Wikisource nlwikisource https://nl.wikisource.org/wiki/Hoofdpagina MediaWiki 1.44.0-wmf.1 first-letter Media Speciaal Overleg Gebruiker Overleg gebruiker Wikisource Overleg Wikisource Bestand Overleg bestand MediaWiki Overleg MediaWiki Sjabloon Overleg sjabloon Help Overleg help Categorie Overleg categorie Hoofdportaal Overleg hoofdportaal Auteur Overleg auteur Pagina Overleg pagina Index Overleg index TimedText TimedText talk Module Overleg module Da Costa/Aan den oudsten zoon van een geliefde vriend 0 5329 195994 16103 2024-10-29T18:15:06Z Havang(nl) 4330 195994 wikitext text/x-wiki <pages index="Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf" from=454 fromsection=s2 to=454 tosection=s2 header=1 /> [[categorie:Da Costa|Aan den oudsten zoon van een geliefde vriend]] 2yubv2i8ip4iao75lblrgq8mhzmp0rk Da Costa/Soyons comme l' oiseau 0 5482 195992 16270 2024-10-29T18:13:45Z Havang(nl) 4330 195992 wikitext text/x-wiki <pages index="Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf" from=453 fromsection=s5 to=454 tosection=s1 header=1 /> [[categorie:Da Costa|Soyons comme l' oiseau]] 1cbspe50ukzyxi9bj298k5hxxg15nnr Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/354 104 20812 195995 152782 2024-10-29T20:21:57Z Hamaryns 263 hoofdtekst 195995 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="Raketsla" />{{RH|left=|center=342|right=}} {{smaller block/s}}</noinclude>iets ''tot stand te brengen''. De hoop gaf me moed, de hoop maakte my hier-en-daar welsprekend. Nog herinner ik my den indruk die me bezielde toen ik aan háár schreef: ''m’n boek is af, m’n boek is af! Nu zal alles weldra goed gaan!'' Vier lange, vier moeielyke jaren had ik doorgeworsteld — en vruchteloos verloren, helaas! — in pogingen om zonder publiciteit, zonder opzien, zonder schandaal vooral, iets te bewerken dat tot verbetering zou kunnen leiden van den toestand waaronder de Javaan gebukt gaat. De ellendige {{sp|Van Twist}} die, voor ’t minst zoo er eenig besef van eer en plicht in hem huisde, m’n natuurlyke bondgenoot had moeten zyn, was niet te bewegen geweest ’n hand uittesteken. De brief dien ik tot hem richtte, is ontelbare malen gepubliceerd, en bevat nagenoeg alles wat in de Havelaarszaak de hoofdmomenten uitmaakt. De man heeft nooit geantwoord, nooit blyk gegeven van welwillendheid om zooveel mogelyk te herstellen wat door zyn schuld bedorven is. Door die gewetenlooze lauwheid ten-laatste ''gedwongen'' tot publiciteit, tot het kiezen van een anderen weg dan ik tot dien tyd toe betrad, wees verontwaardiging my eindelyk de middelen aan om te bereiken wat onbereikbaar scheen: ''een oogenblik gehoor''. Wat de luie {{sp|Van Twist}} niet wilde toestaan, wist ik aftepersen van de Natie: de ''Havelaar'' werd ''gelezen'', men…''hoorde'' my. Helaas, hooren en verhooren is twee! Dat boek was „mooi” verzekerde men, en als de schryver eens weer zoo’n vertellinkje had… Zeker, men had zich by de lektuur „geamuzeerd” en dacht er niet aan — of ontveinsde te begrypen — dat niet ''ik'' op middelbaren leeftyd m’n loopbaan, die schitterend beloofde