Grunnegs (zegswiezen)

Van Wikipedie

Veul Grunnegse zegswiezen wieken ôf van dijent ien t Nederlaands. Ook n hail ìnde wieken ôf van t Leegsaksisch, woardeur de maiste zegswiezen typisch Grunnegs binnen. Ien t Grunnegs Nederlaands worden dizze zegswiezen sums letterlieks vertoald, woardeur der wel ais misverstanden ontstoan. Hieronder stoan n aantel van dizze zegswiezen.

Grunnegs Nederlaands
Aan bod wezen

Dij vraauw is nau aan bod'

Aan de beurt zijn

Die mevrouw is nu aan de beurt

Aarngs om tou

Ridst nou om kìrk tou

Ergens omheen

Je rijdt nu om de kerk heen

Aarngs verlet van hebben

Ik heb gain verlet van dien gesoes

Iets nodig hebben (zie verlet voor andere betenissen)

Ik heb jou gezeur niet nodig

Aarngs wat mit neudeg hebben

Doar heb ik niks mit neudeg

Ergens iets mee te maken hebben

Daar heb ik niks mee te maken Daar wil ik niks mee te maken hebben

Aarngs wies mit wezen

Doar bin ik ja wies mit

Ergens blij/tevreden mee zijn/ iets koesteren

Wat ben ik daar blij mee

Aine wat begroten

Dat aarme wicht begroot mie echt

Zich ergens zorgen om maken/iets duur vinden

Ik maak me zorgen om dat arme meisje

Aine wat gewoon wezen

Dat is mie gewoon

Iets gewend zijn

Dat ben ik gewend

Aine veur de guuchel hoalen

Hest de schoolmeester weer veur de guuchel had?

Iemand voor de gek houden

Heb je de leraar weer voor de gek gehouden?

Aan de gang wezen

t Feest is al twij uur aan de gang

Bezig zijn/begonnen zijn (activiteit)

Het feest is al twee uur lang begonnen

Bie zummerdag

Bie zummerdag goan wie aaltied noar camping

's Zomers (ook mogelijk met winter~)

's Zomers gaan we altijd naar de camping

Dat dut niks

t Dut niks dat zai nait komt

Dat geeft niet

Het geeft niet dat ze niet komt

De bokkepruuk op hebben

Zai het bokkeproek op

Chagrijnig zijn

Ze is chagrijnig

De doppen moal n zetje dicht doun

Du de doppen mor n zetje dicht

Even gaan slapen

Ga maar even slapen

De ìndjes aan mekoar knopen

Hai ken de ìndjes nait aan mekoar knopen

fig: Iets onder de knie krijgen/iets begrijpen

Hij snapt er maar niets van

Er

Dat het er ook doan

Ie

Dat heeft ie ook gedaan

Hai hai Nou nou
Haalf put, haalf regenwoater fig: Geen vlees, geen vis
Heksen kennen

Ik ken nait heksen

Van alles te gelijk doen

Ik kan niet alles tegelijk

Hest in t mous lopen? fig: Heb je een klap van de molenwiek gehad?

lett: Heb je in het boerenkoolveld gelopen?

Hom mans had hebben

Hai het hom mans had

De schuld hebben/het gedaan hebben

Hij heeft het gedaan/het is zijn schuld

Hou wordt t? Hoe gaat het?
Liek wezen

Wie binnen weer liek

fig: Quitte staan, let: recht zijn

We staan weer quitte

Minne wezen

Ik bin minne worden van dij tocht

Moe zijn

Ik ben moe geworden van die tocht

Nou brekt mie de klomp(e)! Fig: Schiet mij maar lek!; let: nu breekt bij mij de klomp
n Oal wief wezen

Wat bist toch ook n oal wief

Een bemoeial zijn

Wat ben je toch een bemoeial

Onder de pannen wezen

Dit weekend binnen wie wel weer onder de pannen

Ergens mee bezig zijn

Dit weekend hebben we wel weer genoeg te doen

... zienent/heurent

Wie goan vandoag noar Kloas zienent tou

...'s huis

We gaan vandaag naar Klaas(' huis) toe

Slicht zat Helemaal vol (van het eten)
t Der om doun

Dat dut hai der om

Iets met opzet doen

Dat doet hij expres

Wat om de kont trekken

Dij oal plunnen trek ik nait om de kont

Iets aan doen (kleding)

Die oude vodden doe ik niet aan

Wat aachter de koezen hebben

Ik heb t plakkie kouk al achter de koezen

Iets op hebben (eten)

Ik heb het plakje koek al op

Weeromgoan

Dit is mie de link, ik gai weerom

Teruggaan

Dit lijkt mij te gevaarlijk, ik ga weer terug

tot ... oet/uut

Zai hebben n plaank tot schut oet

uit ...

Zij hebben een plank uit het hek

Tot twij moal tou

Hest mie dat tot twij moal tou flikt

Twee keer

Je hebt bij dit al twee keer geflik

Wat veur geefs
Dit boukie is veur geefs

Dat bred staait der nait veur geefs

Iets dat gratis is

Iets voor niks zijn

Dit boekje is gratis

Dat bord staat er niet voor niets

Wat lieden maggen

Dit behang mag ik niet lieden

Iets mooi vinden staan (kleding/interieur)

Dit behang vind ik niet mooi

 
Grunnegs woordenbouk

Oetsproak | Spèllen | Grammoatiek | Biezundere woorden | Woorden noar kategorie | Geogroafische noamen | Zegswiezen

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z