkel kan optellen en delen. Er moeten natuurlijk ook getallen uit het geheugen gehaald kunnen worden en ze moeten er ook terug in opgeslagen worden. Dan zou de instructietabel er als volgt kunnen uitzien: {| class="wikitable" |+ Instructietabel |- | 00 || /, nl. delen |- | 01 || +, nl. optellen |- | 10 || get from memory |- | 11 || store to memory |} We weten ook al dat de processor werkt met (werk)registers. Stel dat we vier registers hebben, met onderstaande informatie. In de eerste twee kolommen staat het adres (eens decimaal, eens binair), in de derde kolom de binaire inhoud en in de laatste kolom de overeenkomstige decimale waarde van die inhoud. {| class="wikitable" |+ Inhoud werkregisters |- ! adres !! adres (bin) !! inhoud (bin) !! inhoud (dec) |- | R0 || 00 || 0101100 || 44 |- | R1 || <span style="background-color:yellow;">01</span> || 1011101 || 93 |- | R2 || 10 || 1110110 || 118 |- | R3 || <span style="background-color:lightblue;">11</span> || 0001010 || 10 |} Stel nu de processor de instructie 010111 heeft opgehaald. Wat wordt er verwacht dat de processor doet? Deze instructie 010111 bestaat uit de instructie zelf (<span style="background-color:palevioletred;">01</span>) en twee operands (<span style="background-color:yellow;">01</span> en <span style="background-color:lightblue;">11</span>), wat het geheel <span style="background-color:palevioletred;">01</span><span style="background-color:yellow;">01</span><span style="background-color:lightblue;">11</span> maakt. Om te weten wat hij moet doen, moet de processor in zijn instructietabel (zie hoger) opzoeken wat '<span style="background-color:palevioletred;">01</span>' betekent, en dat blijkt de optelling te zijn. De eerste operand is <span style="background-color:yellow;">01</span> en is dus het tweede register, terwijl de tweede operand <span style="background-color:lightblue;">11</span> is en dus het derde register. Na uitvoer wordt de inhoud van de registers: {| class="wikitable" |+ Inhoud werkregisters (na instructie 010111) |- ! adres !! adres (bin) !! inhoud (bin) !! inhoud (dec) |- | R0 || 00 || 0101100 || 44 |- | R1 || <span style="background-color:yellow;">01</span> || 1100111 || 103 |- | R2 || 10 || 1110110 || 118 |- | R3 || <span style="background-color:lightblue;">11</span> || 0001010 || 10 |} Ter info: dit is een sterk vereenvoudigde werking van een processor.<ref>Een uitgebreidere uitleg over de werking staat op [[w:Processor (computer)#Werking_van_een_processor | Processor (computer) > Werking van een processor]].</ref> In het echt is dit een stuk complexer doordat er meer dan drie stappen zijn en doordat men technieken toepast die het geheel sneller maken (bv. ''[[w:Pipeline-architectuur|pipelining]]''<ref>Pipelining wordt mooi voorgesteld bij [https://www.youtube.com/watch?v=PKF9GOE2q38 The Megahertz Myth (YouTube)], waarin Apple het belang van de architectuur op de snelheid uitlegt. Op <!-- [https://www.eastaughs.fsnet.co.uk/cpu/further-pipelining.htm eastaughs.fsnet.co.uk] kan je een animatie bekijken en op -->[[w:en:Ars Technica|Ars Technica]] kan je bij [https://arstechnica.com/features/2004/09/pipelining-1/ Pipelining: An Overview] een diepgaand artikel lezen.</ref>, ''[[w:en:Branch predictor|dynamic branch prediction]]'' of de compiler die instructies in een andere volgorde plaatst). == Geheugen == [[Bestand:RAM n.jpg|miniatuur|Verschillende soorten RAM]] Als je een rekenbladprogramma opent, dan staat dit op je opslagmedium (bv. SSD of HDD). Dit bewaart het programma blijvend (''permanent''): ook als je computer uit staat, staat dat programma op jouw opslagmedium. Om er ook iets mee te kunnen doen, moet het programma geladen worden, zodat het kan uitgevoerd worden door de processor. Het probleem is dat een opslagmedium véél trager is dan de processor, waardoor de processor vooral zou moeten wachten. Vandaar wordt een programma niet rechtstreeks uitgevoerd vanaf het opslagmedium, maar eerst gekopieerd naar het '''werkgeheugen'''. Deze wordt vaak ook aangegeven als ''intern geheugen'' of ''RAM''. Het voordeel is dat deze een pak sneller is dan de gewone opslag. Nadelen zijn dat deze duurder is en de inhoud verliezen van zodra de spanning wegvalt. Dat werkgeheugen is sneller dan de gewone opslag, maar helaas nog steeds trager dan de processor. Vaak wordt tussen het werkgeheugen en de processor nóg sneller geheugen gebruikt: het '''cachegeheugen'''. Dit is vaak nog duurder en daardoor vaak relatief klein, maar kan wel een snelheidsvoordeel opleveren. Dit is al besproken als component bij de processor. Het rekenbladprogramma zelf zal dus geheugen innemen: het '''programmageheugen'''. Maar ook het rekenbladbestand wordt geladen vanaf het opslagmedium naar hetzelfde werkgeheugen. Om het verschil duidelijk te maken wordt hier gesproken over het '''datageheugen'''. Als je wijzigingen aanbrengt aan het rekenbladbestand, dan wordt dit onmiddellijk aangepast in het werkgeheugen (meer specifiek het datageheugen), maar niet noodzakelijk in het opslagmedium. Als automatisch opslaan uitstaat zal je jouw aanpassingen verliezen bij een crash of bij energieverlies. Mogelijke verwarring: * Geheugen (''memory'') en opslag (''storage'') worden soms onterecht door elkaar gebruikt. Het eerste bewaart de data echter vaak tijdelijk, terwijl de tweede dat permanent doet. Denk bij het tweede bv. aan een HDD, SSD of SD-kaartje (meer info bij [[Computersystemen/Opslagmedia|opslagmedia]]). * De term ''intern geheugen'' wordt vaak gebruikt, maar het is niet altijd duidelijk wat er precies wordt bedoeld. Meestal slaat het op 'intern in de computerbehuizing', waardoor het of werkgeheugen (RAM) of cachegeheugen kan zijn. Meestal bedoelt men echter met ''intern geheugen'' het RAM-geheugen. * In het voorbeeld wordt een geladen rekenbladbestand als voorbeeld van datageheugen. Merk op dat het niet altijd afkomstig moet zijn van een bestand. Bv. een programma dat als invoer de straal van een cirkel aan de eindgebruiker vraagt en als uitvoer de oppervlakte berekent. De effectieve straal en de oppervlakte zijn dan onderdeel van het datageheugen. {{Appendix}} {{Sub}} 0uwlkgi3kjkhjh2mfujlnz3o8may60u