te worden, opgaf tot vermaak. Dat niet ''ik'' amuzement beoogd had in ’t trotseeren van den gifdood voor my, voor myn trouwe dappere vrouw, en voor ons lief kind. De ''Havelaar'' was zoo’n onderhoudend boek, durfde men my zeggen, en onder zulke lofredenaars waren er die gillen zouden van angst by ’t minste dagelyksch gevaartje, ik zeg niet voor gezondheid en leven, maar voor ’n gering deel van hun welstand. De meeste lezers schenen te meenen dat ik my en de mynen had blootgesteld aan armoed, vernedering en dood, om hun ’n prettig lektuurtje te verschaffen. Deze dwaling…doch genoeg hiervan. Zéker is ’t, dat ik van zoo’n naïf-wreede ''Jokrissiade'' geen voorgevoel had toen ik zoo verheugd uitriep ''m’n boek is af, m’n boek is af!'' De overtuiging dat ik ''waarheid'' zeide, dat ik ''gedaan'' had wat ik bezig was te ''schryven'', en het voorbyzien hoe ’t lezend en luisterend Publiek zoo gewoon is geraakt aan ''cant'', aan zinledige praatjes, aan byna doorgaande tegenstelling van zeggen en doen…dit alles vervulde my in 1859 met zooveel hoop als inderdaad ''noodig'' was om ’t pynlyk schryven van den ''Havelaar'' mogelyk te maken. Maar ''thans'', nu me twintig jaar later al te voldoende gebleken is dat de Natie party trekt vóór de Van Twisten en konsorten — d.i. voor schelmery, roof en moord — tegen my, d.i. tegen Recht, Menschlievendheid en wèlbegrepen Staatkunde, nu<noinclude>{{smaller block/e}}</noinclude> mfrve9hdnbmnicga7ka0pfkpnqw075x Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/453 104 70925 195988 195983 2024-10-29T12:24:13Z Havang(nl) 4330 195988 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude><section begin="s1"/>{{gedicht|start=follow|end=stanza| ::::slechts deze naam van my bestaan, ::::(zij ook mijn dichtervonk vergaan!) ::::slechts dit getuignis van my over: zijn {{sp|Dichtkunst}} had haar tijd — dien van een lentebloem; maar {{sp|Waarheid}} bleef zijn deel — de Leven{{sp|sboom}} zijn roem! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s1"/> <section begin="s2"/><br> {{c|{{larger|'''DE EENJARIGE HANNA'''}}<br>{{asc|AAN}}<br>HARE LIEVE MOEDER EN MIN.}} {{gedicht| Gelijk gy, Moeder-lief! uw Hanna hebt gevoedsterd, met eigen melk gelaafd, en op uw schoot steeds koestert, :zoo lave u door Zijn woord de moederliefde Gods, :met water uit de Bron, met honig uit de Rots! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s2"/> <section begin="s3"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN KAPITTELSTOKJE.'''}}}} {{gedicht| Klein staafje, ontdekk' me uw hulp in ieder blad en boek den vinger van mijn God, Wiens weg en wil ik zoek ! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s3"/> <section begin="s4"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN SCHRIJFPEN.'''}}}} {{gedicht| Smaak, o mijn hart, meld, o mijn pen, de waarheid en de trouw des Heilands, Wiens ik ben! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s4"/> <section begin="s5"/><br> {{c|{{larger|'''SOYONS COMME L'OISEAU.'''}}}} {{r|{{smaller|Soyons comme l'oiseau, posé pour un instant<br>sur des rameaux trop frêles,{{gap|4em}}<br> qui sent ployer la branche et qui chante pourtant,<br> sachant qu'il a des ailes.{{gap|4em}}<br> VICTOR HUGO.{{gap|3em}}}}}} {{gedicht|end=follow| Zijn we als de vogel, wien in schommelende abeelen ::::een onbezorgde wiegling lust: die 't takjen trillen voelt, en evenwel blijft kwelen — ::::zich-zelf, zijn vleugelen bewust.}}<section end="s5"/><noinclude></noinclude> ecqmvl1gydt3vu86ni5jul35lete2p2 195989 195988 2024-10-29T18:05:02Z Havang(nl) 4330 195989 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude><section begin="s1"/>{{gedicht|start=follow|end=stanza| ::::slechts deze naam van my bestaan, ::::(zij ook mijn dichtervonk vergaan!) ::::slechts dit getuignis van my over: zijn {{sp|Dichtkunst}} had haar tijd — dien van een lentebloem; maar {{sp|Waarheid}} bleef zijn deel — de Leven{{sp|sboom}} zijn roem! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s1"/> <section begin="s2"/><br> {{c|{{larger|'''DE EENJARIGE HANNA'''}}<br>{{asc|AAN}}<br>HARE LIEVE MOEDER EN MIN.}} {{gedicht| Gelijk gy, Moeder-lief! uw Hanna hebt gevoedsterd, met eigen melk gelaafd, en op uw schoot steeds koestert, :zoo lave u door Zijn woord de moederliefde Gods, :met water uit de Bron, met honig uit de Rots! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s2"/> <section begin="s3"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN KAPITTELSTOKJE.'''}}}} {{gedicht| Klein staafje, ontdekk' me uw hulp in ieder blad en boek den vinger van mijn God, Wiens weg en wil ik zoek ! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s3"/> <section begin="s4"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN SCHRIJFPEN.'''}}}} {{gedicht| Smaak, o mijn hart, meld, o mijn pen, de waarheid en de trouw des Heilands, Wiens ik ben! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s4"/> <section begin="s5"/><br> {{c|{{larger|'''SOYONS COMME L'OISEAU.'''}}}} {{r|{{smaller|Soyons comme l'oiseau, posé pour un instant<br>sur des rameaux trop frêles,{{gap|4em}}<br> qui sent ployer la branche et qui chante pourtant,<br> sachant qu'il a des ailes.{{gap|4em}}<br> VICTOR HUGO.{{gap|3em}}}}}} {{gedicht Zijn we als de vogel, wien in schommelende abeelen ::::een onbezorgde wiegling lust: die 't takjen trillen voelt, en evenwel blijft kwelen — ::::zich-zelf, zijn vleugelen bewust.}}<section end="s5"/><noinclude></noinclude> spqboxxrrumx10xashtnfvpcp7whbwl 195993 195989 2024-10-29T18:14:11Z Havang(nl) 4330 195993 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude><section begin="s1"/>{{gedicht|start=follow|end=stanza| ::::slechts deze naam van my bestaan, ::::(zij ook mijn dichtervonk vergaan!) ::::slechts dit getuignis van my over: zijn {{sp|Dichtkunst}} had haar tijd — dien van een lentebloem; maar {{sp|Waarheid}} bleef zijn deel — de Leven{{sp|sboom}} zijn roem! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s1"/> <section begin="s2"/><br> {{c|{{larger|'''DE EENJARIGE HANNA'''}}<br>{{asc|AAN}}<br>HARE LIEVE MOEDER EN MIN.}} {{gedicht| Gelijk gy, Moeder-lief! uw Hanna hebt gevoedsterd, met eigen melk gelaafd, en op uw schoot steeds koestert, :zoo lave u door Zijn woord de moederliefde Gods, :met water uit de Bron, met honig uit de Rots! {{gap}}1836.}} {{lijn|5em}} <section end="s2"/> <section begin="s3"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN KAPITTELSTOKJE.'''}}}} {{gedicht| Klein staafje, ontdekk' me uw hulp in ieder blad en boek den vinger van mijn God, Wiens weg en wil ik zoek ! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s3"/> <section begin="s4"/><br> {{c|{{larger|'''AAN EEN SCHRIJFPEN.'''}}}} {{gedicht| Smaak, o mijn hart, meld, o mijn pen, de waarheid en de trouw des Heilands, Wiens ik ben! {{gap}}1838.}} {{lijn|5em}} <section end="s4"/> <section begin="s5"/><br> {{c|{{larger|'''SOYONS COMME L'OISEAU.'''}}}} {{r|{{smaller|Soyons comme l'oiseau, posé pour un instant<br>sur des rameaux trop frêles,{{gap|4em}}<br> qui sent ployer la branche et qui chante pourtant,<br> sachant qu'il a des ailes.{{gap|4em}}<br> VICTOR HUGO.{{gap|3em}}}}}} {{gedicht| Zijn we als de vogel, wien in schommelende abeelen ::::een onbezorgde wiegling lust: die 't takjen trillen voelt, en evenwel blijft kwelen — ::::zich-zelf, zijn vleugelen bewust.}}<section end="s5"/><noinclude></noinclude> 5gmg7bxyw2jlrlvapdxlipmci0a2lqi Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/454 104 70926 195990 2024-10-29T18:11:54Z Havang(nl) 4330 /* Proefgelezen */ 195990 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude><nowiki /> <section begin="s1"/>{{c|(Anders.)}} {{gedicht| Aan den zanger van 't woud mag de dichter zich spieglen, ::::by het schudden des loofs onvervaard. 't Is zijn lust, zich al zingend op 't takjen te wieglen ::::o! ten wolken heen drijft hem zijn aart. ::De nachtegaal ontziet zich niet te zingen, :::ofschoon de boomtak schudd' en trill': ::zy geeft zich meê aan al zijn schommelingen :::en wijkt naar boven als zy wil.}} {{c|(Anders.)}} {{gedicht| Het vogeltjen op 't golven van de takken :zingt ongestoord den toongalm die hem lust; de brooze twijg dreig', daar hy kweelt, te knakken :hy is zich-zelf zijn vleugelen bewust. {{gap}}1839.}} {{lijn|5em}} <section end="s1"/> <section begin="s2"/><br> {{c|{{larger|{{sp|AAN DEN OUDSTEN ZOO}}N.}}<br>VAN<BR> {{larger|'''EEN GELIEFDEN VRIEND,''}}<br> {{asc|OP DEN DAG VAN ZIJNE AANNEMING EN DOOP IN DE CHRISTELIJKE GEMEENTE.}}<br>{{asc|(MET EEN RONDEL VAN BILDERDIJK.}})}} {{gedicht| De Poëzy aanbidt! zy kiest voor gloriepalmen :het needrig heilsieraad van kruis en doornenkroom. Ons Neêrland zoog den daauw der Palestijnsche psalmen, :en Golgotha bevrucht des Dichters hoogsten toon. Neem in dit plechtig uur een bundelken dier takken, :met levensooft bevracht, geliefde jongeling! ten pand aan van een zucht, die nimmer mag verzwakken, :en die ik, zeegnende uten afscheidsheilgroet zing. Leev' Dichtkunst in uw ziel! voel Waarheid met uw harte! :en, by de wisselpaân van d' ingetreden loop, gedenk, hoe om u heen verleiding lokk' of tarte, :het ouderlijke huis — Gods roepstemen Uw Doop! {{gap}}1839.}} {{lijn|5em}}<section end="s2"/><noinclude></noinclude> 701ammsznr5evgziboej3vxsmfx7bnf 195991 195990 2024-10-29T18:12:16Z Havang(nl) 4330 195991 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude><nowiki /> <section begin="s1"/>{{c|(Anders.)}} {{gedicht| Aan den zanger van 't woud mag de dichter zich spieglen, ::::by het schudden des loofs onvervaard. 't Is zijn lust, zich al zingend op 't takjen te wieglen ::::o! ten wolken heen drijft hem zijn aart. ::De nachtegaal ontziet zich niet te zingen, :::ofschoon de boomtak schudd' en trill': ::zy geeft zich meê aan al zijn schommelingen :::en wijkt naar boven als zy wil.}} {{c|(Anders.)}} {{gedicht| Het vogeltjen op 't golven van de takken :zingt ongestoord den toongalm die hem lust; de brooze twijg dreig', daar hy kweelt, te knakken :hy is zich-zelf zijn vleugelen bewust. {{gap}}1839.}} {{lijn|5em}} <section end="s1"/> <section begin="s2"/><br> {{c|{{larger|{{sp|AAN DEN OUDSTEN ZOO}}N.}}<br>VAN<BR> {{larger|'''EEN GELIEFDEN VRIEND,'''}}<br> {{asc|OP DEN DAG VAN ZIJNE AANNEMING EN DOOP IN DE CHRISTELIJKE GEMEENTE.}}<br>{{asc|(MET EEN RONDEL VAN BILDERDIJK.}})}} {{gedicht| De Poëzy aanbidt! zy kiest voor gloriepalmen :het needrig heilsieraad van kruis en doornenkroom. Ons Neêrland zoog den daauw der Palestijnsche psalmen, :en Golgotha bevrucht des Dichters hoogsten toon. Neem in dit plechtig uur een bundelken dier takken, :met levensooft bevracht, geliefde jongeling! ten pand aan van een zucht, die nimmer mag verzwakken, :en die ik, zeegnende uten afscheidsheilgroet zing. Leev' Dichtkunst in uw ziel! voel Waarheid met uw harte! :en, by de wisselpaân van d' ingetreden loop, gedenk, hoe om u heen verleiding lokk' of tarte, :het ouderlijke huis — Gods roepstemen Uw Doop! {{gap}}1839.}} {{lijn|5em}}<section end="s2"/><noinclude></noinclude> r9jjsexdlzipb3825qyvq9mz8yregpy Auf dem Strom 0 70927 195996 2024-10-29T21:41:40Z Wikiludiki 6327 Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox document | naam = Auf dem Strom | auteur = Franz Schubert | genre = lied | taal = Duits | datum = 1825 | vertaler = August Agasi | bron = | auteursrecht = [[Publiek domein]] | artikelwikipedia = Auf dem Strom (Schubert) }} {| class="wikitable collapsible collapsed" width="100%" ! Auf dem Strom|| Op de rivier |- | <br>Nimm die letzten Abschiedsküsse, <br>Und die wehenden, die Grüsse,<br>Die ich noch ans Ufer sende,<br>Eh’ Dein Fuss sich scheid...' 195996 wikitext text/x-wiki {{Infobox document | naam = Auf dem Strom | auteur = Franz Schubert | genre = lied | taal = Duits | datum = 1825 | vertaler = August Agasi | bron = | auteursrecht = [[Publiek domein]] | artikelwikipedia = Auf dem Strom (Schubert) }} {| class="wikitable collapsible collapsed" width="100%" ! Auf dem Strom|| Op de rivier |- | <br>Nimm die letzten Abschiedsküsse, <br>Und die wehenden, die Grüsse,<br>Die ich noch ans Ufer sende,<br>Eh’ Dein Fuss sich scheidend wende! <br>Schon wird von des Stromes Wogen <br>Rasch der Nachen fortgezogen,<br>Doch den tränendunklen Blick <br>Zieht die Sehnsucht stets zurück!<br><br>Und so trägt mich denn die Welle <br>Fort mit unerflehter Schnelle.<br>Ach, schon ist die Flur verschwunden, <br>Wo ich selig Sie gefunden!<br>Ewig hin, ihr Wonnetage! <br>Hoffnungsleer verhallt die Klage <br>Um das schöne Heimatland, <br>Wo ich ihre Liebe fand.<br><br>Sieh, wie flieht der Strand vorüber, <br>Und wie drängt es mich hinüber, <br>Zieht mit unnennbaren Banden, <br>An der Hütte dort zu landen,<br>In der Laube dort zu weilen; <br>Doch des Stromes Wellen eilen <br>Weiter ohne Rast und Ruh, <br>Führen mich dem Weltmeer zu!<br><br>Ach, vor jener dunklen Wüste, <br>Fern von jeder heitern Küste,<br>Wo kein Eiland zu erschauen,<br>O, wie fasst mich zitternd Grauen! <br>Wehmutstränen sanft zu bringen, <br>Kann kein Lied vom Ufer dringen; <br>Nur der Sturm weht kalt daher <br>Durch das grau gehobne Meer!<br><br>Kann des Auges sehnend Schweifen <br>Keine Ufer mehr ergreifen,<br>Nun so schau’ ich zu den Sternen <br>Auf in jenen heil’gen Fernen!<br>Ach, bei ihrem milden Scheine <br>Nannt’ ich sie zuerst die Meine; <br>Dort vielleicht, o tröstend Glück! <br>Dort begegn’ ich ihrem Blick <br> <br> Ludwig Relstab, 1825 || <br>Krijg mijn laatste afscheidskussen,<br>Mee gewaaid mijn groet ertussen,<br>Welke ik jou nog wil zenden,<br>Vóór je voet zich af zal wenden!<br>Reeds wordt in het snelle stromen,<br>Vlot het vaartuig meegenomen,<br>Maar verlangend draai ik mijn rug,<br>Kijk in tranen steeds weer terug!<br><br> Golven gaan mij verder dragen, <br>Sneller dan ik zelf zou wagen.<br>Ach, reeds is het land ver henen,<br>Waar zij ooit mij is verschenen!<br>Eeuwig heen, o zalige dagen!<br>Zonder hoop rest mij slechts klagen<br>Om mijn mooie vaderland,<br>Waar zij schonk haar lieve hand.<br> <br> Zie, hoe vlieden heen de stranden,<br>Dringen aan om er te landen,<br>Voel mij ongekend gedreven, <br>In de hut daar voort te leven,<br>In het groen daar te verwijlen;<br>Voorwaarts blijven golven ijlen, <br>Zonder rust en zonder stop,<br>Voeren mij de wereldzee op!<br> <br> Ach, de gindse duisternissen,<br>Weten reeds de kust te wissen,<br>En geen eiland te ontwaren,<br>Sidderend zal ik verder varen!<br>Weemoed laat mijn tranen springen, <br>Doet geen lied van ginds weerklinken;<br>Slechts de storm doet zijn entree<br>En zweept op de grijze zee!<br> <br> Kan verlangend mijn oog dwalen <br>Maar geen kust meer achterhalen,<br>Nu dan kijk ik naar de sterren<br>Hoog in gindse heilige verten!<br>Ach, verlicht door hun mild schijnen <br>Was zij voor het eerst de mijne;<br>Daar wellicht, o troost en geluk!<br>Daar ontmoet ik dan haar blik.<br> <br> August Agasi, 2024 |} swjc61we3gyijklssxddwc4my64anf1 196000 195996 2024-10-30T11:29:31Z Havang(nl) 4330 gekoppeld aan bron 196000 wikitext text/x-wiki <pages index="Ludwich Rellstab, Auf dem Strom (1825).pdf" from=1 to=1 header=1 extra_info="Eerste jaar van publicatie 1825. Op muziek gezet door Franz Schubert (D.943)"/> 6oijomkv0wr5wqs4iyogwcmo3w934mk 196001 196000 2024-10-30T11:32:19Z Havang(nl) 4330 added [[Category:Poëzie]] using [[Help:Gadget-HotCat|HotCat]] 196001 wikitext text/x-wiki <pages index="Ludwich Rellstab, Auf dem Strom (1825).pdf" from=1 to=1 header=1 extra_info="Eerste jaar van publicatie 1825. Op muziek gezet door Franz Schubert (D.943)"/> [[Categorie:Poëzie]] 3d6ey69spj1pqqt2kg7xokzj5wxkt4x Index:Ludwich Rellstab, Auf dem Strom (1825).pdf 106 70928 195997 2024-10-30T11:09:43Z Havang(nl) 4330 Nieuwe pagina aangemaakt met '' 195997 proofread-index text/x-wiki {{:MediaWiki:Proofreadpage_index_template |Type=boek |Taal=nl |wikidata= |Titel=[[Auf dem Strom]] |Ondertitel= |Deel= |Auteur=[[Auteur:Ludwich Rellstab|Ludwich Rellstab]] |Vertaler=Wikisource |Redacteur= |Illustrator= |Stroming= |Jaar= |Uitgever= |Plaats= |Druk= |OorspronkelijkeUitgave= |Key= |doe_wikidata= |ISBN= |OCLC= |LCCN= |BNF_ARK= |DBNL= |Bron=pdf |Afbeelding=1 |Voortgang=V |Delen= |Pagina's=<pagelist 1=1 /> |Opmerkingen= |NestedInhoud= |Breedte= |Css= |Header= |Footer= }} 9o4eazsir2zb2wfcyf75i7z2o163ola 195999 195997 2024-10-30T11:24:32Z Havang(nl) 4330 195999 proofread-index text/x-wiki {{:MediaWiki:Proofreadpage_index_template |Type=boek |Taal=nl |wikidata= |Titel=[[Auf dem Strom]] |Ondertitel= |Deel= |Auteur=[[Auteur:Ludwich Rellstab|Ludwich Rellstab]] |Vertaler=Wikisource |Redacteur= |Illustrator= |Stroming= |Jaar=1860 |Uitgever=Brockhaus |Plaats=Leipzig |Druk= |OorspronkelijkeUitgave=1825 |Key= |doe_wikidata= |ISBN= |OCLC= |LCCN= |BNF_ARK= |DBNL= |Bron=pdf |Afbeelding=1 |Voortgang=V |Delen= |Pagina's=<pagelist 1=1 /> |Opmerkingen= |NestedInhoud= |Breedte= |Css= |Header= |Footer= }} 6zddg8s43qnrcaq4ig530fnvbj307a7 Pagina:Ludwich Rellstab, Auf dem Strom (1825).pdf/1 104 70929 195998 2024-10-30T11:20:20Z Havang(nl) 4330 /* Proefgelezen */ 195998 proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Havang(nl)" /></noinclude>{{c|{{larger|'''Auf dem Strom '''}}}} {{gedicht| Krijg mijn laatste afscheidskussen, Mee gewaaid mijn groet ertussen, Welke ik jou nog wil zenden, Vóór je voet zich af zal wenden! Reeds wordt in het snelle stromen, Vlot het vaartuig meegenomen, Maar verlangend draai ik mijn rug, Kijk in tranen steeds weer terug! :Golven gaan mij verder dragen, Sneller dan ik zelf zou wagen. Ach, reeds is het land ver henen, Waar {{sp|zij}} ooit mij is verschenen! Eeuwig heen, o zalige dagen! Zonder hoop rest mij slechts klagen Om mijn mooie vaderland, Waar zij schonk {{sp|haar}} lieve hand. :Zie, hoe vlieden heen de stranden, Dringen aan om er te landen, Voel mij ongekend gedreven, In de hut daar voort te leven, In het groen daar te verwijlen; Voorwaarts blijven golven ijlen, Zonder rust en zonder stop, Voeren mij de wereldzee op! :Ach, de gindse duisternissen, Weten reeds de kust te wissen, En geen eiland te ontwaren, Sidderend zal ik verder varen! Weemoed laat mijn tranen springen, Doet geen lied van ginds weerklinken; Slechts de storm doet zijn entree En zweept op de grijze zee! Kan verlangend mijn oog dwalen Maar geen kust meer achterhalen, Nu dan kijk ik naar de sterren Hoog in gindse heilige verten! Ach, verlicht door {{sp|haar}} mild schijnen Was {{sp|zij}} voor het eerst de mijne; Daar wellicht, o troost en geluk! Daar ontmoet ik dan {{sp|haar}} blik.}}<noinclude></noinclude> aaxp583cf89v1e2r3q9fg2j7yi39vj4